E OLVEH VAN 18
1060
WINSTDELING VOOR ALLEN
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
en toch moet men er dagelijks over verbaasd staan
wat een aanpassing er juist op het platteland aan
al die wijzigende omstandigheden wordt opge
bracht. Alleen niet iedereen is er geestelijk tegen
opgewassen; velen zien de moeilijkheden in de
toekomst als een berg voor zich oprijzen. Het ver
slapt wat dat betreft vaak hun ondernemingslust.
Meestal valt het gedurende het jaar wel weer mee,
toch ziet men hier en daar de tekenen dat de men
sen het onvoldoende meer aankunnen. Men neemt
geen risico's meer in zijn bouwplan, omdat men
niet verzekerd is van voldoende arbeid en op an
dere punten ziet men ook dat er een zekere moe
deloosheid optreedt, dat er een zekere verwaar
lozing naar voren komt. Het zij«i maar enkele ge
vallen. maar die gevallen kan men toch hier en
daar van de weg af waarnemen en het was vroe
ger praktisch onmogelijk dat dergelijke dingen zich
in het zuid-westelijk kleigebied zouden voordoen.
HET AMERIKAANSE SYMPOSIUM
EENZIJDIG
GRAAG wil ik thans nog iets zeggen over de
consequentie van de afloop van de E. E. G.-
besprekingen. Men moet het daar eens worden om
dat er een gemeenschappe'ijk uitgangspunt moet
zijn om straks te kunnen onderhandelen in de zoge
naamde Kennedy-ronde over de GATT-bepalingen
met de Verenigde Staten van Noord-Amerika. De
Ver. Staten hebben onlangs in Amsterdam een
visitekaartje neergelegd in de vorm van een
levensmiddelententoonstelling het was echt
geen landbouwtentoonstelling het Was een ten
toonstelling van blikjes. Tevens werd tegelijker
tijd de gehele week door een symposium gehouden,
waarbij zeer belangrijke sprekers over wereld-
landbouwvraagstukken het woord hebben gevoerd.
In sommige bladen hebben we gelezen dat men
daar de Nederlandse landbouwmensen eigenlijk in
groten getale had gemist. Dat is geen wonder,
wanneer men niet uitgenodigd wordt of wanneer
men veel te laat uitgenodigd wordt dat in de
eerste plaats. Ik ben er toch wel geweest, en ik
moet zeggen dat ik niet onder de indruk ben ge
komen van hetgeen de Amerikanen daar vertoon
den. Het was soms zeer naïef, en dan bepaald af
gesteld op een niveau dat lager was dan het onze.
Het was voor een goed verstaander vaak ook wel
een wat te eenzijdige vertoning. Zo was het voor
mij opval'end, dat men wel de cijfers van de ex
port van de Europese landen naar Amerika levens
groot etaleerde, doch de cijfers van de Europese
import uit de Ver. Staten heb ik nergens gezien.
Het maakte dan ook de indruk dat men meende,
dat wij zo naïef zouden zijn om deze eenzijdigheid
als zoete koek te slikken en daarmee bereikt men
juist het omgekeerde.
Ook al de propaganda tegen het feit, dat de
E. E. G. te protectionistisch dreigt te worden, juist
van die zijde maakt een merkwaardige indruk.
Wanneer men zelf zoals de Ver. Saten bijv. ergens
100 bescherming heft, is het heel wat eenvou
diger en minder rijk aan gevolgen deze te hal
veren, dan een halvering van een recht van 30
in de Europese sfeer.
Uit deze opmerking moogt U in geen geval con
cluderen, dat ik de gevaren, juist voor een landje
a's het onze waar de export, ook voor de land- en
tuinbouw, zo van doorslaggevende betekenis is,
van een te protectionistische opstelling zou onder
schatten. Integendeel, Nederland heeft een groot
belang bij een open Europese gemeenschap, hoe
die straks ook zal zijn samengesteld. Daar boven
uit gaat nog het politieke aspect van een Atlanti
sche Gemeenschap, doch dat is hier niet aan de
orde. Als laatste noem ik in dit verband wel het
feit, dat de Ver. Staten moeilijkheden hebben met
hun betalingsbalans en dat, gezien het economisch
zwaartepunt in de wereldeconomie dat de Ver. Sta
ten nu eenmaal vormen, een beter evenwicht in dit
opzicht algemeen gewenst is.
DE E. E. G.-ONDERHANDELINGEN
h;EN BEETJE DE GOEDE KANT OP
J1ET voorstel Mansholt is thans in Brussel ter
sprake.
De vraag is gerezen welke verschuivingen een
eventueel aanvaarden van de Mansholtvoorstellen
voor Nederland met zich mee kunnen brengen.
Met name stelt men zich dan de vraag of een uit
breiding van het graanareaal zodanig zou zijn, dat
dit ten koste gaat van andere produkten. De op
merkingen die ik dienaangaande zou willen maken
houden in de eerste plaats in dat een beter even
wicht tussen de verbouw van tarwe en voergranen
tot stand zou komen. Daarbij rees bij mij de vraag
of de maisverbouw op basis van een prijspeil van
ƒ33,50, wellicht weer interessanter was geworden.
Produkten die in de eerste plaats een nadelige be
ïnvloeding van het areaal kunnen verwachten zijn
vermoedelijk vlas en graszaden.
De intensieve teelten zie ik niet in de eerste
plaats beïnvloed door eventuele Mansholt-voorstel-
ïen, hoewel er van enige invloed altijd wel sprake
zal zijn. Er zonden zich in de toekomst tussen de
onderlinge teelten toch verschuivingen voordoen
ook buiten de invloed van de prijsniveaus om n.l.
primair toe te schrijven aan arbeidsbehoefte en
mechanisatiemogelijkheden. Twee geheel andere
factoren, die bij gebrek aan ontspanning op de
arbeidsmarkt van veruit grotere importantie zijn
in het huidige agrarische bedrijf, dan vele rand
figuren beseffen. Wat de invloed op de veehouderij
sector betreft zal veel van de eindvorm van de
zuivelverordening afhangen.
Interessant is de mening van de Franse Minister
van Landbouw Pizani zoals die in een vraagge
sprek met het Franse weekblad „Enterprise" onder
de titel ,,Zal de landbouw de gemeenschappelijke
markt tegenhouden?" tot uiting komt.
De vragensteller spreekt de vrees van de indus
triële ondernemers uit, dat zij liet gelag zullen
betalen voor de pogingen om tot elke prijs tot een
gemeenschappelijke landbouwpolitiek te komen en
stelt dfe vraag of de landbouw in feite wel rende
rend is.
De minister antwoordt hierop dat het absurd is
zich af te vragen of de landbouw renderend is. De
rentabiliteit van de landbouw is niet alleen maat
gevend voor het voortbestaan van de landbouw op
zich, maar ook voor het leven en voortbestaan van
ieder individu.
De moderne economie kenmerkt zich ook in de
mens van vandaag, die steeds minder wil betalen
voor hetgeen hij eigenlijk het meest nodig heeft.
Het kost hem meer moeite om in de week een
franc voor zijn brood huur of vervoer uit te geven
dan diezelfde franc 's zondags voor de film. Het
zotte in onze huidige beschaving bestaat ook hier
in dat men meer geld verdient met het produceren
van meer of minder onnutte dingen dan in het
voortbrengen van essentiële produkten. Bovendien
lijden 2 miljard menselijke wezens aan honger en
ondervoeding, waaruit duidelijk blijkt dat juist de
bevoorrading een echt probleem is. In een neriode
van 6 maanden komt men tot de constatering, dat
er een gebrek aan vlees, suiker en boter is.
Als de Russische aankopen van tarwe zich in de
toekomst zullen herhalen, kan er op de wereld een
schaarste aan bijv. tarwe ontstaan.
Eigenlijk is het probleem dat Frankrijk ook een
hoog industrieel land gaat worden en tracht de
landbouw aan de loop van de technische ontwikke
ling te doen deelnemen. Wij overwegen niet de
landbouw af te schaffen, maar We willen de struc
tuur van de landbouw doen ontwikkelen om te
komen tot een renderende landbouw.
Op de vraag, dat wanneer zekere sectoren van
de landbouw niet renderend zijn, waarom deze dan
vol te houden antwoordt de minister dat dit een
gevaarlijke politiek zou zijn. Men zou daarbij sterk
het risico lopen de rente te moeten betalen aan
andere landen, die wij voor onze eigen landbouw
niet hebben willen betalen.
DE GRONDPRIJZEN
VANMORGEN werd in deze vergadering uit-
voerig gehandeld over grondprijzen. In het
algemeen geldt in Nederland het goed oud --
vaderlandse spreekwoord: Zoveel hoofden, zoveel
zinnen; doch op dit punt geldt het wel in het bij
zonder. Het is nog steeds te vroeg dunkt mij te
definitieve conclusies te trekken.
Wel zou ik overigens niet uitputtend een
aantal feiten willen constateren.
1. In ons gewest bewegen met name de verkopen
van vrije grond zich op een hoger niveau dan
werd verwacht.
2. De indruk bestaat dat een zeer complex samen
stel van factoren oorzaak pleegt te zijn van deze
„top".
Als zodapig noemen we o.a»
a. het schokeffect van de loslating van de prij
zen;
b. de druk van het prijsniveau van omringende
landen
c. recreatie;
<L een bepaalde speculatie; niet algemeen;
e. de opstapeling van jarenlang uitgestelde ge
gadigden;
f. gemeentelijk aankopen;
g\ tuinbouwvestiging;
h. last but not least: de inflatiefaktor.
3. Het top-prijsniveau veroorzaakt een druk op
het paeh+nlafond. Het lijkt gewenst de Rege
ring met de consequentie van de door de vorige
Regering genomen wets-maatregel te confron
teren.
4. Hetzelfde geldt voor gebleken lekken in do
regeling inzake het voorkeursrecht voor do
pachter.
Ik moge U voorlezen wat dienaangaande in do
laatste Dagelijks Bestuursvergadering van do
Z. L.M. werd behandeld:
a. Een verpachter wil liet verpachte verkopen
aan een derde. Van deze derde neemt de ver
pachter een hypotheek op het verpachte. Daar
na blijl't verpachter in gebreke met betaling
van rente en aflossing. De hypotheekgever
past executie toe krachtens het beding van ar
tikel 1223 lid 2. B. W. Dit betekent, dat het
verpachte in het openbaar wordt verkocht.
Weliswaar kan de pachter meebieden, maar
heeft geen voorkeursrecht. Zelfs behoeft in dit
geval de verpachter de pachter van de open
bare verkoop niet in kennis te stellen (artikel
56 e onder a en artikel 56 g).
b. De tweede mogelijkheid heeft betrekking op
het geval waarin het verpachte het onverdeel
de eigendom is van twee of meer eigenaren.
Deze eigenaren wenden voor, dat zij het niet
eens kunnen geraken over de verdeling van
het gepachte tussen hen. De meest gerede van
de deelgenoten vraagt vervolgens de rechter
een bevel te geven tot openbare verkoop van
het verpachte.
Ook in dit geval kan de pachter meebieden,
maar behoeven de verpachters de pachter niet
in de gelegenheid te stellen om bij voorkeur te
kopen.
c. Indien geen onverdeeldheid bestaat, kan men
deze eerst creëren door een onverdeeld aandeel
van het verpachte te verkopen aan een bloed
of aanverwant; in de rechte lijn of in de zijlijn
tot in de fweede graad:
Daarna volgt de procedure als omschreven
onder b.
Deze zaak is door Uw Voorzitter inmiddels ter
bevoegder plaatse aan de orde gesteld.
Het is mij uit dfe inleiding van de heer Zijp
hedenmorgen wel gebleken dat e.e.a. wettelijk
niet eenvoudig op te lossen zal zijn.
5. Het Dagelijks Bestuur heeft zich uitgesproken
voor afschaffing van bet Instituut der .Strijk
gelden. Deze zaak werd door de Z. L. M. overi
gens reeds in 1937 bii het K. N. L. C. aanhangig
gemaakt naar aanleiding van raooorten over
deze kwestie van de kringen. Het K. N. L. C.
richtte zich destijds in een brief tot de betrok
ken minister met het verzoek tot afschaffing
van het strijkgeld over te gaan. Hiertoe werd
echter niet overgegaan, echter is dit wel ver
minderd tot 1
DE CONTRACTTEELT
MA mijn meer algemene beschouwingen wil ik
nog stilstaan bij enkele meer speciale punten.
Het eerste is de Contractteelt, welke van jaar
Lot jaar in belangrijkheid groeit. De schaalvergro
ting in de wereld van thans is er oorzaak van dat
de structuur en de omvang van de contracttèelt
mede worden bepaald door de ontwikkeling in het
buitenland. De verwerkende conserven industrie
wordt een steeds grotere afnemer van tuin- en
landbouwprodukten. Bovendien concentreert deze
industrie zich in sterke mate; ik noem de diep
vriessector.
Het zou van groot belang zijn dat de telers
daartegenover ook meer gaan samenwerken.
Dat kan leiden tot een actiever markt- en prij-
zenbeleid. Verder dient men van telerszijde in
:t bijzonder te letten op goede en schriftelijke
contracten. Voor groentegewassen is naar het
oordeel van het Z. L. M.-bestuur de weg via de
veilingen de goede weg. In 1963 zijn 650 ton
spruiten gecontracteerd voor 0.57 per kg door
tussenkomst van het Centraal Bureau voor de
Tuinbouwveilingen
In Brabant echter waar men buiten de vei
lingen om heeft gehandeld bedroeg de prijs
slechts 0,50 per ka. Voor graszaden zijn de
A.T.V. in overleg bijna gereed.
De telers zouden kunnen nagaan of er niets
zit in het in combinatie aanschaffen en gebrui
ken van geschikte machines voor deze con-
traczteelten, teneinde zich zo onafhankelijk mo
gelijk te maken.
DE Z.L.M. GROEIT
UT AT de Maatschappij zelf betreft; de laatste
vijf jaren is ons ledental met ruim 300 geste
gen tot boven het getal 6500. Dat is zeer verheu
gend. Het bewijst dat onze organisatie, die tenslot
te ook slechts mensenwerk, met de daaraan nood
zakelijk klevende onvolkomenheden verricht, ge
waardeerd wordt en dat men eigen direkte or gani
satie en Landbouwschap niet vereenzelvigt. Het
Landbouwschap is, dank zij de actie van de organi
saties, sterk aan het bezuinigen. Dit is düs een be
wijs dat het kan. Het lijkt mij niet onmogelijk dat
het schap zichzelf saneert. We moeten niet verge
ten, dat het Landbouwschap de prijs is die wij be
talen voor het feit. dat wij als Nederlandse land
en tuinbouw in drie delen zijn georganiseerd.
(Zie verder volgende pagina.)