KNLC
Loonontwikkeling in bespreking
87
IVSAURITSPLEKN 23
V RIJD AG 3 1 JANUARI 1964
wikkeld uit de meer bekende Moreau pakkenwagen. Het lijkt een aantrekke
lijke verbetering; groter inhoud en hoger gebouwd i.v.m. het lossen. Prijs
1475.
Op de Vicon-stand werd de bekende Vicon-Steketee dunmachine getoond,
gedeeltelijk voorzien van Vicon, systeem monodrill, precisiezaai-elementen,
verende tanden en dunmessen en een nieuw type telescoop-paralellogram
met wiedmessen. Vooral door dit laatste onderdeel is de gekombineerde ma
chine veel kompakter geworden. De Vicon-Monodrill zaai-elementen waren
middels een andere bevestigingsklem gemakkelijk op het raam van de dun
machine te monteren. Op dezelfde stand stond de nieuwe kunstmeststrooier,
type 1000. Een getrokken machine met een bakinhoud van 1000 kg en een
effektieve strooibreedte van 8 tot 10 meter.
De Vicon-Steketee pakkenlader zal in de nieuwe uitvoering op beperkte
schaal leverbaar zijn. Prijs 575. De Vicon-LeV Sprinter hark werd rëeds in
het buitenland gebruikt en zal nu ook in Nederland op de markt worden ge
bracht. Met deze hark is een werksnelheid mogelijk tot 23 km per uur. Ver
der zagen we de Weimar aardappelrooier (Nagel, Arnhem). Opvallend wa
ren de twee grote rooischaren aan de overigens ook omvangrijke machine.
De indruk werd verkregen dat deze maehine niet direkt geschikt is voor onze
Zeeuwse omstandigheden. De Romas-rooier (Massee, Zwolle, Goes) was ver
der geperfektioneerd met o.m. een aparte snelheidsregehng op de kettingen
en andere organen. Een nieuw type boxereg (Lely, Maasland) type 270, was
tentoongesteld voor de bewerking van aardappelbedden. Bij dit type is een
ééndelig raam toegepast compleet met aanaarders. Voor volveldsbewerking
kunnen meer tanden worden gemonteerd.
VERMELDENSWAARD is het snelkoppelsysteem voor werktuigen aan
trekkers. De firma's Massee en Brinkmann Niemeyer importeren daar
toe het Engelse „Insta-Hitch" systeem. De Insta-Hitsch bestaat uit twee delen:
het hoofdframe is aan de trekker gemonteerd en het bijbehorende deel aan
het werktuig. Aankopp^en en ontkoppelen geschiedt automatisch in enkele
seconden door de trekkerchauffeur. Hij behoeft daartoe de zitplaats niet te
verlaten. Door de driehoeksvorm zou het niet nodig zijn dat trekker en werk
tuig precies recht voor elkaar staan terwijl er ook op ongelijke grond mee
gewerkt kan worden. De prijs bedraagt voor het trekkerdeel 188; een deel
voor gedragen werktuigen kost ƒ72. Door Boeke en Huidekoper werd een
soortgelijke snelkoppeling getoond, fabrikaat Zweegers. Hiervan werd een
prijs genoteerd van ƒ195 kompleet; een werktuigdeel kost ƒ105.
Met het weergeven van enkele indrukken zijn we allerminst vol
ledig geweest. Wellicht heeft u veel meer gezien en gehoord. Een
dergelijk evenement leent zich goed voor een algemene oriëntatie
Insta-Hitch systeem.
en daarnaast biedt het de gelegenheid om in een dag enkele onder
werpen nader te bezichtigen. Tenslotte dient het motto: „mecha
nisatie en rationalisatie" zo begrepen te worden dat rationalisatie
alleen bereikt wordt door een doelmatige mechanisatie.
Dit betekent dat een goede keuze gemaakt moet worden
J. T. ANDRINGA.
Stichting en Regering voor moeilijke beslissing
I\E verontrusting die enige weken geleden in deze kolommen werd uitge-
sproken over de loonontwikkeling, was niet voorbarig. Het gaat mis met
de lonen in ons land. Het georganiseerde bedrijfsleven blijkt zich niet te
houden aan het loonakkoord dat in oktober 1963 in de Stichting van de
Arbeid werd gesloten en waarvoor, kort daarop, de regering de mede-verant-
woordelijkheid op zich heeft genomen.
Zoals bekend behelsde dit akkoord onder meer een mogelijke loonkosten
stijging in 1964 van 10 de realisering van een beperkte loondifferentiatie
per onderneming en de invoering van een garantie minimumloon van 100,
per week. Noch de loondifferentiatie, noch het garantie minimumloon zou,
zo werd overeengekomen, mogen leiden tot een wezenlijke verhoging van
het loonpeil.
Intussen blijkt, dat bij de Stichting van de Arbeid een aantal C.A.O.'s zijn
ingediend waarin loonsverbeteringen zijn neergelegd die de gestelde moge
lijkheden te boven gaan. De regering maakt zich ons inziens terecht zorgen
over deze ontwikkeling en besloot de moeilijkheden met het georganiseerde
bedrijfsleven te bespreken. Dit overleg wordt heden voortgezet, zodat de
mogelijkheid bestaat dat reeds een beslissing is genomen wanneer deze regels
in dit blad verschijnen. Immers, op korte termijn dient te worden uitgemaakt
hoe met de loonpolitiek verder zal worden gehandeld.
OORZAAK
VAN DE MOEILIJKHEDEN
kan geen twijfel over bestaan
dat de oorzaak van de moeilijk
heden ligt in de voortdurende krapte
op de arbeidsmarkt. Daarom zijn de
werkgevers bereid hogere lonen te
betalen om het personeel vast te
houden. Bovendien blijkt er in onze
economie nog zoveel ruimte aan
wezig te zijn, dat de hogere loonkos
ten al dan niet met doorbereke
ning in de prijzen kunnen worden
opgebracht. Maar prijsverhogingen
zijn niet onbeperkt mogelijk. Hier
komt eenmaal een einde aan. De
produkten moeten immers ook nog
worden afgezet. Het keerpunt is
daar, waar het met de afzet niet
meer wil vlotten. Maar de moeilijk
heid is, dat niet kan worden voor
speld wanneer dit keerpunt komt, en
in welke mate dan een economische
terugslag zal optreden. De economi
sche ontwikkeling in het buitenland
speelt ook een belangrijke rol, voor
zover we van onze export afhanke
lijk zijn.
De gevolgen van een economische
terugslag voor het welzijn van ons
gehele volk zullen bijzonder onaan
genaam zijn. Het huidige welvaarts
peil is dan niet te handhaven, ter
wijl velen hun plaats in het arbeids
proces moeten inruimen met toe
nemende werkloosheid als gevolg.
De economische wetenschap be
schikt wel over een arsenaal van
maatregelen om de moeilijkheden
die dan optreden tegen te gaan, maar
ook hier doen zich zoveel onzeker
heidsfactoren voor, dat moeilijk valt
te voorspellen wanneer het econo
misch getij weer ten goede zal keren.
Het is dus van groot belang ervoor
te zorgen dat de te vrezen moeilijk
heden zo klein mogelijk blijven. Des
te klemmender is dan ook de vraag
wat er in de huidige situatie moet
gebeuren.
DE STICHTING VAN DE ARBEID
RKGEVERS, werknemers en
overheid hebben zoals op
gemerkt gedrieën de verantwoor
delijkheid voor het loonakkoord 1963
aanvaard. Het geeft dus geen pas
zich nu aan deze verantwoordelijk
heid te onttrekken. De primaire ver
antwoordelijkheid voor de uitvoering
van de loonpolitiek ligt bij de Stich
ting van de Arbeid, Deze zal haar
verantwoordelijkheid waar moeten
maken. Kan zij dit niet, dan dient zij
het verkregen mandaat terug te
geven waardoor de eerste verant
woordelijkheid voor de gang van
zaken m.b.t. de lonen weer bij de
overheid casu het College van Rijks
bemiddelaars komt te liggen. Daar
mee is dan tegelijkertijd het vonnis
over het huidige loonsysteem geveld.
Toen deze loonpolitiek in de maak
was, is het ontstaan van een situatie
waarin wij nu leven als een reële
mogelijkheid onderkend. Toch heeft
de Stichting de haar toegedachte
taak aangedurfd. Zij zal nu moeten
tonen, dat zij tegen haar taak is op
gewassen.
AFSPRAKEN NAKOMEN
ZOWEL bij de industriële werk
gevers als in de kring van de
yakbeweging gaan thans stemmen op,
van de nood een deugd te maken en
bij het toetsen van C.A.O.'s wat door
de vingers te zien en te volstaan met
het afkappen van zgn. uitschieters.
Wij aarzelen niet dit ronduit een fu
nest loonbeleid te noemen. Want zo'n
gedragslijn leidt onherroepelijk tot
een nieuwe richtlijn voor het loon
beleid die bij een aanhoudend tekort
van arbeidskrachten op zich zelf
weer als magneet zal werken.
Bovendien leidt een dergelijke ge
dragslijn ertoe, dat in de C.A.O.'s en
loonregelingen een loonpeil wordt
goedgekeurd, dat bij afnemende be
drijvigheid blijvend te hoog zal blij
ken Het gevolg hiervan is dat rech
tens geldende lonen moeten worden
verlaagd. Er is weinig fantasie voor
nodig om te voorspellen dat dit een
moeilijk begaanbare weg zal zijn.
Het ligt daarom veeleer in de rede
er gezamenlijk voor te zorgen dat
behoudens zeer bijzondere uitzon
deringen het Stichtingsakkoord
onverkort wordt nageleefd. Hierbij
zal als praktische realiteit moeten
worden aanvaard dat de C.A.O.-lo-
nen niet geheel zijn te handhaven
zolang de schaarste op de arbeids
markt voortduurt.
Een dergelijk beleid biedt het
voordeel, dat als eenmaal een omme
keer in de economische toestand op
treedt, het probleem van de te hoge
lonen vanzelf wordt opgelost.
De zwarte lonen van vandaag kun
nen als conjunctureel stootkussen fun
geren waarbij de bestedingsbeper
king automatisch wordt afgedwon
gen indien deze onvermijdelijk wordt.
DE REGERING
WAAR de indruk bestaat dat met
name bij de industriële -werk-r
gevers en de vakbeweging de mening
overheerst dat in de loonpolitiek
voorlopig maar met de beschikbare
riemen moet worden doorgeroeid,
staat de regering voor een niet ge
makkelijke beslissing. Met het oog
hierop ligt de veronderstelling voor
de hand, dat naar een compromis zal
worden gezocht. Verstandig is dit
niet; hoezeer wij ons overigens ook
kunnen voorstellen dat de regering
er veel aan is gelegen de vrede met
het georganiseerde bedrijfsleven te
bewaren. De bestaande moeilijkheden
lenen zich o.i. niet voor een compro
mis. Blijft de Stichting haar taak ver
richten, dan zal zij de moed moeten
kunnen opbrengen om loonvoorstel-
len die de gestelde mogelijkheden te
buiten gaan, af te wijzen.
Een andere oplosing is, dat de over
heid op ruime schaal gebruik maakt
van haar bevoegdheid tot het onver
bindend verklaren van c. a. o.'s. Fraai
is een dergelijke oplossing niet om
dat de overheid dan steeds moet in
gaan tegen het toetsingsbeleid van
de Stichting, wat tot nieuwe moei
lijkheden zal leiden. Dan is het veel
beter, dat de Stichting haar bevoegd
heden aan de regering overdraagt.
Het goedkeuringsbeleid van c.a.o.'s
komt dan weer in handen van het
College van Rijksbemiddelaars, ter
wijl de Stichting van de Arbeid haar
adviserende taak van vroeger kan
hervatten.
De beslissing die op het hoogste
niveau van overleg moet worden
genomen zal haar invloed op de
gang van zaken bij het loonoverleg
in de landbouw niet missen. Wel
iswaar werd door de 3 C. L. O. aan
de Gewestelijke organisaties gead
viseerd zich bij de loonbesprekin-
gen voor de land- en tuinbouw te
houden aan de mogelijkheden van
het loonakkoord; het is duidelijk, dat
onze bedrijfstak zich niet in een
uitzonderingspositie mag laten bren
gen.