Wetenswaardigheden voor de Veehouderij
m
MELKSTEEN
Vereenvoudiging
voedermethode melkvee
INTREKKING WET BESTRIJDING
RUNDERTUBERCULOSE
DE PRODUKTIE VAN
HET GRASLAND IN 1963
MAANDELIJKSE
DEKKINGENSTEEKPROEF
SLACHTVARKENS
COöP. VER. „CENTRAAL
STIERENSTATION ZEELAND" G. A.
vmWJTO VB FEBKTART 1W1
(Vervolg van pag\ 193)
voldoende is. „Am. Gretha's A.K.A." heeft zelf niet
te veel maat, zijn vader A.K.A. had als 1 jaar en
11 mnd. 133 cm kruishoogte (op oudere leeftijd is
mij de maat niet bekend), en de moeder als 3 jaar
en 1 mnd. 127 cm is slechts 1 cm boven het mini
mum voor erkenning stierkalf. Moeders-moeder
bij 4 jaar en 5 mnd. op 131 cm lijkt voor kleine
dieren minder gewenst, kan wel bij een reeds goe
de maat.
„Skyldumer Bouke", waarvan, zoals reeds ver
meld, van vaders-zijde de hoogtemaat goed te
noemen is, lijkt inmiddels ook van moeders-zijde
goed, n.l. als 2 jaar en 10 mnd. resp. schoft- en
kruishoogte 130 cm., terwijl dit ook in haar overige
familie goed is. „Nienke's Hotse" blijkt uit een
familie te komen, die maar zeer krap aan de maat
is. De vader had als hoogtemaat als 2-jarige resp.
schoft- en kruishoogte 134 cm., terwijl uit zijn
verdere afstamming blijkt dat de maten eigenlijk
toch maar matig zijn. De „Nienke's" hebben een
geringe hoogtemaat, n.l. de moeder als 3-jarige
resp. schoft- en kruishoogte 126 en 127 cm., m.m.
als 3 jaar en 2 mnd. 125 en 125 m.m.m., als 4 jaar
en 1 mnd. 129 en 127.
Via m. vader C. N. A. is ook deze kleine maat
aanwezig.
vJanna's Adema" heeft in zijn afstamming wel
goede maten en blijkt ook zelf deze faktor wel
goed te vererven.
THANS wil ik nog de aandacht vestigen op een
initiatief dat een aantal fokkers in Zeeuws-
Vlaanderen in „groepsverband" heeft genomen.
2e gaan n.l. een deel van hun koeien, door een
overeenkomst met de betrokken K. I.-vereniging,
laten insemineren van de stier „Jels. Gerard Wou
ter 6". De volgende hoogtemaatvererving is er tot
heden toe van bekend, n.l. van 26 opgenomen
dochters de gemiddelde kruishoogte 129,88 cm. en.
schofthoogte 129,19 cm., 26 moeders van deze
dieren gemiddelde kruishoogte 129,15 en schoft
hoogte 128,65 cm., zodat een kleine verhoging
plaats heeft. De tot heden toe bekend zijnde pro-
duktie-vererving is als volgt: van 31 dochters als
2. - 4325 - 4.28 - 185 - 328 dg. per dg. 13.19 eiwit
3.33,20 lijsten.
31 moeders als 2. - 4280 - 4.32 - 185 - 331 dg. per
dg. 12.93 eiwit 3.41,20 lijsten.
Een reeds hoge produktie wordt ruimschoots
op peil gehouden, met zijn fraaie uiterlijke ver
schijning, zijn reeds gunstig bekend zijnde exte-
rieur-vererving, zijn gunstig lijkende produktie-
vererving en dit alles bezien tegen de achtergrond
van zijn prima komaf, kan nu reeds met vrij grote
zekerheid over een goede fokstier en „topstier"
gesproken worden. We willen dit genomen initia
tief gaarne toejuichen en de betrokken personen
veel sukses toewensen.
DIT artikel is alleen gewijd aan de hoogtemaat.
Hieraan mogen in de toekomst natuurlijk
geen andere gewenste en goede eigenschappen
worden opgeofferd.
Met behoud hiervan zal men moeten trachten
,de hoogtemaat op te voeren. Een kollega oud-
inspekteur van het F. R. S. en goede vriend van
mij, n.l. de heer Van der Weijde, kwam in een
door hem vorige herfst geschreven stuk tot de
slotsom, dat men gebruik moest maken van de
goede voorlichting, „maar dat de fokker zijn eigen
koers moest varen".
Deze man met een rijke ervaring en een lange
staat van dienst achter de rug, kon het weten.
Zelf heb ik de ervaring dat stallen die een
20-tal jaren terug in het bezit waren van ruim-
gebouwde diepe koeien met maatthans dooi
de stimulans tot meer adel en een wat geringe
maat afgezakt zijn tot de bedenkelijke grens
van het kleine.
Met min of meer ontsteltenis is dit waar te
nemen en dit kost de fokker thans geld, niet alleen
omdat zijn produkt momenteel als export-rund
en/of als slachtdier bij een grotere maat aanmer
kelijk meer waard is, maar het zal hem tevens
weer geld kosten om op een hoger niveau terug
te komen. Dit is wel jammer. En hierin zal geen
enkele voorlichter, waaronder ik mezelf ook nog
wel wil rekenen, hoe goed ze het ook bedoelen en
hoe goed ze het ook met u voor hadden, ook
maar eniger mate in tegemoet komen.
Maar ik wil u toch adviseren om thans goed
uit te hijken bij het gebruik van stieren en zeer
op uw hoede te zijn bij de aankoop van fok
stieren. Neem hier voldoende tijd voor, ga
nauwkeurig de vererving na van de betrokken
familiestammen en verzeker u van een in alle
opzichten deskundige persoon en commission-
nair, die vertrouwd en zeer goed in de materie
thuis is. Laat u niet beïnvloeden door wie dan
ookindien dit uw zaak niet ten goede komt,
want uzelf bent tenslotte de financier en tevens
de aandeelhouder voor de latere uitkomsten.
Dit is uw welbegrepen eigenbelang". Bepaal
zelf uw eigen koers!
De akkerbouw en ook tie tuinbouw komen tel
kens weer voor nieuwe veranderingen te staan en
tijdig aanpassen is de eis des tijds. Men moet steeds
vooruit zien, want wat nog maar kort voordien goed
was kan heden misschien nog; wel getolereerd wor
den, maar heeft binnen afzienbare tijd afgedaan.
De kleinere hoogtemaat welke enkele jaren terug
zo gewenst en zo bijzonder goed leek te zijn, wordt
ook nu nog wel getolereerd, maar heeft straks ook
afgedaan en wel zodra als do vooruitstrevende fok
kers er in geslaagd zijn een betere hoogtemaat ver
kregen te hebben. Met dit artikel heb ik getracht
de belangstelling op te wekken ter verkrijging van
meer maat bij ons rundvee en tevens een bijdrage
te leveren welke de verdere ontwikkeling van de
rundveestapel ten goede zal komen en de veehou
ders hiervan de goede vruchlen zullen mogen pluk
ken. „WANT DAAR GAAT HET TENSLOTTE
OM'.
M. DE BRUIJNE.
|YE verkorting van de werktijden in de land-
bouw maakt 't wenselijk na te gaan of ook bij
de voedering van het melkvee vereenvoudigingen
mogelijk zijn. Bij de tot dusver in ons land veel
toegepaste methode wordt zowel vóór als na elke
melktijd voeder verstrekt, waarbij men ieder voe-
dermiddeï in gelijke hoeveelheden over de morgen
en middagvoedering verdeelt.
Door middel Aan vergelijkende proeven, die op
verschillende plaatsen zijn uitgevoerd, werd onder
zocht of het mogelijk is het aantal voedertijden
terug te brengen van 4 op 2, met dien verstande
dat al het sappig rnwvoeder 's morgens na liet
melken wordt toegediend en al het hooi 's middags
vóór het melken.
Deze vereenvoudigde voederwijze bleek geen
nadelig effect te hebben op de melkprodnktie en
de gezondheidstoestand der (Tieren. Of ook het in
éénmaal toedienen van al het krachtvoer aan zeer
produktieve koeien zonder bezwaar mogelijk is,
kan uit de beschreven proeven niet gekonkludeerd
worden. Het blijft raadzaam tb' hoeveelheid kracht-
voeder over twee maaltijden te verdelen.
Aldus de mening van een tweetal onderzoekers
van het Instituut voor Veevoedings Onderzoek,
Hoorn, de heren J. Dammers en G. G. H. Hamm,
gepubliceerd in een artikel in het Landbouwkundig
Tijdschrift januari '61.
HE Tweede Kamer heeft woensdag 19 februari
1964 in overgrote meerderheid zijn instem
ming betuigd met het wetsvoorstel tot intrekking
van de wet bestrijding rundertuberculose welke leidt
tot vervanging van de regeling van de centrale
overheid door 'n definitieve regeling van de publiek
rechtelijke bedrijfslïehamen. De centrale overheid
zal zich dan beperken tot het uitoefenen van haar
toezichthoudende taak, zoals gelijktijdig bij wijzi
ging van de Veewet wordt geregeld.
OP sommige bedrijven komt in de melkmachine
emmer een geelachtige aanslag voor. Deze
aanslag wordt als melksteen aangeduid. Bij het
reinigen is deze aanslag weinig opvallend, maar
de melksteen wordt weer zichtbaar zodra het
materiaal is opgedroogd. Hel melkgerei wordt niet
alleen ontsierd door de melksteen maar deze be
moeilijkt ook een grondige reiniging en ontsmet
ting.
Het ontstaan. De mate van deze aanzetting wordt
beïnvloed door verschillende faktoren, waaronder
de manier van reinigen. De melkresten in de ap
paraten moeten direkt na het gebruik worden ver
wijderd (door voorspoelen met onverwarmd water.
Ingeval dit achterwege blijft en direkt warm water
wordt gebruikt ontstaat uitvlokken van eiwitten
in de melkresten, wat de aanzetting van kalk-
zouten teweeg brengt. Ook het laten opdrogen van
melkresten en onvoldoende reinigen werkt in
zekere mate de aanslag in de hand.
Het water voor de reiniging kan het ontstaan
van melksteen ook in de hand werken. Zoge
naamd „hard" water geeft een aanslag van kalk-
zouten die groter is naarmate het water „harder"
en de temperatuur van het water hoger is.
Voor de reiniging wordt nagenoeg algemeen
leidingwater gebruikt. Per gebied zijn de bron
nen hiervan verschillend, zodat de hardheidsgraad
HE Direktie Akker- en Weidebouw (Ministerie
van Landbouw en Visserij) heeft evenals it*
de jaren 1961 en 1962 in november 1963 met mede
werking van de Kijkslandbouwvoorliehtingdienst op
een kleine 600 landbouwbedrijven een onderzoek
verricht naar de produktie van het grasland.
Het resultaat van dit onderzoek is dat de gemid -
delde voederwaarde-opbrengst in 1963 iets hoger
blijkt te zijn dan in 1962. Per ha grasland werd een
opbrengst verkregen van bijna 3200 kg zetmeel-
waarde (zw) en ruim 550 kg voedernorm ruw eiwit
(vre). In 1961 en 1962 waren de opbrengsten resp.
3400 en 3100 kg zw en 600 en 550 kg vre per ha
grasland.
Van de totale door het grasland geproduceerde
voederwaarde werd evenals in de voorgaande jaren,
ongeveer 70 in de weide opgenomen. De totale
gemaaide oppervlakte was groter dan in 1962. De
hooiopbrengst bedroeg evenals in 1962 ruim 4 ton
per ha.
In de maand januari 1964 werden volgens de
steekproefgegevens van het C. B. S. 59.000 zeugen
gedekt. Dit is naar verhouding een hoog aantal,
wat zich door de goede varkensvleesprij zen wel
laat verklaren. Het zachte weer in januari zal
eveneens zijn invloed hebben doen gelden, even
als het feit, dat in de voorafgaande maand, name
lijk december 1963, het weer juist aan de winterse
kant is geweest. Het is zelfs het hoogste aantal
dekkingen dat tot nog toe in januari is geregis
treerd. We moeten 4 jaar terug gaan, in januari
1960, toen met 58.900 een vrijwel gelijk aantal
zeugen werd gedekt.
DE leden van de K. I. Verenigingen in Zeeland
nodigen wij uit tot het bijwonen van de Al
gemene Vergadering van de Coöperatieve Vereni
ging „Centraal Stierenstation Zeeland" G. A., die
gehouden zal worden op dinsdag 3 maart 1964 te
2 uur in de Prins van Oranje te Goes.
Door de Weledelgeleerde Heer C. M. Willems,
diretkeur K.-I.-station te Engelen, zal een lezing
worden gehouden over „K. I. bij rundvee en var
kens".
A. E. BRUYNING, Voorzitter
R. B. BOELMAN, Sekretaris.
SLEPENDE melkziekte. Vit de resultaten van
het ruwvoederonderzoek blijktdat de kwa
liteit van het kuilvoer en wel in het bijzonder van
de herfstkuilen, deze \ointer nog wel het een en
ander te wensen overlaat.
Verder zijn veel partijen hooi muf en stoffig
Daarom is het wel bijzonder belangrijk nu de
maanden weer zijn aangebroken dat veel koeien,
afkalven scherp op de samenstelling van de
rantsoenen te letten.
Nieuwnielkte koeien krijgen dikwijls een tekort
aan zetmeel waarde. Dit kan aanleiding geven tot
het optreden van slepende melkziekte; een ziekte
die cle veehouder veel geld kan kosten. Daarom
heeft het alle zin om veel aandacht te schenken
aan een juiste veevoeding en een regelmatige rgnt-
soenberekening. De tijd hieraan besteed maakt
zich ongetwijfeld meer dan dubbel betaald.
van het water, naar de streek, ook varieert. Het
leidingwater op Noord-Beveland en ook op Zuid-
Beveland bevat 601000 mg kalk per liter water,
op Schouwen-Duiveland en St. Philipsland is dit
tussen de 100 en 140 mg, terwijl dit op Walcheren
en Tholen en in Zeeuws-Vlaanderen meer dan
140 mg bedraagt. Bij gelijke reinigingsmethoden
kan worden verwacht dat in laaatstgenoemde ge
bieden de kans op aanslag iets groter is.
Het verwijderen van de aanslag. Een goed mid
del, mits juist toegepast, is citroenzuur dat in poe-
dervorm verkrijgbaar is bij o.a. drogisterijen en
ook bij sommige zuivelfabrieken. Na het reinigen
van de emmers worden deze gevuld met een
citroenzuuroplossing. Per 20 liter water is 25 gram
poeder nodig. Tussen de melktijden blijven de
emmers vol staan, zodat een goede inwerking
wordt verkregen. Na de behandeling moeten de
emmers grondig worden nagespoeld.
Beperk de aanslag. Voorspoelen met onverwarmd
water, direkt na het gebruik, en daarna grondig
reinigen is een eerste vereiste. Gebruik een reini
gingsmiddel dat in een oplossing niet basisch rea
geert. Deze middelen zijn o.a. Abro, Lodaline,
Presto en Teepol. Soda, dat voor diverse doelein
den succesvol als reinigingsmiddel wordt gebruikt,
heeft echter een basische werking.
J. H. LANTINGA.