Nieuwe inleveringsprijzen voor
boter en kaas
Vergadering Hoofdbestuur K.N.L.C.
343
Vraagpunt
Arbeidsvoorziening
in Land- en Tuinbouw
Rentabiliteit Tuinbouw
in 1963 iets lager dan 1962
Zeeuwse boeren
werken samen
Voorschotregeling Melkveehouders voortgezet
Wist JJ dat....?
f?N zo is er meer. Het gemeentelijke belastinggebied wordt uitgebreid. De gemeentelijke huishou-
VB IJ DAG 10 APRIL 1 9 G 4
MEDIO december 1963 werd aan alle afdelingen
der Z. L. M. een vraagpunt verzonden hande
lende over de arbeidsvoorziening in land- en tuin
bouw. Het verzoek werd gedaan dit vraagpunt in
het win terprogramma 1963/64 te willen beliande-
len.
Tevens werd verzocht de antwoorden vóór 1
maart 1964 aan het sekretariaat te willen doen toe
komen.
Van verschillende zijden is nu btf het sekretariaat
aangedrongen op spoedige verwerking en pubii-
katie van de ontvangen antwoorden.
Dit omdat:
if in de eerste plaats de aktualiteit in het gedrang
komt,
if tweedens omdat vele afdelingen van mening zijn
dat de publikatie van de resultaten van een
vraagpunt in het algemeen te lang op zich laat
wachten,
if en ten laatste omdat een aantal afdelingen mede
naar aanleiding van deze gegevens van plan is
tot maatregelen ter verbetering van de arbeids
voorziening over te gaan.
Tot op heden werden echter van onze 83 afdelin
gen slechts 43 antwoorden ontvangen. Wij zouden
daarom de afdelingen, die deze nog niet inzonden,
dringend willen verzoeken ons in de loop van de
volgende week e.e.a. toe te zenden. Na 18 april
wordt met de uitwerking van het vraagpunt be
gonnen en de na deze datum ontvangen antwoor
den kunnen dan niet meer in deze enquête ver
werkt worden.
BI
Ï\E totale tuinbouwproduktiewaarde was in 1963
bijna 1,5 miljard gulden; een stijging van 4
ten opzichte van 1962. Hiertegenover staat een
stijging van de kosten van levensonderhoud van
3 Aangezien het aanbod in de tuinbouwsector
in zijn geheel eerder is toe- dan afgenomen, is de
rentabiliteit van de tuinbouw in zqn geheel in 1963
iets lager geweest dan in 1962". Aldus ir. A. de
Zeeuw, directeur van de tuinbouw, in zijn toespraak
bij gelegenheid van de Tuinbouwdagen 1964 te
Wageningen gehouden.
In zijn terugblik op de ontwikkeling van de tuin
bouw in 1963, moest de heer De Zeeuw vaststel
len, dat de oppervlakte glas 180 ha toenam. Meer
dan de helft van de glasoppervlakte wordt ver
warmd. Het aandeel bloemen onder glas nam wat
sterker toe dan het aandeel groenten onder glas.
De oppervlakte opengrondsgroenteteelt nam toe
met 3500 ha; hoofdzakelijk het gevolg van een uit
breiding van de contractteelten. Het areaal fruit
teelt liep terug met 950 ha. De oppervlakte bloem
bollen breidde uit met 9%; de oppervlakte boom
kwekerij nam toe met 3
Ir. H. P. DE BRUIN, rijkslandbouweonsulent
voor de Zeeuwse eilanden, wees er onlangs
voor de radio op dat de nu zo in de publiciteit ge
trokken verschillende vormen van samenwerken
bepaald geen nieuwe vondst is. In Zeeland is het in
de praktijk zó dat plaatselijk van elke vier boe
ren er reeds drie samenwerken.
Uit onze artikelenserie „Samenwerking in land
en tuinbouw", waarin uit de vele voorbeelden van
samenwerking slechts een greep gedaan werd,
bleek dit overduidelijk. Wel zouden wij willen wij
zen op hetgeen Ir. De Bruin opmerkte over de basis
waarop wordt samengewerkt.
Uit de beschikbare gegevens blijkt dat deze
samenwerking slechts voor een klein deel op zake
lijke overeenkomsten, schriftelijk vastgelegd, be
rust.
Juist in tegenstelling met de mening, dat gemis
aan zakelijke en schriftelijke overeenkomsten van
grote invloed zijn op het veelvuldig verbreken van
een samenwerkingsvorm, moet men stellen dat ge
bleken is, dat speciaal een te zakelijke houding
vaak een bron van onenigheid kan zijn. Gebleken
\s, dat de boerenstand elkaar ook op het terrein
van de samenwerking soepel kan vinden en dit
reeds heeft gedaan in een vorm die haar het beste
past en waarin het vertrouwen in elkaar een be
langrijke plaats inneemt.
NOG tijdens de vergadering van het bestuur van het Produktschap voor Zuivel op woensdag 1 april
J.I., kon de Minister van Landbouw en Visserij, mr. B. W. Biesheuvel, laten mededelen, dat hij
zich verenigde met het inmiddels uitgebrachte advies van het Produktschap tot verhoging van de in
leveringsprijzen voor boter en kaas. Teneinde de geraamde opbrengst van de industriemelk (ƒ21,20 per
100 kg) in het nieuwe melkprijsjaar te verwerkelijken, is de inleveringsprijs (groothandel) voor boter
met een verhoging van 0,4(£ thans op 4,33% per kilogram vastgesteld en wel ongeveer op het tegen
woordige marktprijspeil. Voor kaas is de inleveringsprijs gebracht van 2,25 op ƒ2,40.
Op boter komt een produktieheffing van het Produktschap van ƒ0,40 per kilogram, die bij export
wordt gerestitueerd. De restitutie bij export geldt ook voor kaas, waarop een heffing is gelegd van
ƒ0,29 (boerenkaas ƒ0,15). Deze produktieheffing komt in de plaats van de indertijd door de Minister
van Landbouw en Visserij ingestelde heffing van ƒ0,15.
De uitvoering van de zuivelregelingen 1964/1965 is uitgewerkt in de Toeslagbeschikking 1964/1965,
die veehouders uit het Landbouw-Egalisatiefonds een voorschot van circa 4,5 cent per kilogram afge
leverde melk toekent op de melkprijsuitkering 1964/1965. Voorts zal uit het Zuivelfonds als voorschot
circa 2 cent per kg worden uitgekeerd.
Tevens is bepaald dat in het nieuwe melkprijsjaar de uitbetaling van melktoeslaggelden uitsluitend
kan verlopen via zuivelfabrieken, aangesloten bij een orgaan voor melkhygiëne. Deze voorziening is
bedoeld ter stimulering van de uitbetaling van melk naar hygiënische kwaliteit.
OP 31 maart j.l. kwam het hoofdbestuur van het K. N. L. C. in zijn maandelijkse vergadering bijeen.
Omdat tezelfdertijd de ministerraad vergaderde en o.a. beraadslaagde over de nieuwe richtprijs
van melk, kon het hoofdbestuur nog geen kennis nemen van de melkprijsbeslissing van de regering.
Rundvleesbeleid. Het hoofdbestuur had reeds de vorige keer, toen het het melkprijsvoorstel besprak,
verlangd dat tevens tot verbetering van de situatie in de veehouderij een zodanige oriëntatieprijs voor
slachtvee zou worden vastgesteld, dat een handhaving van het huidige slachtveeprijspeil mocht wor
den verwacht. Het Landbouwschap had echter vooralsnog het rundveeprijspeil terzijde gelaten bij het
formuleren van het melkprijsvoorstel.
Nu kreeg het hoofdbestuur de gelegenheid zich opnieuw uit te spreken voor een oriëntatieprijs, die
de huidige marktprijs ongeveer zou stabiliseren, n.l. 2,07 per kg levend gewicht. Het betreurde, dat
het Landbouwschap en het Produktschap voor Vee en Vlees niet verder meenden te moeten gaan dan
2,03. Het hoofdbestuur overwoog daarbij dat in de huidige krappe rundvleesmarkt geen benadeling
van de Nederlandse export kon worden verwacht. De oriëntatieprijs voor rundvlees dient zo goed mo
gelijk te worden nagestreefd en daarom wordt het invoeren van een interventieregeling voor slachtvee
bepleit, waartoe het nieuwe E. E. G.-reglement de mogelijkheid opent.
Aardappelen. Het hoofdbestuur liet de gang van zaken met betrekking tot de maatregelen ter ver
lichting van de situatie op de aardappelmarkt nog eens de revue passeren. Het nam kennis van de re
cente voorzieningen van het Produktschap voor Aardappelen die goeddeels tegemoet komen aan ver
langens, die de georganiseerde landbouw helaas zo vaak en zo nadrukkelijk tot uiting heeft moeten
brengen. De vraag rees wel, waarom eigenlijk niet nu die verlangens ten aanzien van het telersprijspeil
volledig hadden kunnen worden gevolgd. De hoop werd echter uitgesproken, dat van de jongste maat
regelen van het produktschap een bewuste stimulering van de telersprijs uit zal gaan.
Benoemingen. Het hoofdbestuur kreeg de aanwijzing van personen in twee belangrijke publiekrech
telijke organen te behandelen, t.w. als leden en plaatsvervangende leden van de Sociaal-Economische
Raad en het bestuur van het Landbouwschap voor de volgende zittingsperiode opnieuw benoemd. Het
betrof in de S. E. R. de heren mr. E. Kuylman als lid en drs. N. A. Vaandrager als plv. lid en in het
bestuur van het Landbouwschap de volgende herenG. W. Bos te Warffum, ir. C. S. Knottnerus te
Steenbergen; G. M. Lambers te Eexterveensekanaal en A. van Leeuwen te Delfgauw.
Het hoofdbestuur besloot voorts tot benoeming van een nieuwe functionaris bij het K. N. L. C., die
zich met de aangelegenheden betreffende de land- en tuinbouwVoorlichting bezig zal houden; als zo
danig werd benoemd de heer ir. B. J. van der Toorn te Emmeloord.
TJFT soms heel nuttig en leerzaam is, om eens in de geschiedenis te duiken? Meermalen zal men
dan ervaren dat allerlei verschijnselen die ive min of meer voor modern aanzien reeds vele
eeuwen geleden ook voorkwamen.
Zo las ik dan deze week, min of meer toevallig, dat Koning Herodes de belastingen met EEN DER
DE GEDEELTE verlaagde omdat de oogstresultaten van zijn landbouwende bevolking zo teleurstellend
waren. Ter overweging aan onze regering! Uit de motivering van dit besluit blijkt verder dat bij de
belastingheffing ook allerlei niet fiscale motieven een rol speelden. De despoot Herodes dong hier
mee naar de volksgunst. Jammer dat onze agrarische bevolking een zo klein deel der totale bevol
king uitmaakt, anders hadden we wellicht met het oog op komende verkiezingen een kans.
TJET is met onze belastingen een eigenaardige geschiedenis en dat geldt feitelijk voor vrijwel de
gehele beschaafde wereld. In ons land wordt bij „hoog en laag'' en van „hoog tot laag" beweerd
dat de belastingen te hoog zijn, maar als het op verlaging aankomt zijn de bezwaren meestal van dien
aard dat het praktisch onuitvoerbaar is.
De eenvoudige „man in the streef' begrijpt er niet veel van. De belasting op sigaretten en benzine
is weer verhoogd. De sigaretten laat ik nu maar met rust, maar de verhoogde benzinebelasting (ben
zineprijs) stelt weer nieuwe eisen aan ons bedrijfsleven. Denk maar eens aan onze vervoersbedrijven
die van benzine gebruik mak-en. Eén cent per km meer legt een zware druk op deze bedrijven.
ding kost veel geld en de gemeenten moeten ontvangen, willen ze kunnen uitgeven.
We krijgen nu een nieuwe heffing om de gemeenten aan de nodige middelen te helpen. De Grond
belasting zal dan gaan verdwijnen. Dit laatste is iets wat vooral grondeigenaren-verpachter als mu
ziek in de oren zal klinken, maar de gevolgen van de nieuwe heffingen staan er tegenover en die
kunnen we nog niet goed overzien. De regering wil als basis van de heffingen het onroerend goed
nemen en niet het inkomen. Het lijkt er nu wel op dat er niet zo heel veel veranderen zal, maar dit
behoeft niet het geval te zijn.
jrELASTINGHEFFING op onroerende goederen, of beter op basis van onroerende goederen kan
veel meer dan alleen de eigendom omvatten en dus een ruimer draagvlak hebben. Dit kan de
eigenaren ten goede komen, wat ook wel zeer nodig is, daar het netto-rendement van onroeren
de goederen, die verpacht of verhuurd zijn, wel zeer laag is.
Toch lijkt ons voor de agrarische sector het inkomen als basis voor de heffing beter (voordeliger)
maar we kunnen dit niet voldoende overzien. Dat het als een groot bezwaar zou worden gevoeldin
dien een gemeentelijke heffing in feite een verhoging der Inkomstenbelasting zou betekenen, kun
nen we onderschrijven.
Het is niet eenvoudig van twee kwaden de beste te kiezen.
Wie het bovenstaande leestmene het niet te weten, maar neme de moeite er eens over na te denken.
MEIJERS.