Voor de Vrouw van het platteland Onze tijd en zijn problemen onkruidbestrijding met 'REGLONE' 277 DIQUAT spuiten tot aan de opkomst van het gewas Dosis 3 ltr/ha I.C.I. (HOLLAND) N.V. ROTTERDAM V R IJ D A G 2 0 MAART 1964 MVA ULLMYd.IH JUKIMO MEVR. L. N. HIJIJSMAN-GRIET' IIET bestuur van de afdeling Zeeland van de Neder- landse Bond van Plattelandsvrouwen kan heel tevre den zijn over de jaarlijkse kaderdag, die vorige week voor bestuursleden van plaatselijke en regionale afdelingen werd georganiseerd. Het valt niet mee om telkenjare een pak kend onderwerp te vinden, waardoor zij naar Goes getrokken worden en waaraan zij ook Iets hebben voor hun werk in de afdelingen. De bijzonder grote opkomst bewees, dat het bestuur een goede keuze had gedaan. In haar openingswoord mocht de presidente, mevr. D. KugelSwaart, in de eerste plaats ons ere-lid mevr. S. C. de Casembroot—baronesse Van der Feltz heel hartelijk wel kom heten. Vervolgens sprak zij er haar vreugde over uit, dat Ds. H. M. Strating zich in dit grote damesgezelschap had gewaagd om te spreken over „bestuursprobleem van deze tijd". Op zijn bekende vlotte wijze behandelde de spreker dit onderwerp en begon met ons „vanuit deze tijd" de proble men te laten zien. IIOQR de veranderingen, die zich in een razend snel tempo voltrekken is ons leven gangs an ders dan dat van onze ouders en grootouders. Hun leefwijze stond dichter bij die van de Romeinen dan "bij de onze. Gedurende vele eeuwen was het paard het snelste vervoermiddel, nu leggen straal jagers honderden kilometers per uur af. Vele jon geren kunnen het begrip „een. uur gaans" niet eens meer goed bevatten, omdat zij denken aan een zich sneller verplaatsen. Wij zijn Europees, zitten in de E. E. G., maar velen zijn in hun den ken nog teveel nationaal om met al het nieuwe mee te kunnen. De opening van het platteland gaat in een snel tempo. De stedeling denkt dat de boer vandaag de dag nog dicht bij de natuur leeft, doch in werkelijkheid is het wezenlijke ver schil tussen "Stad en platteland voor een belangrijk deel vervaagd. Zelf gaan wij er ook nog teveel van uit, dat er grote verschillen zijn. En is dus geestelijk nog niet zo ver als de situatie in wer kelijkheid is. Dit roept bepaalde spanningen op. De gevolgen zijn te merken in de functie van het dorp, dat zijn bindende 'taak verliest. Hierbij treedt onherroepelijk een verzwakking van de tra dities op. Het gevolg is, dat de mensen vaak niet zo heel veel over hebben voor de vereniging, waarvan zij lid zijn. Vroeger was een verenigings avond op het dorp het enige uitje wat de mensen hadden. Nu is het isolement doorbroken en is de wereld zelf in de huiskamer gekomen. Kinderen van de lagere school zijn via T.V. vertrouwd ge raakt met De Gaulle, Ehrhardt, Coen Moltfn en Pieters Graafland. Geen wonder dat er spannin gen ontstaan tussen de programma's van de ver enigingsbesturen en de wensen van de leden. Doch er zijn volgens spreker nog wel een aan tal remedies om de vereniging haar bindende kracht te laten behouden. Zo kan er in kleine kringen groepswerk worden gedaan, dat later weer in de vergadering wordt teruggebracht. Wanneer men de gewone leden een stuk verantwoordelijk heid geeft, kan dit een vereniging zeer ten goede komen. Het bestuur behoeft niet alles zelf te doen. Als de leden by het werk worden betrokken, heb ben zij het gevoel echt by de vereniging te horen. Ds. Strating vertelde in verband hiermee van een bezoek, dat hy eens aan een grote fabriek had ge bracht. Het had hem getroffen, dat iedere arbei der, die b.v. in de kantine een kop koffie mocht Sian drinken onmiddellijk vervangen werd, zodat e arbeider het gevoel kreeg voor dat bepaalde werk, hoe eenvoudig ook, onmisbaar te zijn. Zijn verbondenheid met het bedrijf werd hierdoor ver groot, alsmede zijn gevoel van eigenwaarde. Spreker stond ook stil bij de grote veranderin gen, die Zeeland momenteel doormaakt. Het roer is definitief omgegooid en de plattelandsvrouwen kunnen zich niet veroorloven hierbij achter te blijven. Onze provincie moet voor een belangrijk deel gaan leven van industrie en recreatie. De spanningen, die hierdoor ontstaan zijn merkbaar in ieder huisgezin. Misschien dat op de vergaderingen het speelse element nog teveel ontbreekt. Wij zijn wat stug en komen moeilijk op gang, maar laten wij niet vergeten, dat „samen spelen" ook „samen spreken" betekent. In het buitenland, met name in Enge land heeft men dit reeds lang begrepen en betrekt men b.v. gedurende een half uur alle leden by een bepaald spel. Na de inleiding van Ds. Strating gaf de prov. secretaresse, mej. A. v. d. Leeden een aantal raad gevingen op praktisch terrein. Zij wees o.m-. op de voorlichting via eigen communicatiemiddelen op het gebied van woninginrichting, kleding, tafel dekken en dienen. Zy deed voorts de suggestie een cursus maatschappijleer te organiseren. Onder leiding van mej. v. cT. Leeden deden de dames tenslotte een „ganzenbordspel". Dit was een opdrachtenspel, dat in groepen werd uitge voerd. De voorbereiding zal enorm veel werk ge vraagd hebben, doch het resultaat was de moeite waard. Er werd met animo gespeeld, er is veel en hartelijk gelachen. Al met al een zeer geslaag de, leerzame dag met een slot, dat ongetwijfeld onze gezondheid ten goede komt. Immers een oud spreekwoord zegt: „Vrolijkheid houdt de dokter van de vloer." Volgende week verschijnt weer een hele pagina voor de vrouw. Prof. Ir. J. HUDIG NEEMT AFSCHEID VAN ÏIET KALKBUREAU Ondanks hoge leeftijd (84 jaar) nog steeds een actief speurder Prof. Ir. J. Hudig heeft zijn bestuursfunktie bij de Stichting Nederlands Landbouw Kalk Bureau neergelegd. Echter niet om nu rustig te gaan leven. Neen, zeker niet. Ondanks zijn 84-jarige leeftijd werkt hij nog steeds in zijn eigen laboratorium aan zijn woonhuis in Zeist. Hij blijft naarstig speuren VOLGENS Prof. Hudig is niet alleen de stikstof de alles beheersende fac tor bij de vorming van eiwitten, maar ook de fosfor. De verhouding waarin fosfor en stikstof aanwezig zijn, beslist over de harmonische groei. De kalk is daarbij onmisbaar omdat deze het transport van de fosfaat regelt. Prof. Hudig kwam tot deze'ontdekking na bestudering van de eiwitvorming in de plant. Dit onderwerp heeft thans zijn speciale aandacht. Hij acht het een moeilijk punt om de nieuwe inzichten over de toediening van meststof fen in de huidige tijd van arbeidsschaarste toe te passen. Dit kan alleen met mechanische hulpmiddelen maar deze bederven vaak de structuur van de grond. Men zal de grond dan restistenter moeten maken tegen structuur- bederf. Dit kan door de groenbomesting algemeen toe te passen en door een juiste kalktoestand te handhaven. Kalk heeft nog een andere funktie bij de plantenvoeding. Het heeft de bo- demkundigen steeds weer getroffen dat kalk bij de van nature vruchtbare gronden in geadsorbeerde vorm steeds de overhand had boven Na en K. Bij een Ca-bezetting van 85% past een Na van 3%, K van 4% en een Mg-bezet- ting van 4 Het H-ion bezette dan 4% van het complex. Dit bleek ook bij proeven de beste verhouding te zijn. „Bestudering van de eiwitvorming in de plant heeft ons geleerd wat daar van de oorzaak is. Voor het transport van het fosfaat spelen de basen Na en K n.l. een grote rol, waarbij het Ca-ion de zaak regelt en de foutengrenzen bepaalt." Prof. Hudig meent dat het schematisch gebruik van mengmeststoffen tegen de draad in gaat. Ook met het schematisch toepassen van grondonderzoek gaat het de verkeerde kant uit. Men vergeet dat laboratoriumonderzoek zon der veldonderzoek en klinische kennis een even pover effect heeft als een laboratoriumonderzoek bij een medische behandeling zonder dat men de pa tiënt ziet. Aldus Prof. Hudig. Het zou ons te ver voeren om Prof. Hudig bij zijn afscheidsrede op de voet te volgen. We hopen echter dat hij nog in staat zal zijn de in de laatste jaren vergaarde kennis in een boek vast te leggen en wensen hem nog een lang en goed leven toe. naar het hoe en waarom van de plantenvoeding. En niet alleen in het labo ratorium, ook de resultaten van de veldproeven interesseren hem nog sterk. Hij is nog steeds de man, die wetenschap en praktijkervaring weet te com bineren. In zijn afscheidsrede als bestuurslid varr het Kalkbureau gaf hij daarvan opnieuw blijk. „In mijn werkzaam leven als klinisch onderzoeker, die van de praktische ervaring uitgaat, heb ik menig verschijnsel ontmoet, dat nog steeds op een verklaring wacht. Dit omdat óf de wetenschap nog,niet ver ge noeg was gevorderd, óf omdat er te weinig tijd was om de overstelpende hoeveelheid literatuur eens rustig na te gaan". Die tijd heeft prof. Hudig nu en hij gebruikt die nuttig. Een aanbod van de Nederlandse Suikerindustrie om zijn nieuwe gegevens in boekvorm uit te geven, heeft hij dankbaar aan vaard. Prof. Hudig verwerpt de voorraadtheorie. Hij meent dat men de grond niet als provisiekast moet gebruiken, maar na een juist evenwicht te hebben be reikt, jaarlijks moet toevoegen wat het gewas nodig heeft. Hij is daarom ook een groot voorstander van een regelmatige onderhoudsbekalking nadat de kalktoestand eerst op peil is gebracht. Eerst evenwicht scheppen en dan regelmatig aanvullen, zo moet het met alle voedingsstoffen zijn. Steeds moe ten de voedingsstoffen in omloop zijn. Zijn ze eenmaal vastgelegd, dan is hun werking grotendeels verloren. Groenbemesterszijn zo nuttig omdat zij de voedingselementen opnemen en weer afgeven. Een verse bemesting werkt beter dan een reeds eerder toegediende meststof. Van belang is dat de voe dingsstoffen reeds in voldoende mate bij de ontwikkeling van de kiemplant aanwezig zijn. Dan wordt de basis voor het gewas gelegd. (Adv.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 21