Kring Schouwen-Duiveland der Z.L. V1.
In het verleden
ligt het heden
In het nü
wat worden zal!
VRIJDAG 7 FEBRUARI 1964
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTainbouw en Veeteelt in Zeeland
Frankering bij abonnement: Terneuzen
52e Jaargang No. 2711
WANNEER men zich op één
van de mistige dagen van
deze januarimaand 1964 neerzet
om een openingswoord voor on
ze algemene vergadering van de
Kring Schouwen-Duiveland der
Z. L. M. te overdenken, dan ko
men vele belangrijke en diep
ingrijpende gebeurtenissen van
het jaar 1963 nog eens in onze
herinnering. En dan blijkt hoe
snel we leven, hoe oppervlak
kig eigenlijk alles wordt erva
ren na enige tijd, doodgewoon
omdat er bij de mens geen tijd
en geen plaats is om overal lang
bij stil te staan. De mens zou
als hij het wel deed binnen
korte tijd achterop geraken; de
boer zou geen antwoord 'weten
te geven op de steeds nieuwe
vragen die elkaar in ijltempo
opvolgen. Niettemin betreuren
wij het dat in ons jachtig be
staan er zo weinig rustpunten
zijn gebleven om te overdenken
wie of wat we zijn, en betreu
ren wij liet dat er zo weinig tijd
is om te genieten juist van dat
gene waarvoor we ons dagelijks
inspannen. Aldus de voorzitter
van de Kring Schouwen-Duive
land der Z. L. M., de heer A. M.
Geluk in zijn openingswoord in
de Algemene Vergadering der
Kring vorige week woensdag in
Zierikzee gehouden. De heer
Geluk behandelde in zijn rede,
naast een aantal specifieke pro
blemen en actualiteiten voor
Schouwen-Duiveland, ook alge
mene vraagstukken die vele van
onze lezers zullen interesseren en
waaraan wij hier gaarne aan
dacht besteden.
NADAT de heer Geluk gebeurtenissen en wijzi
gingen in verhoudingen in het buitenland de
revue had laten passeren, besprak hij de situatie
in ons eigen land.
Voor vele boeren was 1963 een moeilijk jaar.
Moeilijk en duur door de extra lange strenge
winter; moeilijk door de lang aanhoudende slechte
weersomstandigheden, moeilijk door een steeds
nijpend werknemerstekort.
Het was echter niet alleen een moeilijk jaar,
maar ook een jaar met slechte of zeer matige fi
nanciële resultaten. De schade door de niet te be
strijden onkruidvoortwoekering in de voorzomer
en door het natte oogstweer is zeer groot geweest.
De droogkosten van de granen stegen tot onge
kende hoogte, ja er dreigden produkten, waaraan
een jaar lang zorg was besteed, totaal verloren
te gaan.
Nu beseffen we wel dat het boer zijn het
aanvaarden van risico's met zich meebrengt,
maar we hebben dit afgeloven jaar toch meer
malen de vraag horen stellen, de klemmende
vraag: „Liot er nog een toekomst als boer, kan
ik nog vertrouwen hebben in de toekomst; kan
ik mijn zoon toch aanraden om boer te wor
den?"
Wanneer hier, op onze grond en bij onze toch
gunstige klimatologische omstandigheden, reeds
deze vraag wordt gesteldkan men wel raden
hoe de stemming is in andere delen van ons
land, waar de situatie aanzienlijk ongunstiger
is.
Als gevolg van de betere waterbeheersing en ontsluiting is er in de cultuurtoestand van de
grond Schouwen-Duiveland, mede door de uitgevoerde kavelinrichtingswerken, een verschuiving
van grasland naar bouwland tot stand gekomen. Een toename in bouwland van bijna 10
Hier een foto van een in de herverkaveling gerealiseerde waterbeheersing.
(Foto Cultuurtechnische Dienst)
DIJ de gehouden verkiezingen in 1963 bleek al
dat er op ons platteland en trouwens ook
in de stad meer onrust en ontevredenheid was,
dan werd vermoed. Splinter-partijen kwamen in
de Tweede Kamer, en doen daar ai lijkt het
op het eerste gezicht soms even anders veelal
meer afbreuk dan goed.
Zo voert een Boerenpartij meer antipropaganda
voor de Nederlandse boerenstand, dan velen ver
moeden. Soms wordt wat misplaatst medelijden
opgewekt met de boeren, welk medelijden op zijn
best ontaardt in wat meer belangstelling voor ae
recreatieve mogelijkheden die onze grond of onze
boerderijen zouden kunnen bieden.
Trouwens, niet alleen in boerenkring toont men
zijn ongenoegen. In de herfst van 1963 was b.v.
de arbeidsonrust in ons vredige vaderland groter
dan ooit, en de roep om hogere Ionen, meer va
kantie, om een hogere maatschappelijke status
drong overal door.
Dan weer zijn het de onderwijzers die hun on
tevredenheid betuigen, dan weer de vissers be
grijpelijk in hun bestaan bedreigd, dan weer
de consumentenbonden, die de prijzen van de
levensmiddelen zien stijgen.
Broederlijk gaan nu de vingers tot vermaning
omhoog, van de minister van Financiën en van de
voorzitter van het N. V. V. om te waarschuwen
dat een terugslag niet kan uitblijven!
VELE verhoudingen worden harder, worden
scherper in ons land. Het lijkt wel of dit be
hoort bij een welvaartsstaat; het is er zeker een
symptoom van.
Het privé- èn het groepsbelang moet verdedigd
worden, en gaat het moeilijk met agumenten om
dat ze er niet zijn of omdat men er niet naar luis
tert, dan grijpt men naar andere middelen om
zijn streven kracht bij te zetten. Het wordt een
harder gevecht om het handhaven van de eigen
plaats; men wordt radicaler in denken en doen.
En het typische, en misschien ook wel het tra
gische is, dat deze radicalen het eigenlijk zelf
nergens toe brengen. Men ziet dit ook in de ons
omringende landen, met name in Frankrijk, waar
ook groepen boeren, maatschappelijk en econo
misch, moeite hebben om niet achterop te gera
ken. Ook daar wordt men steeds kritischer, en
werpt men zijn overschotten op straat. Het vorig
jaar leken de grote werknemersorganisaties hun
greep te verliezen op hun leden. Werkgeversor
ganisaties idem. Politiek bleken velen geen ver
trouwen meer te hebben in hun oude partijen.
Boeren schoppen tegen hun eigen landbouwschap.
Men zou geneigd kunnen raken om mee te gaan
zingen in het koor der ontevredenen. Het zou de
populariteit van een organisatie of van een
Kreng tijdelijk verhogen. Maar op wat langere
termijn zal blijken dat deze organisatie niet
veel heeft bereikt, en bovendien, dat zijn naam
is vergooid en het vertrouwen naar alle kanten
is verspeeld. U kunt er allen van overtuigd zijn
dat we in de afgelopen jaren ons best hebben
gedaan, ook .in ons Kringbestuur, ook in ons
Dagelijks Bestuur. Maar daarbij en daarnaast
heeft ook U allen een eigen taak, èn als boer
èn als lid van een organisatie. En die is onder
de gegeven omstandigheden vooreerst je best
te doen, je in te spannen, verstandig te zijn, sa
men te werken, voorlichting te vragen, en voor
al daar te kijken en te vragen waar het beter
gaat dan bij jezelf.
OP het laatst van 1963 is de acte van toede
ling van de Herverkaveling op Schouwen-
Duiveland gepasseerd. Een hoogstbelangrijke epi
sode de meest belangrijke van de laatste eeuw
voor ons eiland is hiermede afgesloten. Ver
kaveling vindt ieder hier wel goed; deze gedachte
is hier wel algegmeen aanvaard, en we erkennen
dat ons eiland thans min of meer in een bevoor
rechte positie is gekomen.
Niet ieder is tevreden, vanzelfsprekend bij zo'n
groot werk, over de afwerking. Te zijner tijd kan
men na inzage van de lijst van geldelijke re-
(Zie verder pag. 107)