Suiker in de E.E.G.
Granen in de
wereld
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in leeïand
OVERZICHT
VRIJDAG 17 JANUARI 1964
r'" ;-"r' '"^1 -Cv.
ALVORENS nu op de granen over te stappen, willen
wij eerst nog enkele cijfers geven betreffende de
suiker. Waren het de vorige keer wereldcijfers, thans be
schikken wij via het Statistisch Bureau van de Europese
Gemeenschappen over een aantal E. E. G.-cijfers, die onze
lezers wellicht zullen interesseren.
Het suikerverbruik van de E. E. G.-landen neemt regel
matig toe. Het bedroeg, omgerekend in wit-suiker,
4.272.000 ton in het jaar 1955/56 en was in 1961/62 ge
stegen tot 5.231.000 ton. Nederland ligt met een verbruik
van 39,6 tot 42,7 kg per inwoner per jaar aan de top.
België volgt met een verbruik tussen 31,5 en 34,4 kg.
De Fransman eet gemiddeld tussen de 25,6 en 32,4 kg en
de Duitser tussen de 28,2 en 30,3 kg per jaar. In Italië
kwam het verbruik in de genoemde jaren van 16,4 tot
23 kg. Juist in dit land neemt het suikerverbruik snel toe
Voor de gehele E. E. G. lag het cijfer in 1961/62 op
29,7 kg per inwoner.
Wanneer wij daartegenover de produktie van suikerbieten zien, dan is deze
vrij stabiel. De oppervlakte bewoog zich van 1.175.000 ha als hoogste cijSer in
1960/61 tot 943.000 ha in 1957/58 als laagste.
De opbrengstcijfers geven natuurlijk door de weersomstandigheden grotere
verschillen. Maar merkwaardig is dat de totale bietenopbrengst in 1955/56
een 35 miljoen ton bedroeg tegenover ruim 36 miljoen ton in 1961/62.
Door de grote verschillen in opbrengst vertoont de suikerbalans en de
zelfvoorzieningsgraad van de zes landen afzonderlijk en van de E. E. G. als
totaal een grillig beeld.
Wij laten hier de cijfers volgen en men oordele zelf.
Opbrengst aan witsuiker der
zes landen in
1000 ton
Landen
1955/56 1956/57
1957/58 1958/59
1959/60 1960/61
1961/62
Duitsland
1.172
1.051
1.431
1.731
1.285
1.807
1.329
Frankrijk
1.465
1.260
1.412
1.438
969
2.508
1.571
Italië
1.086
876
755
1.027
1.294
916
897
Nederland
383
322
355
528
459
652
540
België/Luxemburg
350
295
352
418
202
459
409
EEG in totaal
4.456
3.804
4,305
5.142
4.209
6.342
4.746
Graad van zelfvoorziening;
(Netto-opbrengst in van het totale binnenlandse verbruik).
Frankrijk
112
110
105
112
14
189
101
BR Duitsland
80
69
93
107
81
107
78
Italië
137
106
86
110
138
81
78
Nederland
89
71
80
115
97
135
108
België/Luxemburg
122
98
119
138
62
149
129
EEG in totaal
104
89
96
112
91
128
91
HET GRAANVRAAGSTUK.
Thans iets over de granen. Het is bekend, dat de wereldmarkt van de
granen en met name die voor tarwe, jaren gebukt ging onder de grote over
schotten, die in de graanexporterende landen geteeld werden en daar tot
enorme voorraden hebben geleid. Vooral Amerika en Canada wisten niet hoe
zij op een fatsoenlijke manier, zonder de wereldmarkt geheel te ontwrichten,
van dit euvel af moesten komen. Er is weliswaar een Internationale "Tarwe-
overeenkomst, dóch daar deze alleen zekere handelsvoorwaarden bevatte en
totaal niets te maken had met de te overvloedigè produktie, kon deze over-
(Zie verder pag. 311.
WIJ hebben in het eerste overzicht van dit jaar gewezen
op de snel veranderende situatie op de suikermarkt
in de wereld en tevens opgemerkt, dat ook de wereld-
graanpositie op het ogenblik een andere aanblik vertoont
dan enige jaren geleden. Wij beloofden hierop terug te
komen, hetgeen wij thans willen doen. Doch eerst nog iets
over de suiker.
De Minister van Landbouw heeft de suikerbietenprijs
voor de oogst 1964 vastgesteld en deze is nu op een niveau
gekomen, dat langzamerhand vergelijkbaar wordt met dat
in de andere E. E. G.-landen. Wanneer wij de reacties in
de verschillende landbouwbladen lezen, dan overheerst
over het algemeen voldoening over het feit, dat de vraag
prijs van de georganiseerde landbouw gehonoreerd is.
Het Fries Landbouwblad vermeldt, dat het Hoofdbestuur
van de Friese Mij. van Landbouw liever 75,per ton
had gehad, welke bietenteler heeft dat niet? maar
dat men in Friesland van mening is, dat bij normale
weersomstandigheden aldaar suikerbieten tegen de nu
vastgestelde prijs van 65,kunnen worden geteeld met
enige winst.
Er zitten ook in het genomen besluit nog enkele voet
angels en klemmen, maar ook wij zijn verheugd, dat de
Minister van Economische Zaken door zijn ambtgenoot
van landbouw overtuigd is geworden dat, wil Nederland
het komende jaar een bietenareaal hebben, dat er enigs
zins op lijkt, de prijs aanzienlijk omhoog moest.
Of er nu ook meer bieten komen dan in 1963, zullen
wij allen moeten afwachten. Men hoort stemmen van wel
en even deskundige van niet. Het is op dit ogenblik echter
ondoenlijk een prognose op te maken, daar de bietenteelt
in ons land op vele plaatsen een deel van het bouwplan
kan Uitmaken.
Eèn ding is voor ons wel zeker. In de prys van
65,zit geen sterke stimuleringspremie van 6,
zoals de tekst van het besluit wil doen geloven.
SUIKERPRODUKTIE EN -VERBRUIK.
Frankering bij abonnement: Terneuzea
52e Jaargang No. 2714