KNLC M AU RITS PLEIN 23 Hoe wordt de melkprijs? KLACHTEN OVER SLACHTEN 414 DE MELKPRIJS IN DE EERSTE KAMER ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD I\E vorige week vond in de Eerste Kamer der Staten-Generaal de behan- deling van de landbouwbegroting plaats. Zoals te verwachten viel werd daarbij ruime aandacht aan de melkprijs geschonken. Minister Biesheuvel zal daar wel op gerekend hebben, want hij zorgde op het nippertje voor een verrassing door het weekend daarvoor de vleesrichtprijzen voor het jaar 19641965 vast te stellen. Zoals ik vorige week reeds opmerkte was dit één van de punten waarop door het Landbouwschap zeer sterk was aangedron gen. Het blijkt dat de Minister enkele centen onder de vraagprijs van het Landbouwschap is gebleven met als motivering dat de Nederlandse oriën tatieprijs voor slachtvee nu op dezelfde hoogte als die in België en Frankrijk is vastgesteld. Het bleek dat de senatoren, behalve ir. J. Baas, over het gevoerde beleid tamelijk tevreden waren. De verslaggever van het A. N. P., die natuurlijk alles zeer moet bekorten, maar met wiens verslag iemand die de zitting niet heeft bijgewoond het voorlopig moet doen, meldde zelfs dat de heer Mertens had verteld dat het verschil tussen het Landbouwschap en de Minister niet zo groot was als het er uitzag; ir. Geuze was, nu de vleesprijzen waren vast gesteld, niet meer zo erg ongerust en de heer S. v. d. Ploeg zou gezegd hebben dat kritiek op de melkprijs van de Minister alleen maar dom is en dat veel meer aandacht moest worden besteed aan de structuur van de landbouw, waarbij wel zou blijken dat die prijs hoog genoeg was. TOELICHTING NODIG IK kan mij voorstellen dat velen na het vernemen van dit nieuws er weinig meer van begrepen heb ben. Gelukkig werd een en ander de volgende dag in de dagbladen wel iets duidelijker, maar voor een goed begrip was toch wel enige kennis van de materie, van de gang van zaken en van de achtergrond van de aan het woord zijnde persoon nodig. Ik neem best aan dat er nog velen over bleven die deze gang van zaken on verteerbaar vonden. Omdat ik zeker weet dat geen van deze mensen de handelingen van de Eerste Kamer er op na zal lezen, lijkt het mij nood zakelijk dat een en ander wordt ver duidelijkt. Wat wordt er nu bedoeld wanneer gezegd wordt dat het verschil tussen het Landbouwschap en de Minister niet zo groot is als het wel lijkt. DE VRAAGPRIJS VAN HET LANDBOUWSCHAP IN de eerste plaats moet er dan aan herinnerd worden dat de vraag prijs van het Landbouwschap is ont staan uit berekeningen van het L. E. I., waarop dan allerlei correcties wer den toegepast. De verwachte rentabi liteit was berekend bij melkprijzen van 30, 31, 32 en 33 cent; in de Hoofd afdeling Veehouderij van het Land bouwschap koos een kleine meerder heid de rentabiliteit van 33 cent en de rest semde af op 32 cent. Op deze prijzen werden nu verschillende cor recties aangebracht, omdat enkele kostenposten anders zouden worden dan het L. E. I. had ingecalculeerd. Dit gold ten eerste voor de lonen en ten tweede voor de prijzen van de voedergranen. Daarnaast had het Landbouwschap al lange tijd en met name reeds in de brief aan de Kabi netsformateur aangedrongen op het inrekenen van de werkelijke gebou- wenlasten in de prijzen. Deze correc ties konden samen worden uitge drukt in bijna 2 cent per kg melk, waarvan dan IV2 cent voor de ge bouwen. Bij de vaststelling van de vraag prijs werden voorts al deze zaken in de beschouwing betrokken, terwijl bovendien rekening werd gehouden met een eventueel bewust vleesbe- leid, dit om de redenen die ik al in een vorig artikel uiteenzette. Zowel vlees als melk dragen bij tot de ren tabiliteit van het bedrijf. Als de zui- velmarkt bepaalde prijsverhogingen niet verdraagt, kan via het vlees een en ander goed gemaakt worden. Nu kan men er verschil van mening over Ir. C. S. KNOTTNERUS hebben wat in de vraagprijs van het Landbouwschap verwaarloosd werd, de gebouwenlasten of de hogere vleesprijzen. MEEVALLERS? IN de hoofdbestuursvergadering van het K. N. L. C. zijn die beide pun ten ook aan de orde geweest, vooral het uitzicht op bewust vleesprijsbe- leid gaf de doorslag om 33 cent voor de melk aanvaardbaar te vinden. Bij andere organisaties schijnt men niet zo zwaar aan de gebouwenlasten te tillen en vindt men dat men van die 33 cent nog wel iets mag afdoen nu het vlees een redelijke prijs op zal blijven brengen. De vastgestelde oriëntatieprijs voor slachtvee mag omgerekend worden op 1^4 cent per kg melk; dat wil dus zeggen, dat als het L. E. I. deze vlees prijzen in zijn berekeningen had op genomen dezelfde rentabiliteit van de veehouderij zou zijn bereikt bij een melkprijs die 1% cent lager was dan in de voorcalculatie. Dat betekent dus dat diegenen die geen waarde hechten aan de factor bedrijfsgebou wen en die ook al met een iets lagere rentabiliteit nl. die van 32 cent ge noegen hadden gehomen, na de vaststelling van deze vleesprijzen heel weinig verschil meer met de Minister hebben. De Minister noemt immers een richtprijs van 31 cent, maar wan neer men de getroffen maatregelen en vooral ook nog die van het Pro duktschap voor Zuivel in aanmerking neemt, dan komen de rekenmeesters tot de conclusie dat de prijs van de melk 31,55 zal kunnen zijn. Had de Minister de verrekenprijs ook nog, zoals het Landbouwschap had ge vraagd, op 35 cent vastgesteld, dan zou dat op 31,85 zijn uitgekomen. Telt men daar nog de 1M cent voor het vlees bij, dan is men dus al boven de 33 cent. TWIJFELACHTIGE PUNTEN MAAR mijn mening blijven nu bij deze beslissing van de Minister nog de volgende punten open staan: In de eerste plaats biedt deze melk prijs geen oplossing voor de kwestie van de gebouwenlasten. Hier moet in worden voorzien, dus wanneer de Mi nister dit niet in de melkprijs wil doen dan zal dit op een andere wijze moeten geschieden. De Minister beweert dat de markt geen hogere prijzen kan verdragen en zuivelexportkringen zijn dat blijk baar met hem eens. pit leidt tot een volgend punt dat nog dubieus is. Er wordt aangenomen dat de maatrege len van het Produktschap een zekere waarde van de industriemelk zullen waarborgen. Die waarborgen worden verkregen doordat men een bodem in de markt legt, maar als deze bo dem in de markt gaat werken worden er veel produkten ingeleverd, wat dan geld kost (zgn. interventiekos ten), de voorraad moet geadmi nistreerd en opgeslagen worden enz. enz. Bovendien zullen deze voorra den moeten worden afgezet. Dit kan waarschijnlijk alleen maar door toe slag bij export. Deze kunnen zelfs, nu ons inleveringsprijspeil is verhoogd, aanzienlijk meer bedragen dan vo rige jaren. Natuurlijk, ik geef toe, de kans is misschien niet zo groot nu de koel huizen helemaal schoon en leeg zijn, maar wij weten niet hoe de wereld markt zich zal gedragen. Dat kan soms op bijzonder korte termijn ver anderen. Al deze gelden moeten na melijk worden betaald uit het Zuivel - fonds en of er nu veel interventie nodig is of weinig, de regering heeft aangekondigd niet meer dan 8 cent per kg industrie-melk in dit zuivel- fonds te willen storten. Het risico van deze interventie- en restitutie- kosten is dus geheel, voor rekening van de boer gelaten. ONJUISTE BESLISSING UIT nu lijkt mij niet juist. Niet alleen omdat dit risico voor de boer te groot zou zijn ook bij de huidige melkprijs kan hij beslist nog niet de reserves vormen, die voor kwade risico's nodig zijn maar vooral omdat het mij niet in over stemming lijkt met het E. E. G.-zui- velreglement; in ieder geval kan het in dat verband tot bijzonder grote moeilijkheden aanleiding geven. Er is immers bepaald dat de Nederland se toeslag op industriemelk telken- jare met 1/- moet worden afgebroken en wanneer straks blijkt dat van de toeslag van dit jaar, zijnde 8 cent, er meer dan 1 cent voor interventie en restitutie wordt gebruikt dan is daar mee het gedeelte producentensubsidie verlaagd en daar moet dan volgend jaar weer Vt af. Hét lijkt mij in over eenstemming met het zuivelreglement, dat de interventie- en restitutiebe dragen weer voor rekening van de overheid worden gebracht. In de eind fase komen zij namelijk geheel voor rekening van het Brusselse fonds; de Nederlandse schatkist kan nu reeds de helft van deze kosten in Brussel declareren. Het is dus nu zó, dat hoge kosten voor interventie en restitutie ten nadele van de veehouder werken, terwijl de Nederlandse schatkist er beter van wordt. Nu hebben wij al tijd wel begrip kunnen opbrengen voor het feit dat de schatkist graag wilde weten waar zij aan toe was en dus de ondersteuning van de melk prijs graag op een afgerond bedrag zag afgemaakt. Het lijkt mij echter een heel rare situatie als de Staat der Nederlanden een politiek voert waar bij zij de veehouders tegemoet komt, maar waarbij zij het dan zó inricht, dat zij er minder geld aan besteedt als het de boer slechter gaat. Daar kunnen allerlei mooie redeneringen voor worden opgezet, maar het lijkt mij dat niemand dit zou kunnen be grijpen. Ik hoop dat de Tweede Ka mer die deze materie ook nog te be handelen krijgt, dit met mij eens zal willen zijn. Nu de Minister gemeend heeft bij het verrekenen van de loonsver hogingen (per 1 januari en 1 april) rekening te mogen houden met een zekere uitloop ten gunste van de boer, meen ik dat de Minister zo correct moet zijn ook een toezeg ging te doen voor het opvangen van een uitloop ten nadele van de boer. Anders lijkt het net of de misse lijke knibbelpolitiek van het vori ge kabinet zij het dan op een iets hoger niveau wordt voort gezet. HOE WORDEN RUNDEREN GESLACHT EN GEWOGEN? AL vele jaren lang hoort men, nu eens meer dan weer minder, klagen over de gang van zaken bij de levering van slachtvee bij slacht huizen in het geval, dat per kg ge slacht gewicht zal worden verkocht. Het geslachte dier blijft soms gerui me tijd hangen, voordat het „warm" gewogen wordt, zodat de verwerker wat extra kilo's kan verdienen. En hoe wordt er vaak gewogen? De boer- leverancier heeft dan verder terecht nog al eens de indruk, dat er teveel af- en uitgesneden wordt voordat het geslacht gewicht wordt vastgesteld. Deze en andere klachten zijn voor het Produktschap voor Vee en Vlees aanleiding geweest het vraagstuk van de leveringsvoorwaarden voor slacht- runderen door een commissie te laten bestuderen. Die commissie, waarin veehouders, vee- en vleeshandelaren, slachthuisdirecteuren en keurings dienstfunctionarissen zitting hadden heeft een regeling voor uniforme leveringsvoorwaarden van slachtrun- deren geadviseerd. VOORTAAN VERKOPEN OP „VOORWAARDEN" IIET bestuur van het produktschap stelde overeenkomstig het ad vies de „Voorwaarden inzake slach ting en weging van slachtrunderen" vast en sprak de hoop uit, dat deze voorwaarden op basis van vrijwillig heid spoedig algemeen toegepast zul len worden bij de verkoop van slacht vee per kg geslacht gewicht. Inderdaad moeten wij in een alge mene geldigheid van zulke uniforme leveringsvoorwaarden een groot be lang voor de veehouderij zien. De boer behoeft zich bij de verkoop van slachtvee beslist niet te laten bena delen; hij zal er integendeel, dachten wij, prijs op stellen het zijne te krij gen. De verschillende bepalingen van de „Voorwaarden" zullen we hier niet weer gaan geven. Via Uw land bouworganisatie of rechtstreeks bij het Produktschap voor Vee en Vlees in Den Haag zullen ze gemakkelijk te bekomen zijn. De „Voorwaarden" zeggen, wan neer er uiterlijk gewogen moet wor den en wat er dan wel en niet mee gewogen wordt (ook bij gedeeltelijke afkeuring)hoe de weging zelf in zijn werk moet gaan (afstelling weeg- werktuig, weegbriefjes, hoe het net to-gewicht wordt bepaald etc. Laten de veehouders er nu zelf voor zorgen, dat voortaan alleen nog slachtrunderen worden verkocht on der toepassing van de opgestelde voorwaarden. Het zal dan straks echt eigen schuld zijn, als de boer bij het slachten van zijn koe zelf ook nog financieel wordt „(uit)gesneden".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 6