MOED OM TE LEVEN Pasen .1964 VRIJDAG 27 MAART 1964 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van tand enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland I Frankering bij abonnement: Terneuzen 52e Jaargang No. 2724 „Maar in dit alles zijn wij meer dan over winnaars door Hem die ons heeft liefgehad." Rom. 8 37. D IJ de viering van het Paasfeest komen ons vrijwel geen voorstellingen te hulp zoals op 't Kerstfeest. De foto van de oude massieve kerk van St. Anna ter Muiden, waar het voorjaar voor de deur staat wil een beetje helpen. Toen Oscar de Milliano hem maakte, stonden de knoppen op opengaan, en het rook naar gras, dat na een winter bedwelmt als een parfum. De advertentiepagina's doen het eigenlijk veel doeltreffender: paaseieren, paashazen, bloesems, het bekende paasbest waarin de nieuwe confirmanten plachten en plegen te worden gestoken. Ze hebben alle hun zin. Toch: de bijbel is zo uiterst sober. Bij de geboorte van onze Heer ging zijn werk bin nen in de bedding van de geschiedenis. Nu wordt dit stroomgebied weer verlaten. Hij wordt verheerlijkt. De geboorte is om zo te zeggen een vertrouwelijk wonder. Door de eeuwen heen is het in miniatuur vervaardigd, uitgebeeld in hout en steen, in verf en leken spel. De opstanding is een vreemd wonder. Bij mijn weten heeft de industrie ook nimmer kans gezien om zich er meester van te maken. Men kan niet een opstandings-tegenhanger kopen van een kerststalletje typisch ook dat we hier het verkleinwoord gebruiken). Het lege graf is het enige wat de bijbel ons vermeldt, met als attributen een wegge- wentelde steen en doeken die overbodig zijn. Kan dat ons iets vertellen? Of willen we het niet zien? In de bioscoop begrijpen we, wat de regisseur bedoelt, als hij ons de scène voorzet van de lege kamer, zojuist vol men sen, of de loopbrug, nadat het oceaanschip is weggevaren. Op zichzelf hebben deze beelden geen kracht. Maar in het geheel van de film begrijpen en ondergaan wij de betekenis. Tl ET lege graf op zich vertelt ons niets. Maar in het geheel van de regie (zou den we bijna zeggenvan Gods werk predikt het een levensgevoel, zoals nog nimmer ver toond op onze planeet. De boer en de dood graver, zij begrijpen elkander zo wel, zij staan in hetzelfde verband. Zij weten van ondergang en groei, van beide wat, de een meer, de ander minder. Christus sprak van zichzelf en zijn werk als de korrel die in de vore valt om in een heerlijke overvloed op te staan. Die overvloed gaat niet buiten ons om. Het is om ons, en voor ons dat het alles gebeurde. In de Hei- delbergse Catechismus staat de ietwat neus wijze vraag: „wat nut ons de opstanding van Christus." Het behoedt ons voor veel ge theoretiseer buiten ons om. Het gaat God om ons, die gewend zijn te zeggen: in dit alles zijn wij meer dan gesjochten, in de steek gelaten, machteloos, we gaan voort van wankeling tot wankeling. Zelfs tot stilstaan ontbreekt ons de moed. TN de kerk van St. Anna gelijk in Aarden- A burg lieten oudtijds mensen zich begraven temidden van evenveel verdriet als nu. Maar op de wanden van hun graf stond geschilderd de hoop die in hen was: aan het hoofdeinde Maria met het Kind, aan het voeteneinde de Gekruisig de, aan weerszijden de heilige engelen zwaaiend met wierook vaten, en (denk ik er altijd bij) in hun hoofd de belofte van het nieuwe leven. Christenen zijn mensen die hun begrafenis al achter zich hebben. Soms zou je het niet zeggen. Toch is het zo. Door hem die ons heeft liefgehad. Bemind tot het laatste. Over de grenzen van dood en graf heen. Lof zij U Christus in eeuwigheid. Sluis-St. Anna, Ds. BALK.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1