Een snelle ontwikkeling
Onderwijsnotities
D1
65
10.000 PREMIE VOOR
NIEUW BROUWOERSTRAS
OPBERGEN
EN VASTE PLAATS
DE „GRüNE WOCHE" 1964
TE BERLIJN
VRIJDAG 24 JANUARI 1964
2.
3.
4.
IN 1955 besloot het Centraal Brouwerij Kantoor
een premie uit te loven voor een in Nederland
gekweekt nieuw brouwgerstras, dat aan de volgen
de eisen moest voldoen:
1. Het ras zal met instemming van het NaCo-
Brouw in de Beschrijvende rassenlijst voor
Landbouwgewassen moeten zijn opgenomen
vóór 1 januari 1970.
De landbouwkundige eigenschappen, waarbij
vooral gedacht wordt aan opbrengst en stro
stijfheid, moeten duide'ijk beter zijn dan die
van de zomer- en wintergerstgewassen, welke
voorkomen in de Rassenlijst van het jaar,
waarin het bedoelde ras wordt opgenomen.
De mout- en brouwtechnische eigenschappen
moeten duidelijk beter zijn dan die van de
brouwgerstrassen, welke voorkomen in de
Rassenlijst van het jaar, waarin het bedoelde
ras wordt opgenomen.
Indien de onder 2 bedoelde eigenschappen van
het nieuwe ras naar de mening van het NaCo-
Brouw duidelijk beter zijn dan die van de ras
sen, welke voorkomen in de Rassenlijst van het
jaar. waarin het nieuwe ras is opgenomen, ter
wijl de eigenschappen onder 3 genoemd gelijk
zijn aan die van de opgenomen rassen, kan
eveneens de premie worden toegekend. Het
zelfde geldt in het omgekeerde geval.
De premie, die 10.000 per jaar zal bedragen ge
durende maximaal drie achtereenvolgende jaren,
zal worden uitgekeerd uiterlijk binnen drie maan
den na het verschijnen van de Rassenlijst, waarin
het nieuwe ras is opgenomen. Het NaCoBrouw be
houdt zich het recht voor de tweede en/of derde
jaarlijkse premie niet uit te keren, ir.dien het nieu
we ras in de praktijk niet aan de gestelde eisen
blijkt te voldoen.
Daar gedurende vijf achtereenvolgende jaren is
gebleken, dat de landbouwkundige eigenschappen
van het ras Cambrinus belangrijk beter zijn dan die
van het ras Balder (het enige andere brouwgerst
ras, dat in de Rassenlijst 1964 is opgenomen), heeft
het Bestuur van het N.I.B.E.M. besloten voor het
jaar 1964 een premie van 10.000 toe te kennen aan
het ras Cambrinus, hoewel er nog enige twijfel be
staat of d't ras wat betreft brouwtechnische eigen
schappen bij vergelijking over een langere periode
geheel kan worden gelijkgesteld met Balder.
De premie zal door de Voorzitter van 't N.Ï.B E.M.
worden uitgereikt aan de kweker van het ras
Cambrinus, N.V. Landbouwbureau Wiersum te
Groningen, op de vergadering voorafgaande aan de
jaarlijkse zontorexcursie 1964 van het N.I.B.E.M.
m
STOFFEN die gevaarlijk kunnen zijn voor de
mens, staan „vermomd" in melkflesjes, zon
der dat een etiket op het flesje ons waarschuwt.
Elk stukje gereedschap dat je nodig hebt, „duikt"
onder. Niets heeft een vaste plaats. telkens
grijp je mis.
Dit alles betekent op zijn minst verlies aan tijd
en geduld en het kan bovendien gevaar op
leveren
|\E grote landbouwtentoonstelling en levensmid-
A* delenbeurs „Grtine Woche" te Berlijn wordt
jaarlijks steeds sterker een brandpunt van de inter
nationale concurrentie op het gebied van de land-
bouwproduktie en de levensmiddelenvoorziening.
De „Grtine Woche" 1964 (24 januari2 februari
1964) heeft weer een uitgebreider internationale
deelneming en ook Nederland zal met zijn collectie
ve agrarische inzending weer forser voor de dag
komen dan in 1963 het geval was. De Nederlandse
inzending, die in samenwerking met een groot aan
tal organen van het bedrijfsleven, ook met particu
liere medewerking, tot stand is gekomen onder de
coördinerende leiding van het ministerie van Land
bouw en Visserij, beslaat ditmaal een oppervlakte
van tweeduizend vierkante meter. Hiermede een
demonstratieve uitstalling van het kwaliteitspro-
dukt van de Nederlandse land- en tuinbouw en de
industrie van voedings- en genotmiddelen gevende,
waarin bijkans het gehele agrarische exportpakket
is verwerkt.
VERZEKERINGSZAKEN
JJET heeft de Onderlinge Motorvoertuigen verzekering^ van de Z.L. M. in 1963 niet aan dynamiek ont-
broken. Het verzekerde voertuigenpark steeg van 9.912 per 1 januari 1963 tot 11.748 per 1 januari
1964; d.w.z. een rekordtoename in 1963 van 1836 voertuigen.
Helaas kreeg ook de schade-afdeling in 1963 een rekord-aantal aangiften te verwerken.
Met name was de start (januari en februari 1963), vanwege de abnormale omstandigheden, bijzonder
slecht.
Bovendien neemt het normale schaderisiko toch al toe als gevolg van het sterk toenemende verkeer,
waardoor de slechte start in de daaropvolgende maanden niet goedgemaakt is kunnen worden.
Indien wij verslagen en andere berichten mogen geloven, dan is het toenemende aantal schadegeval
len geen Zeeuws of Brabants verschijnsel; ook geen nationaal, maar vormt het een internationaal pro
bleem.
Zeer geleerde hoofden studeren, bij wijze van spreken, dag-en-nacht op dit probleem en intussen
spreekt men de verwachting uit, dat het stijgende schadecijfer zijn hoogtepunt nog lang niet heeft
bereikt.
't Kon beter. Het zal onze leden duidelijk zijn, dat de financiële uitkomsten van de maatschappij
in hoofdzaak worden bepaald door de post schade uitkeringen. Zoals reeds werd gememoreerd kreeg
onze schade-afdeling een ï^ekord-aantal aangiften te verwerken. Dit betekent, dat de post schade-
uitkeringen met een fors bedrag is gestegen. Niettemin kon de exploitatierekening over 1963 worden
afgesloten met een batig saldo.
Premieverhoging. Desondanks heeft de Uitvoerende Kommissie besloten om voor 1964 de voorschot
tarieven voor personen- en vrachtauto's te verhogen. Voor de overige branche's, t.w. traktoren, motoren,
bromfietsen, combines en landbouwwerktuigen, blijven de voorschotpremies ongewijzigd.
Het besluit om de voorschottarieven voor personen- en vrachtauto's te verhogen is niet alleen ge
baseerd op de te verwachten procentuele toeneming van het aantal schadegevallen, maar vooral ook
in verband met algemene drastische loonronden per 1 januari 1964. Als gevolg hiervan zullen de
reparatiekosten ongetwijfeld een stijging ondergaan; althans dit is de verwachting van de Uitvoerende
Kommissie.
Ondanks deze aangekondigde verhoging, welke slechts dient ter aanpassing aan de omstandigheden,
blijven voor alle branches bijzonder gunstige premie voorwaarden bestaan.
Om deze gunstige voorwaarden te kunnen handhaven is de volle medewerking van de verzekerden
nodig.
Verantwoordelijkheid. Naarmate het verkeer intensiever wordt zal van de weggebruiker een toe
nemende dosis oplettendheid, vaardigheid en reaktie vermogen verlangd worden. Boze tongen durven
zelfs' beweren, dat naarmate de mens goed verzekerd is zijn gevoel voor verantwoordelijkheid afneemt.
Wij zouden niet gaarne tot deze boze tongen gerekend worden.
Toch moet men bi) het doornemen van de schadedossiers tot de nare konklusie komen, dat er
aan het verantwoordelijkheidsgevoel wel het. één en ander by te schaven valt. Het is ontstellend
hoeveel schades er ontstaan als gevolg van pare nonchalance. Vanzelfsprekend veroorzaakt men
geen schade met opzet, maar toch zouden honderden schadegevallen voorkomen kunnen worden
wanneer alleen maar beter werd opgelet. Laat onze verzekerden zich voornemen in 1964 aan dit
punt aandacht te besteden. Een ieder, en zijzelf niet het minst, is daarmede gebaat.
Nieuwe vertegenwoordiger. In overleg met de Kring Hulst der Z. L. M. is voor dat gebied een nieuwe
vertegenwoordiger aangesteld, n.l. de heer J. B. L. de Brouwer, wonende Keldermanstraat 3 te Hulst,
tel. 01140—2220.
De heer De Brouwer zal in samenwerking met de heer Vlassenrood al onze verzekerings-aktiviteiten
behartigen.
De leden van de Kring Hulst der Z. L. M. kunnen zich derhalve voor alle verzekeringen ook wenden
tot de heer De Brouwer.
De L.
Q EGIN 1963 werd in het staatsblad de wet op het voortgezet onderwijs, beter bekend als de MAMMOET-
A-* WET, gepubliceerd. De inwerkingtreding van deze wet betekent een dermate grote ingreep in ons
vertrouwde traditionele onderwijsbestel, dat uitvoering in etappes onvermijdelijk is. Anders gezegd:
de vernieuwing van het voortgezet onderwijs zal naar schatting eerst omstreeks 1968 zijn beslag hebben
gekregen, nadat in de voorafgaande jaren de zaak van het omvangrijke overgangsrecht en de voorbereiding
van de uitvoeringsbesluiten zal zijn geregeld. In de nu komende jaren zal dus pas geleidelijk een begin
kunnen worden gemaakt met de op basis van de mammoetwet aangepaste wetgeving.
Een belangrijk nieuw element is de opname in de wet van het LANDBOUWONDERWIJS, dat tot nog
toe niet wettelijk geregeld was. Het is nu ondergebracht in de sector beroepsonderwys, die weer kan
worden verdeeld in de groepen Hoger, Middelbaar en Lager beroepsonderwijs. Het moge duidelijk zijn, dat
de Hogere Landbouwschool, de Middelbare Landbouwschool en de Lagere Landbouwschool respectievelijk
in deze groepen thuishoren. Bij het beroepsonderwijs vinden we verder de technische scholen, de nijver-
heidsscholen, de scholen voor middenstands- economisch en administratief onderwijs, zomede de scholen
voor opleiding van onderwijzend personeel, voor sociaal-pedagogisch en kunstonderwijs.
"D EHALVE het beroepsonderwijs kent de wet nog de sector algemeen voortgezet onderwys, ook weer
verdeeld in hoger, middelbaar en lager onderwijs. Gemakshalve wordt hier meestal gebruik gemaakt
van afkortingen, die respectievelijk luiden: havo, mavo en lavo. De havo-school dient ter vervanging van
de huidige hbs-a met 5-jarige cursus; de huidige mms is als havoschool voor meisjes te beschouwen. De
mavoschool zal de plaats innemen van de huidige ulo-school en zal in het algemeen aansluiting geven
aan het middelbaar beroepsonderwijs, zoals de havoschool dit doet t.a.v. het hoger beroepsonderwijs. Het
lavo wordt gegeven in de eerste, eventueel ook in het tweede leerjaar van de scholen voor lager beroeps
onderwijs, dan wel aan afzonderlijke scholen met een cursusduur van twee jaren. Wat dit laatste betreft
behoeven de scholen voor beroepsonderwijs geen al te grote vrees te koesteren. De opname in de wet van
afzonderlijke 2-jarige scholen houdt verband met de nog bestaande vglo-scholen, die wanneer er geen
maas in de wet wordt gelaten alle gedwongen zouden moeten worden tot een omzetting in scholen
voor lager beroepsonderwijs.
\E derde sector is die van het voorbereidend wetenschappeiyk onderwys (vwo), bedoeld voor leerlingen,
die voornemens zijn later aan een universiteit of hogeschool te gaan studeren. Het vwo kent 3
schooltypen, t.w. gymnasium, atheneum en lyceum.
Een novum is de invoering van de brugklasse, hetgeen betekent, dat het onderwijs in het eerste leer
jaar van vwo-, havo- en mavoscholen hetzelfde is. In de sector van het lavo en dus ook in het lager
beroepsonderwijs zal het eerste leerjaar eveneens het karakter van een brugklas hebben. De bedoeling
van dit brugjaar is de mogelijkheid voor de leerling open te laten na dat jaar over te kunnen stappen
naar het volgende leerjaar van een andere school, zonder als tot dusverre belemmerd te worden
door het uiteenlopen van de leerplannen. De brugklas beoogt enerzijds horizontale doorstroming mogelijk
te maken, anderzijds een goede grondslag te leggen voor het verdere onderwijs; de aanpassing van de
leerlingen aan de nieuwe school te vergemakkelijken en door onderzoek en observatie de leerling te helpen
bij de keuze van het verder te volgen onderwijs. Uiteraard wordt het belang van de leerling het best met
de nieuwe wet gediend, maar het valt niet te miskennen, dat de structurele opzet ervan, welke gericht is
op deze doelmatigheid: „samenvatting van vele verschillende onderwijswetten in één wet", tevens een
belangrijke verbetering inhoudt op administratief-organisatorisch terrein. A.