Achterstelling eigenaar-gebruiker bij onteigening
Vollegronds groenteteelt voor de
verwerkende industrie
48
WIJ ONTVINGEN
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
TIJDENS de discussie na
de inleiding van Mr.
N. M. Zijp over het onderwerp
grond, grondvraagstukken en
grondprijzen, gehouden op de
Algemene Ledenvergadering
der Z.L.M., werd door de heer
L. J. Boone te Ritthem aan de
inleider de vraag gesteld be
treffende het verschil in ver
goeding die de eigenaar-ver
pachter dan icel de pachter
ontvangt en de vergoeding die
de eigenaar-verbruiker ont
vangt.
Zoals in de notulen is op
genomen, hebben Mr. Zijp en
de heer Boone tijdens de
lunchpauze nader over dit
vraagstuk samen gesproken.
De heer Boone deed ons een
uiteenzetting van het door
hem gestelde probleem toe
komen en de beantwoording
hiervan door Mr. Zijp. Daar
ook anderen hierin zeker be
lang stellen, nemen wij e.e.a.
hier in 't kort op.
Wij willen er nadrukkelijk
op wijzen dat de door de heer
Boone genoemde getallen en
cijfers slechts als voorbeel
den bedoeld zijn, dat deze
nogal „prijzig" zijn en dat
uitgegaan is van verkoop van
een perceel land behorende
bij een verpachte boerderij.
T\E heer Boone stelt: De Gemeente, Provincie of
Rijk koopt of onteigent grond, bijv. a 2,
per m2, dus 20.000,per ha.
Noemen we nu eigenaar-verpachter A, eigenaar
gebruiker B en pachter C.
Eigenaar-verpachter A ontvangt bij onteigening als
tegenprestatie voor 1 ha grond 20.000,per ha.
B, eigenaar-gebruiker, ontvangt als tegenpresta
tie voor 1 ha grond ook 20.000.per ha. Beiden
zijn dus terecht gelijk behandeld. C echter (bijv. de
pachter van A) wordt wegens afstaan van de grond
een vergoeding als inkomstenderving toegekend van
bijv. 1300,per ha. Daar gaat af wegens verschul
digd pacht a 200,per ha en blijft er dus over
ƒ1100,per ha. Dit vermenigvuldigd met bijv. in
dit geval faktor 9, geeft 9900,per ha dat aan
G wordt uitbetaald. A en C eigenaar-verpachter en
pachter zijn dus afgehandeld en ontvangen tezamen
29900,per ha.
Nu komt B eigenaar-gebruiker aan bod. Hem
wordt zoals het voorgaande blijkt 2,per m2 of
20.000,per ha betaald, gelijk aan A. Beiden ont
vangen 't bedrag per bank en laten het daar uit
staan.
Nu wordt met B als gebruiker onderhandeld (dus
in dezelfde verhouding als C pachter of gebruiker)
en deze heeft recht, daar het bedrijf gelijk aan het
bedrijf van C is en ook de in aanmerking ge
nomen arbeiders, machines en oppervlakte niet
verschillen, op een bedrag van 1300,per ha.
De kerk en het moderne platteland. Theol. Drs.
H. D. de Loor. Prijs 4,25. Uitgave Boekencentrum
N.V.. Den Haag.
Sociale veranderingen doen zich tegenwoordig in
onze gehele samen'eving voor, maar waarschijnlijk
wel het meest op het platteland. Ze worden daar
zeer fel beleefd door de ruilverkavelingen, de ver
anderde produktiemethoden, de bedrijf vergroting,
maar ook door de opdringende stad, die de boer
verdrijft, of door het verlies aan inwoners in som
mige dorpen. En daartussen staat de Kerk. Hoe
moet zij handelen? Wat kan zrj doen?
In dit rapport verschenen als No 23 in de
reeks Praktisch Theologische Handboekjes en dat
uitgegeven werd in samenwerking met de Raad
voor de zaken van Kerk en Samenleving worden
aan de hand van deze sociale veranderingen aan de
Kerk wegen gesuggereerd, die zij zou kunnen in
slaan. Niet alleen om zó uit eigen moeilijkheden te
geraken, maar vooral om zo haar opdracht om in
een snel veranderende wereld present te zijn, waar
te maken. Een lezenswaardig boekje.
9 De arbeid in de teelt en de afzet van tuinbouw-
produkten. Voordrachten gehouden op de Voorlich
tingsdag van de Ned. Tuinbouwraad in januari '63.
O Koperbemesting op zandgrasland. Aangeboden
door het Landbouwkundig Bureau voor Sporen
elementen te Arnhem.
0 10 Jaar Proefstation voor de Groenteteelt in de
volle grond in Nederland te Alkmaar.
B Shell Hoogtewijzer, door Leonard Huizinga, met
illustraties van Friso Henstra. Uitgave van Shell
Nederland Verkoop Mij N. V., Den Haag.
0 Onderzoek t.b.v. de groenteteelt voor de Ver
werkende industrie door Tj. Buishand e.a. Rapport
No. 7, december 1963, van het Proefstation voor de
Groenteteelt in do volle grond in Nederland te Alk
maar.
In dit geval vermenigvuldigd met faktor 10 maakt
dat 13.000, wat dus naar mijn mening gewoon en
billijk is.
Omdat B eigenaar en gebruiker is, wordt
hem niet 200,als pachtwaarde in minderir ge
bracht, maar 4 °/o van het verkoop-bedrag van
20.000,is 800,per ha. Dus B ontvangt
13.000,doch niet als bij C verminderd met
1800,maar met 10 x 800,8.000, zodat
B als inkomstenderving ontvangt 13.000,
ƒ8.000 ƒ5.000,—.
Uit bovenstaande blijkt dat de koper: Gemeente,
Provincie of Ryk dus de grond van B goedkoper
in eigendom krygt dan de grond van A terwijl in
kwaliteit en ligging geen verschil is. Zoiets is vol
gens mijn mening totaal fout en ontoelaatbaar en
met geen enkel motief te verdedigen. Andersom,
dus als B meer zou ontvangen dan A en C zou men
dit nog met praktijk-ervaring kunnen verdedigen,
zeker ten opzichte van A en B.
Want als A zijn geld wil beleggen in grond kan
hij overal een perceel kopen en verpachten en is hij
weer als voorheen eigenaar-verpachter (hetzij waar
ook in Nederland Alleen zal hij misschien een
andere pachter moeten accepteren.
Doch als B zijn geld wil beleggen in grond, zal er
zich voor hem maar zeer zelden de gelegenheid voor
doen weer grond te kopen die binnen zijn gebruiks-
bereik ligt en is dus moeilijker aan vervanging toe
dan A. (Dit ligt ook voor de hand, omdat anders
geen vergoeding inkomstenderving zal uitbetaald
behoeven te worden. Deze vergoeding is geba
seerd op het feit dat geen vervangende grond be
schikbaar is. Red.) Dit geeft mij aanleiding om te
stellen dat B meer dan A en C voor zijn grond
ontvangen moet en niet minder zoals uit boven
staande blijkt.
Mr. Zijp gat tijdens ons onderhoud te kennen:
„Als u het probleem zo beziet, heeft u gelijk en er
wordt soms ook wel naar gestreefd, door het%
rente op 1 of Va% te stellen, maar meestal probe
ren ze een hoger rente af te trekken".
Tot zover ons onderhoud.
F) F, verwerking van groenten is de laatste jaren
■Ly sterk toegenomen. Belangrijke mijlpalen wa
ren 1959 en 1952. Vóór 1959 konden praktisch geen
kontrak ten met niet erkende telers worden afge
sloten, terwijl op 1 april 1962 vrijwel alle belemme
ringen voor kontrakteelt werden opgeheven.
De kontrakteelt nam toe van 314 ha in 1958 tot
3.262 ha in 1962 (exclusief doperwten).
ENKELE CIJFERS
<x 1.000
kg).
Totaal aan groenten
1958
1962
toeneming van
verwerkt
175.000
280.000
60%
gesteriliseerd
81.000
150.000
85%
gezouten
55.000
53.500
3%
gedroogd
23.000
35.500
54%
ingevroren
13.000
33.000
170%
andere wijzen
3.000
6.000
Steriliseren sterk toegenomen, belangrijke gewas
sen:
doperwten, slaboon, spinazie, tuinboon, augurk
en waspeen.
Gezouten kleine achteruitgang. Hiertoe behoren:
zuurkool (ruim 30.000 ton), zilverui (plm. 13.000
ton), augurk en bloemkool.
Gedroogd dit neemt belangrijk toe (Soepen).
Verder: peen, knolselderij, bonen.
Diepvries sterke stijging Veel belangstelling voor
bladgewassen zoals
spinazie, andijvie en boerenkool. Verder kun
nen genoemd worden doperwt, slaboon, tuin
boon en spruiten.
TEELT.
Gezocht wordt naar teeltmethoden waarbij de
gewassen geheel machinaal verzorgd kunnen wor
den. Bij doperwten is dit reeds jaren het geval. Dit
gewas wordt echter in dit bestek buiten beschou
wing gelaten. Bij de volgende gewassen is het
echter ook vrijwel opgelost. Spinazie, andijvie, was
peen, knolselderij, kroten en slabonen. Deze ge
wassen zullen in kort worden behandeld.
Spinazie. Grote belangstelling van diepvries
industrie De kwaliteit speelt een belangrijke rol,
dat wil zeggen een gunstige blad/steel-verhouding
zonder schiet-stengels en zaadkoppen. Getracht
wordt dit te bereiken door minder zaad te gebrui
ken, 40-60 kg per ha, bij een rijafstand van 22 cm.
Verder wordt gezocht naar snelgroeiende, traag-
schietende rassen.
Andijvie. In 1963 zijn proeven genomen met
rijenzaai op 22 cm. In de rij komen de plantjes vrij
dicht bij eikaar te staan. Het gewas wordt machi
naal gemaaid en opgeladen. Er wordt gezaaid met
een precisiezaaimachine. De rassenkeuze beperkt
zich tot selecties van het type nummer vijf.
Waspeen. Dit gewas kan tot einde juli ter plaat
se word<~" «ezaaid. Bij rijenzaai op 20 cm kunnen
met een nound-machine twee rijen tegelijk ge
oogst worden. Het loof afgemaaid of afgeschoffeld.
TK zou gaarne zien, aldus de heer Boone, er
1 ook van de zijde van de organisaties een zeer
sterke drang uitging om deze toch wel zeer in 't oog
lopende achterstelling van de boer ongedaan te ma
ken en eerder op het tegenovergestelde aan te
dringen. Dat is mijns inziens zeker te bereiken.
Want het afstaan van zijn grond door B brengt met
zich mee dat hij niet alleen de berekende inkomsten
derving mist, maar tevens een groot risico loopt van
inflatie enz. A kan zich overal dekken, maar B moet
een geschikt ogenblik afwachten en heeft dus veel
meer beleggingsrisico.
C is pachter en kan maar op een aantal jaren
rechten laten gelden; B was eigenaar en zal daarom
die inkomsten uit geLruik blijvend missen, terwijl hij
als eigenaar ook nog in staat is zijn grond aan ver
anderde omstandigheden aan te passen (ik denk
aan boomgaard, tuinbouw, kassen, enz.).
IJ willen opmerken dat door de Recht
bank ieder geval van onteigening op de
eigen omstandigheden wordt beoordeeld. Hoe
wel in voorkomende gevallen ook in Zeeland
bij onteigeningen meerdere malen argumenten
voor een mindere rente aftrek zijn aangevoerd
werd tot op heden, voorzover ons bekend, in
Zeeland in GEEN enkel geval door de Recht
bank een lager rentepercentage toegepast.
Hoewel er onder bepaalde omstandigheden
wel degelijk argumenten aan te voeren zijn om
tot een lagere aftrek van het rente-% te ko
men, moet de heer Boone wel bedenken dat de
Organisatiesdit niet zelf kunnen bepalen,
maar dat de onafhankelijke rechter op basis
van onteigeningswet, uitspraken van de Hoge
Raad. de visie van de deskundigen van de
Rechtbank enz., tot een bepaalde uitspraak
komt.
Overigens hopen wij dat onze lezers het ver
haal van de heer Boone geheel hebben kunnen
volgen. Eerlijkheidshalve: geen deskundigen
zijnde, wij snappen er niet alles van
RED.
De heer Tj. Buiskand, Technisch mede
werker van het Proefstation voor de groente
teelt in de volle grond te Alkmaar sprak op
de groenteteeltdag over de vollegronds groen
teteelt voor de verwerkende industrie en gaf
aanwijzingen over rassenkeuze, teeltwijze.
Hierbij in het kort enige gegevens over
het behandelde onderwerp.
In het laatste geval wordt gekontrakteerd op 80
gekopt. Deze teelt past alleen op zandgrond.
KNOLSELDERIJ. Vooral in Zeeland bestaat voor
dit gewas veel belangstelling. Te vroeg planten
geeft veel kans op schieters. Te laat planten heeft
gewoonlijk een opbrengstderving tot gevolg. Opti
male planttijd omstreeks eind mei. De industrie
geeft de voorkeur aan grote knollen, dus ruim plan
ten, bij voorbeeld op 60 x 40 cm In dc herfst neemt
de opbrengst toe naarmate later geoogst. In de
praktijk gaf het rooien met een Vicon-bïetenrooï-
machine goede resultaten. Rassen die op de proef
velden gunstig naar voren kwamen waren Maag
denburger van D. v. d. Ploeg en Hild's Neckarland
van Nunhem wat de opbrengst betreft, terwjjl Roem
van Zwijndrecht van R. Zwaan selectie Huizer, Ceva
van Vreken en Belga B 58 van Pannevis te Alk
maar voor industrieelteelt werden goedgekeurd.
Kroten. Dit gewas is nog niet belangrijk voor de
industrie, maar zou dit wel kunnen worden. In het
buitenland is vraag naar o.a. kleine kroten die in
hele toestand worden gesteriliseerd. De teelt kan
geheel worden gemechaniseerd. Bij voorkeur niet
vroeg zaaien. Zaaitijd tweede helft van juni. Bij
afstand 33 cm, in de rij gemiddéld 3 a 4 cm. Voor
de oogst het blad afmaaien en daarna rooien met
aardappelrooimachine. Ideaal zou zijn een was- en
sorteermachine op het bedrijf. Voor deze teelt kiest
men bij voorkeur snelgroeiende selecties uit de
groep Detroit of Kogel.
Slabonen. In het algemeen is het klimaat voor
de bonenteelt in het zuiden gunstiger dan in het
noorden van ons land. De indruk bestaat dat in
Zeeland vaak te vroeg wordt gezaaid en te weinig
stikstof wordt gestrooid.
Hierdoor blijft het gewas te klein en valt de
produktie tegen.
In verband met de wind is het gewenst sterke
rassen te kiezen, bijvoorbeeld Widusa, Tiptop of
Cordon. Hoewel deze rassen een fors gewas maken
kan in Zeeland op 44 cm worden gezaaid bij een
zaaizaadhoeveelheid van 80-100 kg per ha. Zorg
voor een gesloten gewas. Een stikstofhoeveelheid
van 400-500 kg kalkammonsalpeter kan als een
normale gift worden beschouwd. Het oogsten met
de machine neemt de laatste tijd sterk toe. Hierbij
kan men kiezen tussen de „Ploeger" en „Borga"
boneplukmachine.