Hoe nu na Brussel?
K.N.L.C.
NIEUWE BIETENPRIJS
STERK IN OPKOMST
GOEDE OPKOMST
SNELLE BODEMBEDEKKING
LAGE KOPTARRA
ZEER GOEDE ROQIBAARHEID
wie POLYKUHN zaait zal winst oogsten!
Marathon en Nederlandse prijzen
30
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
De voor de noodzakelijke voortgang in de E.E.G. zo belangrijke zitting van
de E.E.G.-Ministerraad is vlak voor Kerstmis 1963 nog tot een goed einde ge
komen. Alom heerste blijdschap na spannende dagen. De Ministerraad was het
eens geworden over enkele hete politieke hangijzers, waar de deskundigen in
het voorbereidende overleg maar steeds omheen moesten gaan. Die politieke
beslissingen hingen samen met reglementen voor de zuivel-, rundvlees- en
rijstmarkt en voor de financiering van het landbouwbeleid, die nodig aanvaard
moesten worden. Het andere grote punt,, niet minder politiek geladen, was de
boodschap, die de E.E.G.-commissie mee moest hebben naar de straks te houden
G.A.T.T.-conferentie over de verruiming van het handelsverkeer, ook in land-
bouwprodukten.
De Nederlandse boer zal wel hebben aangevoeld, dat meer zekerheid ten
aanzien van ons zuivelmarkt- en prijsbeleid heel belangrijk is. Hij zal ook beseft
hebben, dat het standpunt van de E.E.G. als geheel (met een nauwelijks be
gonnen landbouwbeleid) tegenover de Amerikaanse drang naar grotere handel
in .landbouwprodukten hem en zijn toekomstige positie niet onberoerd laat.
Maar hij zal nog meer belangstelling hebben gehad voor de richtprijzen voor
zijn melk en zijn granen, die er in de naaste toekomst uit de Brusselse bus
komen. Hij vernam alleen, dat een beslissing over de Europese graanprijzen is
uitgesteld: vóór 15 april a.s. vaststellen voor oogst 1964. In april begint er een
nieuw melkprijsjaar en wat betekent dan het E.E.G.-zuivelreglement voor de
nieuwe melkrichtprijs
Hoe nu straks met de Nederlandse richtprijzen voor melk en granen
PRIJZÉN 1964/1965
De Nederlandse landbouw heeft
juist grote belangstelling voor de prij
zen 1964/1965. Het zijn de eerste richt
prijzen vast te stellen door een pas
optredende regering, die de landbouw
een hoge prioriteit heeft toegekend.
Wij constateren dit slechts zonder ver
wachtingen te willen wekken, waar
aan de knapste en sterkste minister
van landbouw niet zou kunnen vol
doen. Het Landbouwschap heeft in
een brief aan de kabinetsformateur
indertijd taal gebezigd, die de boer
aansprak, juist ook met betrekking
tot het toekomstige prijspeil. Reke
ning zou moeten worden gehouden
met de kostenstijging, de noodzake
lijke loonsverbeteringen, de werke
lijke en toch verantwoorde kosten der
gebouwen en met de risico's van de
boer, zo duidelijk gebleken in de
laatste jaren met zeer ongunstige
weersomstandigheden.
Ten aanzien van de melkprijs
kwam er wat nieuws: een verschui
ving van het melkprijsjaar van no-
vember-november naar april-april en
een interimperiode van november 1963
tot april 1964, zonder een richtprijs op
jaarbasis, maar wel met een best te
gebruiken verhoging van de verreken-
prijs voor consumptiemelk en de in-
dustriemelktoeslag.
Wat de graanprijzen betreft kwam
er ook iets nieuws: een revolutionair
z.g. plan-Mansholt om in één keer de
graanprijzen der E.E.G.-landen gelijk
te maken. Er werd in en buiten land
bouw verschillend gedacht over de
door de E.E.G.-Commissie „geprikte"
uniforme graanprijzen en de bijkom
stige maatregelen. Als de boer mis
schien dacht te weten waaraan toe te
zijn: Brussel stelde de beslissing uit.
Ondertussen komen in Nederland
lonen en prijzen in beweging: het
kostenklimaat voor de Nederlandse
boer wordt duurder.
EUROPESE MOGELIJKHEDEN
De tekst van het zoveelste ontwerp
van een zuivelreglement voor de E.E.G.
is door de Ministerraad aanvaard en
voorzover wij weten stond daarin, dat
vóór 1 februari 1964 de hoogste en
laagste grens zal worden vastgesteld
voor de nationale richtprijzen-a f-
boerderij, die vóór dezelfde datum
worden vastgesteld voor het zuivel-
jaar, dat 1 april 1964 begint.
Dat zou dus betekenen, dat er van
een nationaal Nederlands melkprijs-
beleid maar in beperkte mate meer
sprake zal zijn. Die situatie hebben
wij ook bij de graanprijzen nu al,
alleen bij de melk liggen de uitersten
(en dus straks ook de grenzen) dichter
bij elkaar.
Bovendien zou al op zeer korte'
termijn door Brussel worden aange
geven binnen welk kader Nederland
en de andere E.E.G.-partners hun
melkprijzen kunnen vaststellen, m.a.w.
welke „ruimte" zij nationaal nog heb
ben. Nader verluidt, dat over de defi
nitieve datum van inwerkingtreding
van de Eurozuivelmarktordening nog
moet worden beslist. Het zuivelregle
ment zelf zal nog moeten worden her
zien naar aanleiding van bepaalde
grote principe-beslissingen, die de
ministers in hun koehandel-©p-hoog-
niveau namen, en definitief moeten
worden vastgesteld. Het gerucht wil,
dat in totaal 75 uitvoeringsverorde
ningen na de jongste raadszitting
dienen te worden uitgevaardigd. Veel
werk dus aan de Brusselse winkel en
aan vertraging zal wel niet ontkomen
kunnen worden. Hoe dan met de Ne
derlandse richtprijs voor melk per
1 april a.s.
Dezelfde vraag, en nog dringender,
doet zich voor ten aanzien van de
graanprijzen voor oogst 1964. Moet de
Nederlandse graanteler nog langer op
d^ richtprijzen voor de' komende oogst
wachten Wachten met de vaststel
ling van graanprijzen tot half april
heeft helemaal geen zin. Trouwens,
wat zou er in april a.s. besloten moe
ten worden Het oordeel van de
Ministerraad van de E.E.G. over het
plan-Mansholt was in het algemeen
niet gunstig en het bedoelde graan
prijs voorstel schijnt niet meer eens
basis voor nadere discussie te zijn,
laat staan voor een beslissing. Wij
zien aankomen, dat er straks alleen
maar besloten kan worden om de
boven- en benedengrenzen van de
E.E.G.-graanrichtprijzen weer iets
dichter bij elkaar te brengen. Wat dus
waarschijnlijk alleen een verhoging
van het minimum zal betekenen. En
dat zal dus ook betekenen, dat de Ne
derlandse overheid in hoge mate vrij
is om een verhoging van de Neder
landse graanrichtprijzen toe te passen.
NATIONALE
NOODZAKELIJKHEDEN
Het is zaak, dat de nationale Ne
derlandse overheid maar zo spoedig
mogelijk de nationale Nederlandse
prijzen voor 1964/1965 vaststelt. En dat
zij zich daarbij maar in de eerste
plaats baseert op nationale factoren,
d.w.z. in overleg met het Landbouw
schap op de grondslagen, die dit schap
aanduidde in zijn bekende brief aan
de kabinetsformateur.
De Dedrijfsgenoten moeten dan wel
bedenken, dat uit die brief niet zonder
meer prijzen zijn af te leiden. Veel
hangt nog af van de nadere uitwer
king en van bepaalde vrij willekeurige
aannamen.
De overheid moet daarentegen
echter begrijpen, dat de landbouw
vandaag prijzen mag hebben, die pas
sen bij de sociaal-economische situatie
waarin hij zich nu bevindt na de
maatregelen, die op het gebied van
lonen en prijzen werden en worden
genomen, resp. toegestaan.
Maar kan worden gedaan of er
geen E.E.G. bestaat en in Brussel niets
is gebeurd Nee, de Nederlandse
regering zal met de E.E.G. rekening
kunnen en moeten houden. Met de
E.E.G. dan, zoals die zich in werke
lijkheid aan ons voordoet en niet zo
als die door niet-agrariërs en theore
tische economen graag zou worden
gezien. De praktische bestaande boven-
en benedengrenzen in de E.E.G. met
betrekking tot de prijzen van de hier
bedoelde landbouwprodukten zijn be
kend. Zij laten nog wel ruimte om,
misschien niet alle, maar dan toch
wel vele van de verlangens, die in de
Nederlandse landbouw leven, in ver
vulling te doen gaan.
Juist nu er nog „E.E.G.-ruimte" is
zal de Nederlandse regering dienen te
tonen, dat zij de Nederlandse land
bouw prijzen durft te geven, die nodig
zijn en in deze tijd passen. Vanzelf
sprekend zal er een „E.E.G.-clausule"
moeten gelden, zodat de vastgestelde
richtprijzen direct kunnen worden
aangepast aan besluiten, die in Brus
sel straks vroeger of later, nog zullen
worden genomen.
TWEE MAANDEN VERSCHIL
De Nederlandse regering heeft getoond de prijzen te kunnen verhogen, als
daarvoor de duidelijke noodzakelijkheid aanwezig is. De suikerbietenprqs voor
oogst 1964 is met 11,tot 65,per ton verhoogd. De hierbij behorende ver
hoging van de consumentenprijs voor suiker is inmiddels ingegaan en voegt
zich logisch tussen de prijsaanpassingen die alom bij de intrede van het nieuwe
jaar z(jn toegepast.
Wij betreuren slechts, dat de consumptiemelkprijs niet kon worden ver
hoogd overeenkomstig de verhoogde loonkostenstijging in de veehouderij.
Het Landbouwschap vroeg eveneens 65,per ton suikerbieten voor de
volgende oogst.
In normale omstandigheden zou er reden tot verheugenis zijn, dat de
regering de georganiseerde landbouw geheel tegemoet kwam. Maar er ligt twee
maanden tijdsverschil tussen de vraag van de landbouw en het antwoord van
de overheid. Ook op zichzelf niet noemenswaard, maar juist in die periode is
het loon- en prijspeil in stijgende beweging geraakt. Welbewust is een stukje
inflatie gepleegd tot betere aanpassing aan het buitenland, waarvan de beste
deskundigen nog niet de uitwerking durven voorspellen. De verhoging van de
suikerprijs dient deels tot het opvangen van kostenstijgingen en deels tot het
stimuleren van de suikerbietenteelt. Die kostenstijging komt er wel. Maar uit
breiding van de bietenteelt Twee maanden geleden nog wel
(Adv.
Het afgelopen bietenjaar was voor velen ongunstig. Maar POLY-
KUHN bevestigde eens te meer zijn uitzonderlijk gunstige eigen
schappen. Steeds meer telers gaan over op POLYKUHN.
Bij normaal zaad, maar in het bijzonder bij Precisie-zaad, is een
goede opkomst een onschatbaar voordeel. POLYKUHN! Een
prachtig veld is gegarandeerd.
Onkruidbestrijding kost veel tijd en geld. POLYKUHN heeft een
snelle voorjaarsontwikkeling, dus vroege bodembedekking. Wat
een besparing!
Door de gelijkmatige kophoogte kan het kopappa-
raat zeer nauwkeurig werken. De koptarra is miniem.
Een biet moet voldoende stevig in de grond staan
om niet bij het koppen voorovergedrukt te worden.
POLYKUHN voldoet aan deze eis en leent zich
daardoor - mede door zijn regelmatige vorm -
uitstekend voor machinaal rooien.