AARDAPPELVARIA WETENSWAARDIGHEDEN OVER DE VEEHOUDERIJ U i b re id ingspl annen SHETLANDPONYKEURING VERLIEP SUCCESVOL VRIJDAG 24 JANUARI 1964 I\E eind november gehouden deiinitieve oogstraming aardappels, die door het C. B. S. met behulp van het apparaat van de voedselcommissarissen in samenwex-king met het bedrijfsleven en de landbouwvoorlichtingsdienst is uitgevoerd wijkt weinig af van de in november 1963 bekend gemaakte voorlopige oktoberraming. De netto-opbrengst aan kleiaardappelen is ca. 40.000 ton lager uitgevallen, terwijl die van de zand- en fabrieksaardappelen evenveel hoger is. Het is echter de vraag of de in krimping van het aardappelaieaal zich in 1964 opnieuw zal voortzetten. Volgens informaties ge- baseerd op het door telers ontworpen voorlopige bouwplan 1964 moet met een kleinere oppervlakte rekening worden gehouden, aldus de mededelingen van het Produktsehap voor aardappelen. Van de omstandigheden, zoals het marktveidoop voor consumptieaardappelen, eventueel uitvriezen van win tergranen, de graanprijzen voor 1964 enz., zal afhangen of meer of minder aardappelen worden ver bouwd, dan de telers thans van plan zijn. De informaties die uit Zeeland zijn ontvangen wijzen erop dat men daar van plan is de aardappelverbouw nogal flink in te krimpen. De gedachten gaan in de lichting van omstx^eeks 10 procent minder. In Zuid-Holland, waar men wat betreft dé piajsvorming wat gunstiger ligt, zou de opperviaktedaling minder groot zijn en zoals het zich thans laat aanzien in de buurt van öe 5 procent liggen. De informaties uit Noord-Holland doen verwachten dat daar tussen de 5 en 10 procent minder zal worden uitgepoot. Ook in de meeste noordelijke en oostelijke provincies wordt aan een geringere uitpoot gedacht. Het eigenaardige daarbij is dat in tegenstelling tot voorheen op de zandgronden geen grotere inkrimping wordt verwacht dan op de kleigronden, vermoedelijk omdat daar uit het oogpunt van vruchtwisseling enz. een verdere daling nadelig wordt geacht en daar meer zekerheid bestaat dat mechanisch kan worden geoogst. Als deze informaties die overigens nog zeer dieptepunt bereiken. Dit kan ernstige consequenties de oppervlakte kleiaardappelen (consumptie- en pootaardappelen) in 1961 kleiner worden dan in enig na-oorlogs jaar en de zandaax^dappelverbouw een dieptepunt bereiken. Dit kan ernstige consequenties hebben voor het behoud van onze tot nog toe bestaande afzetmogelijkheden. Niet te beoordelen valt in hoeverre de verhoging van de suikerbietenprijs met rond 20 de gehoop te uitbreiding van de suikerbietenteelt met rond 25 zal mogelijk maken. Ook is niet te zeggen welke invloed hiervan op de aai-dappelteelt zal uitgaan. De informaties waren reeds ingewonnen toen de verhoging van de suikeibietenprijs tot ƒ65,per ton nog niet was bekendgemaakt. Aangenomen kan worden dat op veel bedrijven de uitbreiding van de suikerbieten zeker gedeeltelijk ten koste zal gaan van de aardappelverbouw, mede onder invloed van het zwaarder drukkende prijs- en afzetrisico voor de consumptieaardappelen. De hakvruchtenverbouw wordt door het arbeidsprobleem en de moei lijkheden van mechanisatie bij een slechte grond struktuur steeds minder populair. Het ligt voor de hand dat bij een vergroting van de suikerbietenver bouw, de aardappelteelt zal worden beïnvloed. Een prijsvergelijking tussen de suikerbieten- en aardappelprijs is moeilijk te maken. Echter zou bij een suikerbietenpxijsvex hoging met 20%, de consumptieaaxdappelen op de vrije markt dooreengeno- men ca. ƒ2,50 per 100 kg meer moeten opbrengen. Hetgeen betekent dat het prijsrisico, één van de oorzaken van de dreigende oppervlakte-inkrimping, nog zwaarder zal gaan wegen met alle gevolgen van dien UITSCHAKELING VAN SPEENBETRAPPING BIJ MELKKOEIEN- DE melkveehouders en de dierenartsen kennen het euvel van spoenbetrapping, vooral in de stal- periode, maar al te goed. Ernstige speenbeschadiging, gxxxte moeilijkheden bij het melken en pro- duktieverlies, zelfs opi^uiming van goede melkkoeien kunnen er het gevolg van zijn. De eiwaring heeft geleerd dat zowel de koe zelf bij het opstaan of gaan liggen als „de buurvrouw,." dit op de stal kan ver- ooi^zaken. Vooi'al koeien met wat diepe of uitgezakte uiex^s worden hiervan het slachtoffer. Vroeger meende men dat de kleinere bij klauwen de voornaamste boosdoeners waren. Hiervoor zijn dan ook beschermende hoesjes in de handel gekomen die ook wel enig nuttig effect hebben opgeleverd. Niettemin leerde de praktijk dat bij zodanig beveiligde diex^exx toch nog ernstige vormen van speen- betrapping bleven voorkomen. Hiervoor zijn dan ook niet de bijklauwen maar de (grote) klauwen verantwoordelijk. Een goed middel ter voox^koming van beschadiging door de grote klauwen is in 1963 in de handel gebracht. De uitvinder van deze praktische beschermer is dierenarts Bron te Sneek, geen onbekende op dit terrein. De „Bron"' tepelbescheimer is in de stalperiodc 1962 '63 met succes beproefd wat tot verlening van octrooi heeft geleid. De nieuwe tepelbeschermer wordt in de wandeling wel met de karakteristieke naam B. H. aange duid. Hij bestaat n.l. uit een nylon uiexmct inet kleine rhaz-eix dat om de uier van de koe wordt aange bracht zodat de spenen tegen de uier worden aangedrukt Met behulp van enigszins veerki'aehtige rie men woirlt het net aan de romp van de koe bevestigd. Het aanbrexxgexx van de singels is gemakkelijk, terwijl ze bij het xnelken met één haakje zijn los te maken. Melkveehoudex-s die geïnteresseerd zijn in deze nieuwe B. H. kunnen die bij de fabrikant, de fa. De Boer te Leeuwarden bestellen. HET PAARD NOG STEEDS „IN TltEK" UOEWEL de paardenfokkerij, door afnemend gebruik vooral van het zwaie paard in de landbouw en mede hierdooi' ook de handel in naarden in betekenis sterk heeft ingeboet, waren er op dit gebied ook in het afgelopen jaar nog belangrijke ^activiteiten. De in ons land gefokte en verhandelde paarden deden goede priizen. Bij de veulens en ander half jarige paarden had de vraag naai' slachtpaarden een gunstig effect. De export van paarden werkte stimu- lerend op de prijsontwikkeling. Voor het leven werden 2184 paarden naar verschillende Janden geëx- porteex'd, waaronder vooral Shetland Pony's xxaar West-Duitsland, een toename van 40 vergeleken rnet 1962. Ook de uitvoer van 7330 slachtpaarden, vooral naar België en Frankrijk, was aanzienlijk hoger (4440 stuks in 1962). Het priisvexioop was, gezien de kwaliteit, gunstig. De beste slachtpaarden gingen naar de binnenlandse slagers. De invoer van paarden (2390 stuks), vooral hitten, pony's en Fjordenpaarden, was wat minder d.an in 1962. Er kwamen 980 hitten uit Rusland, daarnaast (van wat meer gehalte) o.a. 589 Fjordenpaar den uit Denemarken, 510 rijponies uit Engeland en 106 Haflingers uit Oostenrijk. Voorts kwamen er grotere werk- en rijpaarden uit diverse landen. De gemiddelde prijzen van de in ons land gefokte paarden van 4- 7 jaar bedroegen voor de koud- bloeds ƒ1275.— en de warmbloeds ƒ1340.- (gegevens C. B. S.). Voor pony's en rijnaarden, waaxwan moeilijk gemiddelde priizen zijn vast te stellen, waren deze hóger dan in 1962. De slachtnaarden voor export brachten gemiddeld 1076,op. Paardevlees werd tegen ca. 1,50 per kg, hoofdzakelijk uit Argentinië, ingevoerd. Hoewel de prijzen minder onlienen dan voor rundvee en varkens was er dus een behoorlijke activiteit in de sektor paarden. Opmerkelijk is dat de paardenhandel zich de laatste jaren .leeds meer op slechts enkele marktplaatsen concentreert. De belangrijkste paardemarkten zijn de weekmarkten te Utrecht en vervolgens te Zwolle en 's-Hertogenbosch. Leeuwarden is vooral exportmarkt. Jaarmark ten van betekeixis zijn Zuid Laren, Rolde en Hedel gebleven. De grote ponymarkten, vooral voor Shet land pony's, vinden we in de Betuwe (Eist en Bemmel). OP de Grote Markt te Goes werd vrijdagmid dag 17 januari een geslaagde keuring van Shetlandpony's gehouden. Zowel de aanvoer als de belangstelling voor deze keuring was ten op zichte van enkele jaren terug belangrijk groter. Uit de toelichting van de jury kwam naar voren, dat in de provincie Zeeland de Shetlander popu lair wordt. Deze ontwikkeling ligt min oi meer voor de hand, want naarmate de landbouwbedrij ven voortgaan met mechaniseren, wordt de be langstelling voor iets levendigs op de bedrijven groter. Het is volgens de jui-y bij aanschaffing van be lang, aandacht te schenken aan de kwaliteit van de aan te kopen pony. In de praktijk worden dik wijls minder kwalitatieve pony's verhandeld naar gebieden, die min of meer ixi opkomst zijn. In dit opzicht liet de jury een waarschuwend geluid ho ren. Aan het eind van de individuele keuringen wer den bij de oudere, drie- en tweejarige merries de beste merries aangewezen. Bij de oudere merries werd deze kwalificatie toegekend aan Onda van de Zwarte Hof, eig. L. Boudeling, Anna Jacobapolder-. Bij de driejarige aan Tanja van Rijndorp, eig. A. P. G. de Lange, Nw. en St. Joosland en bij de tweejarige aan Vic toria van de Paddestoel, eig. A. Wisse te Middel burg. In het Stamboek werden ingeschreven: Pierette van Krabbendijke, eig. D. P. Woutersen, Krabbendijke. Janet, eig. P. Blok, Nieuwdorp en S. de Feyter, Lewedorp. Reza van Kloetinge, eig. W. v. d. Endt, Kloe- tinge, Therissia van Vlissingen, eig. G. Noorthoek, Anna Jacobapolder. Toke v. d. Hazenkamp, eigenaar J, Noteboom, 's-Heer Arendskerke. Tanja van Balveren, eig. L. Boudeling, Anna Jacobapolder. Trijke van Brummen, eig. J. de Feijter, Axel. Truusje v. d. Plasweg, eig. L. Kooman, Zierik- zee. Tanja van Rijndorp, eig. A. P. G. de Lange, Nw en St. Joosland. Thera v. d. Annapolder, eig. I. L. J, v. d. Maas, Kats. Teddy-Tamara, eigenaar J. Noteboom, 's-Heer Arendskerke. Tineke v. d. Beverkoog, eig. W. v. d. Endt, Kloe tinge. Netje van Babberick, eig. W. v. d. Endt, Kloe tinge. Bij de oudere merries werden geprimeerd: Onda v. d. Zwarte Hof, eig. L. Boudeling, Anna J acobapolder. Netje van Babberick, eig. W. v. d. Endt, Kloe tinge. By de driejarige werden premies toegekend aan: Toke v. d. Hazenkamp, eigenaar J, Noteboom, 's-Heer Arendskerke. Tanja v. Rijndorp, eig. A. P. G. de Lange, Nw en St. Joosland. Twenter premies werden verstrekt aan de merries Viooltje v. h. Klokkeland, eig. A. M. van Enge len, Oud-Vossemeer. Dawn of Abbey, eig. A. Wisse, Middelburg. Arnemuideu. Vanaf 9 januari 1964, gedurende 4 weken, ligt ter inzage: a. het partieel uitbreidingsplan in onderdelen „Tuin dorp", in uitvoerige kaarten uitgewerkt; b. het uitbreidingsplan in onderdelen „Oranjeplaat", in uitvoerige kaarten uitgewerkt. Gedurende genoemde termijn kunnen belaxxgheb- benden Wj de gemeenteraad bezwaren indienen. Duiveland. Vanaf 9 januari 1964, gedurende 4 we ken, ligt ter inzage: a. Ixet ontwerp-plan van uitbreiding in onderdelen voor het dorp Oosterland (industrieterrein nabij de Molenweg); b. het ontwerp-plan van uitbreiding in onderdelen voor het dorp Nieuwerkerk (industrieterrein nabij de Stolpweg). Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. 's-Gravenpolder. Tot 22 januari lag ter inzage de 4e wijziging van de bebouwingsvoorschriften uitbrei dingsplan 's-Gravenpolder 1957. Gedurende zes we ken na deze datum kunnen belanghebbenden die zich met bezwaren tot de gemeenteraad hebben gewend, bezwaren indienen bij G. S. Koudekerke. Voorbereid wordt een herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, voor wat betreft het gebied tussen de Zwaanweg, de Vlissingse Klei weg, de watergang en de Galgeweg. Rilland-Bilth. G. S. hebben goedgekeurd een her ziening van het uitbreidingsplan in onderdelen voor de kom Bath, met bebouwingsvooi\schriften. Binnen een maand na 6 januari 1964, kunnen belanghebben den die zich nxel bezwaren tot de gemeenteraad heb ben gewend, beroep instellen bij de Kroon. Tholen. Vanaf 13 januari 1964, gedurende 4 weken, ligt ter inzage het ontwerp van het „Uitbreidings plan in hoofdzaak 1964" met bijbehorende omschrij ving. Gedurende genoemde termijn kunnen belang hebbenden bö de gemeenteraad bezwaren indienen. Victoria v. d. Paddestoel, eig. A. Wisse, Middel burg. Enter premies ontvingen de veulens: Willy v. d. Middenhoeve, eig. M. P. van Engelen, Oud-Vossemeer. Wilma v. d. Nieuwe Kraayert, eig. J. Noteboom, 's-Heer Arendskerke. J. H. TER KEURS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 7