en bewaren
peulvruchten
>erderij
289
RE
GOES
VRIJDAG 27 MAART 1964
TABEL II
DROOGKAPACITEIT
>ij de coöperatie
Gebied opbr. in
afvoer te
drogen
droogkap. bij 4 indrogen
tonnen
naar
40%
per
per
in
per in
handel
uur
8 uur
20 uur
90
Sch.-Duiveland 32850
29565
11826
46
368
3.1
920 7.8
Tholen/
St. Philipsland 17550
15795
6318
16
128
2.0
320 5.1
Zuid-Beveland 40950
36855
14742
69
552
3.7
1380 9.4
Noord-Beveland 12150
10935
4374
21
168
3.8
420 9.6
Walcheren 22950
20655
8262
27
216
2.6
540 6.5
TOTAAL 126450
113805
45522
179
1432
3580
Evenals bij de opslag zien we ook hier
Wanneer de totale hoeveelheid 4
ingedroogd moet worden, dan worden
de kosten 2,21 per 100 kg.
Voor peulvruchten liggen de kosten
voor drogen en voorreinigen bedui
dend hoger, resp. op 2,en 0,50
per 100 kg.
Wat zijn nu de kosten voor een
gemiddeld groot akkerbouwbedrijf?
Uitgaande van bovengenoemde ta
rieven en veronderstellingen, wat be
treft indrogen en de opslagtermijn,
worden de totale kosten voor een be
drijf van b.v. 40 ha met een bouw-
grote verschillen van gebied tot ge
bied. Speciaal de gebieden Tholen en
St. Philipsland, Walcheren en in iets
mindere mate Schouwen en Duiveland
hebben een tekort aan droogkapaciteit.
c. Is de afvoer tijdens de oogst een pro
bleem?
Dit kan ongetwijfeld een probleem zijn
en wel tengevolge van:
1. grote afstana naar de centrale op-
- siag;
2. lange wachttijden bij de centrale
opsiag.
Punt 1 behoeft o.i. nooit een probleem
te zijn als men bereid is tot samen
werking. Wanneer boer A boer B helpt
bij het transport, dan kan vrijwel elke
afstand tussen het landbouwbedrijf en
de centrale opslag overbrugd worden.
De veel besproken „samenwerking"
kan hier de oplossing zijn.
Een tweede mogelijkheid kan zijn: in
schakelen van een transportbedrijf, of
het loonbedrijf stelt één of meer wa
gens ter beschikking. Tenslotte is het
mogelijk dat het produkt tijdelijk op
de boerderij wordt opgeslagen of
wat ook voorkomt tijdelijke opslag
op een centrale plaats die gunstig ligt
t.o.v. de te oogsten percelen.
Het tweede punt, „lange wachttijden
bij de centrale ontvangst" ligt waar-
scnijnlijk moeilijker. Wij zijn van
mening dat een en ander over het ai-
gemeen wel meevalt, doch bepaalde
pieken zoals we in 1963 hebben kun
nen konstateren, zuilen wel niet te
voorkomen zijn. De handel beschikt in
vele gevallen over één of meer stort-
putten en zal ongetwijfeld in de naas
te toekomst bereid zijn een en ander
uit te breiden en verder te perfektio-
neren.
d. De zelfstandigheid als ondernemer?
Een belangrijk argument dat zou plei
ten voor drogen en bewaren in eigen
beheer, is daarin gelegen dat men bij
centrale verwerking het produkt prak
tisch uit handen geeft. De handelaar
bij wie men droogt en opslaat, is vrij-
wël altijd de instantie met wie men
zaken gaat doen. Dit geeft een zekere
binding die door de boer in toenemen
de mate als minder gewenst wordt be
schouwd.
e. Vindt men de droog- en opslagkosten
te hoog?
Najaar 1963 kon men regelmatig het
volgende beluisteren: „Ik heb de af
rekening van mijn geleverde granen
ontvangen. Wat viel dat tegen. De ver
koopprijs* lag redelijk, doch de kosten
van drogen, reinigen, opslag enz. wa
ren zó hoog, dat ik uiteindelijk een
zeer lage kg-prijs heb overgehouden".
Of de droogkosten etc. te hoog zijn,
zullen we even in het midden laten.
Wel menen we te moeten opmerken
dat men bij deze en andere uitlatingen
weer al vergeten blijkt te zijn hoe in
1963 de granen in vele gevallen afge
leverd zijn aan de centrale verwer
king. Vochtgehaltes rond de 30 en daarboven waren geen uitzonderin
gen. Het is ons bekend dat bij bepaalde koöperaties het gemiddelde vocht
gehalte 23 a 24 was. Het zal eenieder duidelijk zijn dat de kosten dan
aanzienlijk hoger liggen dan in een gunstiger jaar.
Hoe hoog liggen deze kosten nu gemiddeld bij de koöperatie en partiku-
liere handel?
Uit een eenvoudig onderzoek is gebleken dat de tarieven voor drogen, rei
nigen en opslag niet overal gelijk zijn. We zullen echter volstaan met een
gemiddeld tarief.
GRANEN Droogkosten
Voor de eerste 3 van 25 tot 35 cent, gemiddeld 30 cent per 100 kg; voor
de volgende procenten 20 cent per 100 kg.
De droogkosten bij indrogen van b.v. 4 bedragen dus 3 x 0.30 1 x 0.20
1,10 per 100 kg.
Voorreinigen
Varieert van 15 tot 30 cent per 100 kg of gemiddeld 20 cent per 100 kg.
Opslag
Loopt uiteen van 3,5 tot 4 cent per 100 kg per week, gemiddeld bedraagt
dit 3,5 cent/100 kg/week. Bij een opslag van b.v. 6 maanden, is 26 weken,
wordt dit 26 x 0,035 0,91.
Totale kosten per 100 kg
Indrogen 4 over de helft van de totale hoeveelheid 110
Voorreinigen
Opslag 6 maanden
26 x 0,035
0,55
0,20
„0,91
Kisten van de Coöp. Kortgene bestemd voor los graan
plan dat 50 granen en peulvruchten bevat, t.w. 15 ha granen (75 ton) en
5 ha peulvruchten (22 ton) als vólgt:
Drogen 37,5 x 11,— 11 x 20,— 632,50
Voorreinigen 75 x ƒ2,f- 22 x ƒ5,— 260,
Opslag 97 x 9,10 882,70
Totaal 1775,20
of 1,83 per 100 kg.
Wanneer de kosten ad 1775,20 verkapitaliseerd worden, welk bedrag kan
dan door de boer geïnvesteerd worden om aan dezelfde kosten te komen?
De jaarlijkse vaste kosten worden hierbij gesteld op:
Afschrijving (totaal) 8
5 rente, gemiddeld 2,5
Onderhoud verzekering 1,5
Totaal
12.0
De variabele kosten bij eigen installatie, extra arbeid, stroom, olie of gas,
bedragen gemiddeld 3,50/ton of in berekend voorbeeld 97 x 3,50 339,
Het te investeren bedrag mag in dit geval 1775339 x 100 11966,of
12
125,per ton bedragen.
Voor resp. 60, 80, 150 en 200 ton wordt het max. te investeren bedrag, vol
gens bovenstaande berekening:
60 ton 1098 - 210 x 100 7400,—
12
80
ton
1464
- 280
12
150
ton
2745
- 525
12
200
ton
3660
- 700
x 100 9867,—
100 18500,-
x 100 ƒ24667,—
12
Totaal 1,66
Na uitvoerig te hebben stilgestaan bij de centrale verwerking, zijn we thans
toe aan de mogelijkheden op het landbouwbedrijf.
ALGEMEEN
OVERSCHAKELEN van centrale verwerking naar drogen en opslag op
eigen bedrijf brengt ongetwijfeld bepaalde problemen met zich mee.
In de praktijk en uit berekeningen zal blijken, dat een groot aantal indivi
duele bedrijven hiervoor, ekonomisch gezien, te klein zijn. Niet alleen uit
ekonomisch oogpunt maar ook, en misschien wel in de eerste plaats, uit een
oogpunt van de toekomstige arbeidsorganisatie.
We moeten er n.l. rekening mee houden, dat het landbouwbedrijf
in de zeer nabije toekomst met een minimum aan arbeidskrachten
het werk zal dienen rond te zetten.
Door zelf de graan- en peulvruchtenoogst te gaan verwerkent
haalt men min of meer een nieuw en onbekend werk in huis. Hier
bij dient men terdege na te gaan of men in staat is dit zowel arbeids-
organisatorisch als technisch te realiseren. De boer moet daarbij
over de nodige vakbekwaamheid en liefhebberij beschikken om het
tot een goed en bevredigend resultaat te brengen.
Wanneer het er alleen omgaat dat men meer baas over eigen pro
dukt wil blijven, of omdat de kosten bij centrale bewerking te hoog
zijn, dan doet men verstandig er niet aan te beginnen.
DE MOGELIJKHEDEN OP HET BEDRIJF
WE kunnen de mogelijkheden voor het individuele bedrijf als volgt in
delen:
a. Geheel zelfstandige inrichting me een droger en een opslaginrichting
waarin het graan ook bij langdurige opslag goed bewaard kan worden.
b. Het graan tijdelijk op het bedrijf konditioneren, waarna afvoer naar de
handel.
(Zie verder pag. 291).