Enkele aspecten van de peulvruchtenverbouw in Zeeland* 14 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD floor ir R P T animors (PSC) door ir. R. P. Lammers (PSC) Zeeland is de belangrijkste provincie voor wat betreft de voortbrenging van ronde groene erwten, schokkers en bruine bonen. Ruwweg waren in 1963 de geproduceerde hoeveelheden van deze soorten resp. 55°/o, 75 ®/o en 95°/« van de landelijke produktie. Het is de bedoeling om in dit artikel vooral met betrekking tot de erwten, en daarbij worden ook de gele erwten gevoegd, enkele problemen te schetsen die zeker de Zeeuwse telers zullen interesseren. RONDE GROENE ERWTEN De consumptie van deze groene erwten vertoont in het algemeen en met name in het belangrijkste afnemersland West-Duitsland een afname. Dit hangt samen met de sterke welvaartsontplooiing, hetgeen leidt tot een verfijnde en luxueuzer menu. Deze welvaart leidt er ook toe dat de consument hogere eisen stelt aan de kwaliteit. Men kan zich ook afvragen hoe het staat met de concurrentie van andere landen. Hierbij dient aller eerst gelet te worden op Frankrijk, een land waar men zich de laatste jaren bijzonder is gaan inspannen om de landbouw op hoger peil te brengen. Er zijn aanwijzingen en schrijvers waarnemingen in Noord-Frankrijk bevestigen deze, dat Frankrijk de erwtenproduktie opvoert. Hoeveel is niet goed bekend, omdat de Franse statistiek niet betrouwbaar is. Weten wij het niet hoe het in ha's is, wel weten, wij dat men, met name in het Noordwesten, de ha-produklie aanzienlijk verbetert door doeltreffende chemische onkruidbestrijding en insekten- bestrijding'. Ook dient Amerika hier genoemd te worden. Dit land is een zeer groot producent van een kleine bleekgroene ronde groene erwt Alaska genoemd die als soeperwt weliswaar niet met, althans de goedkokende, Hollandse groene erwten kan wedijveren in kwaliteit, maar die tegen, van jaar tot jaar en van maand tot maand, weinig fluctuerende lage prijs op de markt wordt gebracht, waarbij dc kwali teit qua droogte en piksel subliem is en qua kook zeer gelijkmatig. Gelukkig voor ons is de kwaliteit voor soep minder goed doordat de smaak en moeisigheid minder zijn. Niettemin zijn er aanwijzingen dat door de sterk fluctuerende prijzen van de Hollandse erwten, gevolg van de speculatie op de termijn- markt, West-Duitsland ondanks de kwaliteitsbezwaren, toch wat meer Alaska's koopt. Ook Engeland koopt de laatste jaren minder Hollandse ronde groene erwten tengevolge van de ver vanging door Alaska's, die bijzonder geschikt zijn gebleken voor opgeweekte erwten in blik: „processed peas" genaamd. Het zijn dezelfde Alaska's die ons zware concurrentie aandoen in de Engelse schokker sector. Hierover straks meer. Tenslotte is er ook de binnenlandse markt die zeker ook kieskeuriger wordt, met name wat de kwaliteit betreft. De consequentie van de geschetste situatie is dat wij ons in sterke mate zullen moeten toeleggen op kwaliteit met daarnaast ook op een lage prijs, die niet ten koste mag gaan van dc kwaliteit. RASSENKEUZE, TEELT EN OOGST 1_I OOFDMOMENTEN hierbij zijn de rassenkeuze, de teelt en de oogst. Wat de rassenkeuze be treft hebbenwij de keuze tussen Rondo en Dik Trom en voor de percelen waarin Amerikaanse vaatziekte optreedt Rovar. Rondo is het standaardras voor Zeeland en be hoeft geen nader commentaar. Dik Trom is een nieuw ras dat in kookkwaliteit nog wat beter is dan Rondo, in het bijzonder in omstandigheden dat de kook aan de matige kant is. Gemiddeld kan dit korte ras in Zeeland in opbrengst niet met Rondo meekomen; op strox-ijke grond is het echter te ver kiezen. Is resistent tegen de vroege verbruining. Is voor opraapdorsen waarschijnlijk minder geschikt omdat gemakkelijk bleke a gele korrels optreden. Het ras Pauli acht ik niet aanbevelenswaardig voor Zeeland vanwege de nogal eens optredende minder goede kookkwaliteit; bovendien kwamen in 1962 vrij wat partijen met kwade harten voor. Men tele liever in de plaats van Pauli de Dik Trom. Wat de teelt betreft zou ik willen wijzen op het feit dat het fosfaatgehalte van de erwt de belang rijkste bepalende factor is voor de kookkwaliteit. Het fosfaatgehalte van de erwten wordt vooral bepaald door de fosfaatrijkdom van de grond, ter wijl de vochtigheid van de grond mede bepaalt hoe veel de plant kan opnemen. Het jaar 1962, dat een zeer droge juni-maand had, bleek nogal veel Zeeuwse partijen erwten op te leveren, die slecht of matig in de kook waren. Het bleek dat deze partijen een te laag fosfaat gehalte hadden. Aangezien de handel weinig doet aan kook- onderzoek, ontstond najaar 1962 de situatie dat exporteurs, die klanten hadden die goed kokende erwten verlangden, veiligheidshalve voor die klan ten partijen aankochten uit andere teeltgebieden. In dit verband dient opgemerkt te worden dat met name in Duitsland en Engeland door de handel thans hogere eisen aan de kook worden gesteld dan voorheen. Overigens kan de grotendeels matig - slecht kokende oogst 1959 nog in de herinnering worden opgeroepen. Naar verluidt zouden deze erwten x-eeds voor het vijfde seizoen aan de markt zijn Een goede fosfaat-toestand van de grond en een ruime fosfaat-^ift is dus gewenst voor een goede kook. "P\E indruk bestaat dat bij optredende droogte een voor optimale opbrengsten benodigde fosfaat toestand en fosfaatbemesting dikwijls niet toe reikend is voor een voldoende hoog fosfaatgehalte. Het zal duidelijk zijn dat dit de teler voor een enigs zins moelijke keuze stélt. Aangezien de handel en coöperatie in het algemeen inzake de prijs geen rekening houden met de kookkwaliteit zal een extra fosfaatgift om te komen tot een goed fosfaatgehalte, een gilt die echter geen meer-opbrengst geeft, niet betaald wox-den. In verband met deze situatie is door de Peulvruchten Studie Combinatie een meer jarig fosfaatonderzoek geox-ganiseerd, waaraan naast hel Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, het rijks- landbouwconsulentschap voor de Zeeuwse Eilanden in belangrijke mate medewerking verleent. Het Zeeuwse onderzoek beoogt om van een flinke serie 30) praktijkpercelen gedurende waarschijnlijk «en vijftal jaren na te gaan hoe de groeivoorwaar- Zeeland is het belangrijkste produktie - gebied voor ronde groene erwten exx schok- spectieven voor gele erwten, kers. Voorts biedt het relatieve goede per- Gezien de trend tot afnemende consumptie en het feit dat men de erwten gaarne wil handhaven in de vruchtwisseling, dient ge streefd te worden naar lage kostprijs, maar vooral naar prima kwaliteit. Hier ligt voor het ogenblik een belangrijke taak voor de telers, waarbij rassenkeuze, vooral de fosfaatbemesting en de oogstmetho- diek als belangrijk naar voren komen. Voor de toekomst ligt er een belangrijke taak voor de kwekers. den zijn geweest, vooral wat betx-eft de fosfaat- en vochtvooi'ziening; daarbij wordt het vex-band be studeerd tussen het fosfaatgehalte van het loof in verschillende ontwikkelingsstadia en het fosfaat gehalte van de geoogste erwten. Gesteld dat het mogelijk zou zijn dat uit een laag fosfaatgehalte van de plant in enig ontwikkelingsstadium voox-- speld zou kunnen wox-den dat de erwt te laag in fosfaatgehalte zou uitvallen, dan kan waarschijnlijk door een supex-fosfaatbespuiting (misschien bespui ting met een ander fosfaat) alsnog gezorgd worden voor een voldoend hoog gehalte van de erwten. Eerder onderzoek heeft namelijk reeds de indi catie gegeven dat een fosfaatbespuiting verhogend kan wex-ken op het fosfaatgehalte. Vooral wanrxeer deze bespuiting gecombineerd zou kunnen worden met b.v. de bestrijding van wormstekigheid, zal men er gemakkelijk toe overgaan. Deze zaak zien wij als een collectief belang voor de Zeeuwse erwtentelers, in die zin dat de teelt van landbouwerwten slechts gehandhaafd kan worden indien wij over de hele linie prima kokende par tijen kunnen levex-en. RONDE GELE ERWTEN T~"\E teelt van x-onde gele erwten begint in Neder- land op gang te komen. Een eerste begin was reeds gemaakt met de contractteelt van Dlppe's gele Viktoria, aanvankelijk voor zaaizaad, de laatste jaren ook voor consumptie-export. Als de teelt van dit ras redelijk slaagde, werd een partij erwten verkx-egen die, qua consumptiekwaliteit, een goede ontvangst kreeg in Duitsland. Gezien de lage proef veld-opbrengsten in 1962 en 1963 zal dit ras een hai'de dobber krijgen om zich te handhaven tegen over de thans naar voren komende teelt van het ras Flavanda, dat qua opbrengst op één lijn staat met Rondo. Zijn wij goed ingelicht dan zal Flavanda liet volgend jaar op beperkte schaal op contract wor den geteld voor consumptie, terwijl de vrije teelt in 1965 een aanvang zal kunnen nemen. De consumptiekwaliteit van dit ras is ï'edelijk goed te noemen, terwijl de grofte goed met de Dippe kan meekomen. Voor wat de kookkwaliteit van gele erwten be treft kan verwezen wox-den naar datgene wat ge zegd is voor de kleine groene erwten. Wel zou ik willen stellen dat, wil Nedex-land als nieuwe pro ducent van gele erwten werkelijk een opvallend debuut maken; het noodzakelijk is dat deze gele erwten prima in de kook zijn. Dus extra aandacht besteden aan de fosfaat-bemesting Een apax-t punt is de uiterlijke kwaliteit en wel met name de kleur. Gele erwten dienen beslist een goede gele kleur te hebben willen ze afzet vinden als gele erwt. Groenige partijexi worden niet ge- accepteei'd, kunnen hoogstens tegen een lage prijs in de split-sector wox'd.en opgenomen. T TIT oogsttijden-proeven, ook in Zeeland, is dui- delijk gebleken dat wil men een goede gele kleur bereiken en dit geldt èn voor Dippe's Gele èn voor Flavanda, het gewas goed rijp op stam moet worden. Voorts zijn er aanwijzingen dat op zeer opdrachtige grond, b.v. gescheux*de oude wei, het ook dan nog moeilijk is om een goede kleur te ver krijgen. Men vermijde dergelijke percelen liever voor gele erwten. 1963 heeft geleex-d dat dit langer op stam laten staan meer risico's inhoudt. Bij slecht weer treedt meer vlek en schot, alsmede verlies door open springende peulen op. Men zou kunnen zeggen dat hierom gele erwten toch wel een premie moeten maken boven de groene erwten. Anderzijds is dit langer laten uitrijpen een goede aanloop voor het uit het zwad opraapdorsen. Bij de huidige ronde groene rassen wil men toch wel wat eerder maaien, om zoveel mogelijk het verbleken tegen te gaan. Gezien het gemiddelde klimaat in Zeeland (1963 was toch wel een uitzondex-ing om de regel te bevestigen) is deze px-ovincie te beschouwen als een van de betex-e teeltgebieden voor gele erwten. Daar bij zal het westen nog weer beter zijn dan het oostelijk deel. Voor wat de toekomst betreft bestaat er goede hoop dat onze kwekers zullen zox-gen voor rassen die gemakkelijker op kleur komen en die tevens nog beter van kookeigenschappen zijn dan de hui dige rassen. Het begin is er en verder zal het waarachtig wel gaan, al kan er geen prognose worden gegeven van de omvang van de toekomstige export van gele erwten. Wel kan men zeggen dat naarmate de kwa liteit beter is de mogelijkheden groter zijn. SCHOKKERS '"POEN na de oorlog bleek dat Japan niet langer schokkers exporteex-de en de Engelse teelt niet kon concurrex-en met de Nedex-landse, leek het ex- voor onze schokker-afzet naar Engeland florissant uit te zien. De Amerikaanse Alaska's hebben, men kan wel zeggen plotseling, deze illusie wreed ver stoord. Zoals reeds gezegd zijn deze erwten constant goed van kwaliteit, in het bijzonder voor inblikken, en constant van vrij lage tot lage prijs. Er bleef voor de Hollandse en de Engelse schok kers een beperkte markt over: een kleine afzet voor inblikken en een wat grotere voor vex-koop als droge erwt, al of niet verpakt. Dc jaarlijkse behoefte zou ei-gens tussen de 30.000 en 35.000 ton kunnen liggen. Hierbij spelen de Engelse schokkers mee. In 1962 was het Engelse schokker-ai'eaal plm. 6.000 ha; in 1963 mogelijk plm. 9.000 ha. De hoge prijs heeft, en dat behoeft geen verbazing te wek ken, ook de Engelse telers meer doen uitzaaien. Het is moeilijk om iets verstandigs over de toekomst van de schokker-afzet naar Engeland te zeggen. Niet alleen zijn er de Engelse schokkers, maar ook wordt de consumptie van, in de winkel gekochte, droge schokkers mogelijk geringer door de concur rentie van de ingeblikte schokker, de blikdop- erwten, de vriesdoperwten en de gedroogde dop erwten. Dit alles zijn duurdere produkten, maar de koopkracht in Engeland stijgt ook Hoe dit ook zij wij dienen te streven naar schok kers van goede kwaliteit en tegen concurrerende prijs. Voor de droge verkoop is een egale groene kleur even belangrijk als een goede gelijkmatige kook. terwijl zo weinig mogelijk kwade harten dienen voor te komen. Het nieuwe ras Maro is zowel wat opbrengst als wat kwaliteit betreft als een verbetering van Big Ben te beschouwen. Toch blijft het vei-bleken van onze schokkers een bezwaar. Ook de regelmaat van kook en de hardheid van de schil zijn niet wat het zou moeten zijn. De Emigrant, die het in 1963 qua opbrengst op merkelijk goed heeft gedaan, is wat kleur betreft wat beter dan Big Ben en Maro, maar de vorm van de erwt en de kook is minder in trek. Een en ander resulteert in een wat lagere prijs. Met het oog op de i*egelmatige kook zal ook bij de schokkers de fosfaatvoorziening prima in orde dienen te zijn, terwijl in vei-band met de kleur het opraapdorsen wel bijzondere moeilijkheden lijkt op te levex-en. In elk geval zal men indien men dat toch wil doen eerder vroeger moeten maaien dan de x-onde groene erwten, terwijl de periode dat het gewas in het zwad ligt beperkt blxjve. Dat be tekent dat men met vrij hoog vochtgehalte zeer voorzichtig zal moeten dorsen. Bewerking van de in juni te Kortgene gehouden voordracht tijdens de zomervergadering van de P.S.C,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 10