Vervolg Notulen Hoofdbestuursvergadering der Z. L. M.
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
De Vooratter dankt de heer Dekker voor zijn
mededelingen en zegt over de financiering van de
proefstations dat het Landbouwschap o.a. gezien
de stijgende tendens van de uitgaven en mindere
inkomsten sterk moet bezuinigen.
Het K.N.L.C. heeft bij het Landbouwschap
hierop aangedrongen en de begroting is nu door
een commissie kritisch bekeken. Uitbreiding van
personeel is niet mogelijk. De subsidie van het
L. E. I. en andere instellingen worden dan ook be
hoorlijk beknot.
De Voorzitter somt vervolgens een groot aantal
posten op waarop bezuinigd zal worden. Hij is het
eens met de heer Dekker dat een vermindering van
de subsidie voor betrokkenen moeilijkheden geeft
en dat met een wisselend subsidiebeleid het bijzon
der moeilijk is een bepaald personeelsbeleid te
kunnen voeren.
De heer Sehlingemann deelt mede dat men ook
aanzienlijk zal moeten gaan bezuinigen bij een
aantal Gewestelijke Raden van het Landbouwschap.
De heer Dekker merkt op dat de subsidies van
het Landbouwschap vrijwel het enige is wat dit
schap voor de tuinbouw doet.
De heer Van Beekom zegt dat wanneer we als
uitgangspunt nemen het versterken van de in
komenspositie van de boer of de tuinder, het onder
zoek een belangrijke factor is, vooral op langere
termijn, die tot een versterking van de inkomsten
positie kan leiden.
De Voorzitter vindt dat de begroting Van het
Landbouwschap al te lang te weinig kritisch is be
keken. Een hogere begroting is zeer ongewenst.
Het Landbouwschap zal zichzelf moeten saneren.
De heer Van Hennik wil gaarne de mening van
do heer Dekker onderstrepen.
De Voorzitter vindt dat dit punt voldoende be
licht is en acht het verder een punt voor de ver
tegenwoordiger in het K.N.L.C.
De heer'Kosten deelt nog mede dat er in de be
grotingscommissie regelmatig overleg geweest is.
Deze commissie is uitgegaan van een begrotings
bedrag van 7.200.000,—. Het D. B. van het Land
bouwschap heeft het subsidie-beleid nog eens goed
bekeken en met putten uit de reserve komt ze op
een bedrag van 7.508.000,—. De tuinbouw heeft
zijns inziens inderdaad klemmende argumenten
maar die zijn er naar sprekers mening ook voor
de andere instituten die nu minder subsidie ont
vangen dan wel deze in het geheel niet meer ont
vangen.
De Voorzitter acht de heer Koster voldoende op
de hoogte van het standpunt van het Bestuur der
r. L. M. om in het K. N. L. C. tot de besluitvorming
te kunne- bijdragen.
VEEHOUDERIJ
De Voorzitter stelt de bijlage van de Veehouderij
commissie aan de orde en stelt het Bestuur voor
de heer Js. Vos voor te dragen als Z.L.M.-ver
tegenwoordiger in de Commissie Veehouderij van
het K. N. L.C., zulks in de plaats van de heer M.
de Bruijne, Zuidzande. De vergadering betuigt met
applaus zijn instemming.
De heer Vos deelt mede. dat de Veehouderijcom
missie der Z. L. M. heeft besloten voor de Vee
houderijmiddag uit te nodigen de heer Struiken
kamp van het K. N. L. C. Hoewel aanvankelijk de
middag op 10 december was bepaald is besloten
deze uit te stellen tot begin januari, zulks in ver
band met de algemene Kringvergadering te Mid
delburg van de Kring Walcheren.
De heer Vos zegt verheugd te zijn over de be
noeming van de heer W. C. Sinke tot secretaris van
de Veehouderijcommissie. Spreker dankt de heer
Van Iwaarden voor hetgeen deze in het verleden
voor de Commissie heeft gedaan.
In het algemeen, aldus de heer Vos, stemt de
gang van zaken in de veehouderij tot tevredenheid.
De prijzen zijn goed tot zeer goed, terwijl ook de
vooruitzichten gunstig zijn. Het moet betreurd wor
den, dat de liefhebberij voor het mesten van rund
vee in Zeeland niet groter is.
De Voorzitter dankt de heer Vos voor zijn mede
delingen en zegt het een goed idee te vinden van
de Veehouderijcommissie in 1964 een speciale ex
cursie voor veehouders uit te schrijven. Op een
vraag van de Voorzitter of de rundveevleesprijs
aan ƒ4,zal toekomen, antwoordt de heer Vos,
dat dit zeker niet ondenkbaar is.
WERKGEVERSBE LANGEN
De heer M. C. J. Kosten, voorzitter van de Af
deling Werkgeversbelangen der Z.L. M., deelt be
treffende de overeenstemming die in de Stichting
van de Arbeid t.a.v. de komende loonsverhoging
bereikt is mede, dat toegestaan wordt een
verhoging van 5 per 1 januari en 5 per 1
april. In hoeverre door deze verhogingen het nu
reeds in vele gebieden betaalde zwarte loon „wit"
zal worden is voor spreker een vraag.
Binnenkort zal de Sociale Commissie van de Ge
westelijke Raad voor Zeeland bijeenkomen om te
trachten tijdig vóór 1 januari 1964 tot overeen
stemming te komen inzake de lonen voor de pe
riode januari tot en met maart in contractjaar
19631964.
Tevens verwijst de heer Kosten naar het bij de
agenda gevoegde ontwerp premiespaarregeling.
De meerderheid van de commissie werkgevers der
Z. L. M. bleek op de laatstgehouden vergadering
vóór invoering van een spaarregeling te zijn. Men
had wel enkele bezwaren tegen de invoering van
deze regeling maar meende na het overwegen van
vóór en tegen uiteindelijk toch hiermede akkoord
te moeten gaan.
Öok vermeldt de heer Kosten het bericht in de
dagbladpers waarbij van arbeiderszijde bij de
komende onderhandelingen gesteld zou worden dat
voor de bij de vakbonden georganiseerde arbeiders
een extra verhoging van liet weekloon met ƒ1»—
gevraagd zal worden, voor de contributie aan de
vakbond te betalen. Spreker heeft overwegende
bezwaren om de werkgever de contributie hiervoor
te laten betalen.
De lieer Kosten wijst vervolgens op de steeds
moeilijker wordende arbeidsvoorziening in land
en tuinbouw. Steeds meer vakbekwame arbeiders
gaan onze sektor verlaten en aan degenen die
overblijven worden hogere eisen gesteld.
Van zeer groot belang acht spreker het dan ook
welk personeelsbeleid de land- en tuinbouw gaan
voeren. Hoeveel arbeiders zijn er op onze bedrijven
nodig bij een verantwoorde exploitatie, welke op
leiding dienen deze arbeidskrachten te hebben en
welke honorering moet betaald worden? Spreker
stelt voor deze kwesties als vraagpunten deze win
ter aan de afdelingen voor te leggen.
De Vooratter acht het zeer juist indien men in
de afdelingen zich bezint en zijn gedachten eens
laat gaan over de arbeidsvoorziening nu en in de
toekomst. Persoonlijk ziet spreker steeds meer de
familiebedrijven als toekomstige bedrijfsvorm zelfs
ook voor het 4050 ha groot bedrijf.
De heer Js. Vos zegt dat men steeds spreekt van
een achterstand in de landarbeidersionen. Spreker
vraagt op wat voor gronden deze achterstand ge
constateerd wordt.
De heer Kosten zegt dat men van arbeiderszijde
meent dat achterstand aanwezig is. De Afdeling
Werkgeversbelangen K. N. L. C. is het hiermede
niet eens. De industrie werkt met allerlei toeslagen
en komt daardoor veelal op een hoger weekloon.
Bij vergelijking van de basisuurlonen kan niet van
een achterstand gesproken worden.
De lieer S. J. Dees informeert naar de mogelijk
heid van ondernemingsgewijze differentiatie. Spre
ker pleit voor een zelfde weekloon in zomer en
winter.
De heer Kosten zegt dat in de tuinbouw de win
ter- en zomerweekionen reeds gelijk zijn gemaakt.
In de landbouw is het verschil reeds teruggebracht,
tot ƒ2,tussen de weeklonen in de winter- en
zomerperiode. Het volgend contractjaar zal ook in
de C. A. O. Landbouw de weeklonen in deze pe
rioden gelijk gemaakt worden.
Betreffende de mogelijkheid tot beperkte onder
nemingsgewijze differentiatie, boven de in de
C. A. O. overeengekomen arbeidsvoorwaarden,
merkt spreker op dat bepaalde ondernemingen
hiervan gebruik kunnen maken. Voor grote in
dustriële ondernemingen ligt dit iets eenvoudiger
dan voor de land- en tuinbouwondernemingen met
over het algemeen toch zeer kleine personeelsbe
zetting.
Ten aanzien van de beweerde achterstand in be
loning van de landarbeider wil spreker er nog op
wijzen dat de gemeenteclassificatie, aanleiding tot
een, zij het geringe, achterstand kan zijn. Gestreefd
dient dan ook te worden naar afschaffing van deze
classificatie in gemeenteklassen.
AGRARISCH SOCIALE VOORLICHTING
De heer Prins verwijst naar het werkplan voor
het komend seizoen dat als bijlage aan de agenda
is gevoegd.
Een enkel punt wil spreker graag nader onder
de aandacht brengen. Dit betreft in de eerste plaats
enkele activiteiten die in de sfeer van de public-
relations liggen. Deze zomer zijn op Schouwen-
Duiveland enkele landbouwexcursies voor toeristen
gehouden die een zeer goed resultaat hebben ge
had. Voortzetting van deze excursies het komend
seizoen en het houden van soortgelijke excursies
ook in andere gebieden moet wenselijk geacht
worden. Op het gebied van de uitwisseling komt
er in het verband van de P. J. G. Z. meer activi
teit. Ook zijn enkele Kringen op dit terrein met
succes werkzaam. Naast de reeds enige tijd be
staande adoptie van een middelbare school door de
Kring Schouwen-Duiveland is weer een soortgelijk
project in de Kring Tholen en St. Philipsland op
gezet. Deze activiteiten verdienen alle aandacht.
In de tweede plaats wijst spreker op het belang
van de beroepskeuzevoorlichting. Gezien de be
tekenis van dit werk neemt de Z. L. M. dan ook
actief deel in de werkzaamheden van de Zeeuwse
Stichting voor Beroepsvoorlichting, de School- en
Beroepskeuzevoorlichting (het bureau van deze
Stichting is gevestigd in het Landbouwhuis te
Goes). Door het aantrekken van enkele deskun
digen is deze Stichting per 1 januari 1964 in staat
om aan alle aanvragen om voorlichting (d.m.v.
lezingen bijvoorbeeld) en advieven (d.m.v. een
t-st) te voldoen. Zowel particulieren als scholen
kunnen dan ook voor onderzoek bij de Stichting
terecht.
De vergadering aanvaardt het aan de agenda
toegevoegd werkplan.
GROND- EN PACHTZAKEN
De heer W. Koster deelt mede dat de onderhan
delingen met het Bestuur van de Noord-Brabantse
Maatschappij van Landbouw om tot samenwerking
te komen bij het adviseren van de leden op het ge
bied van grond-, pacht- en taxatiezaken, tot alge
hele overeenstemming hebben geleid.
Het Bestuur van het Grond-, Pacht- en Taxatie
bureau zal gevormd worden door een Uitvoerende
Commissie waarvan de leden door de beide bestu
ren van de organisaties zullen worden aangewezen.
Er Kullen 5 leden van de Noord-Brabantse Mij zit
ting hebben, waaronder één vertegenwoordiger uit
de tuinbouwsektor en 12 leden van de Z. L. M.,
waaronder 3 tuinbouvvvertegenwoordigers.
De voorzitter van de U. C. zal benoemd worden
door de Z. L. M., in overleg met de Noord-Brabant
se Mij. naast de bovengenoemde leden.
De dagelijkse leiding zal berusten bij een Dage
lijks Bestuur bestaande uit de voorzitter, 2 leden
van de Noord-Brabantse Mij en 4 leden van de
Z. L. M.
De Uitvoerende Commissie zal twee keer per
jaar bij elkaar komen terwijl het Dagelijks Bestuur
minstens één keer per 2 maanden zal vergaderen.
Voorzover het Zeeland betreft zullen, dc leden
van de Uitvoerende Commissie die door de Z. L. M.
zijn aangewezen de Commissie Grondgebruik van
de Z. L. M. vormen.
Als adviserende leden zullen de sekretarissen
van de beide organisaties en de direkteuren van
de beide BoékhoudbuYeaux aan het bestuur toege
voegd worden.
De Uitvoerende Commissie zal het D. B. advise
ren over te benoemen vertegenwoordigers op dit
gebied.
Het Bureau zal een eigen budget voeren, waarbij
uiteraard rekening en verantwoording ter goed
keuring aan beide organisaties moeten worden
voorgelegd. De direkteur en het verdere perso
neel zullen in dienst zijn van de Z. L. M. en onder
de Algemeen Sekretaris staan.
Ten spoedigste zal een reglement worden opge
steld en de samenwerking met de taxateurs wor
den geregeld. Bovendien zal een tarifiëring worden
opgesteld.
De heer Koster besluit zijn uiteenzetting met
de hoop uit te spreken dat dit Bureau voor de leden
veel goed werk mag doen.
De Voorzitter sluit hierop aan en zegt dat er op
dit gebied al zeer veel goed werk is gebeurd. Verder
wijst spreker er nog op dat met de Noord-Brabant
se Mij nog één punt moet worden geregeld, omdat
de moeilijkheid is dat dit Bureau niet aan twee
organisaties gebonden kan zijn. De heer Geuze
stelt zich voor, voor aangelegenheden betreffende
drt Bureau de Voorzitter van de Noord-Brabantse
Mij op te- nemen in het Bestuur.
Spreker deelt verder nog mede dat in de D. li.
vergadering van deze morgen over de kwestie van
het strijkgeld bij openbare verkopen en over de
kwesties van de doorbreking van het voorkeurs
recht van de pachter door geforceerde gerechtelijke
verkopen uitvoerig werd stilgestaan.
De conclusie van deze bespreking was dat de
strijkgelden weggelaten kunnen worden.
Wat betreft het andere punt is er blijkbaar een
maas in de wet, waar niet voldoende aan gedacht
is. Spreker zegt toe dat onmiddellijk stappen zullen
worden ondernomen om dit punt te bevoegder
plaatse aan de orde te stellen.
De heer J. W. Scheele wijst er nog op dat de
Kring Hulst nog niemand heeft aangewezen voor
de Uitvoerende Commissie. Een en ander vindt zijn
oorzaak in het plotseling overlijden van de heer
Jac. de Feijter. Spreker vraagt uitstel voor deze
benoeming tot voorjaar 1964.
De samenstelling van de Uitvoerende Commissie
van het Grond-, Pacht- en Taxatiebureau is als
volgt:
De heer W. Koster te Axel, Voorzitter.
Namens de Noord-Brabantse Mij van Landbouw
hebben zitting de heren: C. van Hoven te Breda,
J. J. van NieuwenhuyzenJas te Steenbergen, G.
Knaap te Raamsdonk, C. de Zeeuw te Valkens-
vvaard en R. den Engelse te Oudemolen als fruit
teler.
Van de Z. L. M. namens de Kring West Zecuws-
Vlaanderen: A. Salomé te IJzendijke; de Kring
Axel: J. J. de RegtDekker te Zaamslag; de Kring
Hulst: vakature; de Kring Walcheren: K. de Buck
te Oostkapelle; de Kring West Zuid-Beveland: D.
J. Dees te 's-Gravenpolder; de Kring Oost Zuid-
Beveland: J. Burger te Wemeldinge; de Kring
Noord-Beveland: S. J. van Langeraad te Kamper
land; de Kring Schouwen-Duiveland: J. van der
Zande te Nieuwerkerk en de ring Tholen: H. Tim-
mers te St. Philipsland.
Als tuinbouwleden: J. L. J. van den Berge te
Tholen, A. de Jager te Nieuw en St. Joosland en
B. Leijs te Kruiningen.
BOKKHOUDBUREAU
De heer Meyers deelt mede, dat het ledental van
het Boekhoudbureau, evenals dit bij de Z. L. M. het
geval is, eveneens stijgende is. Als men de verhou
ding in leden van de Z. L. M. en het Boekhoud
bureau in aanmerking neemt, houdt de stijging ge
lijke tred met het ledental van de Z. L. M.
De werkzaamheden op het Boekhoudbureau ne
men in omvang toe, doch de mechanisatie gaat ook
zijn vruchten afwerpen.