Als prijzen niet helpen Agrarisch grensland 1% Friese en andere verlangens VRIJDAG 6 DECEMBER 1963 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouwenVeeteelt in Zeeland K.N.L.C. Frankering bij abonnement: TerneuzeB 51e Jaargang No. 2704» Het bericht; waarin de Friese Maatschappij van Landbouw ter verlichting ran de nood in de veenweidegebieden een onmiddellijke verhoging van de melkopbrengst voor de boer verlangde, heeft nogal de aandacht getrokken. Dat kwam zowel door de hoogte van de gevraagde melkprijs als door het zinspelen op een eventueel staken van aflevering van melk- en zuivelproduk- ten. Ook van andere kanten is gewezen op de grote verliezen, die het afge lopen jaar in de melkveehouderij zijn geleden. De algemene vergadering van het K. N. L. C. nam een motie aan, waarin grote teleurstelling over de onvol doende tegemoetkoming in het overheidsprijsbeleid werd uitgesproken; het Landbouwschap gaat alsnog bij overheid en volksvertegenwoordiging aan dringen op speciale maatregelen voor de zwaar getroffen veehouderijbedrijven. Vorig jaar waren het de gemengde bedrijven, die het door factoren buiten hun schuld en buiten hun macht zwaar te verduren kregen. Straks zullen misschien de rentabiliteitsgegevens van sommige akkerbouwgebieden een bedroevend beeld tonen. Zo zullen nu hier, dan daar de verontrusting en de teleurstelling bij de gedupeerde bedrijfsgenot-en en hun organisaties eisen doen weerklinken ten aanzien van het na te streven prijspeil, die soms onwezenlijk hoog lijken ten opzichte van het bestaande of oude prijsniveau. Door de instanties, die zich „dichter bij Den Haag" bevinden zullen zulke eisen dan niet realiseerbaar worden geoordeeld, hoewel men alle begrip zal tonen voor de moeilijke situatie en de onontkoombaarheid van de geuite verlangens. De vraag rijst of zo'n situatie dan voor alle partijen als totaal nog enige bevrediging kan schenken. WAT HET MARKT- EN PRIJSBELEID VERMAG rfDERTUSSEN zijn de grote tekorten, ont staan door de onvoorzienbare ongunst der weergoden of andere, „supra-nationale" machten, blijven bestaan. De Minister van Landbouw zegt in zijn jongste Memorie van Antwoord bij de land bouwbegroting, dat het niet op ^ijn weg ligt de achterstand, die de laatste jaren op vele gemengde bedrijven en weidebedrijven onder ..invloed van een complex van oorzaken is ontstaan, te corrigeren, met behulp van speciale maatregelen in de vorm van directe financiële hulp of kredietfaciliteiten, anders dan waartoe in het kader van het Borg stellingsfonds reeds mogelijkheden bestaan. Naar zijn oordeel dient het te voeren beleid erop te wor den gericht te voorkomen, dat een dergelijke situa tie zich in de toekomst herhaalt. Ergens anders staat te lezen, dat de Minister met betrekking tot het melkprijsbeleid bewust zijn financiële middelen speciaal voor de toekomstige melkprijs in de interimperiode heeft aangewend en niet voor het achteraf nog verder verhogen van de industriemelktoeslag voor het reeds afgelopen melkprijsjaar. De bedrijfsgenoten, die in financiële moei lijkheden verkerenvolgen deze beleidslijn van de Minister, als zij voor de naaste toekomst goede prijzen vraaen. Maar zij hebben de overigens begrijpelijke neiging meer te ver langen dan het prijsbeleid kan doen: de toe komstige prijzen kunnen nu eenmaal niet zo danig worden gesteld, dat de grote tekorten over de afgelopen tijd gevolg van weersom standigheden e.d. worden aangezuiverd. Daartoe kan een verantwoord prijsbeleid niet dienen. Maar wat is verantwoord prijsbeleid en wat zijn te hoge prijzen, als buiten de landbouw lonen en prijzen in beweging gaan komenAls erkend wordt, dat men met het in de Stichting van de Arbeid bereikte akkoord bewust een groot risico voor de economische mogelijkheden wil gaan lopen? Als dat akkoord toch nodig bleek om de positie van de vakbeweging en het gezag van haar leiders te redden? Toch moeten wij met de Minister van Landbouw onderscheid maken tussen het voeren van een „normaal" goed landbouwprijsbeleid, waarin alia factoren v/.o. weerrisioo, volledig zijn verdiscon teerd en het ontstaan van noodsituaties als gevolg van onvoorziene omstandigheden. Maar de conclu sies. die hij daarop blijkens zijn Memorie van Ant woord laat volgen, staan ons slecht aan. SYSTEEM VOOR SNELLE HULP GEWENST WAT is er naast een ruimer prijsbeleid dan vol- gens de Minister nodig om in alle gevallen te voorzien of althans om mogelijkheden voor een oplossing te bieden? Een doelbewust en versterkt structuurbeleid („zoals dat thans wordt voorzien"). en „meer aandacht van het bedrijfsleven voor de versterking van de eigen marktpositie". Twee belangrijke zaken 7 "r daad, maar die werken op langere termij baten zij. als straks weer ergens het - i prijsbeleid van de overheid tekort sc. noodzakelijk tekort moet schieten, omdu nu eenmaal niet in alle omstandigheden kan voorzien? Wij moeten de E. E. G. ook in de beschouwing betrekken. Niet als kapstok voor de moeilijkheden. Maar wel om te verduidelijken, dat wij nationaal niet zovèel meer hebben te doen aan de grondsla gen van het prijsbeleid, waar de hoop weieens op gevestigd wordt. Zou de Nederlandse harte wens in vervulling gaan, dat er in de komende weken een E. E. G.-zuivelreglepient komt, dan wordt waar schijnlijk in de loop van 1964 de Nederlandse melk- richtprijs al mede bepaald door Brusselse voor schriften. Alleen de suikerbieten zouden dan ten- Slotte nog iets langer onderwerp van geheel zelf standig nationaal beleid kunnen blijven. Er is nog een tweede E. E. G.-aspect. Naarmate het E. E. G.-markt- en prijsbeleid volledig werkt, is het effect daarvan op de Nederlandse situatie globaler. Bepaalde beleidsinstrumenten om gedu peerde bedrijven of gebieden te helpen zijn dan niet of moeilijker te hantere (b.v. toeslagen of achteraf verhoogde prijzen). Reden, waarom be treurd moet worden wat de Minister van Land bouw in zijn Memorie zegt over de taak van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Nadat aanvul lende voorzieningen voor de melkveehouderij wor den afgewezen wordt eraan toegevoegd„Ten aanzien van de taak van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds is de ondergetekende van mening; dat deze in de eerste plaats gericht moet zijn op het opstellen en tot uitvoering doen brengen van plannen tot verbetering van de structuur van de Nederlandse landbouw". De Nederlandse landbouw heeft een soort E. H. B. O. in het beleid nodig. Want straks zijn prijs- en inkomenstoeslagen of andere, even eens concurrentievervalsende, marktor den ende maatregelen niet meer toe te passen als correc tie achteraf vanwege onvoorziene omstandig heden. Het zou goed zijn als het Ontwikkelings - en Saneringsfonds voortaan mede tot taak kon krijgen om in noodsituaties te voorzien in zo direct mogelijke hulp, h v. door het snel ver strekken van voorschotten met faciliteiten ten aanzien van rente en aflossing. Het Fonds zon erdoor kunnen winnen aan waardering van de bed rijf sgenoten, die nu nog teveel de indruk nioeten krijgen, dat het bedoeld is alleen maar om in hun gelederen wat opruiming te houden. HE heer W. Koster, voorzitter van de Kring Axel der Z. L. M., heeft maan- dag j.l. voor dé A.V.R.O.-microfoon een en ander verteld over Zeeuws- Vlaanderen als „agrarisch grensland". Het nationaal jubeljaar 1963, aldus de heer Koster, heeft voor deze streek wel een zeer bijzondere betekenis. De volledige politieke integratie met de rest van Nederland dateert van de stichting van ons Koninkrijk in 1813. Daarvóór was Zeeuws-Vlaanderen, onder de naam „Staats-Vlaanderen", één der generaliteitslanden, die met en kele uitzondering, geen eigen bestuur bezaten maar in feite als wingewesten werden geëxploiteerd. Grotendeels agrarisch is in de kanaalzone, ter weerszijden van het kanaal van Terneuzen-Gent, een krachtige industriële aanzet ontstaan, die zich nog voortdurend uitbreidt. Temeer daar hier nu de belangrijke kanaalverbredings- werken plaatsvinden, gepaard met diverse aanpassingswerken die de zoge naamde infrastructuur nog aanzienlijk verbeteren. Daarnaast is ook de re creatieve sector enorm op de voorgrond gekomen, onder meer door de be dijking van de Braakmanschorren. Toch is de landbouw nog altijd een zeer belangrijke bestaansbron, die op bijna 60.000 ha cultuurgrond wordt uitgeoefend. Ruim 70 bestaat uit pacht, wat niet te verv/onderen is gezien de vele buitenlandse eigendom en de aan zienlijke Kroon- en Staatsdomeinen. Ruim 80% is bouwland en iets minder dan 20 bestaat uit grasland. Het gedeeite van het bouwland dat voor tuin land wordt benut, stijgt jaarlijks met ongeveer 50 ha, speciaal fruitaanplant. AKKERBOUW T\E Zeeuws-Vlaamse boer is altijd vooral akker- bouwer geweest en dat heeft veroorzaakt, dat het weiland merendeels op de kwalitatief mindere gronden ligt. De gemiddelde bedrijfsgrootte is om en nabij 20 ha en globaal ziet het bouwplan er als volgt uit: Ongeveer 25 hakvruchten (bieten en aard appelen), 40 granen (tarwe en gerst), 20 peulvruchten (erwten en stam- bonen), 15 handelsgewassen en diversen. Stuksgewijze treden nog wel belangrijke ver schillen in het bouwplan op. Zo heeft het centraal gelegen Land van Axel bijvoorbeeld een aanmer kelijk groter areaal hakvruchten dan de rest van Zeeuws-Vlaanderen. Vooral de pootaardappelteelt neemt hier een belangrijke plaats in. De veehouderij kan men eigenlijk beschouwen als een dépendance van het akkerbouwbedrijf, waarin de afvalprodukten van het laatste tot waarde worden gebracht; bijgevolg zeer veel han delsvee en weinig melkvee. ONTOEREIKENDE VEERVERBINDINGEN AFZET en verwerking van de agrarische pro- duktie geschieden voor een zeer belangrijk deel coöperatief. De Eerste Nederlandse Coöpera tieve Beetwortelsuikerfabriek kwam bijvoorbeeld in 1899 tot stand. Daarnaast neemt de particuliere handel voor di verse produkten een belangrijke plaats in. Was tot 1940 de afzet naar België zeer belangrijk, door de oorlog is daar een aanzienlijke wijziging in ge komen en zo gaat nu de goederenstroom bijna uit sluitend in noordelijke richting. En daardoor is mede een belangrijk probleem ontstaan, n.l. dat van de zeer ontoereikende veer- verbindingen over de Schelde. Het is niet mogelijk daar dieper op in te gaanmaar ik verstout mij toch om te zeggen, dat alles wat nu gebeurt om die verbindingen aan te passen en te verbeteren, lapwerk is. hoe (Zie verder pagina 1007.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 1