De marktpositie van contra ctteeitgewassen
BROUWGERSTMARKT
959
BROUWGERSTNIEUWS
Wij ONTVINGEN:
NEEM TIJDIG MAATREGELEN TEGEN STALBENEN
V K I I D A G 15 NOVEMBER I 9 6 S
IN het exporlnummev van het vakblad der kweker/handelaren wordt door Dr. G. de Bakker van het Ministerie
van Landbouw gesteld dat in de E.E.G.-landen plm. 35 gekeurd zaad- en plantgoed wordt gebruikt en dat
dit in Nederland circa 60 is en voor aardappelen 70 Dit geeft dus nog wel perspectief voor de contractteelt
van land- en tuinbouwzaden onder objectieve voorlichting van overheidswege en de keuringsdiensten. Behoeft®
aan voorlichting bestaat er vooral bij nieuwe rassen en teelten zoals de graszaadteelt. Overigens kan worden
gesteld dat de eerste verantwoordelijkheid voor de voorlichting aan de contractteler bij de betreffende zaadfirma
igt en niet bij de Rijksvoorlichtingsdienst of de keuringsdienst.
Daar komt bij dat de kweker van nieuwe rassen aan tal van nieuwe eisen van de praktijk moet voldoen, zo»
a.b bestand zijn tegen ziektes en plagen, geschikt zijn voor mechanische cultuurmethoden en geschikt zijn voor
economische industriële verwerking.
Bij de contractteelt van zaaizaden is dan ook het opbrengstvermogen aan zaad van deze nieuwe rassen eea
bijkomstige factor, die voor de rentabiliteit van de contractteelt evenwel een hoofdfactor is, evenals de kiem-
kracht in verband met ongunstige weersomstandigheden.
l\E brouwgerst van goede kwaliteit werd nog
mondjesmaat aangeboden. Voor spoedige leve_
ring was de belangstelling hiervoor echter gerin
ger. Van Duitse zijde toonde men op het huidige
prijsniveau een matige belangstelling, terwijl de
Nederlandse Brouw- en M(. ut industrie alleen voor
februarilevering 1964 geïnteresseerd was, waar
voor echter geen kooplust bestond. Men vond deze
termijn te ver weg en liet risico van bewaring c.q.
achteruitgang van de kiemkracht te groot.
De meeste leveranciers namen dan ook een af
wachtende houding aan. Het aanbod in kwalitatief
mindere brouwgerst met een lage kiemkracht nam
toe en veroorzaakte een kleine druk op het prijs
niveau, omdat deze gerst voor vrij spoedige leve
ring werd aangeboden.
Hoelang de huidige marktsituatie zal blijven
voortduren is moeilijk te voorspellen. Over het
algemeen verwacht men nog veel vraag speciaal
van Duitse zijde voor voorjaarslevering. In hoe
verre evenwel de kiemkracht van het Nederlandse
produkt zich zal kunnen handhaven is een vraag
teken. Een groot deel van de gerst zal een lange
opslagduur moeilijk kunnen verdedigen. Reeds nu
al is bewaring van zgn. regengerst een probleem.
Meestal komt er „lucht" aan de gerst of gaat de
kiemkracht snel achteruit.
De kieimiitslagep van in opslag zijnde partijen
geven in sommige gevallen zulke verschillen aan,
dat verlading zonder meer grote risico's met zich
mee brengt.
Van brouwgerst" is slechts sprake wanneer de
Miladlngsanalyse overeenkomstig de contractuele
eisen is.
Wat kan vervolgens de prijstocnadcring in de
E. E. G. per 1 juli 1961 voor konsekwenties geven?
Wanneer in Duitsland het prijsniveau van de gerst
niet 10 15 zal worden verlaagd, en hiervan is
reeds sprake, dan kan zulks de. belangstelling
voor brouwgerst, speciaal voor -Ie overzomering,
doen verminderen.
C E BECO
Het hoe en waarom van lagere erwtenopbrengst
in N. Nederland.
0 Streekonderzoek bij erwten. Voorlopig verslag
van de „Werkgroep Streekonderzoek Erwten",
over de oorzaken van het opbrengstverschil
tussen Noord-Groningen, noordelijk Friesland
en westelijk Noord-Brabant. Mededeling nr. 83
van het P.A.W. Verkrijgbaar door storting van
1,op giro 966643 van het P.A.W.
Het is opvallend, dat voor diverse landbouwge
wassen de opbrengsten in het noorden van ons
land zo sterk achterblijven bij die van andere
landbouwgebieden in Nederland. Vooral bij erw
ten waren de verschillen de laatste jaren wel
zeer duidelijk merkbaar. Van bijvoorbeeld Fi-
nette-doperwten bedroeg de peulopbrengst, bij
een onderzoek waarbij 22 percelen betrokken
waren, in 1962 wat Noord-Groningen betreft,
gemiddeld 12.1 ton per ha. In West-Brabant
bedroeg de opbrengst in dat jaar gemiddeld (18
percelen) 16,9 ton, ofwel 40 n/o meer.
Uit het onderzoek is o.m. gebleken dat men in
West-Brabant, op percelen waar erwten
werden verbouwd, minder onkruid vond dan op
erwtcnpercelen in Noord-Groningen en noorde
lijk Friesland. Duidelijk bleek, dat de opbrengst
aan erw ten hoger is, naarmate het perceel waar
op de erwten verbouwd worden, minder last
van onkruid heeft. Het vaak telen van granen
w at vooral in Groningen voorkomt was
dikwijls nadelig voor de erwtenopbrengst.
0 Prijsstatistiek le jaargang No 1 v. september
1963 samengesteld door het L.E.I. afd. Statistiek
waarin de telersprijzen akkerbouwprodukten,
marktprijzen rundvee, varkens, paarden enz.
verbruikersprijzen kunstmeststoffen en veevoe
ders en producenten prijzen eieren en slacht-
pluimvee nu maandelijks gecombineerd worden
opgenomen. Een verbetering t.o.v. de maande
lijkse afzonderlijke publikatie's van deze ge
gevens.
0. In de serie „de Kern" uitgegeven door N.V. W.
J. Thieme Cie, Zutphen, verscheen Muzikale
Vorming door Adr. Kousemaker, prijs ƒ3,50.
De laatste weken zijn de weeuwenplanten vrij vlot
ontwikkeld. Aan het luchten dienen we nu veel aan
dacht te besteden. Een korte gedrongen plant is nu
eenmaal beter dan een langgerekte. Verder zien we
elk jaar weer dat een slappe en week opgekweekte
plant weinig weerstand kan bieden tegen vorst.
0 Spuiten in de landbouw. Publikatie No. 74 van
het I.L.R, te Wageningen. Okt. '63. Een beknopt
leerboek voor de deelnemers aan de spuitcur-
sussen en anderen die niet in de gelegenheid
zijn deze cursus te volgen. De vele nieuwe be
strijdingsmiddelen en ontwikkelingen op het
gebied van de spuittechniek maken dat het
spuiten in de landbouw een „vak'' is geworden,
dat veel kennis vraagt. Deze publikatie met veel
foto's en technisch goed verzorgde tekeningen
geeft antwoord op de vele vragen betreffende
de spuittechniek in meest breae zin van het
woord.
CEN sprekend voorbeeld daarvan is bij graszaden
gewoon veldbeemd, waarvan het prijsniveau voor
schoon en droog zaad in de groothandel is opgelopen
tot ruim f 250,— per 100 kg, hetgeen op een participatie-
telersprijs van ongeveer f 200,— neerkomt. Maar het ver-
koopseizoen voor oogst 1963 is lager begonnen en duurt
tot en met het volgend voorjaar, zodat er op de wissel
vallige exportmarkt nog veel kan veranderen. Daaren
tegen zijn de veldbeemd Merion selecties, die ook van
oogst 1963 een belangrijk lagere opbrengst geven, met
meer afwijkende kwaliteit wat licht zaad en kiemkracht
betreft, veel sterker in prijs opgelopen, alnaar kwaliteit
tot boven f 600,— tegen een jaar geleden plm. f 400,in
de groothandel. De veldbeemd-marktvooruitzichten lij
ken gunstig, omdat de opbrengsten ook in het concur
rerende buitenland zijn tegengevallen. Ook de tweede
hoofdpijler van de teelt van gazongraszaden is veel
sterker geworden, want zowel gewoon zaadzwenk als
uitstoelend hebben in de groothandel door de sterke in
krimping van de teelt toen de prijs inzonk tot beneden
f 100,— geleidelijk weer f 300,— per 100 kg droog en
schoon zaad overschreden en voor prima zuiver ma
teriaal is daarenboven een belangrijke premie mogelijk.
Het aanbod van roodzwenk is evenwel zeer beperkt
en de uitzaai zal in 1964 wel sterk worden uitgebreid,
zodat in 1965 in binnen- en buitenland het aanbod weer
te groot kan blijken en de teelt op een rendabel peil te
houden. Toen de graszaadteelt zich van de weidegrassen
sterk naar de gazongrassen uitbreidde, was ruw beemd
favoriet, maar de teelt daarvan betekent in ons land
maar weinig meer, ook al is het groothandelsprijsniveau
weer wat verbeterd tot f 200,tegen moerasbeemd
plm. f 225,en bosbeemd plm. f 250,
Ook beemdlangbloem, waarvan de teelt door lage
prijzen vooral in Denemarken sterk werd ingekrompen,
nadert weer f 200,— per 100 kg en fijnbladig schapen
gras passeert wellicht f 250,
De zaadgrassen moeten hun afzet meer vinden in de
voederbouw en de aanleg van grasland, kunstweiden
zowel als blijvend grasland. Engels raai is door de
hoogwaardige selecties in ons land vrij stabiel; Italiaans-
en Westerwolds raai zijn zeer gevraagd na de sterke
teeltbeperking, vooral van de exportgevoelige landras-
sen. Terwijl van graszaden de opbrengst per ha dit jaar
min of meer is tegengevallen, mede door het ongunstige
zomerweer, is de opbrengst van bietenzaden gemiddeld
goed tot zeer goed en de oogst door het mooie herfst
weer tijdig beëindigd. Het areaal is evenwel wat kleiner
dan normaal door de uitwintering van pootbieten en de
markt wordt begunstigd door de verwachte uitbreiding
van de suikerbietenteelt. Dit hangt echter af van de
garantieprijs voor oogst 1964 ook in de andere Europese
landen en van de vorderingen van de mechanisatie.
Suikerbietentelen is precisiewerk, want terwijl er in
Spanje op de geïrrigeerde landbouwgebieden per ha
plm. 25 kg gewoon suikerbietenzaad wordt gebruikt,
heeft men hier te lande zich deels beperkt tot minder
dan 5 kg precisiezaad, terwijl het kweken van nieuwe
rassen gericht is op éénkiemigheid van nature. Van be
lang is dit jaar ook de gunstige markt voor de bijpro
dukten als zaderijenstro, voor f30,— a f50,— per ton,
en graszaadstro voor faurage van f 80,— tot f 100,— per
ton geperst af boerderij.
HTERWIJL land- en tuinbouwzaden doorgaans alleen
op teeltcontract vermeerderd mogen worden, heeft
de tuinbouwsector voor contractteeltgewassen de keus
tussen contractteelt met handel en industrie tegen een
vaste prijs en de teelt voor eigen marktrisico, via de
veilingenorganisatie met zeer uiteenlopende, meer ris
kante prijsvorming. Bij tegenvallende aanvoer door lage
opbrengst of extra vraag kan deze oplopende veiling
notering compensatie bieden, zodat een zekere partici
patie contractprijs in een behoefte zou kunnen voorzien.
De verwerkende industrie kan bovendien via de
veilingaanvoer een bepaalde grondstofvoorziening van
passende kwaliteit gegarandeerd worden. Maar de in
dustrie contracteert, nu de tuinbouwteeltregeling dit
toelaat, rechtstreeks met contracttelers, die als akker
bouwers met de tuinbouwveilingen niet zo in relatie
staan als de tuinders. Nu ook in de conservenindustrie
concentratie plaats vindt, is de aanleiding tot samen
werken onder de contracttelers sterker, waaraan het
Centraal Bureau voor Tuinbouwveilingen met algemene
adviezen en marktonderzoek landelijk tegemoet komt.
In de noordelijke provincies adviseerde een betreffende
commissie uit de landbouw- en de veilingenorganisatie
met teeltcontracten voor 1964 tot nader overleg met de
industrie te wachten.
Na de vanouds belangrijke contractteelt van dop
erwten, stamslabonen en spinazie is uitbreiding daarvan
met alle grove groentegewassen, die geschikt zijn voor
mechanische teeltmethoden, te verwachten. Recht
streekse contractteelt met de industrie is wel mogelijk,
maar bij de veilingen beschikt men over veel ervaring
betreffende ras, kwaliteit en aflevering, voor een ar
bitraire functie. Voor de contractteler is evenwel ook
de service van bepaalde werkzaamheden in loonwerk,
zoals de tussenhandel die hier en daar levert, van in
vloed op de animo.
Ook is er in de industrie een stroming om bepaalde
gewassen zoals asperges, geheel in eigen beheer op ge
schikt zaaiklaar land ter hand te nemen om de grond
stofvoorziening min of meer te funderen. Voor de
periode tot en met 1966 luidt een deskundige raming
dat het areaal gemechaniseerde contractteelt van groen
ten met 12000 ha zal worden uitgebreid. Een passende
organisatie met de veiling als hoeksteen van de markt
positie is bij deze ontwikkeling een zeer belangrijke
factor.
UET stalseizoen is aangebroken en daarmee wor- Bedrijven die regelmatig met dit euvel worste-
den de veehouders ook weer geconfronteerd len, en veelal liggen deze op de kalkrijke gronden,
met speciale perikelen van de wintertijd. Eén daar- doen er goed aan het hooi te laten onderzoeken
van, die vooral in het voorjaar tot uiting komt, op de gehalten aan kalk, fosfaat en mangaan,
zijn de stalbenen. In veel gevallen worden deze Uit de gehalten aan deze elementen, en vooral
veroorzaakt door de aanwezigheid van zgn. ree- ook aan de verhoudingen daartussen, is het reeds
benen, benige verdikkingen aan de buitenzijde van mogelijk een advies voor een goed mineralenmeng-
het spronggewricht, welke in verband worden ge- sel te adviseren, waardoor de kansen op moeilijk-
bracht met een onjuiste man gaanstofwisseling. Op heden met stalbenen aanmerkelijk minder worden,
zijn beurt kan deze worden beïnvloed door een
onjuiste kalk-fosfor-verhouding.
N.V. Gebr. van den Akker Agenturen, tel. 134655 Rotterdam, deelt het volgende mede:
In de kalme tendens op de brouwgerstmarkt is deze week nog geen verandering gekomen. De prijzen
zijn iets teruggelopen, voornamelijk door gebrek aan belangstelling van Duitse zijde. België kocht de laatste
tijd enige ongeschoonde partijen en het laat zich aanzien, dat men voor verdere leveranties belangstelling
zal hebben. Het zal de vraag zijn of de Belgische mouters uit Nederland nog veel zullen kunnen betrekken
daar van het kleine percentage goede brouwgerst inmiddels door verkopen voor export en aan het C. B. K.
niet veel meer overgebleven is. Van de resterende partijen vertonen weinige een normale kieming. Het eigen
aardige verschijnsel doet zich dit jaar voor dat sommige „goudgele" partijen een slechte kiemkracht hebben
terwijl enige „grijze" partijen nog aan de eisen voldoen. Een verklaring hiervoor is nog niet gevonden. In
ons vorige bericht schreven wij over een aankoop van brouwgerst uit Oost-Duitsland. In een Duits tijdschrift
van 7 november lazen wij nog het volgende:
„De markt is ongetwijfeld door de laatste uitschrijving voor de invoer van brouwgerst uit de oostzóne
nog kalmer geworden. Tevens kan een lichte prijsverlaging van Franse gerst waargenomen worden. Hel is
niet uitgesloten, dat binnen een bepaalde omvang nog verdere gerstleverigen uit de oostzóne toegestaan zul
len worden."
Heffingen
België t.o.v. Frankrijk Nederland
vorige week Bfrs. 18
Duitsland
deze week DM 99,35 m'JZ
vorige week 101,25 90,77