GLADIOLENTEELT
Kostprijsonderzoek Gladiolen
396
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
ONKRUID- EN ZIEKTENBESTRIJDING
4LS dit artikel onder de ogen van de gladiolenkwekers komt, zullen de gladiolen en kralen wel
ongeveer in de grond zitten. Dit is echter nog maar nauwelijks of nog niet eens het geval of weer
nieuwe moeilijkheden vragen de aandacht van de gladiolenkweker. Met de gladiolencultuur is men in
feite nooit klaar. Steeds opnieuw vraagt weer iets anders de aandacht.
En zo is het nu ook. We zien al spoedig hier en daar een pas ontkiemd onkruidzaadje en we weten
dat talrijke parasieten op de loer liggen en, als de omstandigheden zich er toe lenen, het gewas zullen
aantasten. Onkruid- en ziektebestrijding vragen in de eerstkomende tijd de volle aandacht.
AVER de onkruidbestrijding zal ik kort zijn, daar
er in ons blad een reeks artikelen over ver
schenen is. Ik wil volstaan met de opmerking dat
het toepassen van chemische onkruidbestrijding als
een middel moet worden gezien om de kosten van
arbeidsloon te drukken.
De mechanische onkruidbestrijding is veelal be
ter, daar er een oppervlakkige grondbewerking bij
wordt verkregen, doch het vraagt veel arbeid. Bij
chemische onkruidbestrijding moet als regel de
grond gesloten blijven, wat veelal enig nadeel voor
het gladiolen gewas meebrengt, doch het is goed
koop en vraagt weinig arbeid. Chemische onkruid
bestrijding maakt het dus mogelijk met weinig ar
beid het onkruid de baas te blijven.
ZIEKTEBESTRIJDING
IN gladiolen komen talrijke ziekten voor en 't is
de taak van de kweker om elke gelegenheid,
die zich voordoet om het optreden van deze ziekten
te voorkomen en te beperken, aan te grijpen. Altijd
en overal doen zich deze gelegenheden voor; in de
schuur zowel als op 't veld. Op 't veld bestaat de
ziektebestrijding uit het verwijderen van de zieke
planten en het bespuiten van 't gewas met chemi
sche middelen.
Zodra het gladiolen gewas zich gaat ontwikkelen,
kan men vaak al vrij spoedig planten aantreffen
die in groei achterblijven of andere symptomen
vertonen, waaruit blijkt dat ze niet gezond zijn.
Dergelijke planten zijn onherroepelijk verloren. Dat
niet alleen, maar ze kunnen ook nog de omstan
ders besmetten en om uitbreiding van de ziekte te
voorkomen, moeten ze er uit.
De vakman weet door welke ziekten de betref
fende planten zijn aangetast. Hij kan dat zien aan
't beeld, dat de aangetaste planten vertonen. Voor
de nieuwe kweker is dit echter niet mogelijk; hij
- moet er voorlopig nog maar mee volstaan door elke
plant, die niet normaal uitgroeit, als ziek, als ge
vaarlijk ziek te beschouwen.
Eigenlijk doen we met het verwijderen van de
aangetaste planten nog maan half werk, want
veelal is de omringende grond ook al besmet en
zou mèt de plant ook die grond verwijderd moeten
worden. In de bollenstreek wordt dat dan ook vaak
gedaan. Met behulp van een koker wordt de plant
en de naast omringende grond opgenomen en in
een emmer gedeponeerd.
VERZAMEL ZIEKE PLANT EN GROND
HIT is op de Zeeuwse klei moeilijk uit te voeren.
Toch is de plant gewoon uittrekken funest.
We kunnen gerust aannemen dat als zo'n plant
door een gevaarlijke zwamziekte is aangetast, de
zwam met zijn zwamdraden vanuit de zieke knol
naar buiten is uitgegroeid. Trekken we zo'n plant
nu gewoon op, dan blijven ongetwijfeld heel wat
stukken zwamdraden in de grond achter, terwijl het
helemaal niet denkbeeldig is, dat als de knol boven
de grond komt de besmetting in de vorm van
uiterst kleine stukjes zwamdraad, misschien sporen,
over de omringende planten wordt uitgestrooid.
Houden we de opgetrokken zieke planten in de
hand met de bedoeling, om ze aan 't einde van de
regels, neer te gooien dan zaaien we in feite de
ziekte over het groeiende gewas uit, terwijl ze aan
't einde van de regels neergooien betekent, een
besmettingsbron in de directe nabijheid van dit
gewas houden. Het is dan helemaal niet denkbeel
dig dat, zonder dat wij het bemerken, nu en dan
groepjes sporen van de zieke planten de lucht in
gaan en door de wind over het gladiolengewas ge
voerd worden. De manier is, de zieke planten met
behulp van een smalle spade (1015 cm breed)
met de grond opnemen en in een emmer deponeren
en naar een plaats brengen (niet vlak bij het gla
diolengewas), waar ze worden gedeponeerd en bij
voorkeur met wat stro, gras of desnoods zand wor
den afgedekt.
Op deze wijze kan ook de nieuwe kweker z'n ge
was behoorlijk van zieke planten zuiveren, als hij
elke niet normale plant als ziek beschouwt. Er is
echter een ziekte, die als de gevaarlijkste van de
gladiolenziekten kan worden beschouwd en waar
van de aangetaste planten niet direct erg in 't oog
vallen, waarom we die wat nader zullen omschrij
ven. De nieuwe gladiolenkweker zal er goed aan
doen te trachten zich het beeld van de door deze
ziekte aangetaste planten eigen te maken, zodat
hij deze ook uit de partij kan verwijderen.
FU SARIUM ZIEK
Zijn knollen sterk door deze ziekte aangetast,
dan komen ze niet op. Dit mag echter niet voor
komen, de zo erg aangetaste knollen waren voor het
planten al duidelijk zichtbaar aangetast en konden
toen gemakkelijk verwijderd worden. Lichter aan
getaste knollen, groeien aanvankelijk normaal uit.
Spoedig echter vertonen de bladeren een iets don
kerder blauw-groene kleur. Daarnaast gaat de
plant geleidelijk meer en meer een krampachtig
samengetrokken stand vertonen. Bij een normale
plant, staan de bladeren recht in een vlak. Een
door fusarium aangetaste plant is veelal scheef en
de bladeren staan niet in een vlak, maar worden
kennelijk naar een zijde (ergste aantasting)
samengetrokken.
Dit enigszins krampachtig samentrekken en de
iets blauwgroene kleur van de bladeren zijn de
karakteristieke kenmerken van de door fusarium
aangetaste gladiolenplant. Kwekers probeert dit
beeld te leren herkennen Ook de door fusarium
aangetaste planten gaan tenslotte vroeger afster
ven.
HET SPUITEN
AEDURENDE de laatste tientallen jaren is in
de gehele tuinbouw, ja in de gehele agrari
sche sector, het verspuiten of vernevelen van che
mische middelen aangewend om aantasting en
verspreiding in de bovengrondse plantendelen te
voorkomen. Het gladiolengewas kan bovengronds
door een complex van ziekten, gezamenlijk vuur
genaamd, worden aangetast. Ernstige aantasting
door vuur betekent een flinke oogstreductie en er
is dus veel aan gelegen om aantasting door vuur
te voorkomen. Hiertoe wordt het gladiolengewas
met chemische middelen bespoten of beneveld. De
bedoeling hiervan is, om het bladoppervlak met
een dunne laag van voor de betreffende zwammen
giftige stoffen te bedekken. Hiervoor worden tal
rijke middelen met fabrieksnamen aangewend,
waaruit de kweker over 't algemeen weinig wijs
kan worden. We zouden al deze middelen in twee
groepen kunnen onderverdelen n.l. c^rbamaten en
T. M. T. D.-middelen.
WAARMEE SPUITEN?
DAS na de tweede wereldoorlog zijn de carba-
maten zo op de voorgrond getreden. Eerst
werden öf ijzer- of zinkcarbamaten aangewend.
Later kwamen hier de mangaancarbamaten b
Daarna ging men combineren. Men ging middelen
in de handel brengen die bestonden uit ijzer- en
zinkcarbamaten of ijzer- en mangaan- of zink- en
mangaancarbamaten. Daarna kwamen de combina
ties van ijzer-, zink- en mangaancarbamaten, die
thans het meest gebruikt worden. Het verspuiten
of vernevelen van eenzijdige ijzer- of zinkcarba-
maat veroorzaakt weieens overdoseringsverschijn
selen. Om hieraan te ontkomen is het mogelijk b.v.
de eerste maal met ijzercarbamaat en de tweede
maal met b.v. zinkcarbamaat te spuiten en ver
volgens b.v. mangaancarbamaat te bezigen. Bij het
aan de markt komen van de zogenaamde meng-
carbamaten is het euvel van overdosering groten
deels ondervangen. Een ook wel toegepaste metho
de is ook wel beurtelings T. M. T. D. en ijzer- en
of zinkcarbamaat te verspuiten.
Met het spuiten wordt ook nog een tweede oog
merk nagestreefd, n.l. een tekort aan bepaalde voe
dingsstoffen in de bodem opheffen. Is men alles
zins deskundig, dan kan men door bepaalde afwis
seling in de toegepaste middelen een behoorlijke
correctie op de bemesting toepassen. Het meest
eenvoudig is combinaties van ijzer-, zink- en man
gaancarbamaat te verspuiten. Misschien krijgt men
dan weliswaar niet het onderste uit de kan, doch
men heeft geen kans op overdosering en bovendien
heeft men drie pijlen op de boog om bepaalde te
korten van de bodem op te vangen. Bekende meng-
carbamaten zijn: A. A. ferzima, Asepta Carbapan,
Duphar Ducarmix, Jebomixam, Luxanferzimaat,
Shell mengcarbamaat, Tricarbamix enz. enz.
Naast deze veel toegepaste middelen worden ook
met succes „Vurex" een combinatie van Phaltan en
mangaan alsmede Pomarsol, een T. M. T. D.-mid-
del, toegepast.
AANTAL BESPUITINGEN
UET aantal malen, dat gespoten of verneveld
moet worden, hangt voor een groot gedeelte
van het weer af. Óver 't algemeen zou men kun
nen stellen dat men om de 10 dagen spuit of ver
nevelt. In een periode van veel regenval kan het
echter wel mogelijk zijn dat men om de 5 dagen
spuit. Krijgt men direct na het spuiten of verne
velen zware regenval, dan kan men bijna aan
nemen dat niet gespoten is. Blijft het de eerste 12
uren droog dan regent het er niet zo gemakkelijk
meer af. Bij veel regen daarna, zal men er deson
danks toch goed aan doen na 5 of 6 dagen nog
maals te spuiten of te vernevelen. De hoeveelheid
te verspuiten middel is 5 kg per hectare. Veelal
maakt men voor het verspuiten een 0,4 en voor
het vernevelen een 4 oplossing.
BAVANECK.
I\E gladiolenteelt in Zuidwest-Nederland (Zeeland, Goeree-Overflakkee en Westelijk Noord-Bra-
bant) is gedurende de laatste jaren van toenemende betekenis geworden. In feite is dit gebied
thans het belangrijkste produktiegebied van gladiolen.
Bij het Landbouw-Economisch Instituut is een publikatie verschenen, waarin op basis van het
prijspeil van 1963 de kostprijs van de gladiolenteelt in Zuidwest-Nederland is berekend.
DIJ het oriënterende onderzoek dat aan de cal-
culatie voorafging is gebleken dat de gladio
lenteelt in dit gebied voorkomt op bedrijven van
zeer verschillende omvang en van bedrijf tot
bedrijf in zeer uiteenlopende oppervlakten. Vooral
de bedrijven met een kleine oppervlakte gladiolen
beschikken vaak niet over een eigen droogruimte,
zodat dan loondrogers worden ingeschakeld om
het geoogste produkt verder te verwerken.
In onderstaande tabel wordt een overzicht ge
geven van de resultaten van de uitgevoerde bere
keningen, waarbij behalve voor de teelt uitgaande
van plantgoed, tevens eer. opstelling van produk-
tiekosten is gemaakt voor de teelt, uitgaande van
kralen, ter verkrijging van plantgoed. Bij de cal
culatie is ervan uitgegaan, dat van de geoogste
hoeveelheden 25 pet. via een loondroger worden
verwerkt en 75 pet. in een eigen drogerij.
Een bijzonder aspect van de gladiolenteelt in
Zuidwest-Nederland is dat er nog veel plantgoed
wordt aangekocht. Het zelf telen van eigen plant
goed is eerst gedurende de laatste jaren van be
tekenis geworden.
Voor de berekening van het eindresultaat is uit
gegaan van de veronderstelling dat de helft van
het benodigde plantgoed zelf wordt aangekocht.
Het verslag kan worden besteld door overschrij
ving van 2,50 op postrekening No. 41.22.35 van
het Landbouw-Economisch Instituut te Den Haag.
Vermeld dient te worden: Zend Verslag No. 62.
Prcduktiekosten van de gladiolenteelt per 10 are (in guldens).
(Exclusief kosten van plantgoed).
Teelt uit kralen
zelf drogen loon drogen
1. Kosten van duurzame produktiemiddelen 227 129
2. Bewerkingskosten1062 1178
3. Afleveringskosten 116 116
4. Overige kosten 97 100
1502 1523
Kosten bij 75 zelf drogen en 25 loon drogen 1507
Produktiekosten van 10 are gladiolenteelt (in guldens)
Produktiekosten zonder plantgoed
Kosten plantgoed
Totale produktiekosten
Opbrengst in manden van hl
Kostprijs per mand van Va hl
Kostprijs per hl
Teelt uit plantgoed
zelf drogen loon drogen
227 129
702 853
122 122
89 88
1140 1192
1153
Teelt uitgaande van
kralen
plantgoed
1507,—
1153,—
275,—
1507,—
1428.
22,—
30.
68,50
47,60
137,—
95,20