V00RCALCIJUT1E AKKERBOIWBEDRIJVEN1904 VRIJDAG 17 APRIL 1964 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland BESPREKING MINISTER VAN LANDBOUW MET HET LANDBOUWSCHAP Frankering bij abonnement: Temeuzen 52e Jaargang No. 2727 UET L. E. I. heeft enige dagen geleden de te verwachten financiële resul- taten der akkerbouwbedrijven 1964 bekendgemaakt. Deze voorcalculatie 1964, later bekend dan in andere jaren, laat iets gunstiger cijfers zien dan voorcalculatie 1963. Voor het Z. W. Kleigebied komen deze L. E. I.-cijfers ver geleken bij voorcalculatie 1963 11.380,met een toeneming van het arbeids inkomen van de boer op circa ƒ2.600,Dit inkomen kan gehaald worden indien aan een aantal voorwaarden, waarvan bij de calculatie wordt uitge gaan, voldaan wordt. De kostenbestanddelen van deze rekening zijn opge nomen tegen het verwachte prijspeil in de naaste toekomst. Dit geldt zowel voor de niet gegarandeerde produkten, als de lonen, de kosten van het werk door derden, de kosten van zaaizaad, pootgoed, kunstmest enz. enz. De consumptie-aardappelprijs in de calculatie 1964 is gebaseerd op gemid deld ƒ1150, de erwten op ƒ45,en bij de lonen is rekening gehouden met een stijging van 10 Nemen we de huidige prijzen voor deze produkten in aanmerking en de werkelijke loonsverhoging die in de C. A. O. doorgevoerd ia en circa 14 bedraagt, dan blijkt wel dat dit meerdere inkomen nog niet „verdiend" is. L. E. I. CALCULATIE 1964 !\E berekeningen zijn gebaseerd cp gegevens van ruim 350 bedrijven in verschillende Nederland. De te verwachten gemiddelde resultaten per bedrijf in de onderscheiden ken uit de volgende tabel. Financiële resultaten van het bedrijf (in guldens) Voorcalculatie 1964 Noorde lijke bouw- streek Cultuurgrond 39 ha Resultaten van het bedrijf Opbrengsten73660 Oldambt 47 ha 75190 83810 Kosten 80150 Winst of verlies 6490 —8620 Arbeidsinkomen van de ondernemer Noord- Holland1) 31 ha 73290 72400 Zuid west, klei gebied 34,50 ha 72620 70160 Veen kolo niën 21 ha 37830 42190 gebieden van gebieden blij- Friese klei- bouw- streek 32 ha Suikerbieten: 65*per ton bij 16 suiker gehalte. Uiteraard kunnen de werkelijke opbrengstprijzen voor oogst 1964 enigszins afwijken van de begrote prijzen. Verschillende prijzen kunnen immers bin nen het raam van het E. E. G.-beleid nog gewijzigd worden. In verband hiermede is een tabel opge nomen waarin de invloed berekend wordt van 1,— prijswijziging per 100 kg produkt op de financiële resultaten van het bedrijf. NACALCULATIES 1957 t/m 1962 Hoe de ontwikkeling van het gemiddelde arbeids inkomen van de ondernemer in de afgelopen jaren is geweest blijkt uit onderstaande tabel. Het arbeidsinkomen van de ondernemer omvat de beloning voor zijn handenarbeid, voor de leiding van het bedrijf alsmede de winst (of verlies). Voor de noordelijke gebieden is het stro gewaar deerd tegen marktprijs. De stroprijs voor leden van coöperatieve strokartonfabrieken is buiten be schouwing gelaten. Gemiddeld arbeidsinkomen van de ondernemer per bedrijf (in gld.) Nacalculatie 1957 Noorde- 1957 1958 1959 1960 1961 19623) lijke bouv- streek 6700 1700 14950 7500 4100 9750 Nrd.- Old- hol- ambt land 1000 7350 —3850 12550 20300 25950 6750 11950 1200 11350 14050 16700 t/m 1962 Zuid west. Veen- klei- kolo- gebied niën 10000 9750 18750 8250 18700 12150 11650 10950 13500 8750 21600 11100 Friese klei- bouw- streek 9300 8400 17400 16950 7500 11950 79070 78630 890 2460 4360 440 Winst of verlies -6490 —8620 890 2460 —4360 440 Beloning bedrijfsleiding 6170 6620 5400 5230 2630 5030 Netto-overschot 320 —2000 6290 7690 —1730 5470 Arbeidskosten ondernemer 6250 5900 7400 6300 8600 8000 Arbeidsinkomen ondernemer 5930 3900 13690 13990 6870 13470 De schommelingen in het inkomen zijn hoofd zakelijk veroorzaakt door de wisselende kg-öp- brengsten per ha en door wijzigingen in de op brengstprijzen van de gewassen. De gedetailleerde berekeningen over de renta biliteit van de akkerbouwbedrijven zijn vervat in verslag No. 65. Dit verslag is verkrijgbaar bij het L.E. I. te Den Haag, door overschrijving van 6, op girorekening 412235 onder vermelding van zend verslag No. 65. V oor calculatie over 1963 kostte het vorig jaar f 4,50, waaruit blijkt dat ook het L. E. I. te kampen heeft met kostenstijging! En meer dan 10 i) Droogmakerijen in Noordholland en de Wieringermeer. 3) Voorlopige uitkomsten. De begroting van kosten en opbrengsten geldt voor gemiddelde omstandigheden en bij het in 1964 te verwachten produktiviteitspeil. De prijzen van de produktiemiddelen zijn begroot op basis van de tn dit jaar te verwachten prijsontwikkeling. Zo is ten aanzien van de arbeidskosten uitgegaan van een loonstijging van 10 t.o.v. de C. A. O.-lonen voor 1963/64. Dit geschiedde op grond van het algemeen loonakkoord in het najaar van 1963. De opbrengstprijzen voor oogst 1964 zijn thans alleen voor de suikerbieten bekend. De prijzen van de voergranen zijn berekend met behulp van de richtprijzen voor oogst 1963. Voor de Veenkoloniën is een toeslag opgenomen van 175,per ha voe- dergraan. De tarweprijs is afgeleid van de garantieprijs voor oogst 1963. De overige produkten zijn gewaardeerd tegen een gemiddeld prijspeil. Bij de beoordeling van de rentabiliteit moet reke ning worden gehouden met de volgende ingecal culeerde opbrengstprijzen Tarwe: 32,55 per 100 kg bij een gemiddeld vochtgehalte. Gerst: ƒ28,per 100 kg (Zuidwestelijk kleige bied ƒ28,50 per 100 kg). Haver: 27,— per 100 kg. Rogge: 24,— per 100 kg. Graanstro: Noordelijke gebieden ƒ63,p. ton2) Noord-Holland ƒ67,p. ton2) Zuidwest, kleigebied 56,— p ton2) Consumptie-aardappelen: ƒ11,50 per 100 kg (ge middelde afleveringstermijn). Pootaardappelenƒ24,— per 100 kg (gemiddel de afleveringstermijn). 2) Maaidors-stro 10,lager. AP woensdag 8 april 1964 vond het maandelijks U onderhoud plaats van de Minister van Land bouw met het Landbouwschap waarbij o.m. de rentabiliteit van de melkveehouderij aan de orde kwam. Het Landbouwschap wees er de minister met nadruk op, dat het niet de opvatting deelt, dat bij de verhoging in november 1963 in de verrekenprijs voor consumptiemelk en in de industriemelktoeslag voor de interimperiode november 1963april 1964 reeds voldoende verbetering van de rentabiliteit was aangebracht, teneinde de nodige ruimte te scheppen voor vergoeding van de kostenstijgingen, voor het inhalen van de achterstand in de beloning van de handenarbeid, voor de vergoeding van risico's en voor de investeringen in de bedrijfs gebouwen. Ten aanzien van de interimperiode gaf het Land bouwschap voorts te kennen, dat het in het kader van het richtprijsstelsel voor de melk onjuist is dat het volledige kostenverhogende effect van de loonsverhoging per 1 januari ten bedrage van 0.85 cent niet in de industriemelktoeslag is opgenomen, doch voor een gedeelte namelijk 0.35 cent is verrekend met een zekere uitloop van de opbrengst van bepaalde zuivelprodukten. De minister had begrip voor de opvatting van het Landbouwschap, dat bij het persbericht van over heidswege, waarbij de richtprijs voor 1964/1965 werd bekend gemaakt, gegevens zijn verstrekt over het verwachte arbeidsinkomen van de veehouders bij een richtprijs van 31 cent, zonder erbij te ver melden dat een en ander is gebaseerd op bereke ningen inclusief overuren. Bij een normaal aantal arbeidsuren zo voerde het Landbouwschap aan zouden de door het Ministerie van Landbouw gepubliceerde cijfers met 1.500 tot 2.000 moeten worden verminderd. Het Landbouwschap gaf de minister te kennen, dat het de rentabiliteit, die volgt uit de vaststelling van de richtprijs op 31 cent, onvoldoende acht. Het Landbouwschap blijft pleiten voor een rentabiliteit van de melkveehouderij, welke overeenkomt met een richtprijs van 33 cent per kilo melk. Ten aanzien van het melkprijsbeleid heeft het Landbouwschap voorgesteld de verrekenprijs voor consumptiemelk e.d. alsnog te verhogen tot 35 cent. In het kader van de gewenste verbetering van de rentabiliteit van de melkveehouderij bepleitte het Landbouwschap een aktief rundvleesbeleid. In dit verband drong het Landbouwschap er bij de minister met de meeste ernst op aan, de Neder landse oriëntatieprijs in het kader van de E. E. G.- rundvleesverordening te bepalen op DM 2.25 per kilo levend gewicht, dat is 3,57 per kilo geslacht gewicht. De inmiddels in België vastgestelde prijs ligt eveneens bijna op dit niveau. De minister van zijn kant wees er op, dat het in de concurrentie verhoudingen bij de afzet van rundvlees niet ver standig zou zijn de oriëntatieprijs in ons land hoger vast te stellen dan in Frankrijk, waar deze inmid dels op DM 2.21 is bepaald. Het Landbouwschap heeft de minister meege deeld, dat het zich met het oog op de gewenste ren tabiliteit van de melkveehouderij en de wijze waar op deze bereikt kan worden zal wenden tot de regering en de Staten-Generaal.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1