ONDERWIJSNOTITIES
UIT DE PRAKTIJK
415
Wist dat
Landbouwtelling mei 1964
BEDRIJFSBEËINDIGING
Ontwikkelings- en
Saneringsfonds
Tien procent groter
oppervlakte suikerbieten
VRIJDAG 1 MEI 1964
HE Z. L. M.-Landbouwhuishoudschool „De Leeuwtjes" te Terneuzen houdt rekening met de verande-
rende omstandigheden en past zich ook in het onderwijsprogramma aan bij de eisen van de tijd.
In het zich snel uitbreidende en industrialiserende Terneuzen, waarvan ook de middenstand profiteert,
is nu reeds een aanzienlijk tekort aan geschoold winkelpersoneel te constateren. Vele meisjes kiezen
dan ook, na het volgen van de primaire opleiding, een beroep in een winkel.
Daar zij echter veelal nog te jong zijn om na de primaire opleiding direkt aan de slag te kunnen
gaan, heeft onze Landbouwhuishoudschool te Terneuzen besloten over te gaan tot een leerling-ver
koopsters-opleiding. Voor deze opleiding, die één jaar duurt, kunnen meisjes, die het getuigschrift
van de primaire opleiding of Assistentenklas hebben, als leerling worden ingeschreven. Ook degene,
die het getuigschrift al eerder heeft behaald, kan deze opleiding volgen.
WAAST de vaktechnische vakken, zoals verkoopkunde, warenkennis, administratie, wordt er aan-
dacht besteed aan het spreken, zowel in het Nederlands, Engels als Frans, algemene ontwikke
ling, het omgaan met mensen (klanten, chef), persoonlijke verzorging, het inrichten van een etalage,
reclametekenen enz.
Eén middag in de week wordt besteed aan praktijk in de winkel; vele zaken hebben nu reeds hun
medewerking toegezegd.
De kosten van deze opleiding zijn niet hoog. In speciale gevallen is het mogelijk een studietoelage
te verkrijgen.
De toekomstmogelijkheden voor een leerling-verkoopster zijn uitstekend, want bij sollicitatie zullen
zij, die een opleiding gevolgd hebben, altijd voorrang hebben op een ongediplomeerd meisje. En ook In
het salaris zal het bezit van dit diploma te merken zijn.
De plannen zijn reeds zover gevorderd, dat met deze nieuwe opleiding tot leerling-verkoopster in
september a.s. gestart zal worden.
PAS getrouwde mensen soms ook met zeer speciale fiscale problemen te worstelen hebben?
Eén onzer lezers trouwde op 1 oktober 1963. Zijn inkomen over 1963 bedroeg 11.000,Zijn
vrouw was voor haar huwelijk in loondienst op een salaris van 6.000,per jaar. Na haar huwe
lijk bleef zij in dienst bij haar oude werkgever n.l. van 1 november t/m 31 december 1963 op het
zelfde loon. Over zijn inkomen 1963 heeft hij nu meningsverschil met een kennis met wie hij dit
besprak en hij vraagt mij nu eens voor te willen rekenen welk inkomen hij over 1963 heeft moeten
aangeven. Gelukkig geen al te moeilijke opgave.
Tot en met 30 september 1963 was zijn vrouw zelve belastingplichtig. Haar inkomen over 1963 was
dus, afgezien van overig inkomen, daar mijn vraagsteller hierover niet rept, 9/12 x 6.000,4.500.
Hierover moet zij zelf inkomstenbelasting betalen in groep I.
riE berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting over dit z.g. belastingtijdvak (het is
geen vol jaar) heeft nu op een bijzondere manier plaats. Het wordt eerst tot een jaarinkomen
herleid als volgt: Inkomen in 270 dagen 4.500,dus per jaar 360/270 x 4.500,is f 6.000,
Volgens tabel groep I bedraagt de ink.belasting hierover 836,-. Over het belastingtijdvak tot 1
september 1963 is nu verschuldigd: 270/360 x f 836,627,Het inkomen van mijn vraagsteller
I\E Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland
maakt bekend, dat In het tijdvak van 4 mei
t/m 10 juni 1964 weer de gebruikelijke landbouw
telling ingevolge Artikel 24 van de Landbouwwet
zal plaats vinden.
Onder de telling vallen de volgende personen en
bedrijven
a. al degenen, die in de landbouw geheel of ge
deeltelijk hun bestaan vinden en tevens:
tenminste 1,ha cultuurgrond in gebruik
hebben
dan wel tuinbouwgewassen telen voor de
handel (ook uien in dit verband als tuin-
bouwgewas te beschouwen);
dan wel houder is van ten minste 1 rund,
1 fokvarken, 3 mestvarkens, 3 schapen of
ten minste 51 hoenders of eenden.
b. voorts alle loonbedrijven (zelfstandige loon-
ploegers, loondorsers, loonsproeiers e.d.),
alsmede de coöperaties en andere instel
lingen welke landbouwwerktuigen exploi
teren of verhuren.
Aan iedere bekende telplichtige zal een oproep
worden gezonden om op een zitdag te verschijnen.
Indien geen oproep wordt ontvangen, maar wèl
een opgave dient te worden verstrekt ingevolge
de punten genoemd onder a en b, is men verplicht
zich als telplichtige te melden bij de Dïstrikts-
bureauhouder van zijn distrikt en wel vóór 10 juni
а.s.
Alle telplichtigen worden, evenals vorige jaren,
verzocht hun volle medewerking aan deze telling
te geven.
Zoals wij reeds ongeveer een maand geleden
meldden ligt het in het voornemen op 1 mei 1964
met de regeling vastgelegd in de uitvoeringsmaat
regelen „Ontwikkelings- en Saneringsfonds" te
starten. Alhoewel deze regeling officieel nog niet
is goedgekeurd", wordt de mogelijkheid tot het in
dienen van aanvragen voor vrijwillige bedrijfsbe
ëindiging met vergoedingsregeling ingaande deze
datum opengesteld.
Naar wij vernemen zijn de daartoe benodigde
formulieren met de nadere instructies door de
districtsbureauhouders ontvangen. Deze kunnen
dan ook desgewenst nadere gegevens aan belang
hebbenden verstrekken en zijn gaarne bereid bij
de invulling van de formulieren behulpzaam te
zijn. Onderstaand geven wij de verschillende dis
tricten in Zeeland met de namen en adressen van
de D. B. H.'s waartoe men zich kan wenden.
District I: Standplaats Zierikzee omvat lieel het
eiland Schouwen en Duiveland. DBH: F. C. Hanse,
Oude Haven 51, Zierikzee..
District II: Standplaats St. Maartensdijk omvat
heel Tholen en Sint Philipsland. DBH: B. Meijaard,
Woudhoek D 26 a, St. Maartensdijk.
District III: Standplaats Goes omvat heel Noord
en Zuid-Beveland. DBH: G. P. Blok te Goes.
District IV: Standplaats Middelburg omvat heel
Walcheren. DBH: P. Wielemaker, Koepoortstraat
Middelburg.
District V: Standplaats Axel omvat heel Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen. DBH: J. Burger, Walstraat
8, Axel.
District VI: Standplaats Oostburg omvat heel
West Zeeuwsch-Vlaanderen. DBHH. Rijk, St. Eli-
giusplein 2, Oostburg.
AP grond van de afgeleverde hoeveelheden zaai-
zaad en van informaties omtrent de opper
vlakte uitgezaaide suikerbieten, wordt verwacht
dat het met suikerbieten beteelde areaal vergeleken
met 1963 met tenminste tien proeent zal zijn uit
gebreid. Dit blijkt o.ïïi. uit het antwoord van minis
ter Biesheuvel op een aantal schriftelijke vragen
aan hem gesteld.
Volgens dezelfde bron wordt de Nederlandse
boterproduktie geraamd op 85.000 a 90.000 ton, bij
een binnenlands verbruik van 55.000 a 60.000 ton.
Naar Engeland zal circa 16.000 ton kunnen wor
den afgezet, zodat voor ex]»ort naar andere landen
vermoedelijk 10.000 a 15.000 ton beschikbaar «al
zijn.
is te berekenen als volgt:
Eigen jaarinkomen
Inkomen vrouw over november en december
Totaal inkomen
De erwten geven een mooie stand te zien. Er is
ook nogal belang geweest voor de onkruidbestrij-
ding vóór opkomst.
Onze aandacht dient ook al weer uit te gaan
naar de vijanden van erwten en bieten.
In de zomergranen is heel wat klaver als groen-
bemester gezaaid.
Ook het vlas is in stand veel vooruitgegaan. Het
aanvankelijk door de koude wat geel en ook on
gelijk bovenkomend vlas is door de warme dagen
afgewisseld door een buitje regen flink in stand
vooruit gegaan.
IN WEST ZEEUWS-VLAANDEREN worden zo
hier en daar, hoewel het nu toch reeds de
laatste week van april is, nog steeds bieten her-
zaaid. Er zijn in ons gewest dit voorjaar nogal wat
bieten uitgereden moeten worden, hoofdzakelijk
precisie- of eventueel M-zaad wat vóór de 13e
maart, het begin van de langdurige regenperiode,
werd gezaaid.
Het moet toch wel een grote tegenvaller zijn,
wanneer men denkt vroeg aan de bieten te kunnen
beginnen en men moet dan gaan herzaaien op een
tijdstip dat anderen overwegen om met het door
slaan te beginnen. De bieten zijn overigens nog
f 11.000,—
f 1.000,—
f 12.000,—
overal erg klein om reeds te dunnen, maar nu met
het mooie zachte weer zullen ze wel snel gaan
groeien.
Het ziet er naar uit, dat het werk op de boer
derijen zich weer erg gaat ophopen, want door de
herhaalde regenval moet nog veel landwerk wor
den uitgevoerd dat anders om deze tijd van het
jaar reeds gedeeltelijk is afgewerkt. We denken
daarbij aan de voorjaarsverpleging van de aard
appelvelden, waaraan op de meeste bedrijven nog
niets is gedaan; zelfs zijn nog niet alle aardappe
len gepoot. Veelal moet ook de kunstmest voor
de aardappelen nog worden gestrooid. Terwijl ook
de onkruidbestrijding, zowel de mechanische als
de chemische nog maar heel weinig kon worden
uitgevoerd, behalve dan in de bieten, waarin op
behoorlijk grote schaal een chemische onkruidbe
strijding voor opkomst werd uitgevoerd.
Maar ook van de oude oogst staat er nog al wat
te wachten. Want als we zo eens nagaan wat een
aardappelen er in ons gewest nog in de koelcellen
zitten, dan kunnen we nog even voort. Althans
met de aardappelen. Konden we dat ook maar
zeggen van datgene waarvoor we ze hebben ge
teeld.
Dit inkomen moet, afgezien van mij niet bekend ander inkomen, worden aangegeven. Hierop mag
echter voor de toepassing van het tarief in mindering komen '/j gedeelte van wat de werkende vrouw
in 1963 verdiende met een minimum van f 500,en een maximum van f 2.000,Daar haar verdien
de loon f 1.000,bedroeg, zal voor de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting f500,
in mindering worden gebracht.
MIJN vraagsteller zal dus worden aangeslagen naar een inkomen van f 11.000,eigen inkomen
(winst), vermeerderd met f 1.000,inkomen van zijn vrouw en verminderd met de genoemde
aftrek van f500,arbeidsinkomsten van de werkende gehuwde vrouw, dus naar 11.500,
In groep II zal hij dus te betalen hebben f 1.779,terwijl zijn vrouw over de periode waarin ze
in 1963 nog niet getrouwd was moet betalen f627,waarop reeds loonbelasting zal zijn ingehouden.
Indien het overig inkomen van de vrouw voor haar huwelijk minder bedroeg dan f 200,zal haar
geen aanslag Inkomstenbelasting worden opgelegd.
Ik hoop met bovenstaande mijn vraagsteller te hebben duidelijk gemaakt in welke positie hij t.a.v.
de inkomstenbelasting verkeert en wil hem, indien één en ander niet voldoende duidelijk mocht zijn
nog nadere inlichtingen geven, aannemende dat die vragen niet zo „zwaai-" zijn, dat ze het „weten'\
van de schrijver van Wist U dat? overtreffen. MEIJERS.
(Vervolg van pagina 412.)