SCHOUWEN- DUIVELAND UIT DE KRINGEN H 106$ DINSDAG 24 DECEMBER 1968 ,4n het verleden ligt bet heden, in het nu wat worden zal/' Zeker gelden deze woorden voor het eiland Schouwen-Dui- veland op 28 december 1963. De 10-jarige periode van de Herverkaveling wordt op 23 december afgerond met het passeren van de acte van toedeling. UET was een hoogst belangrijke en gezien de chaotische toestand na de ramp ook een hoogst noodzakelijke gebeurtenis toen de Herverkavelmgswet in 1953 van kracht werd voor ons eiland. Gedurende ruim tien jaar hebben zeer velen zich ingespannen, ieder op eigen gebied en op eigen wijze- om de verkaveling met sanering zo goed mogelijk te laten slagen. Dit alles is gepaard gegaan met veel opoffering en soms ook met veel pijn. Daarnaast was er ook veel voldoening en veel tevredenheid, zowel bij hen om wie het uiteindelijk begonnen was, als bij hen die het werk moesten uitvoeren of er leiding aan moesten geven. GESCHIEDENIS DUIVELAND. DEËDS vroeg leefde de ruilverkavelingsgedachte op ons eiland. Op 1 april 1939 natuurlijk na veel voorbereidend werk wordt in een vergade ring van stembevoegde ingelanden van de Polder de Vier Bannen van Duiveland, na een lezing van de heer Smale, met 45 tegen 3 stemmen besloten om namens de Polder een aanvraag tot ruilver kaveling te richten aan Heren Gedeputeerde Sta ten van Zeeland. Na enige uitstel als gevolg van de oorlogsom standigheden vindt op 2 juni 1942 de stemming plaats, waarbij met grote meerderheid van stem men het voorstel tot ruilverkaveling is aangeno men. Men spreekt nadien in de poldervergadering van 'n datum die in de annalen van de Polder geboek staafd zal blijven. Op 7 augustus 1942 wordt de plaatselijke commissie geïnstalleerd door Ir. Roe^ broek, voorzitter van de Cultuurtechnische Com missie, die zegt dat „een onderneming van zulk een grootse aard in ons land nog niet lieeft plaats gehad." SCHOUWEN. OOK in Schouwen gingen als maar stemmen op voor verbetering van de toestand, in het bijzon der van de ontwatering. In de vergadering van hoofdingelanden van het Waterschap Schouwen is op 14 december 1942 uit voerig gesproken over „de ontwatering van geheel Schouwen." Er werd besloten om een post op de begroting te zetten voor algehele waterpassing. Op 2 juli 1946 werd het ingrijpende ontwatering» - plan aangenomen en bracht nadat het ten uitvoer Was gelegd, grote verbeteringen. Toch bleek ook in Schouwen een ruilverkaveling steeds meer noodzakelijk en op 26 september 1949 werd besloten tot aanvrage bij G. S. van een ruil verkaveling voor een gedeelte van Schouwen (Sche'phoek). Deze verkaveling was nog maar nauwelijks op gang, toen reeds op 16 december 1952 besloten werd om een ruilverkaveling aan te vra gen voor overig Schouwen. PLANNEN VAN TOEN HET is wel onder volkomen andere omstandig heden, terwijl de moeilijkheden in het begin schier onoverwinbaar en onoverkomelijk leken, dat de herverkaveling na l-2-'53 moest beginnen. Alle gebeurtenissen daarvóór lijken dikwijls te zijn ver geten. Het is daarom dat wij de mannen van 19301953, als het ware de mannen van het eerste uur, hier nog eens onze dank wil1 en brengen. Zij zagen het nut van verkavelen reeds vroeg in; zij hadden erva ring opgedaan; zich een mening gevormd; contac ten gelegd en de streek in zekere zin voorbereid. Aan hun vooruitziende blik hebben wij veel te dan ken. HOE NU VERDEK. f ET is goed te beseffen dat de verkaveling ook pijn en zorg heeft gebracht. Soms zelfs zijn er situaties ontstaan die belangheb- benden droevig of opstandig hebben gemaakt Situaties, die soms vanvAt het zakelijke in hel persoonlijke vlak zijn getrokken. Niet zal alle MA de kringvergadering Noord-Beveland, waarvan wij in het kort uit de openingsrede, uitgesproken door de voorzitter Dees, enkele passages aanhaalden, willen wij deze week aan de openings woorden van de voorzitter van de vergaderingen van enkele andere kringen aandacht besteden. Met na druk wijzen wij erop dat, gezien de beschikbare plaatsruimte, dit slechts enkele „grepen" daaruit zijn. Voorzitter I. DE BRUIJNE der kring West Zeeuws-Vlaanderen, wees o.m. op de, niettegenstaande de strenge winter, toch onder zeer gunstige omstandigheden opgroeiende oogst in 1963. De daarna volgen de grote hoeveelheden regen en lage temperaturen hebben echter de optimistische verwachtingen de bodem ingeslagen. Gevolg, evenals elders: verlaagde opbrengsten in West Zeeuws-Vlaanderen met een getaxeerde gemiddelde lagere opbrengst der landbouwprodukten, voorzichtig geschat, op ƒ300 a ƒ400 per ha. Bij de 21.000 ha bouwland, die West Zeeuws-Vlaanderen telt, kwam de heer De Bruijne op een totale mindéropbrengst van zeker f7 a f 8.000.000 voor dit gebied Daarbij de extra onkosten van droging, schot enz. en de stroeve gang in de aardappelbranche en de zeer matige bietenoogst zelfs buiten beschouwing latende. Waaruit de kwetsbaarheid van de akkerbouwsector weer blijkt. IVE heer De Bruijne wees er in verband hier- mede op, dat het voor de boer geen eenvou dige zaak is verantwoorde voorzieningen voor de oude dag te treffen. Bij een vermogenspositie van Circa ƒ200.000, waarin begrepen het bedrag be nodigd voor de bouw van een eigen woning, zal men slechts circa 5.000 inkomen daaruit trekken. Hoe groot dient het vermogen dan wel te zijn om een pensioen van 6.000 a 7.000 te kunnen ver werven? Alvorens er sprake van is zich een ver mogenspositie op te bouwen om voor de oude dag te kunnen zorgen, zal toch eerst de inkomenspo sitie gunstig dienen te zijn. Nog daargelaten de enorme bedragen die beschikbaar moeten zijn om slechts één onderdeel van de bedrijfsvoering noe mende, de mechanisatie te financieren. De heer De Bruijne kwam dan ook tot de conclusie dat de inkomenspositie van de boer moet verbeteren, en wees op het prijsbeleid van de regering, dat steeds achter de reële feiten aanloopt en juist met alles nèt te laat komt! Voorzitter S. DE VISSER der Kring Walcheren wees in zijn openingswoord op het zeer matige boe- renjaar 1963, met inkomens voor de boer beneden het gemiddelde. De heer De Visser sprak over het gevoel van onbehagen ten aanzien van de prijzen van landbouwgronden die tot ongekende hoogte zijn gestegen. Vele van ons, op gesaneerde en pachtbedrijven, zijn daardoor in moeilijkheden ge komen en moeten, willen zij boer blijven en hun bedrijf in stand houden, kopen tegen een prijs die bedrijfseconomisch totaal onverantwoord is. De opmerking, die men wel eens hoort, dat niet gekocht behoeft te worden als men niet wil, is hier onhoudbaar. Voor iemand die tot zijn 50e jaar of langer dag en nacht in zijn bedrijf gewerkt heeft, is dit zijn levensideaal. Omschakeling tot een ander beroep is voor deze mensen onmogelijk en onaanvaardbaar. Het kopen tegen wil en dank zal echter onherroepelijk leiden tot een verpau pering van onze boerenstand. Alleen een drasti sche verhoging van de prijzen van onze produkten en een radicale wijziging in ons belastingstelsel (verlaging progressie, middelen van inkomens, het vormen van belastingvrije reserves) kunnen nog enig soulaas bieden om verdere achterstand van de boerenstand bij de overige bevolkingsgroepen te voorkomen. De heer De Visser wees erop, dat de organisatie voor de belangen dient op te komen. Wij moeten dat hier niet doen met ondoordachte of onwettige middelen maar eensgezind en positief denken, al dus de heer De Visser. Tevens wees hij op de streekverbetering in Wal cheren waarvoor de commissie met haar werk zaamheden is gestart. Door samenbundeling van al onze krachten, door hechte samenwerking in bedrijf, beroep, organisatie, door onverdroten ar beid en een bedrijfsvoering aangepast aan de mo dernste eisen van de tijd, zullen we moeten pro beren onze positie te handhaven en te verbeteren om op deze wijze ons aandeel in de nationale wel vaart te verkrijgen. Aldus de heer De Visser. pijn e/i alle zorg verdwenen zijn enkel door het passeren van de acte. Iedere Schouwen-Duive lander heeft zichdoor welke omstandigheden dan ook, wel eens moeilijk bij de feiten van de verkaveling kunnen neerleggen Maar het is nu wel een moment om samen even stit te staan en om samen de grootsheid, van het hele werk te willen zien. Het is een moment om samen een streep te zetten onder datgene wat ons verontrustte. Immers, samen moeten we onvermijdelijk iveer verder, voort bouwend op een nieuwe situatie, gewapend met- opgedane kennis en ervaring, voorgelicht en bijgestaan door eigen vertrouwde deskundigen o.a. van onze organisatie, en bovenal gestimu leerd door onze jongeren. In deze samenwerking en eendracht ligt onze kracht. Want dan pas zal het mogelijk zijn om onze individuele moei lijkheden op te lossen, om ons als enkeling staande te houden in een wereld die zo snel en soepel aanpassen vereist. De Zeeuwse Landbouw Maatschappij heeft ïn haar rijk verleden wel bewezen dat zij zich van deze moeilijke maar schone taak op verant- woorde wijze kan kwijten. VOORAAN BLIJVEN. wordt wel eens gezegd dat Schouwen-Duive- land het modernste landbouwgebied van Zee land is geworden. Dit is een bijzonder voorrecht: er zijn grote kavels, moderne bedrijfsgebouwen en bedrijfsmiddelen, er is een prima wegenstelsel, een goede waterbeheersing, een moderne fruitteelt in opkomst. Men aanvaardt dit alles zo gemakkelijk, dat men gauw geneigd is om dit als normaal te beschouwen en om de kleine onvolkomenheden als grote bezwa ren te zien. Er is, dat kramen wij wel vaststellen, ee» gezonde basis. Men zon kunnen vervallen in een» zekere tevredenheid die overgaat in gezapig heid. Niets is gevaarlijker dan dat. Want er steeds verandering, steeds v<K»ruitgang. Wie- voorloopt kan worden ingehaald en voorbijge lopen. Daarom moeten wy waakzaam blijven, met elkaar praten, elkaar inspireren en con tracten van buitenaf animeren. Pas als teder v»n zich volledig en positief inzet en dit ook blijvend doet pas als wij hand in Stand samen gaan kunnen wjj deze periode van ©p° komst van Schouwen-Duiveland omzetten te een lange periode van bloei voor al zijn bewo ners, en speciaal voor alle goede werkers in de akkerbouw, in de veehouderij en in de tuin bouw op onze dierbare grond. S. A. M. G De heer JW. Scheelevoorzitter van de Kring Hulst, herdacht by de opening der vergadering het plotseling overlijden van het bestuurslid Jac. de Feijter, onder zo tragische omstandigheden op 19 oktober jJ. Een groot verlies dat in brede kring ontroering teweeg bracht. De heer Scheele bracht de vele aktiviteiten die de heer De Feijter ten dienste van de landbouw ontplooide, in herinne ring en zei dat alles wat wijlen de heer De Feijter met zo grote liefde had gedaan, allen in grote dankbaarheid zullen blijven gedenken. De heer Scheele stelde in zijn openingswoord de snel veranderende omstandigheden in de heden daagse samenleving aan de orde. De snelle ont wikkeling, waarbij ook de boer direkt bij betrok ken is. Deze stroomversnelling, waarin wij nu leven, aldus de heer Scheele, lijkt soms een zegen en brengt soms tragiek met zich mee. Of wij deze ontwikkeling nu plezierig vinden of niet. ook als boer zullen we onze plaats moeten wéten te vin den en te behouden. De heer Scheele behandelde deze ontwikkeling in drie punten en wel: de structurele ontwikkeling, de mechanisatie en het overheidsbeleid, en ver wees hierbij voor wat de eerste twee punten be treft, naar de door ir. Herweijer, directeur var» C. T. D., gehouden inleiding voor de Zeeuwse Pol der- én Waterschapsbond. Verdere uitbreiding van de mechanisatie met zwaardere en volautomati sche machines, deels automatisch; een ontwikke ling, mede als noodzaak om de stijgende loonkos ten en schaarste aan arbeiders op te vangen. Men kan wel schampere opmerkingen maken over deze visie van ir. Herweijer, aldus de voor zitter, maar kijk eens 15 jaren terug en zie de snelle ontwikkeling in dit korte tijdsbestek. De snelle ontwikkeling zal veel, zeer veel aan passing van onze boeren vragen en misschien ligt hier wel de kern van de weerstanden die wij allerwege onderkennen. De heer Scheele stelde aan het einde dat bij deze geschetste ontwikkeling een passend land bouwbeleid van onze overheid behoort. Dat hier aan het een en ander ontbreekt kwam duidelijk tot uiting in hetgeen de voorzitter over de prijs der suikerbieten opmerkte. Een teruggang in het areaal, een record fiat de Nederlandse bietentelers en suikerfabrikanten zich zeker graag van zouden hebben onthouden. De heer Scheele waarschuwde dan ook nadruk kelijk 'tegen deze gang van zaken, die het gevaar in zich dragen onherstelbare gevolgen te hebben voor de suikerbietenteelt in Nederland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 23