ICHTEN 1964 ZOMERTARWE VLAS IT Orca 51.7 52.1 106 Carpo 42.3 47.4 96 Opal 50.6 49.5 100 Peko 44.3 90 Koga II 41.9 47.2 96 Gaby 52.7 53.8 109 Wiera 87,2 88,0 101 104 96 Reina 88,0 88,7 102 103 98 Fibra ss; i 84,9 97 90 105 Diana 87,8 101 89 97 Solido 84,9 97 107 100 Emeraude 86,7 88,5 101 97 100 Engelum E 476 87,1 88,2 101 113 103 Wiera 15 N 89,5 Reina 15 N 90,4 Fibra -}- 15 N 93,3 87,2 100 VRIJDAG 1 JANUARI 1864 In het algemeen geldt de volgende regel: Kijk eerst welk ras hei beste past op uw grond. Let daarbij vooral op de gevoeligheid voor ziekten en de mogelijkheid van verbouw op gronden met een sleehte struktmir. Alleen dan mag men op de hoogste opbrengst rekenen BROUWGERST Tot nu toe was. het vrijwel alleen Baldêr, die voor brouwgerst verbouwd werd. In 1963 werd ook Cambrinus verbouwd. Dit laatste ras is nu reeds 5 jaar op de proefvelden geteeld en gaf gemiddeld 8 meer opbrengst dan Balder. De brouwkwaliteit is ongeveer gelijk aan Balder. Omdat de opbrengst wat beter is, zal dit ras waarschijnlijk dit jaar wat meer verbouwd worden. Balder. Dit ras is vooral geschikt voor de betere gronden. Het stro is wat slap en de gevoeligheid voor meeldauw is een bezwaar. Op minder goede gron den blijft het stro kort. Cambrinus. Komt veel met Balder overeen. Het stro is iets veerkrach tiger en de gevoeligheid voor meeldauw is minder. Dit ras is goed bestand tegen slechte strukturen en past daardoor goed op minder goede gronden. De gewenste hoeveelheid zaaizaad per ha ligt - 10 kg hoger dan bij Balder. VOERGERST Bock. Dit ras zal als brouwgerst niet meer afgenomen worden, maar door de hoge opbrengst is dit ras wel geschikt voor voergerst. De grote gevoelig heid voor gele roest is een bezwaar. Het stro is matig stevig en het. moet verder vrij dik gezaaid worden. Minerva. Is goed bestand tegen ziekten. De beginontwikkeling is traag en vooral daardoor past dit ras niet op gronden met een slechte -struktuur. Rijpt vrü laat af. Tijdig zaaien en niet te zwaar met stikstof bemesten is gewenst. Delta. Rijpt vroeg af en heeft vrij kort, stevig stro. Moet vrij dik gezaaid worden. Tamelijk vatbaar voor gele roest en soms voor doorwas in een staand gewas. Herta. Vroeg rijpende gerst met vrij kort, stevig stro. Vatbaar voor meel dauw en gele roest. Emir. Past alleen op de vruchtbare gronden en is dan een goed opbren gend ras. OPBRENGSTEN PROEFVELDEN MET ZOMERTARWE RASSEN kg/are kg are - 100 49"» 1963 gem. 1958— -1962 Alhoewel er deze herfst veel wintertarwe uitgezaaid is, zal ook de rassen- kan «1e schade, door dit insekt veroorzaakt, beperkt worden. Indien een ern stige aantasting verwacht wordt, zal met chemische middelen gespoten dienen te worden. Op zwaar besmette percelen kan men wellicht beter een ander gewas verbouwen. Daar er tussen de rassen grote verschillen voorkomen en bijv. gevoe ligheid voor slechte struktuur en ziekten, Is het goed om bij uw keuze vooral op deze punten te letten Alleen als een ras goed op uw grond past, mag de beste opbrengst verwacht worden. Car po. Een nadeel van dit ras is de grote schotgevoeligheid. Denk maar eens aan zomer 1963. Dit ras heeft een vlugge beginontwikkeling en een goede grondbedekking. Het stro is vrij stevig, wel iets gevoelig voor bruine roest. Orea. Vooral bij vroeg zaaien een zeer produktief ras. Bij laat zaaien bijv, op erg natte gronden kan de opbrengst-tegenvallen. Indien door omstandig- heden laat gezaaid wordt verdient een ruime stikstofbemesting aanbeveling. Door het korte stevige stro is dit ras zeer geschikt om te maaidorsen. Opal. Stelt geen hoge eisen aan de grond. Is daardoor geschikt voor gron den met een minder goede struktuur. Kan ook bij laat zaaien nog een goede opbrengst geven. Is ook weinig gevoelig voor gele en bruine roest. Gaby Dit ras komt dit jaar voor het eerst in de rassenlijst. Het is een vroeg rijpende tarwe, die vooral op vruchtbare gronden zeer goede opbreng sten heeft gegeven. Het stro is vrij kort en stevig. Lijkt tamelijk vatbaar voor gele roest. De korrel is middel groot en tamelijk gevoelig voor schot. Ook iets gevoelig voor korreluitval. Peko. Blijft in opbrengst vrij ver achter bij de andere rassen en heeft zijn tijd gehad. Koga II. Een weinig bekend ras, dat vroeg rijpt en een goede opbrengst geeft. Het stro is vrij kort. De gevoeligheid voor gele roest is een bezwaar. OPBRENGST VLASRASSENPROEFVELDEN gem. ongerepeld zaad lintgehalt- 1963 1959-1963 1950-1962 1950-1962 RASSEN ongerepeld kg/are relatief keuze bij zomertarwe de nodige aandacht verdienen. Vooral bij tijdig zaaien kan zomertarwe opbrengsten geven, die vrijwel gelijk zijn aan die van winter tarwe. De grotere schotgevoeligheid van zomertarwe is wel een bezwaar. Ook komt in sommige streken de tarwestengelgalmug voor. Door vroeg te zaaien Het jaar 1963 is wel bijzonder ongunstig geweest voor de ontwikkeling en de oogst van het vlas. Aanvankelijk stonden veel percelen in de maand mei er goed voor. De grote hoeveelheid neerslag in de maand juni voor de bloei van het vlas deden veel percelen vroegtijdig legeren. Door het aanhoudende slechte weer na de bloei en gedurende de oogst is veel botrytis en rot opge treden waardoor opbrengst en kwaliteit veel geleden hebben. In een dergelijk nat groeiseizoen is de stikstofbemesting, de zaaizaadhoe- veelheid, en de zaaitijd nog meer van doorslaggevende betekenis dan in een normaler groeiseizoen. Over het algemeen wordt nog vrij dik gezaaid, boven dien houdt men te weinig rekening de zaaizaadhoeveelheid te verminderen bij laat zaaien in april. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde zaaizaadhoeveelh.^den vermeld van de belangrijkste rassen op zavelgrond. vroeg zaaien laat zaaien 150 kg/ha 125 kg/ha 160 kg/ha 135 kg/ha Wiera en Reina Fibra Op zware grond bij vroeg zaaien februari/maart dient wat meer zaaizaad te worden gebruikt. Uiteraard is ook het duizendkorrelgevvicht, de kiemkracht, en de structuur van de grond mede bepalend voor de zaaizaadhoeveelheid. DE STIKSTOFBEMESTING Vooral bij gebruik van veel zaaizaad zal men met hoge N-giften voorzichtig moeten zijn. Bij een dichte stand en een te hoge N-gift neemt de kans op. vroegtijdig legeren sterk toe. Over het algemeen mag toch wel gesteld wor den dat de N-bemesting op het vlas aan de hoge kant is. Stikstofgiften van 50 a 60 kg N per ha zijn geen uitzondering. Op de lichtere gronden, en mede in verband met voorvruchten zoals aardappelen, erwten, stambonen en uien, zijn dergelijke hoge N-giften dikwijls de aanleiding voor legeren van het vlas. Bezien we de proefveldresultaten van dit jaar, dan blijkt dat het ras Fibra door zijn grotere stevigheid goed voor de dag komt. Bij de beoordeling van de bruto-opbrengsten in 1963 dient men er rekening mee te houden dat het vlas niet altijd even droog was bij het wegen. Wiera. Oogstzeker gewas dat op alle grondsoorten goede kg-opbrengsten geeft. Ook de opbrengst aan gerepeld vlas is uitstekend. Het gewas is stevig en heeft een goede lengte. Vrij goed resistent tegen roest en zwartstip. Gevoe lig voor brand. Zeer goede zaadopbrengst. Fibra. Zeer stevig witbloeiend vlas met een grote oogstzekerheid en een zeer goede resistentie tegen vlasbrand. Onvatbaar voor roest en zwartstip. Het heeft een trage beginontwikkeling en is gevoelig voor droogte en een slechte structuur in de eerste 25 cm groeilengte. Het is een ras dat op de eerste plaats in aanmerking komt voor de zavelgronden. Voor een behoorlijke kg-opbrengst moet de N-bemesting circa 50 hoger zijn dan bij Wiera. Het lintgehalte is hoog, de vezelkwaliteit goed. De zaadopbrengst is lager dan van Wiera. Het ras kenmerkt zich door zijn donkergroene kleur, maar kleurt en schoont doorgaans mooi op. Kan iets later getrokken worden dan Wiera. Fibra vraagt in verhouding tot Wiera wat meer zaaizaad. Reina. Witbloeiend vlas, dat in lengte en tijd van rijpen veel met Wiera overeenkomt. Onvatbaar voor roest en zwartstip. Gevoelig voor brand. Groeit gemakkelijk en heeft een goede droogte-resistentie. Geeft een wat hogere kg- opbrengst dan Wiera met een iets hoger lintgehalte en een iets betere vezel kwaliteit. De zaadopbrengst is goed. De nieuwe selectie van Reina die twee jaar in beproeving is geweest lijkt steviger te zifn dan Wiera.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 13