Landbouwbegroting 1964 in de Tweede Kamer aanvaard Financiële afwikkeling melkprijsjaar 1962/63 (4 NOV. 1962 t/m 2 NOV. 1963) EN MAAK PLAKKEN BESPREKING MINISTER VAN LANDBOUW- LANDBOUWSCH AP VERWARM i N GS APPARATEN EN WAARSCHUWING V R 1.9 D A G IS D K E M It E K 19 6 102^ WILLEN wij de centrale doelstelling van het beleid verwezenlijken dan zal oftzè landbouwpolitiek meer moeten zijn dan alleen een prijsgarantiepolitiek, waarvan de lasten grotendeels door de schatkist worden gedragen. De landbouwpolitiek moet dan bestaan uit een structuurpolitiek, een pro- ouktiviteitspolitiek, een markt- en prijspolitiek en een integratiepolitiek. Dit zijn de vier pijlers van een voor deze tijd verantwoord landbouwbeleid", aldus de Minister van Landbouw bij de parlementaire gedachtenwisseling over de Landbouwbegroting 1964. In het. kort willen wij enkele punten uit het uitvoerige betoog van de Minister vermelden en wel t.a.v.: HI T MELKPRIJSBELLID. Nu het melkprijsbeleid thans is afgestemd op een gemiddelde op brengst voor de veehouders van tenminste 29 cent bij voorzichtige raming 30 cent in de tussen periode - wat 2,5 cent meer is dan in 1962/1963, de slachtveeprijzen 15 a 20 boven het lage peil van fiat jaar liggen, is, rekening houdende met bedrijfsresultaten onder normale omstandigheden, een economisch klimaat voor de veehouderij geschapen, dat een redelijk inkomen mogelijk maakt. Tevens kan het een bijdrage leveren in de financiering van de in het aanpassingsproces in de land bouw noodzakelijke investeringen. Niettemin zullen er voor vele, economisch en financieel minder ster^ staande bedrijven directe maatregelen genomen moeten worden ter bevordering van het pro ces van aanpassing. Minister Biesheuvel keurde de actie van de Friese Mij van Landbouw ten scherpste af. Een pro ducentenprijs voor de melk van 35 cent is een dwaze zaak, omdat een dergelijke prijs geen enkel verband houdt met de realiteit van de afzetmogelijkheden. Op basis van een dergelijke piijs zou-de consumentenprijs voor boter ƒ8, per kg moeten bedragen en de kaasprijs een verhoging met meer dan 50 moeten ondergaan. Het is een bijzonder kwalijke zaak, dat aan deze eis zij het in een later stadium wat afgezwakt het dreigement verbonden is van een tijdelijke staking van de aflevering van consumptiemelk. Als men bedenkt dat de Nederlandse consument voor de consump- tiemelk thans een gemiddelde prijs betaalt van ƒ33,65 per 100 kg n.l. de verrekenprijs van ƒ32,65 plus gemiddeld ƒ1,meerwaarde voor consumptiemelk dan mist een dergelijk dreigement elke redelijkheid. 6 De doorberekening van de ,,aanpassingslooiironde van 5 procent per 1 januari 1964 in de verreken- prijs en de industriemelktoelage, is geen principieel punt; die Minister erkende dat de huidl>ouw recht heeft op doorberekening in de pryzen. Om praktische redenen meent hij evenwel, «lat het heter is daarmee ie wachten tot 1 april a.s. als het nieuwe, nielkprysbeleid wordt vastgesteld, op grond van twee argumenten: het globale karakter van het voor de interimperiode vastgestelde beleid, waarbij de Regering als resultaat van het met het Landbouwschap gevoerde overleg verder is gegaan dan zij aanvankelijk van plan was, en dan betreft het een loonsverhoging van 5 procent gedurende 3 maanden. Op jaarbasis betekent dit 114 procent loonstijging of drie kwart weekloon, waarvan wij de invloed zonder bezwaar per 1 april a.s. mee kunnen nemen. De industriemelktoeslag geldt niet voor melk met 3,7 vet. Evenals vorig jaar is de industrie- melktoeslag vastgesteld per 100 kg bij het werkelijk vetgehalte. De industriemelktoeslag is echter zodanig vastgesteld, dat voor melk met 3,7 een circa 2 cent hogere prijs kan worden bereikt dan de vorige geldende richtprijs. De minister heeft begrip voor de moeilijkheden, waarmede het veenweidebedryf heeft te kampen. Hij zag echter nog geen oplossing in de door het Landbouwschap voorgestelde, maar nog niet uitge werkte kredietregeling. De Minister bevestigde, dat het prijsbeleid voor suikerbieten gericht dient te worden op een belang rijke uitbreiding van de teelt. Het beraad in de boezem der Regering over de prijs van oogst 1964 is gaande en de Minister hoopt voor 1 januari a.s. de beslissing bekend te kunnen maken. De om standigheden in aanmerking genomen kan, gelet op de aanzienlijke mate van overleg met Land bouwschap en industrie, van een tijdige beslissing worden gesproken. De prijsvorming van aardappelen moet in beginsel worden vrijgelaten en slechts in uitzonderlijke gevallen mag bij afzet en prijsvorming worden afgeweken. 0 Doelbewuster rundvleesbeleid behoeft onder de Nederlandse verhoudingen niet verder te gaan dan afzetstimulerende maatregelen (exportbevordering) en invriezen bij incidentele marktverstoring. In de E. E. G. markt zal de nadruk van het beleid tot marktstabilisatie meer moeten vallen op een mterventiebeieid. HET zegeltjes plakken voor de bekende invali diteitswet is sedert J januari 1963 een over bodige zaak. Toen immers werd de interimregeling voor invaliditeitsrentetrekkers inge voerd. De Socia le Verzekeringsraad vohd hierin aanleiding de minister van Sociale Zaken te adviseren het zegel tjes plakken per 1 januari 1961 te doen beëindigen. Dit advies werd in augustus van dit jaar uiige - bracht. Beëindiging van de premie-inning z.oh enerzijds enige verlaging van de premielast voor de sociale verzekeringen betekenen, terwijl ander zijds bij de Sociale Verzekeringsbank personeel vrij zon komen voor het inhalen van een achter stand, die hij de afdoening van de rentetoekenning krachtens de vorenbedoelde nieuwe interimrege- Üng is ontstaan. Bedacht moet worden, «lat met het verwerken van de geplakte zegels nog steeds enkele honderden ambtenaren zijn belast, hetgeen in een tijd van personeclsschaarste niet verant woord is. Inmiddels is gebleken dat de minister er niet voor heeft gevoeld het advies van de Sociale Ver zekeringsraad op te volgen. Onlangs heeft de be windsman n.l. in de Tweede Kamer bekend ge maakt, dat hij het zegeltjes plakken eerst per 1 januari 1965 wil laten eindigen en wel tegelijk met een alsdan in te voeren verdere verhoging van de A. O. W.-pensioenen. Als argument voor dit stand punt heeft de minister aangevoerd dat zijn depar tement te zwaar belast is om op korte termijn een wet als vorenbedoeld voor te bereiden. Er zou veel voor te zeggen zijn indien de Kamer leden thans het initiatief zouden nemen zelf een wetsontwerp aanhangig te maken om de minister te laten zien dat liét toch werkelijk geen kracht toer is op korte termijn een zodanig wetsontwerp slechts enkele artikelen behelzende tot stand te brengen. Aldus zou getracht kunnen worden te bereiken dat een premiebetaling met ingang van bijvoorbeeld 1 april of 1 jirli 1964 ban eindigen. -k Pde deeemberbesprekiiig van het Landbouw schap met de Minister van Landbouw werd in de eerste plaats door hel landbouwschap er met grote klem op aangedrongen dat de loonsverhoging in de landbouw per 1 januari 1964 van 5 per de zelfde datum zou doorberekend worden in de prijzen van de daarvoor in aanmerking komende landbouw - produkten. In tegenstelling tot de mening van de Minister is het Landbouwschap van mening dat deze loonsverhoging ook in de prijs van «ie melk in «le periode tot 5 april 1964 berekend dient te worden. Eveneens werd aangedrongen op een spoedige beslissing van de regering ten aanzien van de sui- kerbietenprys. Het beraaii met de ambtgenoten van «te Minister bleek nog niet afgesloten te zijn, zodat deze prijs nog stee«ls in de lucht hangt. Wel werd toegezegd «lat alles in het werk gestekl zal worden opdat deze beslissing vóór 1 januari genomen wordt Het duurt allemaal wel weer erg lang; de bouw plannen zijn praktis«:h gesproken opgemaakt en grote vers«,huivingen kunnen er al niet meer in worden aangebracht. Met als gevolg «'en nog groter suikertekort en onder de capaciteit werkende suikerfabrieken! WEGENS de herhaaldelijk optredende branden in lHR'rderijen tengevolge van het gebruik van gevaarlijke verwarmingstoestellen wordt men er op attent gemaakt, «lat het noodzakelijk is, daar bij alle vereiste voorzorgen in acht te nemen. De opstelling, inrichting, brandstoftoevoer en rookgassenafvoer van ieder verwarmingstoestel moet aan liepaahle minima voldoen, wil de in stallatie brandveilig zijn. Reservoirbranders, zonder rookgassenafvoer op de buitenlucht opgesteld in brandgevaarlijke ruimten, zijn niet braiulveilig. Het gebruik van gevaarlijke verwarmingsappa ratuur kan zeer ernstige gevolgen hebben voor mens en «fier. Boxendien hebben verschillende eigenaren van paehtboer<!erijeii, xv.o. de Dienst der Domeinen en enkele Assurantie-maatschappijen reeds maatregelen getroffen om de schade, die hieruit voortvloeit, NIET te aanvaarden. Wie on veilige toestellen gebruikt, zal in principe aan sprakelijk worden g«'steld voor «le schade. In geval vaa twijfel omtrent de deugdelijkheid van een bepaalde installatie vragc men advies aan deskundige «liensten, zoals aan de plaatselijk'' brandweer of aan de arbeidsinspectie. IN voorgaande jaren diende, alvorens het be- drag kon worden vastgesteld «lat, binnen het systeem van garantieprijzen, aan melkprijstoeslag uit het Landbouw Egalisatiefonds aan melkvee houders moest worden uitgekeerd, een berekening van de netto-opbrengst van «le melk te worden uit gevoerd. Deze berekening was omstreeks eind jammri/lx'gin februari voltooid. Nu de regering echter over het afgelopen melk prijsjaar (1962/63), in het kader van het gewijzig«l«* melkprij.slxdeki, een uitkering uit liet Landbouw Egalisatiefonds heelt toegezegd van ƒ7,per 160 kg industriëel verwerkte melk, behoeft alleen be schikt te worden over de kwantitatieve gegevens lxdreffen de melkproduktie, consumptie mëlkafzet en industrieel verwerkte melk. Het is daarom moge lijk «le eindafrekening van de uit het Landbouw Egalisatiefonds te verlenen melkprijstoeslag 1962/ 63 reeds thans op te stellen. Het is daarnaast, mede gezien de gering«' om vang der V. I. B.-vixirraden, eveneens m«»gelijk tot afsluiting van Zuivelfonds XIV7 (melkprijsjaar 1962/63) oxer te gaan. De berekening''*! van de uitkeringen uit L. E. I"'. en Zuivelfonds laten de volgende cijfers zien. Zoals gebruikelijk zal in januari/februari a.s. een berekening van tie netto-opbrengst van de melk ox*er het melkprijsjaar 1962/63 xvortlen overgelegd. MELKPRIJSTOESLAG 1962/63 UIT HET I..E.F. Totale hoeveelheid door fabrieken van veehouders ontvangen melk vermeerderd met «1e tot boerenkaas verwerkte melk 6.391.834.436 kg Aangexvend voor de in consump tie gebrachte melk, koffiemelk en room 1.908.235.864 kg Industrieel verwerkte melk 4.488.598.572 kg De nx'lkprijst<x\slag werd door ele regering vast gesteld <»p 7,per 100 kg industriemelk, hetgeen neerkomt <»p een bedrag van .f 314.202.000,Voor de helft omgeslagen oxrer alle melk (6.391.834.436 kg) en voor d«' helft over de bijbehorende 244.950.095 kg vet (gemiddeld vetgehalte per 10© kg melk 3,832 komt de melkprijstoeslag neer op: ƒ2,46 per 100 kg melk plus ƒ0,64 per vet per 100 kg melk. Daar by wijze van voorschot reedis is uitbetaald 2,per 100 kg melk plus ƒ0,50 per vet per J00 kg melk, resteert uit het L. E. F. nog een uitkering van ƒ0,46 per J00 kg melk plus ƒ0,14 per v«H per 100 kg melk. UITKERING UIT ZUIVELFONDS XIV Dit fonds sluit met een saldo van 179.339.00©,-. Voor de helft omgeslagen over all<* melk (6.391.834.436 kg) en voor de helft over het vet (214.950.095 kg) komt dit bedrag over«*en met ee« uitkering van ƒ1,42 per 100 kg melk plus ƒ0,30 per vet jx'r 100 kg melk. Bij wijze van voorschot werd reeds uitgekeerd 1,25 per 100 kg melk plus ƒ0,31 per vet per 100 kg melk, zodat nog een uitkering resteert van 0,17 per 100 kg melk plu» ƒ0,05 per vet per 100 kg melk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 5