Wanneer is omenten verantwoord?
TUINBOUW
HAZENSCHADE
1031
DINGEN VAN DE WEEK
V IC ld lY A G 18 1» E 1 F. M B E lt 19 0 3
v"
YOWEL. in jonge als in reeds wat oudere beplantingen komen rassen voor die wat de rentabiliteit
betreft in het algemeen of plaatselijk in het moderne fruitbedrijf niet aan de verwachtingen vol
doen. We denken hier bijvoorbeeld aan rassen als Yellow Transparent, Ellisons Orange, Glorie van
Holland of Lombarts Calville.
Door de bomen met een beter ras om te enten verkrijgt men. vooral als ze nog jong zijn, weer snel
ee:* volwaardige aanplant. Dat kan ook het geval zijn indien men van een bepaald ras een te grote
oppervlakte heeft. Naast het omenten komt ook het rooien en herinplanten met jonge bomen in aan
merking om gemaakte fouten in een beplanting te herstellen. Als gevolg van liet „bodemmoeheid-
probleem" is de laatste jaren, vooral als het nog niet te oude bomen betreft, het omenten weer in de
belangstelling gekomen.
WANNEER OMENTEN
AMENTEN is verantwoord, indien men ver-
wacht dat het netto resultaat met het nieuwe
ras (rekening houdend met de kosten gedurende
aanloopjaren totdat de bomen weer in produktie
zijn) groter zal zijn dan liet netto-overschot vail
het oude ras. Dit zal met enkele willekeurige voor
beelden worden verduidelijkt.
Bij de berekening is uitgegaan van een aantal
veronderstellingen wat betreft de gemiddelde jaar
lijkse kg-opbrengsten, de prijs en het gemiddelde
netto-overschot per ha per jaar van rassen die op
goede bedrijven voor omenten in aanmerking kun
nen komen. Verder is berekend hoeveel groter ol
kleiner het netto-resultaat per ha zou worden tot
het 26e jaar (einde levensduur beplanting), indien
de bomen op het 7e, 10e of 13e jaar worden om-
geënt met een ras dat in de jaren dat de bomen
in produktie zijn gemiddeld per ha 25.000 kg per
jaar a 0,40 per kg opbrengst. Het eerste voorbeeld
geldt een ras als Glorie van Holland of Manks Cod-
lin dat bij een hoge kg-opbrengst slechts een zeer
matig netto overschot van gemiddeld 1300,per
ha per jaar geeft. Omenten met een produktief
en hoogwaardig ras geeft zelfs op latere leeftijd
(13e jaar) nog een belangrijke verbetering van het
bedrijfsresultaat, indien de bomen 25 jaar oud
worden. Het tweede geval betreft een ras als Yel
low Transparent met een lage kg-opbrengst, maar
met een nog gunstig gemiddelde prijs. Omenten
geeft ook hier nog een duidelijke verbetering van
het bedrijfsresultaat.
De
Voorbeeld van een resultaat van omenten. (Bron L. E. I.)
resultaten van het om te enten ras De te verwachten resultaten van het te enten ras
Gem. opbr. Gem. netto- Groter of kleiner netto-overschot in guldens
in kg per Prijs overschot in per ha over de resterende levensduur van de
ha per jaar per kg gids p. ha p. j. bomen tot het 26e jaar en per jaar bij het
omenten in het
7e jaar 10e jaar 13e jaar
in per
in per
in
per
19 jaar jaar
16 jaar jaar
12 jaar
jaar
1
27000
0,25
1300
18500 975
14200 890
9900
825
2
16500
0.4f»
1300
8600 460
4800 300
2400
200
3
25000
0,3!
2300
2200 115
2000 125
3600
300
4
24000
0.34
2800
4400 230
7200 150
8100
675
betekent negatief.
IN het derde voorbeeld, waarbij we zouden kun
nen denken aan een ras als Lombarts Calville
komen slechts de nog jonge bomen (7e jaar) in
aanmerking om omgeënt te worden. Op wat latere
leeftijd is het resultaat reeds negatief, daar de ge
maakte kosten en de opbrengstderving in de jaren
dat de omgeënte bomen nóg niet in produktie zijn,
door de meeropbrengst van het nieuwe ras niet
worden goedgemaakt.
Het vierde voorbeeld spreekt wat dit laatste be
treft wel zeer duidelijke taal. Hieruit blijkt dat
omenten slechts zin heeft, als het te enten ras
belangrijk beter is dan het af te enten ras. Afge
zien van de technische aspecten dient de beslissing
om om te enten dus genomen te worden op grond
van de te verwachten levensduur van de boom
(beplanting) en het verschil in de uitkomsten van
het oude en het nieuwe ras. Als het slechts een
énkele rij in een al wat oudere beplanting betreft
is het in de meeste gevallen verstandig- om niet
tot omenten over te gaan, daar het in het alge
meen niet te verwachten is dat omenten tot een
beter resultaat zal leiden. Bij peren liggen de ver
houdingen wat anders dan bij appels, daar de
lH>men in het algemeen langer meegaan. De peer
kan dus in het algemeen op latere leeftijd met suk-
ses worden omgeënt dan de appel. In gevallen
waar men gezien de ouderdom van de bomen moet
kiezen omenten of rooien en herinplanten bedenke
men, dat de zgn. „lioderomoeheid" de resultaten
van de nieuwe aanplant ongunstig kunnen beïn
vloeden. Van grote betekenis bij het vraagstuk om
enten of rooien is natuurlijk de prijs in de toe
komst van het te vervangen en het nieuwe, ras.
REEDS eerder schreven wij over hazenschade en de bescherming der gewassen van fruittelers en
boomkwekers hiertegen. Enkele deugdelijke afweermiddelen kunnen worden toegepast. Mogelijk
staan meer ol' minder langdurige perioden met ijs en sneeuw voor de deur. Het is nu dan ook de
hoogste tijd deze maatregelen te treffen. Tot welke enorme omvang hazenschade kan oplopen, is do
vorige winter gebleken op sommige onbeschermde of ondoelmatig beschermde kwekerijen.
De eerste te treffen maatregel is plaatsen van een eenvoudige gaasafrastering om de fruitaanplant.
Laat de gaasafrastering schuin naar buiten overhellen teneinde inklimmen door hazen te bemoeilijken.
Plaatsing in een ingeploegde voor. die na bevestiging van het gaas weer wordt toegedekt, vergroot
het beschermende effect. Ongeacht de aanwezigheid van waterscheidingen langs de fruitaanplant, dient
deze rondom te worden afgegaasd, want hazen deinzen voor bevroren water in het geheel niet terug.
De kosten per hectare van een dergelijke afrastering moeten als gering worden beschouwd, ver
geleken bij de hoge investering in de fruitaanplant, die door het gaas wTordt beschermd. De hectare-
kosten verschillen echter sterk naar gelang de vorm is van het af (e gazen terrein. Hoe gunstiger deze
vorm is, hoe lager de kosten zijn.
De materiaalkosten voor 1 meter hoog gaas variëren naar maaswijdte van ongeveer ƒ14,— tot
f 20,per rol van 50 meter. De prijs van een paal bedraagt ongeveer 1,-—. Om de twee meter is een
paal nodig.
Alvorens bij plaatsing de afrastering geheel wordt gesloten, kan de fruitteler het best contact met
zijn jachthouder opnemen, teneinde de nog in de fruitaanplant aanwezige hazen eruit te drijven.
Bij vorst en sneeuwval moet het rasterwerk geregeld worden gecontroleerd en moeten de toegangs
hekken worden dichtgehouden. Als stuifsneeuw het raster dreigt onder te sneeuwen, moet de sneeuw
terstond worden verwijderd. In de vorige winter, toen het op sommige plaatsen onbegonnen werk bleek
de stuifsneeuw te verwijderen, hebben sommige fruittelers met succes verhoging van het raster toe
gepast.
Bovendien kan de fruitkweker, behalve afgazen van zijn aanplant, nog de stammetjes omwikkelen
met krantepapier en/of plastic manchetten. De gesteltakken van de boompjes worden hiermee echter
niet volledig tegen hazen beschermd.
Voorts worden de laatste tijd door fruitkwekers voor afweer enkele spuit- of smeermiddelen ge
bruikt, die echter meermalen moeten worden toegepast, gezien de beperkte werkingsduur.
Het is noodzakelijk, dat de fruitkweker zijn bedrijf regelmatig op hazen controleert, ook al heeft hij
alle hiervoor genoemde beschermingsmaatregelen genomen. Ontdekt hij desondanks hazenvraat, dan
kan hij het best zich zo spoedig mogelijk met zijn jachthouder in verbinding stellen. De jachthouder
kan dan in het tijdvak (van 15 oktober) tot en met 31 december, de hazen in de fruitaanplant afschie
ten. Na 31 december (dus in gesloten tijd) kan de jachthouder, bij gebleken noodzaak, een vergunning
voor afschot van hazen aanvragen by de ambtenaar van de buitendienst van de directie Faunabeheer.
Voor 'Zeeland is dit de heer H, Griffioen, Kloetingse weg 66, Goes, telefoon 011095456.
UET loopt nog niet hard met de afzet van uien
Sintert het begin van de vorige week is de
uitvoer van dit produkt naar Frankrijk weer toe
genomen maar veel invloed op de prijzen had dat
niet. Voor 14—16 cent i*er kg is de midrielkwalitcit
nog altijd te koop en dat betekent in feite dat er
de laatste twee maanden weinig verandering in het
prjjsbecld is gekomen. Ai en toe volgt een licht
herstel maar dan neemt direct hel aanbod toe en
maakt het herstel weer ongedaan. Nee, het gaat
dit seizoen niet al te best niet dit produkt waarvan
de voorraden in Zeeland nog groot zijn. De laatste
weken moesten we constateren dat de animo K»M
de telers om te kopen niet groot was. Deels ts dat
wel te verklaren wanneer we naar de prjjzen kijken
maar niet vergeten mag worden dat de voorraad
in ons land nog groot is en dat dus in de toekomst
op toenemende aanvoeren gerekend moet worden
terwijl het zeker niet onmogelijk is dat de con
currentie op de Europese markten groter zal wor
den. Overigens moeten we er by zoggen dal do
%veersomstandigheden in de wintermaanden in
sterke mate bepalend zijn voor de afzet van uien»
Wanneer het werkelijk koud gaat worden zien we
meestal een toenemende vraag en dit kan mogelijk
wat leven in de uienbrouwery brengen. Hoe het zal
gaan met de afzet ligt in het duister. Verstandig
lijkt het ons ons rekening te honden met het feit
dat de voorraden nog groot zijn en we weten ook
dat de prijs van dit produkt zieli niel Iaat dwingen.
Een prijs van ongeveer 10 cent per kg uit de reit»
is niet te hoog maar we hebben al eerder gezien
dat er in het voorjaar heel wat minder voor be
taald werd.
Op het moment dat we dit schrijven is de tem
peratuur gedaald tot iets beneden het vrienspunt.
Opnieuw zijn we er hierdoor aan herinnerd dat het
winter is geworden. Hoe het zal zijn wanneer Uit
blad verschijnt weten we niet maar het is half
december en er kan van alles gebeuren.
We weten nog maar al te goed hoe liet vorig
jaar was. Nu wordt wel beweerd dat er nimmer
twee strenge winters achter elkaar komen, maar
dat wil niet zeggen dat we geen lage temperaturen
zullen krijgen.
Daarom zal het voor de bramen telers noodzake
lijk zijn dat ze maatregelen nemen om hun gewas
te kiuiuen afdekken wanneer het nodig mocht wor
den. Het stro dat hiervoor gebruikt zal worden
moet als het goed is nu al tussen de bramen lig
gen. Wanneer de temperatuur daalt beneden min
7° .G kan het op de stengels worden gebracht.
Er wordt over dat afdekken van bramen ver
schillend gedacht. Er zijn het vorig jaar mensen
geweest die alles hadden afgedekt en toch een
slecht gewas hebben overgehouden. Het tegen
overgestelde heeft zich ook voor gedaan. Tocli me
nen wc dat over het algemeen het vorig jaar de
situatie zo is geweest dal degenen die hun gewas
goed hadden afgedekt, daar ook plezier van heb
ben beleefd en een betere oogst hebben gcliad dan
degenen die het hadden nagelaten. De bramen teelt
vinden we in hoofdzaak op het kleine bedryf. We
weten allemaal dat dit kleine bedrijf van nature
erg kwetsbaar is geworden in deze tijd. De onder
nemer die hierop zijn bestaan wil vinden zal moe
ten doen wat in zijn vermogen ligt om oogstmis-
lukkingen te voorkomen. Dat betekent ook dal hij
de uierste zorg besteedt aan zijn bramen en maat
regelen neemt om ze te kunnen afdekken als het
nodig is. Hy kan het niet hebben dat mogelijk de
oogst verloren gaat dan wel tegenvalt.
We leggen hierop nog eens de nadruk omdat
onze ervaring is dat er soms erg nonchalant wordt
omgesprongen op deze kleine bedrijven. Daarmee
willen we de goede ondernemers niet over één
kam scheren met hen die liet wel geloven maar
wanneer we zien hoe bijv. op veel bedrijven de
bram-en er nog bij staan dan is dat eigenlijk on
begrijpelijk, vooral wanneer we daarby bedenken
dat ze een wezenlijk onderdeel vormen van de in
komensbronnen.
Hetzelfde geldt dikwijls voor een gewas als
frambozen. Alles wjjst er op dat we het in de
tuinbouw in de komende jaren niet gemakkelijker
zullen krijgen.
Nog altijd hebben we vertrouwen in onze be-
dr'ifstak en zijn we er van overtuigd dat de vak
bekwame ondernemer daarin een bestaansmogelijk
heid kan vinden. Hij zal echter zijn gewassen de
verzorging moeten geven die ze nodig hebben en
zijn teeltolan af moeten stellen op de eisen die de
consument stelt. Hü zal hoogwaardige produkten
kostprijs. Dat laatste kan mede worden bereikt
moeten telen en moeten streven naar een lage
door van mechanisat'om'tcelnkhHen.
In dit verband vragen we ons wel eens af of er
misschien meer samenwerking zou kunnen zün
tussen een of meerdere telers. Dit is echter een
onderwerp apart da* zich niet laat behandelen in
enkele zinnen in deze r»hr»ék. We lionen er echter
op terug te komen. Het w'". ons namelnk voor
komen dat de tuinders, d!e in hun afzetorgan5«n«ie
zün gekomen tot zn'k e*»u oerfecte samenwerking,
ook voordelen zouden kunnen behalen door op
andere gebleken samen te w erken. Denkt IT er vast
eens over na?
Tot de volgende week.