4 BOUW
AUGURKEN
DINGEN VAN DE WEEK
TIPS VOOR TUINDERS
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1964
im
H'
BIJZONDERE ONTHEFFING
SPRUITKOOLTEELT
seizoen 1964—1965
IET is opvallend hoe nauwkeurig- en secuur dit
jaar op de meeste bedrijven de snoei wordt
uitgevoerd. Vooral het ras Golden Delicious wordt
flink aangepakt. De schrik van 1963, veroorzaakt
door de overvloed van kleine en groene vruchten
van dit ras. zit er nog in. Thans wordt getracht
door middel van de snoei hierin verandering te
brengen. Dank zij de over het algemeen gunstige
weersomstandigheden is met het snoeiwerk goede
voortgang gemaakt in de afgelopen weken en
maanden. Er zijn bedril ven waar nog heel wat
moet gebeuren, maar vrijwel overal zal men toch
op tijd klaar kunnen komen met dit werk.
On verschillende bedriiven is de Cox's ^Orange
Pippin nog niet gesnoeid, omdat laat snoeien van
dit ras in de periode waarin de bomen nog een
groeikracht hebben bevorderlijk zou kunnen ztfn
voor de vrachtzetting.
Het ras Cox's Orange Pinnin vertoont dikwijls
In de jeugdperiode ©en sterke groei, zeker wan
neer ze staat op een matig sterke onderstam. Door
die sterke groei valt de vruchtbaarheid dikwiils
tegen. Getracht moet worden door middel van de
snoei de groei van de boom te remmen en dat
betekent in de eerste plaats dat er niet te sterk
gesnoeid moet worden. Ook is men tot de con
clusie gekomen dat de sterk groeiende bomen in
deze groei worden getemperd wanneer ze laat
worden gesnoeid. Daarom z'ln er verschillende
bedriiven waar op het ogenblik de Cox's de snoei-
behandeling nog niet heeft gehad.
Onpassen bl| de snoei is zeker bij dit ras de
boodschap. Het geldt trouwens voor alle rassen,
want er kunnen bij het snoeien gemaVkelllk fou
ten worden gemaakt, die later moeilUk te her
stellen zlln. We wezen reeds on de betekenis van
de snoei ten aanzien van de kwahteits-bevordering
der vruchten. Er is in het verleden wdlleht wel
eens te veel de nadruk gelegd oo het streven om
te komen tot een zo groot nweliike nroduktie
per hoorn. In 1963 is wel dnide'bk gebleken, dat
ook hieraan erenzen gesteld moeten worden onder
onze produktie-omstandigheden. Daarom wordt
thans weer een andere methode ge vol cd en we
zien onnienw dat de ontwikkeling op dit gebied
nimmer stil staat.
De snoei is overigens niet alleen van grote be
tekenis in verhand met de kwaliteits-bevorderlng
der fruitprodnküe. maar ook de boom vorm wordt
er door bepaald. Op onze Zeeuwse bedrijven, waar
de spil favoriet is. wordt in de eerste groeijaren
de vorm van de boom geecven.
We zouden een ieder willen adviseren om daar
aan toch alle moe-eiijke aandacht te besteden.
Wanneer we nameliik in sommige nieuwe frult-
gebieden de jonge percelen bekijken, dan krögen
we de indruk dat er soms wat weinig aandacht
wordt geschonken aan de betekenis van de boom-
vorming in de eerste groei-jaren. Een veel voor
komende fout is, dat er teveel hout in de boom
wordt gelaten. Op zichzelf Is dat wel verklaarbaar.
Men wil graag zo gauw mogebik een boom hebben
en er is wel geduld nodig wanneer we h»«rinnen
met het uit één twi'g bestaande boompje. Dat mag
echter geen aanleiding zün om takken in de boom
te laten, die er niet in horen en later toch ver
wilderd moeten worden. Ze groeien dan enkele
jaren zonder zin. Niemand, die daar wat aan heeft.
Bij de groei geldt echter wel in zeer sterke
mate het „zoveel hoofden, zoveel zteneu." Van
grote betekenis is. dat men inzicht heeft in de
gedragingen van de boom en mede op grond hier
van de ingreep door middel van de snoei hennalt.
De ervaringen in het seizoen, dat voorhüging,
zullen daarlvi tot leidree-t kunnen dienen Daarom
zal het snoeiwerk voorlonig nog vakwerk hl5teen
flat lang niet door een ieder kan worden uitge
voerd. Men moet er „zicht" op hebben en dat valt
moeiliik aan te Ieren.
Hiermede willen we overigens niet zeggen, dat
men van het voorbeeld van anderen niet leren kan.
In verschillende plaatsen in de fruitgeb.ieden zijn
of worden snoei-demonstraties gehouden. We zou
den een ieder aan wilteu raden om daaraan deel
te nemen. En anders zeker met collega's te spre
ken over dit werk. om zó door gezamenlük over
leg tot een bei»aalde gedragslijn te komen. Nog
altiid geldt, dat twee meer weten dun één Het zal
U trouwens hekend zün, dat we ouder vrijwel alle
omstandigheden een voorstander zün van gezamen
lijk overleg tussen ondernemers in de ta'uteuw-
sektor in benaalde gebieden. En dat geldt heus
niet alleen voor de snoei, waarop we deze week
de aandacht willen vestigen
Veel is er gemechaniseerd op onze bedrijven.
Machines hebben het werk niet alleen vereenvou
digd en goedkoper gemaakt, er ontstaat door het
gebruik van machines ook een kosten-stabilisatle,
wat we moeten hebben. Het snoeiwerk is echter
nog altijd handwerk gebleven. We kunnen, door
gebruik te maken van zo goed mogelijk gereed
schap, het werk vereenvoudigen, maar de snoel-
machine. die b.v. langs electronisehe weg vaststelt
hoe de boom behandeld moet worden, zal er voor
lopig nog wel niet komen.
Tot de volgende week.
Augurken gedijen het beste bij een temperatuur
van 20 graden Celsius en hoger. In Nederland is de
gemiddelde temperatuur gedurende de zomer lager.
Bovendien heeft de augurk een hekel aan veel regen
en sterke wind.
Bodem. De augurk groeit het beste op vocht-
houdende grond. Humusarme zandgrond en zware
klei zijn voor deze teelt minder geschikt. De grond
moet goed diep los zijn. De voorjaarsbewerking moet
men niet uitvoeren als de grond nog te nat is. Tij
dens de groei is een oppervlakkige grondbewerking
van belang voor de luchtcirculatie en de waterhuis
houding.
Bemesting. In stalmest bevinden zich niet alleen
veel voedingsstoffen, het maakt de grond vooral
warmer. Kunstmest geeft men meestal in de volgen
de hoeveelheden per are: 2—5 kg kalkammonsal-
peter, 46 kg super-fosfaat en 56 kg patentkali.
De augurk is chloorgevoelig, dus geen kalizout
geven. Het is meestal gunstig om in juli nog een
overbemesting te geven van 12 kg kalkammonsal-
peter.
Rassen. Tot nu toe werd in Zeeland hoofdzakelijk
Baarlose Nietplekker geteeld. Van dit ras zijn twee
typen aangeduid als VI en VII. Beide zijn produk-
tief, vroeg en worden door de conservenindustrie
graag gekocht. Een groot bezwaar is de gevoeligheid
voor mozaïekvirus. In 1963 kwam dit in Zeeland op
vele plaatsen voor. Het gevolg zal zijn dat men moet
uitzien naar een ras dat ongevoelig is voor deze
ziekte. Het ras Guntruud is ongevoelig voor mozaïek.
Het is een laat ras met sterke groei. Bij minder goed
weer tijdens de zomer komt een aantal bloemen niet
tot zijn recht. Enkele nieuwe rassen die in de be
langstelling staan zijn Hocus en Gunter.
Het zaaien. Men zaait bij voorkeur de rijen
noord-zuid. De rijenafstand is 1.702.00 m. Bij het
ras Guntruud wordt in Zeeland 2.252.50 m aan
gehouden. De beste zaaitijd is 10-20 met De zaai-
dieote is plm. 3 cm. Men heeft 1520 gram zaad
nodig per are. Het zaaien onder platglas en later
buiten uitplanten is ook een zeer goede methode.
Men zaait dan begin mei in grondputjes van min
stens 5 cm, 45 pitten per putje.
Bedekken met 1 cm scherp zand. Zaden niet te
diep wegdrukken. Na opkomen luchten, van liever
lee afharden en uitplanten als het hartblad goed ge
vormd is (half mei). Voor het planten perspotjes nat
maken.
Deze methode heeft de volgende voordelen:
1. het zaad komt vlotter op;
2. geen last van zaad wegpikkende vogels;
3. minder last van omvalziekte;
4. vervroegt late rassen.
Beschutting. Deze moet aanwezig zijn als de
augurk boven de grond komt. Men kan het beste
gebruik maken van zomertarwe of haver. Deze zaait
men 15-31 maart. By haver neemt men de rassen
Abed Minor of H^. 45 gram per strekkende meter.
Bü tarwe Koga 11, 67 gram per strekkende meter.
Tussen iedere ry augurken komt een windscherm.
Later om de andere ry het graan wegsnijden en het
tussen de ryen strooien. Anders krijgt men in augus
tus te veel schaduw.
Teeltmaatregelen. Men dunt uit zodat er op 15
20 cm twee plantjes komen te staan of vier plantjes
op 3540 cm. Bij een lengte van 5070 cm legt men
de ranken uit. De grond houdt men los en onkruid-
vrij.
Ziekten. Om een volledig beeld te krijgen van de
ziekten, kan men het beste de Tuinbouwgids raad
plegen. De belangrijkste ziekten willen wij noemen.
a. Klemschimmels. Schimmels die zaad of jonge
planten aantasten. Door zaadbehandeling met
TMTD kan men deze bestrijden.
b. Brandvlekken. Grote, ronde, lichtbruine vlekken
op de bladeren; bij sterke aantasting verdort het
blad. Deze bestrijden door om de 14 dagen te
spuiten met 300 gram maneb per 100 1 water. Als
de ranken gaan lopen, beginnen met bespuitingen.
c. Meeldauw. Witte vlekken op bladeren, stengels
en vruchten. Is juli zonnig en droog, dan spuiten
met 50 gram Karathane per 100 1 water. Is juli
regenrijk, dan spuiten met 300 gram maneb per
100 1 water. Bespuiting om de 10 dagen herhalen
en niet uitvoeren bij scherpe, zonneschijn. Maneb
en Karathane kan men gemengd gebruiken.
Het nieuwe middel morestan helpt ook goed
tegen meeldauw en werkt tevens tegen spint,
evenals Karathane.
d. Mozaïekvirus. Lichte en donkere vlekken op het
blad. Bladluizen bestrijden en ongevoelige rassen
nemen.
De oogst. Voor de fijne pluk moet men regelmatig
oogsten, dat is driemaal per week. Het gewas moet
tijdens de pluk zo min mogelijk worden beschadigd.
Van één are (7Va roe) kan men 140 kg oogsten. De
arbeid tijdens de pluk moet men niet onderschatten.
Heeft iemand 10 are en hij plukt dan 8V2 kg per uur,
dan plukt hij 16 uur per week en dit tien weken
lang.
OF advies van de hoofdafdeling Tuinbouw heeft
liet bestuur van het Landbouwschap zich bera
den over de toepassing van de Wet erkenning tuin
bouw in verband met de teelt van spruitkool. Aan
gezien de teelt van spruitkool veelal plaats vindt
on landbouwbedrijven en in deelbouw was het on
duidelijk, wie ©ver een vergunning ofwel onthef
fing van het Landbouwschao diende te beschikken.
Bij deelbouw spruiten zal één van de partijen, die
bij deze deelbouw betrokken is. in het bezit van een
vergunning ofwel een ontheffing van het Land-
bo"wschan moeten zün.
Ten ehide het verkrijgen van een ontheffing voor
de teelt van snruiten te vergeniakkelüi-fii, heeft
het Landbouwschap nu een speciale richtlijn vast
gesteld.
Een ontheffing voor de teeit van spruiten kan
worden verleend, telten aan de navolgende voor
waarden wordt voldaan:
a. Voor personen beneden 40 jaar: In liet bezit
zijn van het dinloma van een algemene tuin-
bouw-wintercursus (of hoger staande tuin-
bouwopïe'ding) of lagere landbouwschool (of
hoger staande landboiivvopleiding) alsmede
ten minste gedurende 3 jaren van de laatste
10 jaren bij de teelt van spruiten betrokken
zün geweest.
b. Voor personen, ouder dan 40 jaar: Ten minste
gedurende 3 jaren van de laatste 10 jaren
bij de teelt van spruiten betrokken zijn ge
weest.
Deze te verlenen ontheffingen zullen slechts
voor één jaar geldig zyn. De gegadigden, die een
ontheffing voor de teelt van spruiten wensen te
ontvangen, dienen zich derhalve elk jaar tijdig te
melden.
Uitdrukkelijk zij opgemerkt, dat de personen, die
een vergunning hebben voor de uitoefening van
de groenteteelt in algemene zin, uiteraard ook
spruiten mogen telen. Voor die personen geldt ook
niet, dat zij elk jaar een aanvraag moeten indienen,
daar zij op grond van huil vergunning zonder meer
tot de teelt van spruiten gerechtigd zyn.
Eveneens kunnen elk jaar personen spruiten
telen, die reeds in het bezit zijn van een ontheffing
voor de teelt van spruiten, waarop geen beperkte
geldigheidsduur is aangegeven,
Aanvragen voor het ontvangen van een onthef
fing kunnen worden ingediend by de secretaris
van de gewestelijke raad van het Landbouwschap
in tie provincie, waar men woont.
Nu de gewassen onder glas steeds meer water
gaan vragen is het van belang dat we over goed
gietwater beschikken. Het gietwater mag be
slist niet te zout zijn.
Voor de vroege voorjaarsandijvie onder glas
gebruiken we zaad van snelgroeiende rassen.
Speciaal willen we noemen nummer vijf of één
van de selecties van dit ras. De ervaring heeft
geleerd dat hiermee de beste resultaten worden
verkregen. Denk er aan dat de temperatuur bij
het zaaien niet lager mag zijn dan 15 graden C.
Na het verspenen en het uitplanten mag de
temperatuur niet lager komen dan 12 gra
den C. Zich hieraan houden betekent het
oogsten van andijvie met de minste schieters.
Hoge luchtvochtigheid en temperatuur zijn
gunstig voor het optreden van de valse meel-
dauwschimmel. Deze schimmel doet vooral veel
schade aan de jonge koolplanten op het plan
tenbed. Door een voorbehoedende bestrijding
uit te voeren met zinebstuif kunt U de aantas
ting voorkomen; per m2 gebruiken we 2 gram.
Door de vochtige weersomstandigheden van de
laatste weken is aantasting van smeul in sla
reeds waargenomen. Smeul kan worden be
streden met de middelen Thiram en Allisan.
Denk er aan dat binnen zes weken na de laat
ste behandeling niet mag worden geoogst.
Met „over de kop" broezen bij tomaten, spe
ciaal op zonnige dagen, kunnen we de vrucht
zetting bevorderen. Wanneer U deze behande
ling toepast verdient het voorkeur dit te doen
in de voormiddaguren.
Goede potgrond moet vrij zijn van dierlijke of
andere parasieten. Het ontsmetten van deze
grond is dan ook een eerste vereiste.
Vele kassen zijn nog steeds bedekt met een laag
vuil. Een goede belichting, juist in deze tijd, is
nodig daar alle gewassen over veel licht moe
ten beschikken om tot een maximale oogst te
komen. Het schoonmaken van het glas is dan
ook zeer belangrijk.
Vele fruittelers zullen het ras Cox's Orange
Pippin het laatst of laat snoeien omdat de er
varing heeft geleerd dat laat snoeien bij dit ras
de groei verzwakt en de vruchtbaarheid be
vordert. Verder doen we er goed aan om in de
kop wat zwaar hout weg te nemen. Het onder
hout krijgt hierdoor een betere belichting.