MACHINAAL DUNNEN Mechanisatie Suikerbietenteelt VRIJDAG 2 7 MAART 1964 295 In combinatie met het gebruik van eenkiemig bietenzaad, de preci- siezaaimachine en chemische on- kruidbestrijding, verdient het ook aanbeveling om op een juiste en efficiënte wijze het machinaal dun nen van het bietengewas te verzor gen. Dvor Ir. Af. A. van der Beek, de onderzoeker van de voorlich tingsdienst in Zeeland, zijn een aantal belangrijke punten en een rekenvoorbeeld opgesteld. Op de landelijke voorjaarsdemonstratie suikerbietenteelt te Rilland op 20 en 21 mei a.s. zal, naast hetgeen in de voor gaande artikelen is medegedeeld, ook aandacht worden be steed aan het machinaal dunnen en het hierop volgende aanvullend handwerk. Daartoe zal ernaar worden gestreefd dit onderdeel van de demonstratie te#laten bestaan uit de volgende objecten: 1. Ongeveer 10 dagen voor de demonstratie machinaal dun nen tot circa 14®/o bbd 14 planten per 2,50 m). Het aanvullend handwerk bij dit object zal ongeveer 5 dagen voor de demonstratie worden uitgevoerd, zodat tijdens de demonstratie de eindstand van het gewas is te zien. 2. Circa 5 dagen voor de demonstratie machinaal dunnen tot 14 bbd met het aanvullend handwerk op de dagen van de demonstratie zelf, zodat de bezoekers het uitvoeren van dit handwerk kunnen zien. 3. Een strook, die uitsluitend machinaal zal worden gedund. 4. Machinaal dunnen, tot circa 14 bbd door enkele merken en 4ypen dunmachines. Velen zullen zich misschien afvragen of de huidige ont wikkeling bij de verzorging van suikerbieten precisiezaai- machine, chemische onkruidbestrijding nog mogelijkheden laat voor machinaal dunnen. Op grond van meerjarige proef veldresultaten, praktijkproeven en resultaten op een aantal landbouwbedrijven, kan deze vraag beslist bevestigend wor den beantwoord. Juist indien wordt gezaaid met precisiezaai- machines, wat de mogelijkheid geeft van een regelmatige beginstand met een groot aantal alleenstaande planten, kunnen met machinaal dunnen de beste resultaten worden bereikt. Daarnaast is, met name bij onderzoek ih het zuidwestelijke kleigebied, ge bleken dat ook wanneer met succes een langwerkend chemisch middel is toe gepast, machinaal dunnen toch nog een aanzienlijke vermindering van het ^handwerk met zich bracht. Door van beide mogelijkheden gebruik te maken, kan een zeer grote arbeidsbesparing worden verkregen, ongeacht de wisselende weersomstandigheden van jaar tot jaar. De belangrijkste doelstellingen met machinaal dunnen zijn: het verkrijgen van een zo groot mogelijke arbeidsbesparing en de mogelijkheid tot spreiding van het op het machinaal dunnen volgende handwerk. Globaal kan worden gesteld, dat dit handwerk gespreid kan worden over een maand, met behoud van de arbeidsbesparing. Hierdoor is het mogelijk per arbeidskracht, afhanke lijk van de omstandigheden van het bedrijf, 5 tot 10 hectare bieten te verzorgen. Daarnaast kan het machinaal dunnen bijdragen tot verminderen van het op komstrisico, doordat bij precisiezaai een ruimere afstand dan 5 cm niet nodig is. Tenslotte levert de dunmachine een positieve bijdrage tot de onkruidbestrij ding. Ook grotere onkruiden, zoals wortelonkruiden, kunnen er voor een gedeel te door worden vernietigd. Bij machinaal dunnen is naast het gebruik van een dunmachine als zodanig ook de werkwijze van grote betekenis. HET GEBRUIK VAN DE DUNMACHINE Dit aangaande wordt volstaan met het memoreren van de volgende punten: 1. Een goede vlakke ligging van het land. 2. Dunnen met een gering aantal slagen, 4 tot 5 per meter; wordt met pennen gewerkt en is de stand van het gewas vrij dik, dan kan het aantal slagen worden opgevoerd tot circa 6 per meter, ook wanneer met twee pennen per element wordt gewerkt. 3. Bij de opeenvolgende bewerkingen kan het nuttig zijn in tegengestelde rich ting te rijden. 4. Een werkingsdiepte aan te houden van ongeveer 1 cm. Te diep afstellen doet de dunintensiteit ongewenst toenemen; indien te ondiep, worden de planten er niet goed uitgeslagen. 5. Voorafgaande aan iedere bewerking op enkele vaste plaatsen verspreid over het perceel, b.v. 5 x 10 meter, tellingen uitvoeren ter bepaling van het pïant- aantal, zdöat de gewenste dunintensiteit kan worden ingesteld. 6. Gelijktijdig met de machinale dunbewerkingen moet worden geschoffeld. Op deze wijze vraagt het machinaal dunnen geen extra trekkeruren. DE WERKWIJZE Zodra de planten het gestrekt kiemplantstadium hebben bereikt, kan een bewerking met twee pennen per element worden uitgevoerd. Deze bewerking heeft vooral tot doel de grond in de rij losser te maken en eventuele korst- vorming tegen te gaan. Tevens kan veel kiemend zaadonkruid worden ver nietigd, wat vooral van belang kan zijn indien chemische onkruidbestrijding achterwege is gelaten. Nadat de planten twee echte blaadjes hebben, kunnen intensievere dunbewerkingen met mesjes worden uitgevoerd. Hierbij is het mogelijk met één zo'n bewerking het gewas tot de gewenste stand, b.v. 14% bbd, terug te dunnen. Zeker is dit nodig indien het handwerk spoedig volgt. Wordt het handwerk pas enkele weken later uitgevoerd, in casu op een ander gedeelte van het perceel, dan kan het terwille van het onkruid nuttig zijn het terugdunnen tot de gewenste stand te verdelen over twee mesbewerkingen, met een tijdsinterval van zeven tot tien dagen tussen de beide bewerkingen. De rijendunner in aktie Voorts moet als richtlijn worden aangehouden, dat mesbewerkingen niet later mogen worden uitgevoerd dan het tijdstip waarop de planten vier tot zes echte blaadjes hebben. Om nader aan te geven hoe de gewenste dunintensiteit kan worden be rekend en verwezenlijkt, is het onderstaande rekenvoorbeeld opgenomen. Verondersteld is een beginstand van 30% bbd. Voorts wordt er van uit gegaan dat uit een oogpunt van arbeidsorganisatie- en onkruidbestrijding het gewenst is op verschillende tijdstippen en dus met een verschillend aantal bewerkingen machinaal terug te dunnen tot 14 bbd. De hier toegepaste be rekening geldt alleen voor machines die werken volgens het slingerprincipe, zoals bij de Vicon-Steketee en de Sieling. Beginstand 30 bbd terug te dunnen tot 14 bbd. a. in 2 bewerkingen: 1 x pennen, 1 x mesjes b. in 3 bewerkingen: 1 x pennen, 2 x mesjes Aangenomen is dat met een pennenbewerking (2 pennen per element) 2% bbd wordt verwijderd. Ad a. 30 bbd 1 x pennen 2% bbd blijft: 28% bbd M.b.v. 1 -mesbewerking moet dit aantal warden teruggebracht tot 14 bbd. M.a.w. er moet 14% bbd worden verwijderd; dit is 14/28 x 100% 50%. Dit is te verwezenlijken met: 1 mesje 6 cm bij 4V4 slag (50 2 mesjes 3 cm bij 4V4 slag (50%) 2 mesjes 2,7 cm bij 4'A slag (49,1 en bij 4% slag (51,4 Ad b. 30% bbd 1° bewerking met pennen 2% bbd t blijft: 28% bbd De resterende 28% gelijk verdelen over de 2 mesbewerkingen. 2° bewerking met mesjes: uitgangsstand 28 bbd terugdunnen 21 bbd te verwijderen 7 bbd 25 (7/28 x 100 Dit is te doen met: 1 mesje 3 cm bij 4V4 slag (25%) 2 mesjes 1,5 cm bij 4'A slag (25 1 mesje 2,7 4- 1 pen 0,5 bij 4 slagen (25,6 3° bewerking met mesjes x uitgangsstand 21 bbd terugdunnen 14 bbd te verwijderen 7 bbd 33.3 (7/21 x 100 Dit is te doen met: 1 mesje 3 cm plus 1 pen 0,5 cm bij 4V4 slag (29,2 1 mesje 3 cm plus 1 pen 0,5 cm bij 4% slag (33,3 2 mesjes 1,7 cm bij 5 slagen (34%) Het aantal slagen geldt per meter. Een slag bestaat uit één heengaande en één weergaande beweging. Door het aantal per meter met 2 te vermenigvuldi gen weet men hoeveel maal een pen of mesje per strekkende meter de r\j pas seert. Dit laatste getal is tweemaal zo hoog wanneer gewerkt wordt met 2 pennen, c.q. met 2 mesjes per element. (Zie verder pag. 298)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 17