DE PRAKTIJK
NIEUWE RUSSISCHE TARWE-SOORT
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
„TIE laatste loodjes wegen het zwaarst". Dit konden we
ook op SCHOUWEN-DUIVELAND weer zien op de
laatste percelen aardappelen die geoogst werden^ De regen
had de zaak veelal weer zover bedorven dat vorige week
op enkele percelen „voor dat laatste loodje" de oude werp_
radrooier nog in aktie moest komen. Zo ziet men dat alle
verouderde en/of afgeschreven werktuigen nog maar niet
direkt op de schroothoop gebracht kunnen worden.
Wel moeten we ook even vermelden dat het de boeren
die op de meest moderne methoden hun aardappelen oog
sten niet is overkomen, daar het produkt op deze bedrijven
voor de vele regen meestal geborgen was.
De suikerbietenoogst is ook in volle gang. De
kg-opbrengst per ha valt niet mee. Wanneer we
op de leverplaatsen een kijkje nemen dan zien
we veel kleine peeën" met „baard" die veelal ook
nog veel tarra hebben. De tarreerders spreken zo
ever gemiddeld 20 Het suikergehalte daaren
tegen schijnt vrij goed te zijn.
Bij de rooimachines zien we dit jaar weer keu
rig werk van de 2-rijige Stol. Deze machine doet
het op onze gronden beslist goed, hetgeen ook
wel blijkt uit het aantal nieuwe machines dat er
dit jaar weer bijgekomen is. Dit werktuig is bij
eonder geschikt voor loonwerkers en werktuig-
coöperaties.
De oogst van zaaiuien is nog steeds niet aan de
kant, we zien nog vrij veel uien op het veld liggen.
Vooral wanneer het produkt in de traditionele
uienren wordt opgeslagen, moet het goed droog
binnengehaald worden, daar er anders zeer ge
makkelijk broei in kan optreden met alle gevolgen
van dien.
Toch zien we ook de laatste jaren in Schouwen-
Duiveland een langzame verschuiving van de ren-
bewaring naar de luchtgekoelde bewaarplaats.
Speciaal bij strenge vorst (denk aan winter '62/'63)
kan uit de bewaarplaats regelmatig afgeleverd
worden terwijl men dan niet aan rennen kan
komen. Ook juist in deze vorstperiodes zien we
een oplopen van de uienprijzen, zodat een bewaar
plaats dan zeer snel rendabel gemaakt kan wor
den.
Het voor dit gewest vrij nieuwe gewas snijmais
geeft dit jaar een zeer goede opbrengst, vooral ook
net percentage maiskolven is dit jaar belangrijk
hoger dan vorig jaar.
Wel heeft de storm van half september schade
toegebracht aan verschillende percelen zodat er
plaatselijk bij de oogst wel enige verliezen optre
den.
De landbouwers/veehouders doen er thans goed
aan hun voedervoorraden voor de komende winter
eens nauwkeurig te gaan bekijken, zodat tijdig
maatregelen genomen kunnen worden t.a.v. het
voederrantsoen of eventuele aan- en verkopen van
vee en voedermiddelen.
De eerste percelen wintertarwe zagen we ook
al weer boven staan. Wanneer het weer wat mee
zit, zal er nog vrij veel gezaaid worden.
OP WALCHEREN is de oogst van het laatste
gewas van oogstjaar 1963 weer begonnen.
Misschien hebben verschillende collega's wel een
zucht van verlichting geslaakt. Eindelijk zijn we
weer bezig aan de bietenoogst waaraan je onder
vrijwel alle weersomstandigheden kunt werken,
althans met kopschoffel en rooitang. Veelal waren
de weersomstandigheden van dien aard dat weinig
produktief werk kon worden verricht in o.a. uien
en aardappelen. Vandaar dat men op vele bedrijven
maar noodgedwongen aan de bietenoogst is begon
nen. Wat we hiervan zagen loopt nogal sterk uit
een wat de opbrengst betreft. De vroeggezaaide
percelen op de stroomruggen leveren nog wel een
goede opbrengst, uitgezonderd plekken die teveel
wateroverlast hebben gehad. Op de lagere moerige
gronden, vooral de minder goed doorlatende, zal
de opbrengst zeer matig tot slecht zijn, vooral wan
neer ook nog Iaat is gezaaid. Natuurlek zijn er zo
hier en daar uitzonderingen op deze regel.
Met rooimachines is er nog weinig gewerkt,
daar de grond te nat was.
Ook voor de aardappeloogst waren de weers
omstandigheden ongunstig. Naar schatting moet
nog 2025 van het totale areaal worden ge
oogst. Dit loopt streeksgewijze nogal wat uiteen.
Vermoedelijk zullen sommige percelen, of gedeel
ten hiervan, wel niet meer gerooid worden vanwege
de vele zieke knollen.
De zaaiuien moeten voor het merendeel nog ver
zameld worden. De opbrengst is goed, doch het
kost nogal wat werk eer ze voldoende droog zijn
*m op te zakken.
Veel bruine bonen werden tijdens enkele gun-
ptige dagen gedorsen. Er worden redelijk goede kg-
©pbrengsten verkregen. Ook de kwaliteit valt mee,
gezien de vele regen. De prijs is eveneens goed, zo
dat voor verschillende telers dit gewas wel het
beste resultaat zal geven van oogst 1963. Wel komt
er nogal wat grond in voor maar die is ook duur
tegenwoordig.
De inzaai van wintertarwe verloopt ook moei
lijk. Er is nog zeer weinig gezaaid. Gezien de goede
opbrengst van de zomertarwe, hebben velen zich
voorgenomen enkel wintertarwe te zaaien onder
gunstige omstandigheden. Kan dit niet dan hope
lijk volgend voorjaar tijdig zomertarwe.
Het vergaderseizoen staat ook weer voor de deur.
Vele besturen scharen zich om de tafel om het
winterprogram vast te stellen. Wanneer ze dan
ook met een aantrekkelijk program komen, mag
worden verwacht dat de leden van hun belangstel
ling- blijk geven. Want ondanks alle misère tot op
heden, zullen we toch weer verder moeten en ons
er op bezinnen hoe we volgend jaar onze bedrijfs
voering zullen inrichten.
UOEWEL van ZUII)-BE VEL AND 14 dagen
terug vermeld werd dat de oogst van aard
appelen zeer vlot verliep, blijkt dat in het begin
van deze week zo alles bij elkaar toch nog wel
10 waarbij in West meer dan in Oost Zuid_
Beveland van de aardappelen in de grond zit.
De mogelijkheden om ze met wagen, of zakken-
rooier te oogsten nemen in de maand oktober zeer
snel af.
Door de vele regen van 6 op 7 oktober kon pas
midden in de week met het machinaal rooien van
de bieten worden begonnen. De oppervlakte suiker
bieten is in Zuid-Beveland kleiner dan vorig jaar.
Het aantal bietenrooiers blijkt nog te zijn toege
nomen waarbij de tweerijige nog sneller dan de
éénrijige. Het met de hand rooien neemt daardoor
zeer snel af.
Aan de hand van de stand van het bietenblad
hadden velen nog hoop op een vrij behoorlijke bie
tenopbrengst. Bij het rooien blijkt echter zeer dui
delijk dat dit laatste te oogsten gewas maar een
matige opbrengst zal geven.
In andere gebieden blijkt dat bij enkele bieten
rooiers het loof versnipperd of weggeslagen wordt,
terwijl de bietekoppen verzameld worden. Voor vele
veehouders zou dit een welkome aanvulling kun
nen zijn. Voor vele bietentelers zou dit eveneens
nog een welkome extra opbrengst kunnen beteke
nen. Hierbij mag verder bedacht worden dat Be
rn estingswaarde door de afvoer van de bietenkop
pen niet noemenswaardig daalt.
Gezien de goede opbrengsten van de wintertarwe
en het te verwachten zeer matige netto resultaat
van de suikerbieten lijkt voor bouwplan 1964 de
belangstelling voor de wintertarwe nog al wat
groter dan voor de suikerbieten. Alleen als de ga
rantieprijs drastisch geen flauwe kul van enkele
guldens verhoogd wordt, is er een kans aan
wezig dat de zelfde oppervlakte gehandhaafd kan
en zal worden.
In ieder geval werd er in de week van 712
oktober al heel wat wintertarwe gezaaid. Sommige
reeds geploegde percelen waren in de afgelopen
week wat te nat. De grootste uitzaai is deze week
wel te verwachten.
In verschillende zwaardere polders is men reeds
druk aan het wintervoor ploegen. In verschillende
gevallen worden hierbij ook reeds de groenbe-
mestingsgewas3en ondergeploegd. Tracht in ieder
geval zo droog mogelijk te ploegen, opdat de struk-
tuur, die deze zomer toch al zo veel heeft geleden
niet verder te verknoeien, maar door droog te
ploegen een kans te geven om weer wat op te
knappen.
DACHT ieder in OOST ZEEUWS-VLAANDE-
REN in de eerste weken van oktober aan 'n
nieuwe vochtmisère, de natuur was ons goed ge
zind en bracht zelfs enkele bijna zomerse dagen.
Ondanks dat de gronden oververzadigd waren en
er in de eerste dagen praktisch niets op het land
kon worden gedaan is toch verrassend snel de bie
tenoogst op gang gekomen. Jammer dat nog vele
partijen aardappels in de grond zitten en wachten
op de mogelijkheid van machinaal rooien. Hieruit
blijkt dat de bietenrooimachines beter op de natte
weersomstandigheden zijn afgestemd.
In Oost Zeeuws-Vlaanderen is de machinale
bietenrooikapaciteit enorm opgevoerd. Over het
algemeen wordt behoorlijk werk geleverd vooral
ook door de betere kopmethodes van de machines.
Wanneer we zo de bieten zien, dan vallen ze niet
mee maar ook niet tegen. Voorlopig een gemiddel
de opbrengst van rond de 41 a 42 ton per ha. Het
suikergehalte ligt momenteel rond de 16
De grondtarra's liggen geweldig hoog en varieer
den in het foegin van 2040 met uitschieters tot
6070 H(et lijkt ons voor de fabrieken een zeer
moeilijke opgave om bij de zeer verschillende rooi-
methodes de juiste tarra's van de leveringen vast
te stellen.
Bij de gezamenlijke bietenontvangst in Breskens
en op de „Coöperatieve" in Sas van Gent wordt
voor de bemonstering een zgn. Rüproinstallatie ge*
bruikt. We hebben die verschillende malen zien
werken en o.i. een rechtvaardige wijze van tarre
ring. Op beide plaatsen Breskens/Sas van Gent)i
wordt met een schema gewerkt waardoor (zonder
inmenging van de machinist) van te voren wordt
vastgesteld op welke plaats het monster zal wor
den genomen. Het zal voor ons leveranciers on
middellijk duidelijk zijn dat (indien mogelijk) voor
een homogene lading dient te worden gezorgd.
Zou dit niet het geval zijn dan is het mogelijk dat
het monster wordt genomen op een plaats waar
veel meer tarra zit dan werkelijk in de totale lading
voorkomt (uitschieters 5070 Door de fabrie
ken is dit moeilijk te kon troleren.
We vernemen dat de fabrieken nu, wanneer de
man bij de machine ziet dat een abnormaal vuil
monster wordt „geprikt", onmiddellijk een extra
kontrölemonster moet worden genomen. Hoewel
deze machines nog meer aan de machinale rooiing
moet worden aangepast zijn dit toch o.i. dé mon
sternemers van de toekomst. Ook de Centrale Sui
kerfabriek in Sas van Gent overweegt een derge
lijk installatie aan te schaffen.
VOOR de vele aardappelen die momenteel, half
oktober in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
nog te rooien zijn wordt de kans dat ze nog uit de
grond zullen komen steeds kleiner. Reeds herhaal
delijk schreven we dat we er in ons gewest dit jaar
naast zitten en ook met de aardappeloogst blijken
we vergeleken met overig Zeeland ver achterop te
komen. Want volgens het Zeeuws Landbouwblad
van 4 oktober j.l. zouden er in Zeeland niet veel
aardappelen meer te rooien zijn.
Er zijn de eerste helft van oktober wel veel bie
ten gerooid. Het was wel nat, maar het ging toch.
De tarra was er echter naar, ook van de ogen
schijnlijk zuivere bieten.
Hier en daar op de zware grond experimenteert
men met de Vieon bietenrooier om enkele rijen
bieten bij elkaar op de grond te werpen, inplaats
van rechtstreeks op de wagen. Deze methode ver
mindert de grondtarra aanmerkelijk, maar vergt
weer heel wat arbeidsuren voor het opladen. Dus
geen oplossing van het vraagstuk.
Hier en daar is men begonnen om tarwe te zaai
en en als het enige dagen droog zou blijven ver
wachten we dat de meeste tarwe deze week ge
zaaid wordt. Zo zijn we alweer bezig aan een nieuw
gewas, terwijl nog een aanzienlijk deel van de
oogst in de grond zit.
Met het natte weer werd vorige week veel grond
op wintervoor geploegd. Men had daar toen de
tijd voor, maar we zagen zo hier en daar toch nóg
al wat structuurbederf plaatsvinden. Dat kón ook
niet anders, maar het werk stil leggen kan eigen
lijk ook niet en als de omstandigheden om te ploe
gen gunstig zijn, dan ligt er zo veel ander werk
te wachten, dat men aan ploegen vrijwel niet toe
komt. Voor ons dus nóg geen probleem van vrije
tijdsbesteding.
IN Rusland blijkt men een nieuw soort tarwe
te hebben gekweekt, de „Bezostaja I" aldus
„De Molenaar". Deze nieuwe tarwe-soort geeft bij-
bijzonder rijke oogsten en is bovendien bestand
tegen wind, hagel, vorst en droogte. In verschil
lende delen van de Sowjet-Unie zijn in het afge
lopen jaar reeds oppervlakten met deze tarwe be
zaaid en de verkregen oogstresultaten varieerden
van 7500 tot 8000 kg graan per ha.
In het gebied van de rivier de Don (de koren
schuur van Rusland) zal dit jaar 1,5 miljoen ha,
dat is 60% van het bezaaide oppervlak, met deze
tarwe worden ingezaaid. Ook in andere delen van
Rusland wordt steeds meer van deze tarwe ver
bouwd. Indien dit bericht juist is, is het ook iets
voor onze tarweverbouwers die steeds hebben te
kampen met de verschijnselen hiervoor genoemd
met betrekking tot het weer, terwiile de opbrengst
bijna het dubbele bedraagt van de doorsnee-oog
sten.