STERK IN OPKOMST
GOEDE OPKOMST
SNELLE BQDEMBEDEKKING
LAGE KOPTARRA
ZEER GOEDE ROOIBAARHEID
wie POLYKUHN zaait zal winst oogsten!
Wetenswaardigheden over veehouderij
Van het Landbouwschap
35
IV
VRIJDAG 11 JANI'ARf 1MI
Mengvoeder in bulk. In verschillende landen (o.a. V5, Kngclund, Denemarken, Bolgië) maakt de xgn
üulklcvcring van mengvoeders aan veehouders mei een silo voor hel losgestorte produkt een grote ont-
vikkeling door. Ook in ons land krijgt dit systeem betekenis door specialisatie in het gemengde landbouw
bedrijf op groter aantal vee-eenheden In België is de situatie «:o dat dc industrie bij afname van minstens
1500 kg mengvoer korting geeft van 3,per 100 kg. Gezien de besparing op emballage lijkt oen hoge
korting echter niet reëel. In ons land wordt do besparing op papierenzakken op 0,75 per 100 kg
gewaardeerd. Daarnaast zit er echter een besparing in grotere hoeveelheden per afname in vergelijking
met levering in de zak. Toepassing van buikopslag kan voor grotere rundvee-, varkens- en pluimvee-
bedrijven voordelen bieden.
Op grotere rundveebedruveu met eenheden van meer dan 20 misschien 30 koeien sluit opslag van
mengvoeders in een silo heel goed aan op de doorloopmelkstal. Vocderautomaten in een dergclijko stal
Kunnen dan zo worden geplaatst dat deze direct uit de silo worden gevuld. Ook bij gebruik van een
voederkarretje kan opslag van het voeder in een silo arbeidsbesparend werken. Het vullen van dc mcel-
wagen uit de silo vraagt heel weinig tijd.
In de varkenshouder^ kan op bedrijven waar met een meelkarrolje of automatisch, wordt gevoerd,
voederopslag in silo's aantrekkelijk zijn. Het is wel zo dat de Investering van ten silo alleen op varkens
bedrijven met veel dieren (bijv. meer dan 100 mestvarkens en minstens 25 fokzeugen) uit een oogpunt van
arbeidsbesparing rendabel zal zijn te maken. Het ziet er naar uit dat binnenkort in Zeeland het eerste
bedrijf met varkenshouderij op deze moderne wijze zal zijn uitgerust.
Als bijkomende voordelen van het betrekken van mengvoeder in bulk en silo-opslag kunnen gelden:
minder vooderverlies dan bij opslag in zakken en minder opslagruimte. De mengvoederindustrie schakelt
ook m ons land geleidelijk over naar buik-leverantie.
ERVARINGEN MKT MELKBAARHEID30NDKRZ0EK
JN dc laatste jaren is onderzoek op machinale melkbaarheid b|j het melkvee in ons land tot ontwikke-
ling gekomen. Het richt zich vooral op dochtcrgroepen van KJ.'-stieren. Daarnaast is op fokbedrijvcn
ook een begin gemaakt met melkbaarhcldsonderzoek bij individuele koeien. Dc onderzoekingen vinden
plaats volgens uniforme landelijke richtlijnen.
De resultaten van het onderzoek op melkbuarheid als waardevolle gebruikseigenschap is voor een zo
goed mogelijke stier keuze en selectie van fokvaarzen en -koelen van grote betekenis voor de praktijk.
Bij het afstammelingenonderzoek van stieren wordt uitgegaan van tenminste 25 dochters (molk-
vaarzen) gedurende de periode tussen de 3de en 22ste week na het afkalven Deze dochters worden,
verspreid over zoveel mogelijk bedrijven, éénmaal gemolken. Dc helft van het aantal melkingen dient
s morgens, de andere helft 's avonds te worden uitgevoerd. Dr. Kees tra, de „promotor" van het melk-
baarheidsonderzoek van Friese zwartbonton, beveelt aan dat de dochters in 2 perioden worden gemolken
met een tussenduur van minstens een maand. Uit zijn onderzoek, verricht met 420 vaarzen van 17 K.I.-
stieren, komt ook naar voren dat bij een zeer verschillende mclkbaarhcid van de moeders ren moeder-
dochter vergelijking noodzakelijk is om de vererving van deze faktor bij de stier goed te kunnen
l>eoordelen. Daarom is het van veel belang om bij wijze van proef in een aantal K.I.-verenigingen de
vaarzen op grote schaal te onderzoeken waarop later moedcr-dochter-vcrgelijkingen mogelijk zijn.
Op fokbedrijven is het daarom <>ok gewenst alle vaarzen op melkbaarheid te onderzoeken. Voor dit
individuele onderzoek zijn de richtlijnen voor het afstammelingenonderzoek bruikbaar. De vaarzen dienen
dan echter 4 keer te worden gemolken, d.w.z. 2 keer opeenvolgend en de beide volgende melkingen plm
een maand later.
Bij het melkbaarhcidsonderzock, zoals dat tot nu toe in Zeeland bij dochtcrgroepen heeft plaats
gehad met een 4 kwartieren-melkmachine, behoort met een constant vacuum, overeenkomend met het
landelijk gemiddelde, te worden gemolken.
DE beoordeling van de melkbaarheid vindt plaats op basis van de maximale mellunelhrid per minuut
en wordt gecorrigeerd op een uniforme melkgift van 7 kg. Daarnaast wordt de verdeling van de
melkgift over de uierkwartieren, de hoeveelheid namelk en het gedrag van dc dieren tijdens het melken
waargenomen. De thans gebruikte 4 kwartieren-machine kan worden vereenvoudigd omdat volstaan kan
worden met bepaling van de melkgift uit voor- en achteruier.
In de praktijk is het mogelijk, gezien de grote verschillen, met goed gevolg op verhoging van de
melksnelheid te selecteren. Daarentegen zal selectie op verhoging van het percentage melk In de voor
kwartieren minder resultaat opleveren omdat de economische betekenis van deze eigenschap minder groot
is. Bovendien ls de variatie hiervan betrekkelijk gering.
Dr. Keestra vond als variaties bij de afstammelingengroepen voor de gemiddelde (gecorrigeerde)
maximale melksnelheden 135-2,95 kg melk/min. en voor de gemiddelde percentages melk uit de voor
kwartieren 393-463
Van de 5 tot nu toe onderzochte Zeeuwse K.I -stieren bedroegen deze achtereenvolgens 2,13 tot 2,89 kg
(reap, dochters van Edzard en Dr. Lento's Verwachting) en 40,4 tot 48,9 (resp. Omen Adolf en Dr. Lentc's
Verwachting).
Dc veeteeltvoorlichting kan van de gegevens van het melkbaarheidsonderzock gebruik maken om
mogelijke klachten over minder goede resultaten met machinaal melken met meer effect te behandelen
9 januari Is de eerste bespreking in het
nieuwe jaar gehouden tussen de minister vu
latndbouw en het Landbouw sehap. Allereerst is een
korte nabeschouwing gewijd aan het resultaat van
de zogenaamde Marathonzitting van de K.K.G.-
mlnisters te Brussel eind vorig jaar. Van Land-
bouwschapszijde werd voldoening uitgesproken met
name over het feit dat In beginsel overeenstem
ming is verkregen over een E.K.G.-zuivelbeleid en
de daarbij behorende gemeenschappelijke verant
woordelijkheid. Teleurstellend ia. dat over het plan-
Hansholt Inzake de graanpr(jstoenadertng geen be
slissing is gevallen.
Met het oog op dit taaiste vroeg het Landbouw
schap onmiddellijk aandacht voor dc binnenlandse
graanprijzen oogst 1954. Daarbij nam men kennis
van het feit dat de Raad van Ministers van dr
KJf.G. heeft besloten voor 15 april aai. een beslis
sing te zullen nemen over de toekomstige graan
prijzen in de E.E.G. op basis van het plan-Mansholt.
Het landbouwschap drong cr bij dc minister op
aan tc willen bevorderen dat de Kaad van Ministers
der E.E.G. zo spoedig mogelijk deze beslissing
neemt, opdat de onzekerheid wordt weggenomen
waarin de Nederlandse graantclers in dit opzicht
thans zijn komen te verkeren. Het toekomstige
prijsniveau voor de voedrrgranen la uiteraard van
het allergrootste belang voor onze veredrlings-
landbouwHierbij heeft het Landbouwschap nog
eens nadrukkelijk gewezen op de noodzaak, dat het
voergraanelement in de heffingen bij de onderlinge
handel tussen de zes K.K.G.-landen gelijktijdig met
de toenadering van de graanprijs wordt afgebroken
De minister deelde de zienswijze van het landbouw
bedrijfsleven dat spoed in deze thans is geboden.
Hij verwacht dat deze zaak in dc eerstkomende
vergadering van dc Raad van Ministers der E.E.G-
aan dr orde zal komen. Begin februari zal het ge
sprek tussen de minister en het Landbouwschap
over het graanbeleid worden voortgezet.
li in K.E.G.-verband nog niet is besloten tot
een gemeenschappelijk vlasbelcid heeft hei
landbouwschap dc minister nog eens gewezen op
de noodzaak om de subsidieregeling voor vlas voort
te zetten, zoals dit ook het geval is in de beide
andere vlaspcoducerende landen. België en frank
rijk.
Met betrekking tot het melkprjjsbelcid voor het
uieuwe Jaar (ingaande 5 april 1954) werd het over
leg voortgezet. Het Landbouwschap deelde mee. dat
men bü vaststelling van de richtprijs de volgende
elementen verdisconteerd wilde alen:
a. doorberekening van de kostenstijgingen;
b. ruimte voor het inhalen van de achterstand in
de beloning voor de ondernemer en de arbeider,
e. mogelijkheid voor het opvangen van de normale
bedrU fsriaico's
d. ruimte voor de noodzakelijke investeringen,
waaronder de modernisering van de bedrijfs
gebouwen.
Dp basis van deze uitgangspunten zal het Land
bouwschap begin maart concrete voorstellen aan
dr minister voorleggen inzake het melk prijsbeleid
na 5 april 1951
Het afgelopen bietenjaar was voor velen ongunstig. Maar POLY*
KUHN bevestigde eens te meer zijn uitzonderlijk gunstige eigen*,
schappen. Steeds meer telers gaan over op POLYKUHN.
Bij normaal zaad, maar in het bijzonder bij Precisie-zaad, Is een
goede opkomst een onschatbaar voordeel. POLYKUHN 1 Een
prachtig veld is gegarandeerd.
Onkruidbestrijding kost veel tijd en geld. POLYKUHN heeft een
snelle voorjaarsontwikkeling, dus vroege bodembedekking. Wat
een besparing!
Door de gelijkmatige kophoogte kan het kopappa*
raat zeer nauwkeurig werken. De koptarra is miniem
Een biet moet voldoende stevig in de grond staan
om niet bij het koppen voorovergedrukt te worden.
POLYKUHN voldoet aan deze eis en leent zich
daardoor - mede door zijn regelmatige vorm -
uitstekend voor machinaal rooien.