144
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
In dit derde en laatste ar
tikel over samenwerking wor.
den nog enkele voorbeelden-
in het zuidwestelijk kleige
bied wat nader bekeken en
ook de rol die het loonwerk-
bedrijf in het gehele complex
van het landbouwwerk speelt,
onder de loupe genomen.
Samenwerking
EEN MECHANISATIEKERN OP THOLEN
DE herverkaveling en vooral de uitwerking van
de streekverbeteringsgedachte heeft op het
eiland Tholen vele activiteiten op gang doen komen.
In het gebied van Oud-Vossemeer behoorde daar
toe o.a. de invoering van de bedrijfsboekhouding
en de bedrijfsanalyse (doorlichting). De vraag of
de bedrijven wel werkelijk rendabel waren of meer
rendabel te maken waren, trad op de voorgrond en
men kwam daarbij tot de conclusie dat voor be
paalde bedrijven gesproken kon worden van „over-
mechanisatie". Dat wil zeggen, men had per be
drijf teveel of eerder nog te dure machines die bij
de gegeven bedrijfsgrootte niet voldoende rendabel
waren.
Te hoge investeringen voor die machines en te
korte tijd dat ze per jaar in bedrijf zijn, waren de
oorzaken van deze te geringe rentabiliteit.
Het uiteindelijk gevolg was dat enkele jaren
geleden een 12-tal landbouwers met bedrijven
van 30 tot 50 ha op dit gebied besloten te gaan
samenwerken om in de toekomst overinvesterin-
gen tegen te gaan en tevens het hoofd te kun
nen bieden aan heersende of te verwachten per-
soneelsschaarste.
De samenwerking betreft in combinatie aan
geschaft materiaal, w.o. 2 precisiezaadmachines,
waarin ieder der deelnemers een gelijk aandeel
heeft en waarbij kosten, afschrijving en rente
berekend worden naar rato van het bieten
areaal van elk bedrijf.
Verder exploiteert men een aardappelrooima-
chine met boxvuller en zelflossende wagens en
3 bietendunners, die door verschillende leden
zijn gekocht en in de combinatie gebruikt wor
den.
Wat betreft de voorziening met arbeidskrach
ten is het opvallend dat een plaatselijk loon-
werkbedrijf op elk gewenst moment (uiteraard
na tijdig gemaakte afspraak) een trekker-chauf
feur beschikbaar stelt, terwijl overigens arbei
ders door de bedrijven zelf worden geleverd.
De combinatie op Tholen aan het werk.
VAN de heer M. C. J. Kosten, voorzitter van de combinatie, vernamen we
verder dat de wenselijkheid van aanschaffing van een bietenrooima-
chine voor 1964 bestudeerd wordt en dat ingebruikneming van een combine
met stropers ook wellicht in de toekomst tot de mogelijkheden behoort.
De ervaring heeft ook op Tholen geleerd, en dat is overal voorwaarde, dat
de leiding in goede handen moet zijn en dat de ledén zich bij de beslissingen
vooral ten aanzien van de werkverdeling neerleggen. Indien men die be
reidheid niet wil of kan opbrengen heeft samenwerking weinig zin.
Komende op de vraag of uitbreiding met meer ledén te verwachten is, zei
ons de heer Kosten, dat die kans er wel is, doch dat dan misschien de com
binatie zou moeten gaan bestaan uit één kern met meer onderafdelingen er
omheen. Dit met het oog op het feit dat de bedrijven dan te ver uiteen komen
te liggen. Ook nu is de afsatnd tussen de verst van elkaar liggende percelen
reeds 20 km, hetgeen uit praktische overwegingen te ver is.
De regeling geldt dat elke gebruiker er voor moet zorgen dat na afloop
van het werk de gebruikte machine bezorgd moet worden bij de volgende
deelnemer. Dit kan, als de afstand te groot is en de tijd beperkt, bezwaren
opleveren. Het halen en brengen van en naar een bepaald punt, b.v. een cen
traal liggende loods of een daartoe aangewezen bedrijf, dat over voldoende
opslagruimte beschikt, is wat dit betreft gemakkelijker.
COÖP. VER. EXPLOITATIE LANDBOUWWERKTUIGEN DINTELOORD
UIT het tot nu toe behandelde kan men vaststellen dat vormen van samen
werking om machines en werktuigen rendabel te maken, in alle delen
van Zeeland voorkomen. Om deze korte kennismaking af te ronden en om
het zuidwesten van ons land wat ruimer te nemen dan het Zeeuwse terri
torium, zijn wij tenslotte nog op bezoek geweest bij de voorzitter van de
V.E.L.D. (Coöperatieve Vereniging tot Exploitatie van Landbouwwerktuigen
Dinteloord), de heer M. Geluk. Wanneer we dan van deze Westbrabantse
landbouwer enkele gegevens krijgen over de hier gestichte en uitgegroeide
vorm van samenwerking, zien we hoe groot de afstand is van de combinatie
te Westkapelle. Daar kleine bedrijven die een bescheiden doch prima werkend
samenspel hebben opgebouwd voor het gebruik van betrekkelijk weinig en
naar verhouding niet zulke grote kapitalen eisende machines en werktuigen.
Hier in Dinteloord een coöperatie van groot formaat.
EEN MACHTIG MACHINEPARK VOOR 30 BEDRIJVEN
HET begon in 1946 met 10 deelnemers die sameft 25 aandelen a 1000,
hadden. Men beschikte over een ploeg, een vlastrekker en een rups-
trekker. Het aantal deelnemers is nu gegroeid tot 30. Daarvan is het kleinste
bedrijf 24 ha en de grootste ongeveer 60 ha, zoals dat van de voorzitter. In
totaal beslaan deze 30 bedrijven circa 1200 ha bouwland. Voor de bewerking
daarvan beschikt' de coöperatie over:
6 combines met graantank 3 erwtenmaaiers
(9- en 12-voet) diverse schijf eggen en maaibalken
2 pick-up-persen l zwadmaaier
5 bietenrooiers 2 precisiezaaimachines
10 tractoren 1 slootmaaier
1 aardappelvoorraadrooier 1 vlasplukmachine
Al dit materiaal, bij elkaar met een nieuwwaarde van circa 400.000, is op
geslagen in een grote stenen loods annex werkplaats, met de bouw waarvan
nog eens 60.000 was gemoeid. Het vaste personeel, dat ook voor de bedie
ning zorgt, voert hier het onderhoud en de reparaties uit, zodat alles steeds
bedrijfsklaar is. Met de bedrijfsleider zijn hier 8 mensen in dienst van de
coöperatie, terwijl in de zomer nog enkele losse krachten daaraan toegevoegd
worden. De bediening der machines geschiedt uitsluitend door vakkundig
personeel.
Niet alle leden der coöperatie doen voor de volle 100 daarin mee. Ver
schillende bedrijven hebben b.v. een eigen combine of andere werktuigen.
Maar voor de meeste geldt, dat zij zelf niet behoeven aan te schaffen, wat
door de coöperatie beschikbaar kan worden gesteld.
Ook wordt gebruik gemaakt van de diensten van een loonwerker in de
streek, b.v. in die gevallen waar de eigen machines de taken niet voldoende
aan kunnen. Volgens de voorzitter bestaat er in dit opzicht eveneens een
goede samenwerking.
Het belangrijkste voordeel voor deze grote bedrijven ligt zeker in het vlak
van de arbeidsvoorziening. Landarbeiders zijn steeds moeilijker te krijgen
en als b.v. een oudere arbeidskracht verdwijnt is er geen jongere te vinden
die de lege plaats aanvult.
Zo kan het" gebeuren dat straks op één der grootste bedrijven de boer met
één zoon 60 ha moet bewerken. Ondanks zware mechanisatie zou het dan
zonder coöperatie wel zeer moeilijk worden.
GOEDE WERKREGELING VAN HET GROOTSTE BELANG
HET is begrijpelijk dat meer nog dan bij kleinere combinaties in dit geval
een perfecte organisatie nodig is om het werk zoveel mogelijk naar
ieders genoegen te laten verlopen. Daartoe worden programma's en beurt-
lijsten opgemaakt, waarbij o.a. rekening is gehouden met het aandeel dat
ieder in de coöperatie heeft. Dit is een aangelegenheid, waarop we niet tot in
details kunnen ingaan.
Maar het is wel duidelijk dat hiervan het welslagen der onder
neming voor een groot deel afhankelijk is.
We hebben er al eerder op gewezen, dat combinaties staan of val
len met de al of niet voldoende aanwezigheid van bereidheid tot
samenwerken en begrip voor elkaar, wat dan tevens betekent dat
men een groter of kleiner stuk zelfstandigheid op zijn bedrijf moet
prijsgeven.
Wat deze 30 landbouwers op grotere bedrijven met de coöperatie
te Dinteloord speciaal op het gebied van wederzijdse verstandhou
ding en aanpassingsvermogen presteren, mag dan ook wel als een
zeer bijzonder feit worden beschouwd als we denken aan de grote
gevarieerdheid die er nu eenmaal bestaat in geaardheid, gedach-
tengang, wensen en opvattingen van ieder mens afzonderlijk