-Bogaards"
Veel landerijen behoorden in deze omgeving tot
het klooster gedurende wellicht drie eeuwen. Na
men als St. Janshoek en St. Jans Heerenland komen
ter plaatse nog steeds voor.
Ónder toezicht van de kloosterbewoners had dan
een boer de leiding op de hoeve en in 1604 was dat
Ingel Gillisse, die ook in 1610 nog vermeld wordt.
Tot de bezittingen van het klooster behoorden
naast akkers ook boomgaarden en tuinderijen, die
hier in de Middeleeuwen reeds voorkwamen.
Door de Hervorming gingen deze kerkelijke goe
deren allengs over in andere handen. Eerst zoals
hierboven blijkt verkregen dikwijls adellijke fami
lies de eigendom, later ook meer en meer de ge
wone burgers (hier dus na 1700).
UIT DE TIJD VAN PERKAMENT EN GANZEVEER
Het oudste stuk wat ons bij dit speurwerk in
handen kwam was de „inventarislijst" van de Brede
Watering uit 1604. Dit geschrift, een vergeeld docu
ment in gotisch handschrift, geeft in een bepaald
jaar de grootte en de eigendom per parochie, per
„hoek" en perceel weer, zulks om de zeven jaar en
wordt „overlooper" genoemd. Op het eerste blad
daarvan stond in sierlijke letters vermeld:
OVERLOOPER DER PAROCHIE VAN
C ATTENDIJ CK
VERHEVENT EN OVERGESET VOOR
BAMISSE
ANNO XVLC ENDE ELVE. ANNO 1604
(Bamisse betekent St. Bavo. Mis 1 oktober).
Om ons nogmaals aan het geschiedenisboekje te
houden zij vermeld, dat we op 4 jaar na het jaar
van de Slag bij Nieuwpoort zijn genaderd (1600).
Dat wil dus zeggen dat precies 360 jaar geleden
op de plaats van „De Jonge Bogaards" een hoeve
stond, waarvan de naam, als ze die had, anders kan
zijn geweest, waarvan de opstallen veranderd, wel
licht herbouwd zullen zijn, maar waar geboerd werd
evenals hu. En.... waar paarden de wagens'trok
ken, de ploeg door de akkers deden snijden en het
graan werd binnengebracht.
EIGENAARS EN PACHTERS
De huidige bezitters der hofstede, die in totaal
omstreeks 40 hectare beslaat, wonen in België. Ook
in 1914 was deze familie, Lijsen genaamd, met een
in 1892, stond de boerderij ten name van L. A. P.
Eisen, nijveraar (industrieel) en E. M. F. A. Huys-
man, grondeigenaar. Bij verder naspeuren bleek dat
de hoeve met bijbehorende gronden in 1870 voor
het eerst in Belgisch bezit kwam. Toen* kocht voor
ruim 40.000,Petrus Joannes Antonius Eisen,
mm
van Kapelle.
pt door de moestuin en tussen
door.
1731 Hermes de Waayer's Weduwe, in 1724 Hermes
de Waayer.
Tussen 1724 en 1731 is laatstgenoemde overleden,
vermoedelijk in 1728, omdat toen bepaalde per
celen te Kapelle-Biezelinge overgingen op de boven
vermelde Pieternella de Waayer.
Deze was een dochter van Hermes de Waayer
en echtgenote van de la Rue. Een dochter uit dit
huwelijk trouwde met Leendert Paardekooper,
waarmede dan verklaard is hoe deze van omstreeks
17701790 als eigenaar der hofstede kan zijn aan
gemerkt.
In 1710 zien we hoe hofstede en landerijen in
bezit zijn van de erfgenamen van Robbert van
Schulperoort. In 1696 wordt genoemd Vrouwe van
Schulperoort en ergen.
Dan staat er in 1690 als eigenaresse genoemd
Robbert van Schulperoort's Weduwe en dit is ook
in 1682 het geval.
Nog veertien jaar vroeger, in 1668 behoort de
hofstede aan Jonkvrouwe Elisabeth van Schuylen.
Ook in 1653, 1646 en 1639 behoort ze toe aan deze
familie van Schuylen.
Hoe diep we al in de geschiedenis teruggegaan
zijn, spreekt misschien tot de verbeelding wanneer
we in ons geschiedenisboek zien, dat in dat laatste
jaar Maarten Harpertsz. Tromp de tweede Spaanse
Armada bij Duins versloeg.
Het is omstreeks deze jaren en nog daarvoor
dat inzake de eigendom van hoeve en landerijen in
de Vijf Gemeten Hoek te Cattendijke zowel als
elders zich grote veranderingen voltrokken.
Vanaf 1632 nog teruggaande tot 1604 zien we
namelijk dat de hofstede in het bezit was van de
St. Jans Heeren, van de kerkelijke overheid dus, die
een klooster beheerde, dat iets noordelijker aan de
Zandweg naar Wemeldinge lag. Reeds in de 14e
eeuw moet dit klooster hebben bestaan, doch in
1594 was het onbewoond geraakt.
NET ALS NU
Want van Ingel Gillisse toen, 3Vs eeuw ge
leden naar Jan Burger van nu, is in één opzicht
toch niet zo'n heel grote stap.
De huidige pachter is namelijk een paardelief-
hebber bij uitstek. Waar kan men, zoals om zijn
hofstede nog 7 paarden (jong en oud) bijeen zien
in één en dezelfde weide?
Hier is dat het geval. Paarden leveren er naast
machines nog steeds een deel van de benodigde
trekkracht. En de heer Burger heeft het ons toe
vertrouwd. Met paarden omgaan, elk jaar een paar
veulens opkweken, dat is zijn grote hobby. Hij zal
dat blijven doen, zolang er in de handel nog wat
mee te verdienen is enzonder dat vrij zeker
ook nog.
En als straks alles rondom „De Jonge Bogaards"
in wolken van bloesem staat zal dat zijn zoals het
altijd was, meer dan drie eeuwen lang.
NAWOORD
We hebben soms met wat moeite de
gegevens over en rond deze hofstede ver
zameld, maaropnieuw met groot ge
noegen.
Ze zouden verder uitgewerkt kunnen
worden, we hadden nog dieper kunnen
graven en er zou zeker nog veel interes
sants tevoorschijn kunnen komen. Dat zou
echter meer tijd kosten en nog meer be
reidwilligheid vergen van de ambtenaren
der secretarieën van Kattendijke, Kapelle
Wemeldinge, van het Kadaster en 't Rijks
archief te Middelburg en van de Brede
Watering te Goes, aan wie we menen by-
zondere dank verschuldigd te zijn.
Goes, maart 1964.
v. YSSELDIJK.
eland
de lengteas daarvan. Iets voor en opzij van. de
woning ligt dan nog de „Bakkeet".
In dit woonhuis bevindt zich de hoofdingang in
de korte voorgevel, die van enkele trapjes is voor
zien. Er moeten zich in de woning nog wel oude
tegels bevinden, doch deze zijn volgens de bewoner
door interne verbouwingen weggewerkt, mogelijk
achter andere materialen zoals hout en behang.
Ondanks moderniseringen is dit huis, vooral van
voren gezien mét de twee oude lindebomen ervoor,
nog buitengewoon goed passend op dit eeuwenoude
bedrijf.
koopman, deze boerderij, die dus tot op heden in
Belgische handen is gebleven.
De huidige-pachter, de heer Jan Burger, deelde
ons mede, dat ook zijn vader, Bastiaan Burger, de
hoeve lang heeft bewoond. Laatstgenoemde werd
geboren op 2 september 1862, trad in het huwelijk
in 1889 en pachtte het bedrijf, zodat thans bijna 65
jaren deze familie op „De Jonge Bogaards" is ge
vestigd.
Bastiaan Burger had als pachter opgevolgd
J. Westrate, die er van 1883 tot 1890 woonde. Zijn
voorganger was A. de Jager, die pachter was vanaf
het jaar 1870 (toen de hoeve Belgisch eigendom
werd) tot en met 1882. Hij vertrok naar Wolphaarts-
dijk.
,De vorige eigenaar, tevens bewoner, vóór 1870,
was Marinus Zandee. Wij kwamen hem voor het
eerst tegen in 1815 (het jaar van de Slag bij Water
loo). Hij was toen nog niet zo lang eigenaar van de
verwante familie Eisen, eigenares. Eerder, en wel
hofstede, doch ook in 1832 stond ze nog op zijn
naam.
Zoals we al eens hebben opgemerkt is de over
gang van woning aan schuur naar vrijstaande wo
ning geleidelijk toegepast, naar men aanneemt voor
het eerst in het begin van de 17e eeuw. Het voor
komen van brandgevaar en minder overlast van
ratten en muizen zijn waarschijnlijk de voornaam
ste redenen tot deze scheiding geweest.
Een mooi voorbeeld van de eeuwenoude Zeeuwse landbouwschuur.
het boerenerf.
Hij was gehuwd met Janna Foortse van der Vliet
uit Kapelle, die lang na zijn overlijden op de hof
stede bleef, waarschijnlijk hertrouwde, haar tweede
echtgenoot eveneens overleefde en in 1870 de hoeve
in andere handen deed overgaan.
Vóór Marinus Zandee staat in 1808 Pieter
Sonke als eigenaar in de archieven genoemd en in
1801 was dat Boudewijn Jsse de Corne, terwijl van
af 1773 tot 1787 Leendert Paardekooper Azn. als zo
danig te boek staat.
Het is boeiend de lijst van eigenaren steeds ver
der terug te volgen en zo vonden we in 1766 een
zekere Pieternella de Waayer, in 1759 Adriaan van
Druinen, in 1738 eveneens Adriaan van Druinen, in