Behandeling
jonge boomgaarden
DINGEN VAN DE WEEK
372
Ziektebestrijding
KLEINFRUITTIPS
Onderteelt
Vastzetten van bomen
Uitbuigen
Windschermen
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
GRONDBEWERKING
Wanneer de grond voldoende droog is, kan bewerking plaats vinden. Een bewerking van een natte
grond geeft in de meeste gevallen aanleiding tot ernstig struktuurbederf. De aanwezige groenbemester
kan men met een frees, schijvenegge of cultivator inwerken.
CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDING
Onkruiden onttrekken vocht, voedsel en licht. Om deze redenen is het gewenst om in de groeiperiode
van de bomen (april tot juli) de grond vrij van onkruiden te houden. Dit kunt u bereiken door gebruik
te maken van een onkruidbestrijdingsmiddel. Daar het niet gewenst is de totale oppervlakte met deze
middelen te behandelen kunt u dit beperken tot een strook van 1 meter breed onder de bomen of wel
50 cm aan weerszijden van de stam. Het beste resultaat wordt bereikt als het middel op een vrijwel
„schone" nog niet bewerkte grond wordt gespoten. Zijn veel resten van groenbemesters of onkruiden
aanwezig, dan zal deze dode massa eerst ondergewerkt moeten worden. Hierna dient de grond te be-
zakken voordat men gaat spuiten. In losse grond dringt het middel te diep en veroorzaakt schade.
Voor alle onkruidbestrijdingsmiddelen die via wortelopname werken geldt, dat bij de toepassing een
vochtige grond gewenst is.
Tegen zaadonkruiden. Vanaf eind maart kan ge
spoten worden met: Simazin 15 tot 30 gram; Diu-
ron 20 tot 40 gram; Casoron 90 tot 120 gram en
Prefix 80 gram. De aangegeven hoeveelheid'wordt
opgelost in 10 liter water en deze hoeveelheid is
voldoende voor het bespuiten van 100 m2.
Tegen kweek en andere grassen. Als het kweek-
gras 10 a 12 cm lang is spuiten met: Paraquat
(Gramoxone) 40 tot 50 cc verdund met 10 liter
water, hetgeen voldoende is voor 100 m2. Na her-
groei van het kweekgras kan bij eenzelfde hoogte
een tweede of derde bespuiting dit middel uitge
voerd worden.
Desgewenst kan de bespuiting van Paraquat
(Gramoxone) met een middel tegen zaadonkrui
den gekombineerd worden. Men spuite dan als het
onkruid 10 a 12 cm hoog is op een vochtige
grond. De middelen tegen zaadonkruiden mogen
uiteraard maar éénmaal per jaar worden aange
wend.
Voor de juiste bestrijdingstijdstippen van de hier
onder genoemde parasieten kunt U het beste de
telefonische waarschuwingsdienst (03455) 1789
raadplegen.
INSEKTEN EN MIJTENBESTRIJDING
Eerste voorbloeibespuiting. Als de meeste blad
luizen uit de eieren zijn, tegen blad- en/of bloed-
luis, vruchtbladroller en wintervlinder spuiten
met: parathion vloeibaar 0,1
Tweede voorbloeibespuiting. Deze valt als regel
kort voor het in bloei komen van de vroege appel
rassen. Er moet dan gespoten worden met hegge-
bladroller, voorjaarsuil, wants en mogelijk nog
tegen aanwezige blad- en/of bloedluizen.
Bij aanwezigheid van één of beide luissoorten
spuiten met: parathion spuitpoeder 0,06
Zijn uitsluitend rupsen en/of wantsen aanwezig
dan wordt de voorkeur gegeven aan één van de
volgende middelen: DDT 50 200 gram, DDT
pasta 160 gram, Gusathion 150 gram, per 100 liter
water.
Spint. De bestrijding dient te geschieden als het
grootste gedeelte van de wintereieren is uitgeko
men. Dit is veelal tijdens de bloei van de appels
het geval. Met één van de onderstaande middelen
kan zonder gevaar tijdens de bloei gespoten wor
den: Animert 0.1 Chlorocide 0.125 Kelthane
0.15 De bespuiting zonodig na 2 ei 3 weken her
halen en daarbij dezelfde concentratie aanhouden.
Bespuiting na de bloei. Tegen zaagwesp, nog aan
wezige rupsen en wantsen spuiten met: Gusathion
0.15
Schurft en meeldauw. In een jonge aanplant ver
dient een preventieve schurftbestrijding de voor
keur. Zodra de eerste bladpuntjes zichtbaar worden
(let op de vroege rassen) moet met de schurft
bestrijding een aanvang gemaakt worden. Vanaf
dit tijdstip de eerste twee bespuitingen met o.a.:
Captan 83, 0,15%, Tecoram 0,25%, Delan 0.06%,
DRB 0.25 Melprex 0.09%, Phelam 0.15%.
Bespuitingen rond de bloei. 1 x vóór; 1 x in de
RONDKNOP IN ZWARTE BESSEN. De ont
wikkeling van de struiken is nu zover dat de
rondknopmijten zich gaan verplaatsen. Met de be
strijding zal daarom thans moeten worden be
gonnen. Hiervoor dient met tussenpozen van een
week vier- tot vijfmaal met endosuljan, Thiodan
spuitpoeder 50 IN 0.14 °/o te worden gespoten.
BLADVAL EN GRAUWE SCHIMMEL IN BES
SEN. Reeds voor de bloei zal een bestrijding van
bladval en botrytis moeten plaatsvinden.
BLADLUIZEN. Controleer reeds vrgegtijdig uw
kleinfruitgewassen op het voorkomen van luizen
en neem zo nodig maatregelen.
bloei en 2 x na de bloei spuiten met: Captan 83
0,12 Zineb 0,2 SM 55 0,3 (op Golden Deli
cious)
Meeldauw. Eerste bespuiting vlak vóór de bloei
met Wepsyn 0,07 of Morestan 0,03
In de volle bloei geen meeldauwbestrijdingsmid-
delen gebruiken. Vanaf de afbloei nog 2 a 3 keer
met één van de bovengenoemde middelen spuiten.
Vanaf begin juni op alle rassen overschakelen
op Karathane 0,06 of Acricid 0,1 waaraan tegen
schurft Captan, Tecoram, Thiram of Delam is toe
gevoegd.
Kanker. Ieder jaar gaan veel bomen door kan
keraantasting verloren. U dient uw bomen regel
matig op het optreden van deze zwam te kontro-
leren. Aangetaste plekken uitsnijden en insmeren
met een wondafdekmiddel. Op het ogenblik zijn
kankerplekken goed zichtbaar.
Hazenschade. Als hazen schade aan de stamme
tjes hebben veroorzaakt dan dient U om uitdrogen
te voorkomen de wonden af te dekken met een
wondafdekmiddel
Meent U dat de omstandigheden U dwingen om
onderteelt uit te oefenen, blijf dan met deze gewas
sen voldoende ver van de bomen. Laat de onbe-
teelde strook vooral niet onder het onkruid lopen
en vergeet ook de ziektebestrijding niet.
Het is duidelijk dat bij ónderteelt een goede ver
zorging van de vruchtbomen slechts zelden moge
lijk is. Daarom is er in feite maar één advies:
zwart houden - groenbemesting - strokenmulch.
Dit levert direkt geen geld op, maar uw aanplant
is eerder in produktie en U heeft meer tijö voor de
rest van uw bedrijf.
Er zijn nog bomen welke niet aan het steun-
materiaal zijn vastgezet. U dient erop te letten dat
er voldoende ruimte (1015 cm) tussen paal en
boom blijft. De koptwijg mag niet te strak tegen
de paal gebonden worden. Vastgezette bomen kon-
troleren op ingroeien van het bindmateriaal. Zo
nodig dit materiaal verwijderen en vervangen.
In de maanden april en mei kunnen de takken
die bij de snoei niet zijn uitgebogen alsnog gebogen
worden. U mag nooit gaan buigen in bomen die
slecht groeien want dan verzwakt U de groei nog
meer.
Buig vooral regelmatig, dan valt het werk mee
en breekt U weinig takken. Als U een of meerdere
jaren het buigen overslaat wordt dit werk bijna
onuitvoerbaar.
Ook windschermen zijn dankbaar voor een goed
onderhoud. Populieren moeten worden gesnoeid.
De snoei beperkt zich tot het wegnemen van de
zwaarste zijtakken en het insnoeien van de kop op
latere leeftijd.
Door de grond onder het windscherm onkruid-
vrij te houden, kan men de groei aanzienlijk be
vorderen. Windschermen langs sloten of andere
afscheidingen geplant zijn vaak moeilijk mecha
nisch schoon te houden. Chemische onkruidbestrij-
ding is evenwel zeer goed mogelijk.
Eerste jaar van de aanplant: 2 a 3 x Paraquat
(Gramoxone) 40 tot 50 cc zonder verdere toevoe
gingen als het onkruid 10 a 12 cm hoog is.
Vanaf het tweede jaar kan aan de Paraquat een
onkruidbestrijdingsmiddel tegen zaadonkruiden
worden toegevoegd in de doseringen zoals aange
geven onder de onkruidbestrijding bij vruchtbomen.
Na het derde jaar verdienen de Amitrol bevat
tende middelen voor de onkruidbestrijding onder
windschermen de voorkeur. Deze middelen hebben
een zeer brede werkingsfeer, zodat de meest voor
komende onkruid-en hiermede gedood worden.
AOK in de Zeeuwse kassen en warenhuizen
wordt nu steeds meer C02 toegediend om
daarmee groei, opbrengst en kwaliteit van de pro-
dukten te verhogen. CO2 gaat ook in de Zeeuwse
glastuinbouw zijn plaats innemen. Vooral bij de
teelt van sla wordt thans in ons gebied meestal
C02 bemesting toegediend. Ook tomatentelers zijn
er mee begonnen en met gunstig resultaat. Ver
schillende Zeeuwse aardbeientelers hebben in hun
kas met dit produkt een CO2 producerende kachel
opgesteld maar hierbij zijn dit seizoen plaatselijk
moeilijkheden geweest. Voor de teelt van radijs
werd koolzuurgas toegediend en met zeer gunstige
resultaten.
De praktijk heeft geleerd dat koolzuurgas de
groei van de planten in gunstige zin beïnvloedt en
dat vooral in de wintermaanden de kwaliteit er
merkbaar beter door wordt. De geweldige ontwik
keling van de sla-teelt in de wintermaanden en
in het vroege voorjaar is voor een groot deel ge
baseerd op de CO2 toepassing. We hebben de laat
ste weken aan de Zeeuwse veilingen zeer goede
COo-sla gezien. Volgens deskundigen is het zo dat
het koolzuurgas dat in de kas via de produktie-
bron, gezien kan worden als een gedeeltelijke
compensatie van het tekort aan zonlicht dat zich
in de winter voordoet bij de gasteelten. Om de
C02 in de kas te houden wordt er minder gelucht
en daarom zal de temperatuur in de kas hoger
worden. Deze hogere temperatuur is ook nood
zakelijk om de groei van de planten bij een over
vloed van koolzuurgas zo gunstig mogelijk te doen
zijn. Wanneer de temperatuur te laag is zien we
dat de bladeren hard worden en verkleuren.
In de wintermaanden kunnen we dikwijls de
hele dag CO2 toedienen omdat er dan praktisch
niet gelucht behoeft te worden. Degenen die op
het ogenblik hun aardbeien wat C02 willen geven
moeten dat doen in de nanacht of vroege morgen
want beginnen we er te laat mee dan loopt de
temperatuur te hoog op in de kas en dat is ook
weer niet goed. Er moet dan worden gelucht en
de CO2 is dan zo verdwenen.
We mogen aannemen dat in de komende tijd
ook voor de tomatenteelt heel wat C02 in de kas
sen gebracht zal worden. De ervaring heeft reeds
geleerd dat de tomaat hier zeer gunstig op rea
geert. De vruchtzetting verloopt zeer vlot en uit
proeven is gebleken dat er een aanmerkelijke
oogstvervroeging kan optreden bij het toedienen
van CO2 bij tomaten. Ook zal de oogst groter kun
nen worden. Voor tomaten geldt dat overdag geen
hogere temperaturen in de kas moeten komen dan
algemeen voor tomaten wordt aangehouden. Dat
wil zeggen dat een dagtemperatuur van 75°F aan
gehouden dient te worden. Wanneer men de tem
peratuur overdag hoger laat oplopen zal de vrucht
zetting en de kwaliteit van de vruchten daarvan
kunnen lijden en dat risico moet voorkomen wor
den. 's Nachts mag de temperatuur tijdelijk wel
wat hoger zijn dan voor de nacht wordt aangehou
den (6065°F) maar toch ook niet voor een te
lange periode. Steeds moet worden bedacht dat de
tomaat het beste gedijt bij een behoorlijk verschil
tussen dag- en nachttemperatuur.
Over het toedienen zelf kunnen we nog zeggen
dat CO2 verkregen kan worden uit verschillende
bronnen. In ons gebied wordt meestal petroleum
gebruikt voor het produceren van C02.
De zwaardere oliesoorten zijn ongeschikt voor
dit doel in verband met het hoge zwavelgehalte.
Het is ook mogelijk cilinders met zuivere C02
aan te kopen en dit gas dan maar in de kas te
laten stromen wanneer men het nodig heeft. Om
dat we echter tegelijk ook de temperatuur wat
willen verhogen wordt dit in onze streek nog wei
nig toegepast en houden de meesten het op een
eenvoudige petroleum-vergasser waarbij een ven
tilator eventueel de rookgassen nog door de ruim
te kan verdelen.
Dit is verreweg de goedkoopste vorm van C02-
toepassing in kassen en warenhuizen.
Vanzelfsprekend moet steeds worden gezorgd
voor een verbrandingsapparaat waar niets aan
mankeert. Het is namelijk reeds dikwijls voorge
komen dat er ernstige schade aan het gewas ont
stond wanneer de brander het niet deed. Regel
matige controle van het C02 producerende appa
raat is daarom een vereiste.
Vooral een petroleumvergasser vraagt een ge
regeld onderhoud en controle.
Tenslotte nog iets over de mate waarin kool
zuurgas in de kas gebracht moet worden. Voor
de meeste gewassen is een verhoging van het CO2-
gehalte tot omstreeks 0,10 voldoende. Met on
geveer 2 liter petroleum per 1000 m2 kas per uur
te verbranden kan men dat bereiken. Het is dus
vrij eenvoudig. Toepassing, zeker proeven op dit
terrein bij sla en tomaten lijken verantwoord.
Tot de volgende week.
Hiervoor kan men gebruik maken van o.a.:
AAkarzol 75 gram, Primatol ATA 75 gram en
Saminol 75 gram.
Het onkruid moet dan 10 a 12 cm hoog zijn.
De opgegeven doseringen zijn voldoende voor een
oplossing in 10 liter water, waarmee 100 m2 grond
oppervlak gespoten wordt.
Amitrol bevattende middelen mogen beslist niet
onder vruchtdragende bomen worden toegepast