LANDBOUW
Tarieven akkoord werk
Landbouw 1964-1965
327
Arbeids- en rusttijden voor Zeeland
1964-1965
VKIJDAG 3 APRIL 1964
PLAATS VAN AANVANG EN EINDE VAN DE ARBEIDSDAG. (Art. 1.)
De arbeidsdag begint en eindigt op de boerderij of bij de door de werkgever
te dier zake aangewezen andere gebouwen, dan wel, indien de opgedragen
arbeid moet worden verricht op een perceel, dat dichter bij de woning van
de arbeider is gelegen, op genoemd perceel.
TIJDSTIPPEN VAN AANVANG EN EINDE VAN DE ARBEIDSDAG EN
SCHAFTTIJDEN VOOR NIET-INWONENDE ARBEIDERS. (Art. 2.)
1. De arbeidsdag voor niet bij de werkgever inwonende arbeiders mag niet
eerder aanvangen, onderscheidenlijk niet later eindigen dan:
A. voor de arbeiders, belast met de verzorging van vee en/of paarden
of met de arbeid met zware landbouwmachines;
van 1 mei t/m 28 november: 6 uur onderscheidenlijk 18.00 uur
met ten hoogste 2 uur schaft,
van 30 november t/m 6 maart: 7.00 uur onderscheidenlijk 17.30 uur
met ten hoogste 1% uur schaft;
van 8 maart t/m 30 april: 6.00 uur onderscheidenlijk 18.00 uur met
ten hoogste 2 uur schaft.
B. voor de overige arbeiders;
van 1 april t/m 28 november: 6.30 uur onderscheidenlijk 18.00 uur
met ten hoogste 2% uur schaft;
van 30 november t/m 6 maart; 7.45 uur onderscheidenlijk 17.30 uur
met ten hoogste 1uur schaft;
van 8 maart t/m 30 april: 6.30 uur onderscheidenlijk 18.00 uur met
ten hoogste 2% uur schaft.
2. Des zaterdags wordt niet gewerkt, behoudens het bepaalde in artikel 4
leden 2 en 4.
TIJDSTIPPEN VAN AANVANG EN EINDE VAN DE ARBEIDSDAG EN
SCHAFTTIJDEN VOOR INWONENDE ARBEIDERS. (Art. 3.)
Voor inwonende arbeiders kunnen aanvang en einde van de arbeidsdag in
onderling overleg tussen werkgever en de betrokken arbeider worden vast
gesteld.
Indien aanvang en einde van de arbeidsdag afwijken van de in artikel 2
genoemde tijden, moet de werkgever de overeengekomen tijdstippen schrif
telijk mededelen aan de Sociale Commissie van de Gewestelijke Raad van het
Landbouwschap voor Zeeland.
ARBEIDSTIJDEN. (Art. 4.)
1. De arbeidstijd voor mannelijke arbeiders van 17 jaar en ouder, belast
met de verzorging van vee en/of paarden of met de arbeid met zware
landbouwmachines, bedraagt 2540 uur per jaar volgens onderstaande
indeling:
a)' van 1 mei t/m 28 november (30 weken en 1 dag),
151 dagen a 10 uur 1510 uur
b) van 30 november t/m 6 maart (14,weken)
70 dagen 9 uur 630 uur
c) van 8 maart t/m 30 april (8 weken)
40 dagen 10 uur 400 uur
2. Voor arbeiders belast met de verzorging van vee en/of paarden, wordt
de in lid 1 genoemde arbeidstijd voor werkzaamheden, noodzakelijk voor
deze verzorging op zaterdagmiddag en de onmiddellijk daarop volgende
zondag, vermeerderd met ten hoogste 130 uur per jaar, als volgt te
verdelen
in geval per jaar wordt gewerkt op:
26 weekends: 26 maal ten hoogste 5 uur per weekend
n
i>
ti a
ii ii
ii ti -.fc
Indien minder dan 15 weekends per jaar wordt gewerkt, bedraagt de
arbeidstijd ten hoogste 8% uur. per weekend.
3. De arbeidstijd voor de overige arbeiders bedraagt 2344 uur per jaar
volgens onderstaande indeling:
a) van 1 mei t/m 28 november (30 weken en 1 dag)
151 dagen a 9% uur 1396% uur
b) van 30 november 1964 t/m 6 maart 1965 (14 weken).
70 dagen 8% uur 577% uur
c) van 8 maart t/m 30 april 1965 8 weken)
40 dagen a 9% uur 370 uui
4. Indien zulks naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk is kan
van de in dit artikel vervatte regeling worden afgeweken ten aanzien
van:
a. Voor de arbeiders belast met de verzorging van vee en/of paarden:
Op maximaal 26, in onderling overleg vast te stellen, zaterdagvoor
middagen.
Voor deze zaterdagvoormiddagen dient de vervangende vrije tijd
te worden gegeven in de op de betreffende zaterdag volgende week
en wel bij voorkeur op maandag, terwijl voor de gewerkte uren,
overeenkomstig artikel 31 lid 1 van de C. A. O. 30 van het nor
male tijdloon moet worden uitbetaald;
b. Voor de overige arbeiders:
Op maximaal 8, in onderling overleg vast te stellen zaterdagen in de
zaai- en oogstperiode. 't
De op deze zaterdagen gewerkte uren moeten, overeenkomstig arti
kel 31 lid 1 van de C.A.O., als overuren worden uitbetaald (150
van het normale tijdloon).
VERZORGING VAN VEE OF PAARDEN OP ZATERDAGEN EN ZON
DAGEN. (Art. 5.)
In afwijking van het in artikel 6, lid 2, van de arbeids- en rusttijdenveror
dening landbouw 1960 bepaalde, geldt de verplichting, bedoeld in artikel 6,
lid 1, van genoemde verordening, voorzover op zaterdagen en zondagen be
trekking hebbende, niet voor één van de in ieder 2-wekelijks tijdvak vallende
zaterdagen en voor de op die zaterdag volgende zondag. Op deze dagen
behoeft de betrokken arbeider geen arbeid te verrichten op zaterdagmiddag
en de onmiddellijk daarop volgende zondag.
Bedoelde zaterdagen en zondagen worden aangewezen door de werkgever
na overleg met de betrokken arbeider.
SCHAFTTIJDEN. (Art. 6.)
De in onderling overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen
schafttijden mogen niet als arbeidstijd worden beschouwd.
GELDINGSGEBIED EN TIJDSDUUR, (art. 7.)
1. Dit besluit geldt voor de provincie Zeeland.
2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het
wordt afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en geldt tot
en met 30 april 1965.
23
99
23
n
99
99
5%
99
21
99
21
99
99
99
6
99
19
99
19
99
99
99
6%
99
17
99
17
99
99
99
7
99
16
99
16
99
99
99
7%
99
15
99
15
99
99
99
8
99
UOOR de beloning van in akkoord verrichte
werkzaamheden, als bedoeld in de C. A. O.
voor de Akker- en Weidebouw en de Veehouderij
in de provincie Zeeland voor het contract jaar 1964-
1965.
A. 1. BIETENONDERHOUD
Gezien de in de praktijk aanwezige grote
verschillen inzake toepassing van precisie-
zaai, chemische onkruidbestrijding en me
chanisch dunnen, acht de Sociale Commissie
van de Gewestelijke Raad van het Land
bouwschap het vaststellen van akkoord
tarieven voor het na deze bewerkingen over
blijvend handwerk, niet mogelijk.
In verband hiermede geldt voor bieten, die
met een precisiezaaimachine zijn gezaaid,
al dan niet met rijenbespuiting en bewer
king met een dunmachine, dat de tarieven
voor overblijvend handwerk in onderling
overleg tussen werkgever en werknemer
dienen te worden vastgesteld, overeenkom
stig het bepaalde in artikel 42 lid 2 van deze
C. A. O.
(Verwezen wordt ^naar het artikel
waarin onder meer vermeld staat dat
voor bedoelde werkzaamheden tussen
werkgever en arbeider of groep van
samenwerkende arbeiders per object
een tarief in onderling overleg kan
worden vastgesteld, zodat een loon
wordt verdiend, dat bij behoorlijke
prestatie tenminste 10 en ten
hoogste 30 hoger is dan het loon
dat zou zjjn verdiend indien de uit
voering had plaats gevonden tegen
normaal tijdloon.).
2. Voor bieten, die volgens de oude methode
(volledig handwerk) worden bewerkt, gel
den de volgende tarieven:
a. Onderhoud
Doorslaan 72,tot 86,per ha
Opeenzetten 60,tot 76,per ha
le maal wieden
128,tot 146,per ha
2e maal wieden
79,tot 91,per ha
Voor de onder a. genoemde tarieven
moeten de bieten tenminste éénmaal,
vanwege de werkgever, met de machine
worden gewied.
b. Bietenrooien in handwerk
Indien door een arbeider de door hem ge
rooide bieten zonder hulp van werk
gever of door de werkgever beschikbaar
gestelde arbeidskrachten moeten worden
geladen, bedraagt het tarief voor het
rooien zonder koppen hakken, met laden
en loof uit de rijbanen:
Zeeuws schoon 371,tot 446,p. ha.
Indien door een arbeider, de door hem
gerooide bieten worden geladen met hulp
van de werkgever of door de werkgever
beschikbaar gestelde arbeidskrachten,
bedraagt het tarief voor het rooien zon
der koppen hakken, met laden en loof
uit de rijbanen:
351,tot 425,— per ha.
c. Bietenrooien met de bietenlichter
Bij machinaal rooien met de bietenlich
ter, moeten bovenstaande tarieven wor
den verlaagd met een percentage liggen
de tussen 10 en 30
d. Koppen hakken
ƒ60,tot ƒ83,per ha.
3. VOEDERBIETEN
Rooien zonder laden 226,tot 300,
per ha.
4. VLAS
Ophokken en schelven achter de machine:
Ophokken 23,tot 27,per ha.
Schelven 38,tot 43,— per ha.
B. De tarieven dienen dusdanig te worden toege
past, dat voor een normaal gewas een tarief
wordt genomen, dat ligt tussen het minimum-
en het maximumtarief.
C. De maximumtarieven van alle in akkoord te
verrichten werkzaamheden mogen, ook onder
bijzondere omstandigheden, niet overschreden
worden, dan na toestemming van de geweste
lijke sociale commissie, gehoord de betreffen
de plaatselijke commissie.
D. De in deze regeling genoemde tarieven moeten
met 5 worden verhoogd voor arbeiders die
speciaal voor akkoordwerkzaamheden zijn aan
genomen. Deze verhoging is bedoeld als com
pensatie voor loonderving bij onwerkbaar weer
wegens regen (regenverlet).
Het verzuimrisico wegens onwerkbaar land is
voor rekening van de werkgever.