oor
ele <V
rouw van
Is Uw kind werkelijk lui
Hoeden, Kleren en Schoenen
onder redaktie van Mevrouw
„Laddervrij"
is lang niet altijd waar
286
Men komt graag terug bij
een goede Gastheer
en Gastvrouw
ZEEUWS LAND- EN 1JINBOUWBLAD
<V
T"\E Paasrapporten zijn verschenen en in vele gezinnen hebben de onvoldoendes al bij voorbaat een
domper gezet op de stemming tijdens de komende feestdagen. Helaas kunnen de meeste ouders het
niet goed verwerken als hun spruiten niet te best kunnen meekomen. Vooral als zij zien, dat de kinderen
van buren, collega's, vrienden en familieleden wèl met betere cijfers voor de dag komen. Zij gaan verge
lijken, zoals zij dat gewoonlijk doen met hun huis, auto of bankstel. Kortom, de eerzucht spreekt een
geducht woord mee en veel te vaak wordt aan de achterblijvers verweten, dat zij te lui zijn om hun best
te doen. Bij al te veel kinderen is het plezier van het leren grondig bedorven omdat altijd weer het
mooie rapport en de ijver van de zoon van de buren of de dochter van vaders collega ter sprake komt.
De kinderen worden nog eens extra opgejut, maar naar de oorzaak van de geringe ijver wordt niet
gezocht.
Onlangs is er bij de uitgeverij Callenbach een boek verschenen dat als titel draagt: „Het luie kind".
Het is geschreven door dra. R. J. Gardozo-van Hoorn, psychologe bij de G.G. en G.D. te Amsterdam.
Wij willen hieruit enkele voorbeelden geven, die naar wij hopen, ouders, die vinden dat zij luie kinde
ren hebben, tot nadenken stemmen.
DE schrijfster zegt onder meer: „luiheid kan zowel tijdelijk als chronisch zijn, waarbij de invloed van
het milieu ook een woordje meespreekt. Lichamelijke oorzaken zijn te vinden in chronische, fysieke
afwijkingen fzoals een afwijkende werking van de schildklier, opgezette amandelen), in een verminderd,
maar niet tijdig opgemerkt gezichts- of gehoor vermogen. Een afwijking van de hersenschors is vaak de
oorzaak van woordblindheid of andere leesstoornissen. Ook kinderen met een geringe vitaliteit worden
dikwijls ten onrechte voor lui versleten. Verder somt schrijfster een aantal typen van zogenaamd luie
kinderen op. Wij vinden hieronder: „het zorgeloze kind (zwakke binding met de buitenwereld, vaak ver
wend), het slome kind (mist levenswarmte en maakt moeilijk contact), het speelse kind (grote speel-
behoefte), het dwarse kind (luiheid als protestvorm,' vooral bij jongens als verzet tegen hardwerkende
vaders met autoriteitsproblemen), het overbeschermde kind (geringe weerbaarheid), de dromer (geen aan
passing aan de werkelijkheid), het ontmoedigde kind (teleurgesteld in de verwachtingen), het kwetsbare
kind (sluit zich snel af en is niet meer te benaderen), de oppotter van agressies, het kind met leerrem-
mingen en het kind, dat zijn draai niet kan vinden.
Luiheid is bij al deze kinderen een symptoom dat er iets niet helemaal goed verloopt, een rood signaal
voor de opvoeders, dat zij ergens falen of iets over het hoofd zien.
TUI EVROUW Cordozo pleit voor begrip en inzicht om het kind tot activiteit te brengen, waarvoor als
prikkels kunnen dienen:
1. het natuurlijk plezier om met iets bezig te zijn;
2. zelfhandhaving en
3. ideële motieven, die boven het belang van de eigen persoon uitgaan.
Niet alleen de houding van de naaste omgeving, maar die van de hele veranderende samenleving
waarin het kind opgroeit, is van grote invloed. De aard van allerlei werkzaamheden is zich sterk aan het
wijzigen. Tengevolge van de vervolmakende techniek vraagt het dagelijkse werk minder inspanning. Er
zijn vaders, die thuis nooit met enig enthousiasme over hun werk spreken.
Toch ergeren vele ouderen er zich aan, dat de jongeren zich zo gemakkelijk van het werk, dus ook
van hun huiswerk, losmaken, maar zij zijn vergeten, dat zij op die leeftijd ook nog niet met het werk
vergroeid waren. Bovendien laten vele ouders (wellicht onbewust), blijken dat zij zich met meer animo
op hun hobbies dan op hun werk werpen."
De schrijfster komt tot de slotsom, dat kinderen vaak veel minder lui blijken te zijn dan wij denken en
dat de vermeende luiheid meer een gevolg is van de oorzaken, die ouders en opvoeders zelf zijn.
Het leek mij goed uw aandacht op dit boek te vestigen. De kosten behoeven u niet te weerhouden het
boek aan te schaffen. Callenbach brengt het in de handel voor de prijs van 3,50.
Van tijd tot tijd ontvangen wij allemaal weieens
gasten en het is zo plezierig voor ons als wij
merken, dat zij zich bij ons thuis voelen en graag
bij ons terug willen komen. Voor hen, die b.v. in
het zomerseizoen betalende gasten in hun huis ont
vangen is het wel bijzonder belangrijk, dat zij het
de mensen naar de zin kunnen maken.
Het bestuur van de afdeling Brouwershaven van
de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen heeft
zich de moeite getroost een cursus te organiseren
voor gastheren en gastvrouwen, die in de zomer
betalende logé's ontvangen.
Er kwam heel wat voor kijken voor die cursus
rond zat, want er moesten verschillende instanties
worden ingeschakeld.
De cursus bestaat uit acht lessen, waarvan de
eerste verzorgd wordt door de vereniging voor
Vreemdelingenverkeer. Immers, het is voor de gas
ten heel prettig wanneer hun gastheer of gastvrouw
goed op de hoogte zijn van wat het eiland Schouwen-
Duiveland te bieden heeft en wat wetenswaardig
heden betreffende historische gebouwen, middelen
van bestaan en zo meer kunnen vertellen.
De stichting Huishoudelijke Voorlichting ten
Plattelande werd bereid gevonden haar medewer
king te geven. Zo worden er vier lessen gegeven,
waarvan er één is gewijd aan tafeldekken, één aan
het verzorgen van lunchpaketten, één aan het
klaarmaken van gerechten en het opmaken van
schotels en één aan bloemschikken.
Het woningadviesbureau van de Zeeuwse af
deling van de Bond van Plattelandsvrouwen be
steedt een les aan de inrichting van de woning.
Het Gezinsbegrotingsintituut komt de financiële
kant van de zaak wat nader bekijken en deze ex
cursie onder leiding van V.V.V. De cursisten krijgen
tijdens deze excursie goed ingerichte zomerwoningen
en hotels te zien.
Al met al dus een programma, dat er zijn mag
en waarmee de afdeling Brouwershaven van onze
Bond ongetwijfeld de belangen van de streek zal
dienen. Immers de gasten, die een goede verzorging
hebben genoten, komen graag terug of maken pro
paganda bij hun kennissen en familie. Daar de
recreatie in onze provincie een steeds grotere plaats
gaat innemen, kan het voorbeeld van de Brouwers-
havense afdeling van onze Bond, waarschijnlijk
door andere daarvoor in aanmerking komende af
delingen worden nagevolgd.
Ongeveer twee jaar geleden werd in Nederland een
begin gemaakt met de produktie van naadloze, laddervrije
nylons.
Dit geschiedde op basis van het zgn. „Runex"-procédé.
Sindsdien worden vele naadloze dameskousen als niet-
ladderend aangeprezen, hoewel het merendeel dit in werke
lijkheid niet is. Dit heeft de Nederlandse vrouw argwanend
gemaakt t.o v. het begrip „laddervrij"
Het ziet er naar uit, dat de Libelle-kousenfabrieken er
in geslaagd zijn een sterke laddervrije nylon te vervaardi
gen, die wat duurder is, doch van betere kwaliteit dan wij
tot dusver op dit terrein kennen.
Overigens is er met de dameskousen een niet onbelang
rijk bedrag gemoeid. In Nederland worden per jaar 75 mil-
ioen dameskousen gekocht. Dit betekent een gemiddelde
van 17,4 paar per vrouw. Hiermede is een bedrag van
ongeveer 150 miljoen gulden gemoeid.
De Engelse consumentenvereniging ging onlangs het
kousenverbruik na door middel van een steekproef, waar
aan 338 meisjesstudenten gedurende 44 dagen medewerk
ten. In deze periode versleten zij 4000 paar nylonkousen.
De oorzaak van de beschadiging bleek te zijn:
fabrieksfoutjes 2^?
brandgaatjes 3V$
slijtage 10
draadbreuk 20
on gelukjes ruwe stoelrand enz.) 64
Het percentage van 64 zou ongetwijfeld lager kunnen
zijn, indien de vrouwen bij aankoop van kousen meer op
kwaliteit dan op prijs zouden letten. Immers de duurdere
kous, die meer rijen (24002600) heeft en dus meer
steken per vierkante cm, is minder ophaalgevoelig dan de
los gebreide (16001700 rijen) kous.
Gezien het grote bedrag, dat jaarlijks met de kousen
consumptie is gemoeid, moet er gepleit worden voor de
instelling van bindende kwaliteitscontrole in de Nederland
se dameskousenindustrie en een daarmede verbonden duide
lijke labelling.
yERL ..EDEN jaar schreven wij iets over een Amerikaans zakenman, die bij aankoop van zijn peperdure
„Haute Couture" dameshoeden een teen-agerhoedje voor de dochter van de koopster zo maar puur
„cadeau" gaf. De man beoogde hiermee het dragen van hoeden te bevorderen. Immers, als de tiener
gewoon raakt aan het dragen van een hoed, zal zij zichzelf op latere leeftijd niet „gekleed" vinden zonder
een hoofddeksel.
Het ziet er naar uit, dat Mr. John succes heeft gehad, want dit jaar was zelfs zijn collectie „speciaal
ontworpen" kinderhoeden reeds enige weken voor Pasen uitverkocht..
Onlangs sprak ik de eigenares .van een Nederlandse hoedenzaak en ook zij vertelde mij, dat er dit
voorjaar veel hoedjes zijn verkocht aan meisjes van 14-16 jaar. Ook dameshoeden worden dit seizoen
vlot verkocht. Zij zijn er in allerlei grootte en van verschillend materiaal. De cowboyhoeden doen opgeld
evenals de cloches met opgeslagen rand. Zij, die de voorkeur aan een kleine hoed geven kunnen te
kust en te keur terecht. Vooral de hoedjes van Zwitsers stro zijn bijzonder mooi.
*7 IJ, die één of meer modeshows hebben gezien, zullen het met ons eens zijn, dat er niet zo heel veel
is veranderd en wij onze garderobe van verleden zomer met enige wijziging best kunnen dragen.
De mouwloze, rechte hemdjurkjes zijn bijzonder geschikt voor jonge meisjes en jonge, slanke vrouwen.
Zij, die handig zijn met naald en schaar, kunnen zo'n gevalletje in een middag maken. Deze jurkjes mogen
echter nooit slobberig, als een hobbezak zijn en een smal ceintuurtje of koord in afstekende kleur ver
hoogt het aanzien zeer. In zijden imprimé japonnen zagen wij mooie modellen met een bescheiden blou-
sende lijn. De sportieve, geheel of gedeeltelijk doorgeknoopte jurk heeft zijn plaats behouden, terwijl de
mantels rustig van lijn zijn.
TAT" AT de schoenen betreft kunnen wij constateren dat onze Nederlandse schoenenindustrie de mode op
de voet volgt. Er is voor aanstaande zomer schoeisel met bredere leest, ronder neuzen en steviger,
lagere hakken. In Holland zijn de schoenen niet half zo duur als bijvoorbeeld in Parijs. Dit geldt voor de
zgn. Chanel-schoentjes, elegante open-hiel modellen met kleine, slanke hak, waarop de draagster niet
wankelt of omzwikt zoals voorheen op de overdreven spitse naaldhakken. Om de voet een slank aanzien
te geven wordt de hak tegenwoordig zoveel mogelijk naar achteren geplaatst. De open-teen-modellen zijn
grotendeels verdwenen.
Wat de kleuren aangaat is er keus genoeg. Wie witte schoenen mooi vindt en het niet erg vindt dat
lichtgekleurde schoenen de voeten reuzegroot doen lijken, kan ze kopen. Daarnaast is er gelukkig het
nodige zwart, marine-blauw, bruin (voor de vrolijkheid), signaalrood, geel en een nogal gedekt groen.