Vele onzekere factoren
WERELD-TARWE-MARKT
IN BEWEGING
„Officieel orgaan°vnn de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
VRIJDAG 24 JANUARI 1964
OVERZICHT
VOORJAARSMECHANiSATIE SUIKERBIETEN
Frankering bij abonnement: Terneuzeii
52e Jaargang No.
REEDS vorige week schreven wij over de wereld
situatie op het gebied van de granen en over
de grote veranderingen, die door de aankopen van
de communistische landen op de Westelijke export
markten zijn ontstaan. Zag de wereldgraanmarkt
er enige jaren geleden door de wanverhouding tus
sen produktie en afzet en door de steeds stijgende
overschotten er vrij hopeloos uit, thans doen zich
nieuwe mogelijkheden voor, waarvan het alleen
niet zeker is, dat zij verwezenlijkt worden. Blijven
deze grote landen als China en Rusland granen
kopen
HET is begrijpelijk, dat vooral de Russische aan
kopen veel opzien baarden. Dit temeer, daar
de Sowjetleider Chroesjtsjov enige jaren geleden
aan de wereld verkondigde, dat dank zij zijn land-
landbouwprogramma de Russische produktie wel
dra de Amerikaanse zou overtreffen. De enorme
ontginning van miljoenen hectaren Siberische
grond in de Sowjet-Republiek Kasachstan moesten
dit bewerkstelligen.
Maar waar werkelijke landbouwdeskundigen de
dictator voor hadden gewaarschuwd, gebeurde,
toen hij niet naar hen luisterde. Een winderosie
nam de dunne laag korengrond mee en de op
brengsten aan granen, die het eerste jaar veel
belovend waren, liepen steeds verder achteruit, zo
dat er meer en meer wat wij misoogsten zouden
noemen, voorkwamen. In november van het vorige
jaar deelde de partijsecretaris van Kasachstan
Jusupow mede, dat de gemiddelde graanopbrengst
was gedaald van 335 kg per ha in 1961 tot 180 kg
in 1963. En daarmede was het oordeel over het
grote Sowjet-landbouwexperiment geveld. Inmid
dels spreekt de heer Chroesjtsjov niet meer van
het inhalen van Amerika, maar is hij een nieuw
stokpaard gaan berijden, om eventuele critici zoet
te houden. Het zijn nu de kunstmestfabrieken, die
wel nog gebouwd moeten worden, maar die daarna
de Russische landbouw moeten redden, zodat deze
de eigen bevolking dan kan voeden. Een Russische
bevolking, die hoe langer hoe meer een hogere
levensstandaard wenst en bet moe is de buikriem
steeds maar nauw aan te halen. Het thans veel
vuldige contact van Russen met de Westelijke
wereld zal aan deze wens niet vreemd zijn.
Ondanks de mislukking in Kasachstan had Rus
land toch voldoende graan voortgebracht voor de
eigen voeding, maar in 1963 ging het mis. Een
slechte oogst in andere delen van dit onmetelijke
land deed een grote invoerbehoefte ontstaan, die
door deskundigen op 15 miljoen ton geschat wordt,
wat tarwe betreft.
LAGE OPBRENGSTEN EN GROTE UITVOER
I\E moeilijkheden van de Sowjet-Unie liggen op
velerlei Vlakken. Er zijn allereerst de zeer
lage hectare-opbrengsten. Terwijl wintertarwe ge
middeld tussen 1500 en 1690 kg per ha opbrengt,
liggen deze getallen voor zomertarwe tussen de
970 kg in 1958 en 820 kg in 1961. Hierbij dient men
te bedenken dat in 1961 de oppervlakte zomertarwe
45,7 miljoen ha bedroeg en die met wintertarwe
maar 17,2 miljoen ha. Dat er inderdaad niet veel
kunstmest beschikbaar is bewijst het cijfer van 11
kg per ha dat gemiddeld op de Russische akker-
bouwpercelen gestrooid wordt.
Daarnaast moet Rusland flinke hoeveelheden
tarwe naar zijn communistische satellietstaten in
Oost-Europa uitvoeren, daar deze landen mede
dank zij de snelle invoering van het communisti
sche collectieve landbouwsysteem, hun eigen pro
duktie dermate in de war stuurden, dat zij in plaats
van exporterend graanland importerend werden.
Wat bijvoorbeeld te denken van Hongarije, dat
in 1936 nog 570.000 ton tarwe uitvoerde, in het
jaar 1946/47, dus vóór de grote collectivering van
de landbouwbedrijven, nog 56.000 ton aan Rusland
leverde, maar in 1959 reeds 223.000 ton uit Rus
land moest importeren, in 1961 zelfs 386.000 ton
tegenover 40.000 ton in het goede oogstjaar 1962.
De cijfers voor de andere sateliietlanden liegen
er ook niet om. Polen, Bulgarije, Tsjecho-Slowa-
kije, Oost-Duitsland, China en Noord-Korea kregen
in 1962 ruim 4 miljoen ton tarwe van Rusland, die
deze verplichtingen in 1963 in het geheel niet meer
na kon komen zonder zelf te importeren uit het
Westen.
Volgens de laatste schattingen, uie wij o.a. in
het Duitse tijdschrift „Agrarwirtschaft" lazen
en volgens het zojuist gepubliceerde bericht van
de Wereldtarweraad, bedraagt de tarwe-opbrengst
van de Sowjet-Unie in dit jaar 1963/64 slechts 55
miljoen ton, hetgeen 15 miljoen ton lager is, dan
het gemiddelde van de laatste vier jaren.
ZULLEN AANKOPEN VOORTGAAN?
HE grote aankopen van Rusland in Canada en
Amerika en nu ook in Argentinië zijn hier
mede verklaard. Of deze in de komende jaren echter
blijven voortduren is een vraag, waarover ver
schillend wordt geoordeeld. Dat het ontginnings
experiment mislukt is, staat wel vast.
De bevolking groeit snel en wil kennelijk vol
doende eten. Verhoging van de produktie door
betere bedrijfsvoering is noch in Rusland noch in
de Oost-Europese landen onder het zeer bureau
cratische communistische stelsel op korte termijn
te verwachten. De 42 miljard Roebel, die de Rus
sische partijleider tot 1970 in de voor een groot
deel uit het Westen te verschaffen nieuwe kunst
mestfabrieken wil investeren, zullen, wanneer dit
plan wèl een succes zou worden, hun invloed op de
produktie pas veel later gaan uitoefenen.
Dit zijn dus allemaal factoren, die erop zouden
kunnen wijzen, dat er een invoerbehoefte blijft be
staan.
Daartegenover staat, dat de oogst 1963 inder
daad zieer laag was door een lange en droge win-
(Zie verder pag. 63.),
De voorjaarsmechanisatie van do suikerbietenteelt grondbewerking, bietenzaad, zaaien,
chemische- en mechanische onkruidhcstrjjding, bietendunmachines hebben op de voorlich
tingsdagen over de suikerbietenteelt georganiseerd door R. L. V. D. en I. R. S. in de Praktijk
school te Schoondijke zeer grote belangstelling getrokken. De foto laat een dunmacliine zien
met een zijsehoffel van een zeer goed Engels model.