Landbouw in ontwikkeling
Bestuur Z. L. M.
dringt aan op maatregelen
aardappelmarkt
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land enluinbouH en Veeteelt in Zeeland
In een vorig artikel
zijn, aan de hand
van de produktiefakto-
ren arbeid, grond en
kapitaal, enkele hoofd
lijnen aangegeven waar
in de landbouw en het
landbouwbedrijf zich
zullen ontwikkelen.
Frankering Wj abonnement: Terneuzen
52e Jaargang No. 2720
Door het geven van
konkrete berekeningen
en cijfers is getr&cht
deze ontwikkelingen
feitelijk te benaderen.
Voorts zijn een aantal
suggesties gedaan om
de veranderingen zo
goed mogelijk op te van
gen.
Dat is beslist geen ge
makkelijke taak, want
de ontw ikkelingen gaan
bijzonder snel en als
straks de zaaimachines
weer In het veld komen
wordt een begin ge
maakt met een opeen
volgende reeks van
werkzaamheden, die de
boer weer volledig in
beslag nemen. Het naar
verhouding kleine land
bouwbedrijf maakt spe
cialisatie n.l. onmoge
lijk, zoals in een indus
trieel bedrijfnaast
direkteur-ondememer is
de boer ook tegelijkertijd
uitvoerder van de werk
zaamheden. Toch zal
men noodgedwongen
steeds meer moeten
gaan rekenen, omdat
liet landbouwbedrijf ka
pitaalintensiever wordt
en ook de schaarse ar
beidsvoorziening het be
drijf zo kwetsbaar
maakt.
IN dit verband vraag
ik mij wel eens af
of de jongeren voldoen
de worden opgeleid in
deze ondememerstaak
Op de landbou».
scholen is men over
het algemeen te jong om voldoende belangstelling en begrip te hebben voor
deze kant van het bedrijf. Zouden jaarlijks geen vervolgkursussen gegeven
kunnen worden voor oud-leerlingen waarbij gedurende de winter één dag per
week onderwerpen aan de orde worden gesteld, die betrekking hebben op deze
ondernemersfunktie? Zo mogelijk kan een extra aantekening op het diploma
worden gegeven. Voorts zouden leerlingen en pas afgestudeerden een be-
drijfsboek voor het eigen bedrijf kunnen bijhouden, waaruit een bedrijfs-
ekonomische boekhouding kan worden samengesteld. Op deze wijze krijgt
men het beste inzicht in de bedrijfsekonomische kant van het bedrijf.
ANIMO VOOR UITWISSELING TELEURSTELLEND
UET is jammer, dat de leerlingen van de landbouwscholen hun praktijktijd
niet meer elders doorbrengen, dus op een ander bedrijf, zo mogelijk
buiten de provincie of in het buitenland. Toen ik een dezer dagen een aantal
kollega's beide in den lande, teneinde te informeren naar de mogelijkheid
van uitwisseling van een aantal belangstellende jongeren op Walcheren met
een ander streekverbeteringsgebied, viel het mij wederom op, dat de animo
van jongeren voor een dergelijke uitwisseling over het gehele land zeer teleur
stellend is.
Degenendie wèl een tijd op een ander bedrijf hebben gewerkt we
ten na jaren nog, welk een grote waarde dit heeft gehad. Bovendien
wordt de gezichtskring er door verruimd en de persoonlijkheidsvor
ming vergroot. Hetzelfde geldt voor een tijdelijke baan (3 a 5 jaar)
bij een landbouwkundige dienst of instelling, nadat men afgestudeerd
is, voor de jongeren, die op het eigen bedrijf voorlopig nog niet kun
nen opvolgen.
HET GEMENGDE BEDRIJF
UTÏJ zouden echter, in aansluiting op een vorig artikel, nog nader terug-
komen op het gemengde bedrijf. Zoals opgemerkt, komen er in Zeeland
vele gemengde bedrijven voor met een geringe melkveebezetting waar het niet
of nauwelijks ekonomisch verantwoord is te mechaniseren en te automati-
Ir. H. P. DE BRUIN,
Rijkslandbouwconsuh-nt
voor de Zeeuwse eilanden
Mechanisatie is bij kleine eenheden mest-
of melkvee ekonomisch niet verantwoord. Hiervoor zullen andere oplossing©»
gezocht moeten worden.
UET bestuur der Z. L. M. heeft in onderling overleg zich dins-
dag 25 februari, vóór de vergadering van liet Dagelijks Be
stuur op maandag a.s., met telegrammen tot de minister van
Landbouw en Visserij en het Bestuur van het Produktschap voor
Aardappelen gewend en daarin aangedrongen op aanvullende
regelingen teneinde de zeer slechte situatie op de aardappelmarkt
daadwerkelijk te verbeteren. Het K. N. L. C. en het Landbouw
schap werd door afschriften van deze telegrammen op de hoogte
gesteld.
Zijne Excellentie de Minister van Landbouw en Visserij.
Het Bestuur Produktschap voor Aardappelen,
Het Bestuur van de Zeeuwse Landbouw Maatscliappij, van me
ning zijnde dat de door het Produktschap getroffen maatregelen
door aardappelen uit de markt te nemen noch naar hoeveelheid
noch naar prijs en voorwaarden bevredigend zijn en voldoende
effect zullen sorteren, dringt er bij Uwe Excellentie/c.q. uw Be
stuur op aan ten spoedigste, zo mogelijk in overleg met bedrijfs
leven aanvullende regelingen uit te vaardigen om de zeer slechte
situatie op de aardappelmarkt werkelijk te verbeteren.
Voor Dagelijks Bestuur Z. L. M.
GEUZE, voorzitter.
(Zie verder pagina 187)