ARBEID EN BEDRIJFSPLAN
KUNSTMEST:
«STROOIERS
140
Fa. G. LSlABBEKOORN&In
Fa. M.Lvan ACKER s Zn.
A.D.RIEMENS.
Probleemstelling
De arbeid op het veehouderij- en
kleinere gemengde akkerbouwbedrijf
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
Kioetinge^
W.01100-6606
MHmM
-'x.-'kp
|\E gezamenlijke Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting
en de Bedrijfsstudiegroepen op de Zeeuwse Eilanden
hielden op vrijdag 31 januari j.I. een studiedag over Arbeid
en Bedrijfsplan".
Door ir. H. P. de Bruin, Rijkslandbouwconsulent voor de
Zeeuwse Eilanden, werd de probleemstelling aan de orde ge
steld, ir. D. C. M. Boonman, Rijkslandboavvconsulent voor
arbeidsvraagstukken, behandelde de vraagstukken van de
arbeid op het veehouderij- en kleinere gemengde akker-
bouwbedrijf, ir. H. J. >1. van Miltenburg besprak de arbeid
en bedrijfsplan op het grotere akkerbouwbedrijf, terwijl
Lr. A. J. Louwes de ekonomlsehe ontwikkelingen hiervan
behandelde.
Wij geven op deze pagina zeer in kort van elke inleider
een samenvatting van het besprokene.
RED.
Waterlandkerkje
Tel. 01170-2163
Hoek
Tel. 01154-298
Ir. H. P. DE BRUIN
IYE ontwikkeling van de landbouw wordt in toenemende mate bepaald door
dc kostenfaktor arbeid. De belangrijke loonstijging van 10 die in 1064
te verwachten is, gekombineerd met een versnelde afvloeiing van agrarische
arbeidskrachten zullen de ondernemers in de landbouw dit jaar zwaar op de
proef stellen. Wil hij zijn inkomen handhaven en voorzien in de stijgende
financieringsbehoefte van de toenemende werktuigeninventaris en inrich
ting, respectievelijk modernisering van de gebouwen. Bovenal zal hij zijn ge
hele organisatietalent nodig hebben om met een steeds verder afnemende
arbeidsbezetting het arbeidsproces rond te krijgen.
WAT zijn nu de toekomstverwachtingen? Is dc loonstijging van 10% met
zekerheid te voorspellen, moeilijker wordt liet de indireltte invloed op de
werktuig- en loonwerkkosten te schatten. Een voorzichtige prognose zou
kunnen zijn een toekomstige stijging van 5 van de eigen werktuig- en trek-
kerkosten. De loonwerker heeft hiermee eveneens rekening te houden èn met
de 10 loonsverhoging, die daarnaast ten dele de tarieven zullen doen stijgen.
Op grond van eerder genoemde kosten per ha in 1062/63 (ar
beidsloon, werktuig- en trekkerkosten, werk door derden) voor een
gemiddeld akkerbouwbedrijf van 40 ha en uitgaande van de verwachte
invloed van de loonstijging valt een verhoging van de óe werkingskosten
te becijferen van 86,/lia. Andere prijsinvloeden* (onderhoud gebou
wen, meststoffen, zaaizaad, etc.) rechtvaardigen een afronding tot
100,/ha. Bij een gemiddeld netto-overschot van 100./ha zou dit
een inkomstenvermindering van 25 tot gevolg hebben. Hierbij is er
van uitgegaan, dat er niets zou veranderen. Natuurlijk, is dit wèl het
geval.
DE boer zal zijn bedrijf wederom (moeten) aanpassen hetgeen op grond
van bovenstaande cijfers een uiterst moeilijke opgave zal zijn. Deze aan
passing Iaat zich ten dele voorspellen uit de ontwikkeling van de afgelopen
jaren: stijgende werktuigkosten en verdere afstoting van arbeidskrachten,
mede onder invloed van verdere industrialisatie en ontsluiting van Zeeland
met de randstad Holland.
Het verloop van de vaste landarbeiders in de akkerbouw en veehouderij in
Zeeland gedurende de laatste jaren is als volgt: (bron B. V. A. B.)
1960/61
4679
196V62
4424
1962/63
4034
1963, "'64
3350
PROBLEEMSTELLING vraagt een nadere analyse van arbeid en bedrijfs-
plan en een gedachte over de toekomstige ontwikkelingen. De lonen van
de landarbeiders zijn de afgelopen 10 jaar verdubbeld. De ongelijke verhou
ding tussen deze loonstijging en de prijzen van landbouwproducten beïnvloedt
de rentabiliteit van het bedrijf ongunstig. De index van de prijzen van akker-
bouwprodukten is van 1951-1961 met 6 punten toegenomen, van het uur-
Joon met 100 punten.
De boei is er niettemin in geslaagd de stijging van de post arbeidsloon te
beperken. Uit gegevens van een 30-tal Zeeuwse akkerbouwbedrijven van ge
middeld 40 ha blijkt n.l. dat ondanks de verdubbeling van het uurloon de
post arbeidsloon in de afgelopen periode van 10 jaar „slechts" met 2 per
jaar is toegenomen tot gem. 550/ha. Dit heeft een stijging van de werktuig
en trekkerkosten tot gevolg gehad van gemiddeld 3 per jaar. De sterkste
stijging vertoont de post werk door derden, n.l. met gemiddeld 20 per jaar
tot 220,- per ha, waarmee de eigen werktuigkosten benaderd worden.
DEZE cijfers spreken duidelijke taal. Op grond van voortzetting van deze
ontwikkeling mag men verwachten dat op het genoemde bedrijfstype
van 40 ha waar 10 jaar geleden nog 4 vreemde arbeidskrachten werkzaam
waren, in de naaste toekomst de boer nog slechts de hulp zal hebben van 1
landarbeider-mecanicien.
Uit een oogpunt van arbeidsorganisatie leidt dit tot grote konsekwenties,
maar ook sociaal gezien heeft dit in het bijzonder voor de (kleinere) bedrij
ven met melkvee belangrijke gevolgen: of de (gezins)arbeidskrachten ver
dienen een gering uurloon, óf de boer wordt op het éénmansbedrijf volledig
gebonden.
De vraag kan gesteld worden, of het voor bepaalde delen van Zeeland niet
hoogst noodzakelijk wordt zich te bezinnen op het vormen van boerenhulp-
organisaties, zoals die in de weidegebieden alom ontstaan.
Een tweede vraag is of een minimale arbeidsbezetting uit arbeidsorganisa-
torisch oogpunt niet zal noodzaken tot verdergaande samenwerking op de
bedrijven. Dit zal des temeer noodzakelijk worden, omdat oogst en transport
steeds meer in één arbeidsproces verloopt (graan oogsten iri de wagen, even
als aardappelen en bieten).
Samenwerking is daarmee geen slagzin meer, maar bittere noodzaak. De
Zeeuwse boeren werken overigens al enkele jaren in deze richting, gezien dc
enquêtegegevens over samenwerking van de R. L. V. D. Goes.
IIET bedrijfsplan staat in onmiddellijk verband met arbeid en mechanisa-
ticgraad. Tot nu toe is de Zeeuwse boor er in geslaagd het intensieve
bouwplan nagenoeg te handhaveh, gedurende de laatste 10 jaar. Becijferingen
tonen echter aan, dat bij verdergaande loonstijgingen op de grotere bedrijven
een grotere rentabiliteit is te verwachten bij extensivering en aantrekkelijker
is i.v.m. de financiering. Grondsoort speelt hierbij een rol (aardappelen). Vol
ledig te mechaniseren teelten zijn noodzakelijk.
Verdergaande mechanisatie zal tevens van invloed zijn op het kleinere ge
mengde bedrijf. De eenheden melkvee zijn over het algemeen op de Zeeuwse
bedrijven betrekkelijk klein zodat mechanisatie ekonomisch moeilijk verant
woord is te maken. Uitbreiding van de veestapel is slechts incidenteel mogelijk.
Overgaan tot mestvee lijkt i.v.m. prijsverwachtingen gunstig, al geven lang
jarige bedrijf suitkomsten voor deze produktietak geen enkele reden tot op
timisme. De vrijkomende arbeid zal dan echter doelmatig in de akkerbouw-
sektor moeten worden aangewend (intensivering, tuinbouw, fruitteelt).
De mechanisatie krijgt ook vat op de teelten van het kleine gemengde land
en tuinbouwbedrijf. Mechanisch oogsten van uien, gladiolen, knolselderij en
spruiten ligt binnen het bereik der toekomst. Het tot nu toe gebruikelijke
handwerk /al daarmee minder rendabel worden. Intensivering en mogelijk
zelf volledige overschakeling in de richting van de tuinbouw lijkt voor deze
bedrijven noodzakelijk.
Ook op de grotere bedrijven is het reeds mogelijk om het bouwplan met wei
nig arbeiders rond te krijgen. Als enkele bedrijven dan samenwerken kan
het nog behoorlijk intensief zijn ook.
Ir. D. C. M. BOONMAN
DE arbeidsbezetting begint op vele bedrijven een soms wat griezelig
minimum te naderen; éénmansbedrijf en vader-zoonbedrijf. Het zuivere
veehouderijbedrijf heeft in zoverre een voordeel dat het gespecialiseerd is en
men dus alle aandacht aan één tak kan besteden. De vraag naar arbeid in dit
type is betrekkelijk gelijkmatig over het jaar verdeeld.
(Adv A
Eon LELY kunstmeststrooier gratis?
Als U vorig jaar een demonstratie gevraagd
had, had U nu Uw LELY kunstmeststrooier er
al uit! Zó groot is de besparing op tijd en werk.
Met de LELY kunstmeststrooier presteert U in
een uur, waarvoor U vroeger een gehele dag
nodig had. En het gaat bovendien veel gemak
kelijker en beter! Vraagt nog vandaag inlich
tingen of een demonstratie, bekijk wat U kunt
besparen met zo'n prachtige strooier.