Voergranen in de wereld De eigen VRIJDAG 31 JANUARI 1964 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van landenTuinbouw en Veeteelt in Zeeland OVERZICHT Frankering bij abonnement: Terneuzen 52e Jaargang No. 2716 MA DAT wij de vorige we- ken aandacht hebben be steed aan de wereldpositie van de suiker en de tarwe, willen wij ditmaal deze overzichten besluiten met een aantal ge gevens over de voergranen, 't laatste onder zekere garantie- regelen vallende akkerbouw- produkt. Als bron kunnen wij opnieuw vermelden een uitge breide studie, die in het Duitse maandblad „Agrarwirtschaft" van december verscheen en waarvan wij nu een vertaling overnemen, die gepubliceerd staat in het „Persoverzicht" van het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten. EEN vraag, die zich hier nog opwerpt en waarover niet veel bekend is. zal zijn of Rusland hier ook als grote koper aan de markt zal blijven. Dit zal voor namelijk afhangen van het levenspeil, dat de Rus sische machthebbers voor hun volk nastreven of moe ten nastreven. Bij een verdere stijging van de levens standaard neemt ook in dit grote land het verbruik van veredelingsprodukten toe en stijgt de vraag naar veevoeder en dus naar voergranen. Hier zal echter op de ontwikkeling gewacht moeten worden. Volgens de thans beschikbare oogstresultaten en voorlopige ramingen zou dit jaar in de belangrijkste in- en uitvoergebieden ter wereld ongeveer 249 mil joen ton voergranen zijn geproduceerd, waarvan in West-Europa 57 miljoen ton, Oost-Europa 24, Ver enigde Staten 138 en Canada 13 miljoen ton. Een hoe veelheid ongeveer even groot als in 1960/61, toen een recordoogst werd binnengehaald. De oogst van voergranen in de U. S. A., welke dit jaar 138 miljoen ton bedroeg, was 8 miljoen ton groter dan in 1962/63. De produktiestijging moet in de eerste plaats aan grotere ha-opbrengsten en in mindere mate worden toegeschreven aan een nieuwe uitbreiding van het areaal. De Westeuropese voergraanoogst, welke in 1963/64 rond 57 miljoen ton bedroeg, is eveneens 4;3 miljoen groter dan in het jaar daarvoor. De voornaamste oor zaak hiervan is het aanzienlijk grotere areaal, dat vooral in Frankrijk als gevolg van de grote uitwinte- ring van tarwe belangrijk werd uitgebreid. De ha- opbrengsten hebben daarentegen in West-Europa niet het niveau van 't vorig jaar bereikt. Volgens de thans beschikbare berichten wijken de oogstresultaten in de andere belangrijke produktiegebieden van voeder- granen dit jaar niet belangrijk af van de uitkomsten van verleden jaar. In de U. S. A. zijn de voorraden voergranen de laatste jaren doorlopend ver minderd. De belangrijkste bijdrage hiertoe leverde het voergraanprogramma, dat ook in het komende jaar op de tot dusver geldende voorwaarden zal wor den voortgezet. De boeren, die hun voergraanareaal in vergelijking tot het gemiddelde van de jaren 1959 en 1960 met 20 inkrimpen, blijven de onge wijzigde garantieprijzen voor mais, gerst en sorghum ontvangen. De grote export van voergraan heeft ook aanzienlijk bijgedragen tot de geleidelijke vermindering van de voorraden. Er kon in het afgelopen jaar 14.4 miljoen ton voergraan worden uitgevoerd, zodat de voorraad aan het einde van het jaar wederom 8,4 miljoen ton kleiner was dan bij het begin van het jaar. Voor 1963/64 wordt er in de U.S. A. rekening mede gehouden, dat de export van voergranen belangrijk zal zijn en rond-15 miljoen ton zal bedragen, zodat te verwachten is, dat de voorraad, niettegenstaande het feit, dat de oogst groter is. ook dit jaar wederom met 2 miljoen ton zal verminderen. Er heeft zich, vergeleken met dezelfde tijd van verleden jaar, bij alle graan soorten een merkbare stijging van de wereldmarktprijzen voorgedaan. De prijstüging bij gerst en mais, welke ook van uitwerking is geweest op haver en milocorn, viel de laatste weken zeer duidelijk te merken. De prijsverhogin gen ziin teweeggebracht door een grote vraag op de wereldmarkt. De aan zienlijke aankopen, welke door het Oostelijk blok en in het bijzonder door de Sowjet-Unie werden verricht, hebben een belangrijke bijdrage tot deze prijs ontwikkeling geleverd. De behoefte, waarin West-Europa moet voorzien, is daarentegen dit jaar als gevolg van de eigen grote oogst en door het beschik- De grasland-exploitatie op de Zeeuwsch-Vlaamse akkerbouw bedrijven levert zeer teleurstel, lende resultaten op in vergelijking met de uitkomsten van de akkerbouwgewassen. Hierovei vindt U een uitvoerig aritkel op de pagina's 92 en 93. baar komen van vrij grote hoeveelheden beschadigd broodgraan, dat alleen nog maar geschikt is om te worden vervoederd, niet zo groot als de afgelopen jaren, aldus de „Agrarwirtschaft". DE GRAANPRIJZEN IN EIGEN LAND TENSLOTTE willen wij heel in het kort iets zeggen over de graanprijzen voor de oogst 1964, welke nog steeds niet bekend zijn. Het wachten is hier op de besluiten, die in E. E. G.-verband te Brussel door de Ministers van Landbouw genomen moeten worden. De besprekingen over deze graanprijzen en over het hiermede nauw in verband staande plan-Mansholt werden in december opgeschort en zij züllen de volgende week worden hervat. Zoals bekend, behelst het plan-Mansholt om reeds voor de oogst 1964 in het gehele E. E. G.-gebied met gelijke prijzen voor tarwe, gerst, rogge en mais te komen. Het ziet er niet naar uit. dat dit plan verwezenlijkt gaat worden, althans niet voor de komende oogst. Maar er zijn verschillende andere oplossingen moge lijk, waarop "wij hopen terug te komen, wanneer wij een volgende keer de in december in Brussel genomen besluiten hopen te bespreken. Voorlopig blijft het afwachten, wat Minister Biesheuvel kan doen en wat hij uiteindelijk be slist De georganiseerde landbouw en ook het Bestuur der Z. L. M. staat op het standpunt, dat een verhoging van de binnenlandse graanprijzen tot het Mansliolt-niveau op zijn minst noodzakelijk is om de hogere kosten van de bedrijven dit jaar op te vangen. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1