KNLC MAURITSPLEIN 23 Aardappelen uit de markt - Nutteloos gebaar DOOR DE BODEM JONGE TUINDERS OVER HUN TOEKOMS1 188 K. Oosterhuis voorzitter sociale sectie C.O,P.A. ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD I|ET Produktschap voor Aardappelen heeft maatregelen genomen ter ver betering van de huidige marktsituatie voor consumptie-aardappelen. Een hoeveelheid van 25.000 ton Bintje-klei-consumptie-aardappelen zal tegen een prijs van 8,per 100 kg uit de markt worden genomen en voor veevoeder worden afgezet. Tevens zullen kwaliteitseisen worden ingevoerd ten aanzien van alle aardappelen zowel ingevoerde als in eigen land ge produceerde die hier te lande in consumptie gaan. De Produkischaps- maatregelen hadden allesbehalve een stimulerende invloed op de prijzen. De overnameprijs van 8,per 100 kg is er overigens ook naar Wat zou beter uitkomen: aardappels van exportkwaliteit klaar maken voor 8 cent of het veldgewas verkopen voor veevoeder? De aardappelprijzen zijn in elk geval niet verbeterd. Sommigen menen zelfs, dat de aangekondigde prijs van 8 cent eerder drukkend dan stimulerend op de prijs heeft gewerkt. Hoe dan ook, de maatregelen van het Produktschap lijken een gebaar zon der enig gunstig effect te zijn. Dat gebaar is niet helemaal gratis: er moet natuurlijk geld bij uit het ongeveer 4 min grote egalisatiefonds con sumptie-aardappelen; misschien, als de maatregel lukt, wel min. Geluk kig heeft het Produktschap de overheid gevraagd om de helft van de kosten mee te dragen! De minister heeft gezegd de zaak nog even te willen aanzien en het Produktschap zou over een paar weken zich opnieuw willen beraden. GOEDE WIL VAN PRODUKTSCHAP? IVE omvang en de betekenis van de maatregelen van het Pro duktschap voor Aardappelen zijn zó gering, dat men zich onwillekeurig gaat afvragen waarom het bestuur van dat schap deze maatregelen eigenlijk nam. Het is natuurlijk niet te stoutmoedig om te veronderstellen, dat er wel weer behoorlijke verschil len van opvatting in het produkt- schapsbestuur bestaan zouden hebben en dat het uiteindelijke resultaat als een compromis moet worden be schouwd. Om toch maar iets te doen in verband met de aandrang uit telerskringen en misschien tevens om niet weer als voorheen het ver wijt te krijgen, dat het telersbelang volledig wordt opgeofferd aan dat van andere betrokken groeperingen. Een beperkte hoeveelheid tegen lage prijs uit de markt nemen, dat zou de goede wil van het Produktschap la ten zien, maar zou geen merkbare prijsstijging veroorzaken ten onge rieve wellicht van bepaalde handels- en consumentenbelangen op korte termijn. Met het bijkomende voor deel van weinig financiële conse quenties. Die financiële middelen spelen in het gevoel van de aardappeltelers zeker een rol. De landbouw weet, dat er nog altijd„een fonds van een mil joen of vier bij1 het Produktschap voor besteding op de aardappelmarkt bestemd is. Maar hoe zal die ooit besteed worden, als steeds meer rekening moet worden gehouden met het voorkomen van discrimina tie in E. E. G.-verband? We mogen niet te snel kwade wil bij het Produktschap ten opzichte van de telers suggereren. Vooral niet omdat er gezegd is, dat het Produkt schap op korte termijn zo nodig na dere maatregelen zal overwegen. We wachten dus met spanning af. WAT DAN VERDER? HET hoofdbestuur van 't K.N.L.C. voor een extra vergadering bijeengeroepen o.a. ook vanwege de gang van zaken bij het loon overleg liet zich de gelegenheid niet ontgaan het zijne van de maatregelen voor de aardappelmarkt te zeggen, en dat direct te doen publiceren. Het hoofdbestuur achtte de uit de markt tc nemen hoeveelheid te gering en de overnameprijs te laag om de ernstige marktverstoring enigermate te verhelpen; het vrees de dat de aardappelteelt zou terug lopen, waarmee dan noch de teler, noch de consument gebaat zouden zijn, en het oordeelde verder strek- kende maatregelen noodzakelijk. Het Produktschap voor Aard appelen zal de moed moeten heb ben een veel grotere hoeveelheid tegen een hogere prijs uit de markt te nemen. Dat kost meer geld, maar waarom zou het fonds niet uitgeput mogen worden? De si tuatie, dat eerst geld wordt be steed, dat dan later nog van de telers teruggevorderd moet worden, lijkt een betere dan de huidige, waarin miljoenen telersgelden ja ren doelloos blijven liggen. Onder voorwaarde natuurlijk, dat de overheid zich tevens van zijn ver antwoordelijkheid bewust toont en zijn deel bijdraagt in de financiering. Waar dan met die aardappelen naar toe? Omdat de fabrieksaard appelsector niet meer rechtstreeks onder een garantieregeling valt en dus niet zo zeker meer van zijn mo gelijkheden is, zal vermaling niet of niet altyd mogelijk zijn (op dit mo ment niet, omdat er nog een grote voorraad aardappelmeel schijnt te zijn). Veevoeder is de bestemming, die nu gekozen is, maar hier past ook grote voorzichtigheid. De bodem in de markt voor vele zandaardappelen- rassen mag niet instorten. Dan zal de vernietiging in ernsti ge overweging moeten worden ge nomen. Waarom hier niet de metho de toegepast die in de tuinbouw sector onmisbaar is geworden? Nu wij toch aan de minimumprijsrege ling in de tuinbouw denken: zou zoiets echt niet nog eens heel ern stig door het aardappelbedrijfs- leven moeten worden overwogen? I) E prijzen van de haver zijn laag, catastrofaal laag voor de bedrijven met grotendeels akker bouw, die de haver zo bijzonder goed hi hun bouwplan kunnen gebruiken. En waarom de haver dus een bijna onmisbaar gewas is. De haver is door de bodem van de graanmarkt gezakt, tot meerdere guldens beneden de drempelprijs, die de invoerheffing bepaalt en eigenlijk als het goed zou zijn ook ongeveer de telersprijs zou moeten aangeven. Haver is geen „richtprijsgraan" in de zin van de E. E. G.-graanregeling (zoals tarwe, gerst en rogge), waaraan ook de Nederlandse graanmarktordening is gebonden; het heeft geen eigen richtprijs die nagestreefd wordt en het zal straks (vanaf oogst 1965) niet worden gesteund door de aankoper in de markt. Het moet het dus al leen hebben van zijn drempelprijs en invoerheffing (tegenover de drem- De heer K. Oosterhuis te Haren voorzitter van de afdeling Werk- geversbelangen van het K.N.L.C., is benoemd tot voorzitter van de so ciale sectie van het C.O.P.A. Het .C.O.P.A. is het overleg van de boe- renorganisaties in E. E. G.-verband. De heer Oosterhuis heeft in dit overleg zitting namens de drie Cen trale Landbouw Organisaties in Ne derland. pelprijzen en heffingen van andere granen) en van zijn natuurlijke vraag. Nu wordt beweerd, dat de vraag naar haver sterk bezig is te vermin deren. Er zijn steeds minder paarden en voorts zou de waarde van haver in mengvoeders als gevolg van mo derne bereidings- en berekenings technieken verminderd zijn. Aan het eerste is niets te doen, aan het tweede wel, omdat daar ook een prijzenkant een rol speelt. Als het plan-Mansholt straks toch nog in één keer door zou gaan, zul len de drempelprijzen (en dus de heffingen) van enkele concurrerende uitheemse voedergr&nen sterk stij gen. En dus de haver weer kunnen optrekken, zodat die niet zo gauw weer door de bodem gaat. Gaat het plan-Mansholt niet in één keer door, dan is het toch een prijsstelsel dat uiteindelijk nagestreefd zal worden. Dan zal Nederland er goed aan doen het prijsniveau van die uittheemse concurrenten van de haver alvast relatief sterker op te trekken, weder om ten gerieve van de haver. Dat is voor volgende oogstjaren maar hoe nu, op dit moment? Op dit ogenblik zitten de haver en de eieren in hetzelfde schuitje. Ingevolge het E. E.G.-reglement is rechtstreeks sieun aan de havermarkt en de ha- verprijs niet toegestaan. Wil men toch directe hulp aan de betrokken telers, dan zal die de vorm moeten hebben van een toeslag op een nader te bepalen algemene grondslag voor b.v. de Noordelijke akkerbouwgebie den. ULO of 3-jarige H.B.S. vinden de jonge tuinders van nu de beste voor opleiding voor het vak van tuinbouwondernemer. Deze opleiding moet dan met een middelbare tuinbouwopleiding worden afgesloten. De lagere tuinbouwschool moet zodanig ingericht zijn, dat van daaruit ook aansluiting mogelijk is op het Middelbaar tuinbouwonderwijs. K.N.L.C.-RAPPORT. Dit is één van de conclusies die een groep tuinbouw- jongeren enige tijd geleden trok uit het K.N.L.C.-rapport dat onlangs door het hoofdbestuur van het K.N.L.C. werd aanvaard. Het rapport wijst erop dat het speciaal voor de jonge tuinder van betekenis is, dat naast een technisch en economisch gerichte opleiding voldoende aan dacht wordt besteed aan de vorming van de persoonlijkheid en het mede- burgerschap. Het rapport geeft een aantal adviezen aan de algemene platte landsorganisaties die in het bijzonder in deze richting van sociaal-cultureel vormingswerk gaan. JONGEREN IN DE BESTUREN. De jonge tuinders zelf hebben er bij het bestuderen van dit rapport op gewezen, dat het noodzakelijk is om jonge krachten in te wijden in de vraagstukken van de besturen van de vak- en standsorganisaties. Hun bedoeling is daarbij niet direct om medezeggenschap te krijgen maar om kennis te nemen van en zich te verdiepen in de organi satie-vraagstukken. Daarbij zal voorkomen moeten worden dat steeds dezelf de jongeren een kans krijgen: In jongeren-adviesraden of schaduwbesturen zijn goede mogelijkheden om zich voor de toekomstige taak in het organisatie- en verenigingsleven te bekwamen. VOLKSHOGESCHOOL EN SCHOOL. De jongeren achten het gewenst dat in schoolverband meer aandacht besteed wordt aan het volgen van cursussen in internaatsverband, zoals dit op de Volkshogeschool plaats vindt. Op deze wijze kan meer aandacht gegeven worden aan de vorming van de bedrijfs- jeugd in de tuinbouw. In de lagere zowel als in de middelbare schoolopleiding is het gewenst de uitwisseling op te nemen in het schoolprogramma. GEEN EXCLUSIEVE GROEP. In de bespreking van dit tuinbouw-rapport in het K.N.L.C.-hoofdbestuur is erop gewezen, dat de jonge tuinders niet beschouwd moeten worden als een exclusieve groep naast de landbouw jonge ren. Voor een bevordering van meer onderling begrip is het juist gewenst dal jonge boeren en tuinders elkaar ontmoeten. De Raad voor het Vormingswerk zal met deze punten rekening houden bij hei verder geven van zijn advies aan het hoofdbestuur van K.N.L.C.. Bond van Plattelandsvrouwen en Platte landsjongerenorganisatie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 4