Schadelijk wild in land- en tuinbouw
935
VRIJDAG 8 november IJ>63
IN een reeks van jaren neemt de barre winter van
1962/1963, welke vroeg in december begon en half maart
pas eindigcfe, een belangrijke plaats in bij het optreden van
wildschade. Gedurende deze winter is met name door hazen
in boomgaard en boomkwekerijen schade aangericht. Hoewel
het moeilijk is om de omvang van de schade in cijfers aan
te geven, bestaat de overtuiging, dat deze schade voor ver
schillende bedrijfsgenoten zeer ernstig is geweest. In diverse
organen heeft men zich afgevraagd of het niet wenselijk is
maatregelen te treffen, opdat in de toekomst een eventuele
wildplaag meer effektief kan worden bestreden. Door een
wijziging van artikel 8 van de Jachtwet meent men dit te
kunnen regelen. Verwezenlijking is echter zeer moeilijk, daar
het evenwicht tussen de belangen van de landbouw, van de
natuurbescherming (instandhouden fauna) en van de jacht
zou kunnen worden verbroken. In afwachting van een even
tuele herziening van de Jachtwet of het betalen van een
tegemoetkoming uit het Jachtfonds kan men zich afvragen
of het niet wenselijk is dat in bepaalde gevallen door de
Overheid een bijdrage in de schade wordt gegeven.
WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR SCHADE
TENEINDE de jager ervan te doordringen, dat hij heeft
te voldoen aan het gestelde in artikel 19 van de Jacht
wet, n.l. zó te jagen, dat de wildstand niet aanmerkelijk
achteruit gaat, tenzij zulks door de belangen van de land
bouw wordt geëist, lijkt het vanzelfsprekend, dat het in de
eerste plaats de jager is, die verantwoordelijk is voor het
optreden van de schade. Dit mede gelet op de opgelegde ver
plichtingen in artikel 45 van de Jachtwet. Hij zal die ver
antwoording alleen van zich af kunnen schuiven indien:
1. Er sprake is van praktische onmogelijkheid de schade
te keren (trekwild).
2. Hij op enige wijze wordt belemmerd om door nood
zakelijk afschot de schade te keren of te beperken.
3. De grondgebruiker in gebreke blyft de Jager bijtijds te
waarschuwen of verzuimt voor de hand liggende maat
regelen te nemen, die de schade kunnen keren en waar
toe h\j, gelet op de aard der te verbouwen produkten of
gewassen en gezien de belending der door hem ge
bruikte percelen, in staat moet worden geacht.
Het hangt in vele gevallen van de wildsoort ep de juridi
sche vorm van jacht af, of de jager zich op eün van deze
gronden kan beroepen.
VERZUIM VAN DE ZIJDE VAN DE
GRONDGEBRUIKER
HET verdient dringend aanbeveling, dat de
grondgebruiker onmiddellijk na het constate
ren van wildschade de jager en de wildsehadekom-
missie hiervan verwittigt. Indien de verhouding
tussen jager en grondgebruiker goed is en men ge
neigd is de zaak onderling te regelen, zal bij de
behandeling van het geval de wildschadekommis-
sle nauwelijks behoeven te worden ingeschakeld.
Laat de grondgebruiker uit onachtzaamheid of
om andere redenen na het schadegeval te melden,
dan kan bezwaarlijk de jager voor het volle pond
worden aangesproken, aangezien het dan wel moei
lijk wordt de oorzaak van de schade vast te stellen.
Immers, men kan bezwaarlijk van de jachtgerech-
tigde vergen, dat hij zelf zich doorlopend verge
wist van de toestand in zijn jachtgebied.
Mag men van de grondgebruiker eisen dat hij
zelf maatregelen neemt tegen wildschade Dit
blijft een moeilijk punt, maar als regel dient men
toch te stellen, dat maatregelen tegen het optre
den van wild door de grondgebruiker genomen
moeten worden, vooral in die gevallen, vvaar hij,
zonder dat er sprake is van een grote wildstand
reeds bij voorbaat op schade kan rekenen. Immers,
om alle schade te voorkomen zou de jager de laat
ste fazant of haas moeten verdelgen. Doch in be
paalde zeer schrijnende gevallen zouden in gemeen
schappelijk overleg en uit gezamenlijke bijdragen
van grondgebruiker, jager en Jachtfonds de voor
zieningen kunnen worden getroffen, die voor het
keren der wildschade in die gevallen gewenst zijn.
Grondgebruikers, die bij ervaring weten, dat wild
kan worden verwacht, zouden ter voorkoming van
soms moeilijke en langdurige onderhandelingen ver
standig doen te gaan werken met bestrijdingsmid
delen. Immers, al zou in die streken het genot van
de jacht niet zijn verhuurd of niet kunnen worden
verhuurd (onaantrekkelijk voor de jager), dan zou
den de grondgebruikers zonder meer gedwongen
zijn om schadekerende maatregelen te nemen.
BESTRIJDINGSMIDDELEN
NIET ieder jaar zullen we een zo strenge en
langdurige winter beleven als de afgelopen
winter, maar schade is grotendeels te voorkomen.
Vele fruittelers zullen de harde les geleerd hebben
dat deugdelijke afweermiddelen alle aandacht ver
dienen.
Het aanleggen van rasters. Bij gewassen en teel
ten, die hoge inplantkosten vereisen, zoals fruit en
bloembollen, zijn de kosten van eenvoudige omras
teringen, vergeleken met de aanlegkosten, betrek
kelijk gering. Bij een boomgaard met een opper
vlakte van 7.5 ha in een niet te ongunstige vorm
heeft men per ha 175 meter gaas nodig en per 2
meter een paal. De materiaalkosten bedragen onge
veer voor gaas, per rol van 50 m:
100 cm hoog 3 duim 13,
2 duim 19,
1 duim 22,—
palen 1.40 m lang 6 dik ƒ0,86
1.60 m lang 6 dik ƒ1,
Deze kosten van omrastering, voornamelijk tegen
hazen en konijnen vallen in het niet tegen de kosten
van de grond en die van aanleg en onderhoud dei-
eerste jaren. Voor kostbare en zeer intensieve teel
ten is omrastering op zijn plaats.
Met alleen afrasteren komt men er echter niet,
vooral niet bij sneeuwval.
Elke dag kontroleren van de afrastering op wer
kelijke afsluiting en op overspringende hazen is
tijdens een strenge winterperiode nodig.
Door de aanplant van fruit op landbouwbedrij
ven trekken de hazen in een landbouwgebied naai
de bomen. Het gebruik van een los raster biedt vele
voordelen, deze kan gebruikt worden wanneer het
nodig is (bijv. bij erwten, bonen en koolsoorten).
De hinder van aangroeiend onkruid is bij een los
raster van gaas minder dan bij vast.
Voor een los raster zijn in plaats van gecreoso-
teerde palen heel goed te gebruiken afval- of
schroothout, dat veel goedkoper is.
Aaprotect, dierlyke olie, manchetten. Met het
nieuwe wildafweermiddel Aaprotect zijn goede
ervaringen opgedaan, vooral in jonge aanplantin
gen. Dit middel kan ingesmeerd en ook verspoten
worden.
Bij gebruik van pluizig touw kan een reukmid-
del, dierlijke olie goede diensten bewijzen. Afdoen
de is dit echter niet.
De manchetten van plastic (of papier) kunnen het
beste gebruikt worden in combinatie met een
chemisch middel. Dat gedeelte van de stam dat
niet bedekt is door de manchet wordt dan behan
deld. U neemt dan het minste risico.
Paardevet is een goedkoop middel, waarover de
fruittelers gedeeltelijk tevreden zijn.
Een oude en beproefde methode, die geen geld
kost, is het snOeihout op kleine stapels laten liggen.
Vooral rassen als Cox's, Stark Earliest en James
Grieve zijn in trek. Om tijdig met de snoei klaar
te komen is dit o.a. ook een reden om er vroeg aan
te beginnen. Vroeg snoeien, smeren en afrasteren
zal schade kunnen voorkomen.
AFSCHOTVERGUNNINGEN
UOOR een afgerasterde boomgaard worden aan-
vragen om een afschotvergunning snel behan
deld. De vergunning is kosteloos, van tijdelijke aard
en maakt afschieten met de lichtbak mogelijk. Ver
lenging is ook mogelijk. Betrokkene moet na af
gifte van de afschotvergunning op de gemeente-
sekretarie toestemming vragen tot gebruik van
een vuurwapen.
DE WILDSCHADE IN ZEELAND
IN 1962 was er een matige wildstand, die na de
jacht, tot 31 december, goed de winter van
1962/1963 is doorgekomen.
De hazenstand is zelfs goed te noemen ondanks
het voorkomen van enkele gevallen van pseudo-
tuberculose onder de hazen.
De sluiting van de jachttijd is 31 december voor
het meeste wild. Indien noodzakelijk kunnen aan de
jachtgerechtigde afschotvergunningen gegeven wor
den, echter alleen wanneer dus maatregelen geno
men zijn. Aanvragen kan men richten tot de sekre-
taris van de Wildschadekommissie, de heer H. Grif
fioen, Kloetingseweg 66. tel. 01100-5456.
VOORKOM SCHADE
IVB; fruitkweker moet alle maatregelen tydig
nemen ter wering van schade, of om do schade*
te doen ophouden. Ook de jachthouder dient niet
nalatig te zijn. Wanneer zowel door de grondge
bruiker als de jager alles is gedaan wat nodig en
mogelijk is, zal de schade zeer gering zijn. Dc af-
weermaatregelen kunnen dus bestaan uit het af
gazen van de aanplant, het toepassen van wildaf-
weermiddelen. het verwijderen van opgewaaide
sneeuw tegen het gaas, het neerleggen van snoei-
hout etc. Daarnaast het tijdig waarschuwen van de
jachthouder, die op zijn beurt een afschotvergun
ning als bedoeld in art. 53 van de Jachtwet kan
aanvragen in de gesloten jachttijd. De jager zal er
goed aan doen dat hij dit najaar voldoende hazen
afschiet om moeilijkheden te voorkomen. De ge
wenste verandering in de Jachtwet zal wel op zich
laten wachten, zodat de fruitteler zelf alle voorzor
gen moet nemen en waakzaam moet blijven.
de R.