EN PRECISIEZAAIEN MAAND AART HET :UWSE )B0UW iDRIJF 245 Door DE HOND, V. D. - Goes VRIJDAG 13 MAART 1964 Precisiezaaimachïne met iljenspuit voor de onkriiidbestrijding-. Iedere gebruiker van één van de hierboven genoemde merken precisiezaai machines kan dus zien wat er met de beproefde schijven en bandjes bereikt is en naar die resultaten zijn keus maken. Behalve op een juiste verhouding cel zaadtoevoer moet ook nog gelet worden op het volgende: 1. Al naar het merk zaaimachine verlaagt een verhoging van de rijsnelheid de celvulling en de regelmaat van de verdeling. Rijd daarom niet te hard. Wees vooral voorzichtig in die gevallen waar in de tabel is aangegeven dat er te weinig zaad verzaaid s. 2. In die gevallen waar de afstand tussen de zaden in de rij wordt geregeld door de draaisnelheid van de schijven eisen afstanden kleiner dan de in onze proeven aangehouden 5 cm een lage rijsnelheid. Dit wil niet zeggen dat bij grotere afstanden sneller gereden kan worden. 3. Door slip zowel op de grond als In de machine wordt de afstand tussen de zaden groter dan waarop ingesteld werd. Men houde daar rekening mee Het ligt in de bedoeling om, wanneer de aanpassing volledig is, de band jes, bodemplaten en schijven van dezelfde letter te voorzien als die van het bij behorende zaadtype. De verschillende zaadtypen alsook de verdelingsbeelden van verschillende zaaimachines zullen op de voorjaarsmechanisatiedemonstratie die in de tweede helft van de maand mei in de Bathpolder zal worden gehouden te zien zijn. Met de Tank zijn geen draaiproeven als met de andere machines verricht. De aanwijzing is gebaseerd op beoordeling op het oog op een lijmband. Indien men bij deze machine niet beschikt over de schijf SH 1005 speciaal, kan ook met SH 1005 een redelijk resultaat verkregen worden met B-zaad door de rubber afstrijkrol wat dieper te stellen. Dit is een kwestie van proberen en tijdig vervangen van de afstrijkrol daar deze nogal aan slijtage onderhevig is en dan niet goed meer werkt i een preclsiezaaimachine met ist geplaatste zaaischijf. weldra aanbreekt waarop 'ten in Nederland zullen aid, is het goed om kennis n een aantal adviezen die na van het Instituut voor ikerproduktie te Bergen op samengevat. Zaad type Bandjes en schijven B 14x/6 (5.5 mm) Bodem plaat S gaf 10 te wei nig zaad: niet te hard rijden. 15(5.9 mm) Bodem plaat B D 17 (6.6 mm) Bodem plaat C. B 5.33.0 mm C 5.33.0 mm (gaf 10 te weinig zaad: niet te hard rijden!) C 5.33.5 mm. D 5.3—3.5 mm (gaf 10% te weinig zaad: niet te hard rijden!) B 4.9_3.4 mm - C 5.4—3.4 mm' P 5.43.4 mm Deze afwijkingen komen grotendeels voort uit wan verhoudingen tussen zaad en verdeelcellen Zolang men probeert het zonder dunmachine te redden en met behulp van weinig tot zeer weinig zaaizaad een dunne stand te krijgen is een zeer grote nauwkeurigheid vereist om niet al direct na de opkomst een gewas met gaten te hebben. Ook voor het werken met een blinde dunmachine is echter een grote mate van regelmatigheid en precisie bij de zaai noodzakelijk. Het advies luidt om de afstand tussen de zaden in de rij niet groter te kiezen dan 5, hoogstens 6 cm. Men kan echter beter bewust een bepaalde ruime af stand in de rij kiezen en die ook inderdaad verwezen lijken door nauwkeurig zaaiwerk dan te speculeren op het verkrijgen vjan een open stand door onvolkomenheden en afwijkingen in de precisiezaaimachines en het pre- cisiezaad. 7. Ofschoon er naast de verhouding cel - zaad nog andere invloeden zijn die de hoeveelheid verzaaid zaad en de verdeling daarvan bepalen, met name de rijsnelheid, zijn er inmiddels met de meest voorkomende machines draai proeven verricht om na te gaan welke schijven en band jes het beste bij zaad van de typen B, C en D passen. Helaas was de tijd te kort om van volledige aanpassing te kunnen spreken. Nu het zaad echter genormaliseerd is, moet verdere aanpassing gezien worden als een kwestie van tijd. Alle draaiproeven zijn genomen bii een rijsnelheid van 3.6 km /uur met uitzondering van de Stanhay en de Webb met afzonderliike aandrijving van de elementen waar de snelheid 3.2 km/uur bedroeg. De beoogde afstand tussen de zaden in de rij bedroeg 5 cm. Oo grond van de resultaten van deze draainroeven is de volgende tabel samengesteld. In alle gevallen zijn de maten van de gaten aangegeven, omdat deze niet altijd klompen met de ongave van de fabrikant. Daarom is het niet alleen gewenst maar zelfs noodzakelijk de afmetin gen zelf te meten met behulp van de schuif- en steek- maat. Zaad Merk zaaimachine type Bandjes en schijven Kleine B HR 5.03.5 mm 39 cellen schijf C HR 5.0—3.5 mm (10% te weinig zaad: niet te hard rijden!) C R 5.34.2 mm D R 5.3—4.2 mm (10% te weinig zaad: niet te hard rijden!) Tank B SH 1005 spec. 5.0—4.0 mm. 320 cellen schijf C SH 1005 5.0—4.7 mm. D SH 1005 5.0—4.7 mm. Webb afz aandrijving B 4.64.5 mm. 42 cellen schijf C 5.05.0 mm. D 5.0—5.0 mm (15% te weinig zaadniet te hard rijden!) centr. aandrijving B 4;G—4.5 mm (10% zaad te veel) 54 cellen schijf C 5.05.0 mm (10 zaad te veel). D 5:05.0 mm. konservenrassen zij men echter voorzichtig, terwijl bij deze middelen geen graszaad of karwij kan worden ingezaaid. Mits tijdig toegepast op klein onkruid blij ken echter ook de kleurstoffen uitstekend bruikbaar. DNOC vlak voor of Ivosit kort na de opkomst gevolgd door een DNBP-be- bandeling in later stadium is de meest juis te methode. Er kan dan ook rustig karwij of gras worden ingezaaid. Bieten. De precisiezaaimachines zijn in Zeeland goed vertegenwoordigd. Toch zal er ook nog wel een gedeelte van de bieten met een normale machine gezaaid worden.. Met een goed afgestelde zaaimachine en mono- germ zaad kunnen ook redelijke resultaten verkregen worden. Elke pijp dient afzonderlijk gekontroleerd te worden op de hoeveelheid zaad die ver zaaid wordt. Het kan voorkomen dat de ene pijp 2040 meer of minder verzaait dan een andere pijp. Voor een regelmatige stand van de bieten dient niet harder dan 34 km per uur ge reden te worden. Aangezien de verpleging van de bieten ar beidsintensief is en de arbeid schaars wordt, zullen dit jaar veel boeren de bieten laten zaaien met een precisiezaaimachine waar mede gelijktijdig de rijen bespoten kunnen worden tegen onkruid. Daar een onkruidbestrijding in bieten zeer duur is, zal veel gebruik gemaakt worden van een rijenbespuiting. Hiermede wordt 2/s op het middel bespaard. Met welke middelen u de beste resultaten kan berei ken hangt van de grondsoort en van de on kruidsoorten af. Voor rijenbehandeling zijn op de zwaardere grond de produkten die endothal -f IPC be vatten het meest geschikt. Op uitgesproken kamillepercelen is echter het goedkopere middel Prebetox zeer zeker op zijn plaats. Waar vóór opkomst al flink onkruid ver wacht wordt, kan Trixabon, Beetalon of AAbitoxan gebruikt worden. Dit zal meest al op lichtere, vochtopgevende grond het geval zijn. Met welk middel te spuiten en de hoe veelheid van de middelen op diverse grond soorten is uitvoerig beschreven op pagina 71 van het Zeeuws Landbouwblad van 24 januari 1.1. Diegenen die het spuiten te duur vinden en ook een grote oppervlakte bieten willen verplegen met zo weinig mogelijk arbeids uren, kunnen goede resultaten behalen door mechanische bewerking. Onkruid moet men verdelgen als het nog niet boven staat. Met een goede onkruideg kan zeer veel onkruid vernietigd worden. Door het land 4 a 5 dagen na het zaaien te eggen, kunnen reeds veel kiemende on kruiden vernietigd worden. Zodra de bieten boven staan kan weer geëgd worden. De bieten die het laatst opéén gezet- worden, kunnen nog een keer geëgd worden. Na het opéénzetten kunnen de bieten ge lijktijdig met het schoffelen nog 2 keer ge- egd worden. Wanneer geëgd wordt zonder te schoffelen mag niet harder gereden wor den dan 3 a 4 km per uur. Bij deze methode kunt u. mits goed weer, enorm veel onkruid vernietigen. Diegenen die een rijendunner bezitten en deze goed afstellen, kunnen hiermede zeer goede resultaten bereiken. Zie artikel van Ir. M. A. van der Beek op pagina 73 van het Zeeuws Landbouwblad van 24 januari 1.1. Pootaardappelen. De poterbewaarplaatsen dienen uitgerookt te worden om de blad luizen te bestrijden voor deze via de kiemen de virusziekten kunnen overbrengen van de zieke op de gezonde knollen. Verder dient er voor gezorgd te worden dat de kiemen kort en stevig worden, zodat gemakkelijk en zonder bezwaar mechanisch gepoot kan worden. Denkt vooral ook aan de beluchting van de bewaarplaatsen. Bestrijding van onkruid. De onkruidbestrij ding in zomergraan dient evenals in winter tarwe vroeg te gebeuren. De onkruiden zijn dan nog klein en kunnen gemakkelijk bestreden worden met DNOC. Daarna kan dan nog met een onkruideg geëgd worden. Bij zomergerst kan dan nog tot het gewas drie blaadjes heeft een groen bemestingsgewas ingezaaid worden. Klein hoefblad is een zeer lastig en ook een moeilijk te bestrijden onkruid. Men dient met de bestrijding te beginnen tydens de bloei in het vroege voorjaar. Zodra de gele bloempjes op het land of aan de sloot kanten en wegbermen zichtbaar worden, kunnen deze al goed bestreden worden met een halve dosis MCPA. Hierdoor wordt zaadvorming en dus uitbreiding voorkomen. Grasland. Het grasland verdient weer extra aandacht. De molshopen dienen ge spreid te worden. De afrastering moet in orde gebracht worden. Indien de bemesting nog niet gegeven is, dan wordt het wel tijd om dit spoedig te doen. (Zie verder pag. 247.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 13