Goed witlof trekken kan (nog) niet iedereen! 850 Zorg voor warme voeten en een koele k(r)op DINGEN VAN DE WEEK ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD JJE teelt van witlof bestaat uit twee onderdelen: de teelt van de wortels en de trek van het lof. Het eerste is erg eenvoudig en kan wel worden vergeleken met de teelt van suikerbieten: zaaien, dunnen, wieden en oogsten. Om met het trekken van witlof een gunstig resultaat te berei ken, is een goede herkomst van de wortels zeer belangrijk. Als men zelf de wortels teelt heeft men dit het beste in de hand. Want dit is het grote verschil met de teelt van suiker bieten: bij het telen van witlof wortels moet men zeer voor zichtig zijn met stikstof. Daartegenover moet de kalitoestand van de grond goed zijn evenals die van magnesium. Een kleine gift borax is ge wenst. Voor de vroege trek, waarvan de oogst in de tweede helft van oktober valt, wordt meestal Malina gebruikt. Later komt het ras Mechelse. Voor de andere rassen wordt ver wezen naar de Rassenlijst van Groentegewassen. HET FORCEREN IN DE OPEN GROND. In de open grond worden de wortels in november en december opgezet. Zonder toevoeging van bodemwarmte is de oogst nauwe lijks to spreiden. Indien bij het forceren in de open grond bodemwarmte wordt toegevoegd, kan men afhankelijk van het tijdstip, waarop men wenst te oogsten op een bepaald mement het natuurlijke groeiproces versnellen. De witlof wortelen moeten vóór het invallen van de vorst zijn inge- graven. Een goede oogst- en aanvoerspreiding kan bereikt worden door de wortels te trekken in overdekte ruimten (kassen, warenhuizen, schuren) en/of bodemwai'mte toe te voegen. GEFORCEERDE TREK MET VERWARMING Voor de vroege trek is behalve een vroege soort ook vermarming nodig. De geforceerde trek, waar bij gebruik gemaakt wordt van een witlof keteltje, is een oude en bekende methode. Het verwarmen van de grond onder de wortels kan tegenwoordig eenvoudiger met elektrische verwarming door mid del van kippengaas met 'n transformator of met een verwarmingskabel. Op vele tuinbouwbedrijven wordt reeds van kabelverwarming bij de witloftrek gebruik gemaakt. Het gaat bij de witloftrek populair gezegd om warme voeten en een koel hoofd. Daarom is zeker voor de vroege trek een kas minder geschikt. SAMENSTELLING VAN DE GROND Een belangrijk punt is de samenstelling van de grond in de trekschuur. In tegenstelling tot de vroeger veel verbreide mening wordt de krop niet uitsluitend gevormd door het reservevoedsel dat in de knol is opgeslagen. De grond! onder en tussen de wortels doet daar ook aan mee en moet daarom van prima samenstelling zijn. Deze grond moet goed vochthoudend zijn en een goede struc tuur hebben. Daar het over een kleine oppervlakte gaat en men het lang tevoren weet kan daar voor gezorgd worden. Het beste kan de grond in de schuur, die daarvoor wordt gereed gemaakt, ter diepte van 40 cm worden uitgegraven. In de schuur wordt eerst 'n laag van 20 cm grond gebracht. Daarop komt de verwarmingskabel, af gedekt met 10 cm van het grondmengsel. Vervolgens worden de wortels gezet en afgedekt met 8 tot 10 cm grond. Desgewenst strooit men daarover 1 a 2 kg kalksalpeter, \Vz kg magnesiumsulfaat en 2 a 3 kg patentkali. Er zijn nog geen proefveldcijfers bekend omtrent het nut van deze kunstmestgift. 't Laagje grond wordt (event, met de meststoffen) met ca. 750 ltr water per 10 m2 tussen de opge zette wortels gespoeld. Daarna worden de wortels afgedekt met ongeveer 12 tot 15 cm van de klaarge maakte grond. Deze grond mag geen kluiten verse mest bevatten. Het grondmengsel moet enige maan den tevoren worden klaargemaakt. ZEVENHONDERD KG PER 10 M- Op ieder bed van 10 m2 gaat ongeveer 700 kg wortels per trek. Een trek duurt van 3 tot 4 weken. .Voor een goede werkverdeling is het goed met vier bedden te werken en elke week een bed in te zetten. Voor de vier keer trekken op vier bedden is on geveer 12.000 kg wortels nodig. Een goed- veldge was wortelen kan deze hoeveelheid per Vz ha leveren. Bij het opzetten gebruiken we alleen ge zonde wortels om het optreden van ziekten zoveel mogelijk te voorkomen. Een witlofgewas onttrekt tijdens het trekken aan de grond ongeveer 10 liter water per kilo opge zette witlofwortels. Daarom moet, afhankelijk van de grond, tijdens de trek meer of minder water bij de wortels worden toegediend. Dit gaat uitstekend als per m2 in de kuil één draineerbuis woi'dt gezet. Zodra de wortelontwikkeling goed op gang is geven we via de draineerbuizen op zandgrond enkele keren per week 5 tot 8 liter water per buis. Op vochtige gronden zal deze hoeveelheid minder zijn. VERWARMING TIJDIG INSCHAKELEN Het verwarmen van de kuil is een spel dat goed gespeeld moet worden, anders gaat het mis. De ver warming wordt ingeschakeld als de fijne wortels uit de knollen ongeveer 5 cm lang zijn. In de prak tijk geeft men de derde of vierde dag na het slui ten van de kuil wel één keer een temperatuur- stoot tot 20° C. om de wortelontwikkeling op gang te brengen. Na een week geven we deze tempera- tuurstoten met korte tussenpozen. Voor Malina is de maximum temperatuur 25° C., voor vroege Mechelse 22° C. De late rassen worden tot 18° verwarmd. De hoogte van de temperatuur van de grond hangt ook samen met de temperatuur van de lucht. Als de luchttemperatuur hoog is en de grondtempera- tuur laag gaan de kroppen rekken. Ze worden dan lang en dun, maar niet mooi. Daarom moet 's nachts geventileerd worden en de schuur moet overdag gesloten blijven. Het is duidelijk dat dit spel alleen kan worden gespeeld met behulp van twee thermometers: één in de grond (grondthermometer) en één opgehangen in de schuur. Öp een gegeven moment worden de punten van de kroppen zichtbaar. De trekruimte moet dan van zelfsprekend goed verduisterd zijn of men moet extra grond of stro opbrengen. Stro is wat gemak kelijker te verwerken en in het hartje van de win ter nodig om het lof in de grond vorstvrij te hou den. Het stro moet eerst buiten flink uitgeschud worden omdat het fijne spul anders door de dek- grond gaat, hetgeen nadelig is. Een goed resultaat over het gehele jaar voor een teelt die slechts vier maanden van het jaar een gedeelte van de tijd en aandaeht vraagt hangt ech ter af van: a. de kwaliteit van de wortels; b. de structuur en voedingsto«estand van de grond hl de trekruimte; c. het spel met temperatuur en water; d. netheid bij het oogsten. ELEKTRISCHE GROND VER WAR MING BIJ HET TREKKEN VAN WITLOF Tal van elektrische verwarmingsinstallaties zijn thans met succes in gebruik bij het trekken van witlof. Speciaal de methode met lage spanning, welke met behulp van een veiligheidstransformator wordt verkregen, heeft veel ingang gevonden. Dit werkt volkomen veilig. 'Als verwarmingselement wordt gaas of draad toegepast, al of niet elektrisch geïsoleeid. Het trekken in een schuur met venti- latie-mogelijkheden geeft de beste resultaten. In een kas of bak ontstaan bij de vroege trek soms te hoge luchttemperaturen. Bij trekken in een bak zijn bovendien de -warmteverliezen hoger. TEELTSPREIDING GEWENST In verband met de teeltspreiding is het gewenst te beschikken over een aantal afzonderlijk te ver warmen kuilen van niet te gi'ote afmetingen. Een keuze kan gemaakt worden uit kuil-oppervlakten van 5 tot 60 m.2. Velen geven de voorkeur aan vier kuilen elk van ca. 30 m2, die dan na elkaar en af zonderlijk worden verwarmd. Wanneer met een trekperiode van 6 maanden wordt gerekend zijn 4 trekken te verwezenlijken. Dit betekent 16 kuilen van 30 m2 elk waarin ca. 29 ton witlofwortels kun nen worden verwerkt. Hoepel vele teeltfaktoren de opbx-engst bepalen, kan bij een rendement van 60 ca. 17.500 kg witlof worden geoogst. t(Zie verder volgende pagina.)' WAT hebben we het druk als fruittelers In deze weken Het lijkt wel of alle werk tegelijk op ons af komt. Het ene ras na het andere moet geplukt worden. Najaarsstormen herinneren ons er aan. dat de herfst volop is begonnen en afge waaide v ruchten zijn het bewijs, dat we bij moeten zijn met de pluk van ons fruit. Dat is echter gemakkelijker geschreven dan uit gevoerd. Op onze moderne fruitbedrijven kunnen we met betrekkelijk weinig mensen veel werk ver zetten, maar dat neemt niet weg, dat er in de plukperiode toch een enorme arbeidstop ontstaat en het opvangen van deze piek is geen eenvou dige aangelegenheid. We hebben al telers gesproken, die min of meer met de handen in het haar zaten omdat ze het niet rond kregen op de manier zoals ze liet graag zou den willen. In dit verband mogen we nog wel eens wijzen op het grote belang van een goede organisatie van de plukwerkzaamheden. Dat wil om te beginnen zeggen, dat we zorgen dat iedere plukker of pluk- ster een grondige instructie krijgt waardoor er geen fouten worden gemaakt. Het plukken van het fruit is geen moeilijk werk, maar het moet met zorg en overleg gebeuren. We zien soms op de veilingen partijen fruit waar bij liet lijkt of ze „geknuppeld" zijn. Dat hoeft echt niet meer. Als het een jong fruit- bedryf betreft behoeft er betrekkelijk weinig met de ladder geplukt te worden. De koppen van de bomen laten we in deze genvallen plukken- door mensen die er de slag van hebben om dat vak kundig te doen. Niet iedere werknemer kan even vlot met «Ie ladder omgaan. Er zijn tegenwoordig zeer handige pluksleden In de handel, soms met enkele treden, waardoor er weinig ladderwerk over blijft. Dat iedere plukker een plnkslede moet hebben, of dat er zeker één moet zijn per twee plukkers, is voldoende bekend. Ook het aanvoeren van de ledige kisten is een zaak van goed organiseren. Breng de ledige kis ten van tevoren op «le plaatsen waar ze zijn moe ten en haal de volle kisten op met «le daarvoor geschikte boomgaardwagen. De smalle wagens, «lie achter «Ie trekker in de boomgaard gebruikt worden, voldoen over het algemeen bijzonder goe«l. Een voordeel is, «lat deze wagens in de schuur ook met de klemsteekwagens gelost kun nen worden. Ook dat betekent een arbeidsbespa ring die er zijn mag. Direct na «le pluk komt het vraagstuk van de bestemming van het fruit. In feite moet dit zelfs vooraf worden bepaald. We bunnen ons voorstel len, «lat er onder «Ie huidige afzetomstantligheden heel wat telers zijn, die een belangrijk «Jeel van hun najaarsfruit willen ruimen. Daar is niets tegen, maar zorg er dan ook voor, dat U er niet te lang mee wacht. Zeker geldt «fit voor «le peren. Bijna elk jaar zien we, dat op een bepaald moment de peren rijp worden aangevoerd en hïertloor «le afzetkansen worden verkleind. In veel gevallen wil de handel het fruit in «le koelhuizen opslaan. Dan zal «le kwaliteit echter «jok goe«l moeten zijn, en daarom streven we er naar om het fruit, «lat we «lireet willen verkopen, niet te lang op te slaan in de bedrijfsschuur. Dat geldt uiteraard in minilere mate v«>or «Te appels. De handel heeft ook behoefte aan zgn. „mondrijp" fruit. Het kan helemaal geen kwaad als «Te Cox's Orange Pippin wordt aangevoerd op het moment dat ze wat kleur begint te krijgen en eetrijp gaat wor«Ten. Hetzelf<le geldt voor rassen als Glorie van Hol land en Ellisons Orange, om er maar enkele te noemen. De afzet van ons fruit gaat op het ogenblik boven verwachting goed. Er worden stevige prij zen betaald voor de goede rassen en kwaliteiten en het bewijst opnieuw, dat er mogelijkheden zijn voor hen, die met «le tijd zijn meegegaan. Dat doet goed in deze periode waarin lonen en prijzen zeer in opspraak zijn en waarin we ons dikwijls afvragen wat ervan komen moet. Het lijkt wel zeker, «lat we op een hoger loonpeil zul len komen en ongetwijfeld zullen ook vele prijzen «laarvau de invloe<i ondergaan. Voor ons, als fruit telers, die moeten leven van de opbrengst van niet- gegarandeerde produkten, kan dat soms wel eens beangstigend zijn, vooral na «le afgelopen maan- tlen, waarin we verschillende rassen op de veilin- gen moesten afleveren tegen prijzen, die belang rijk bene«len de kostprijs lagen. Toen hebben we gezien, dat de prijs zich niet Iaat «Twingen. We hebben echter ook gezien, dat er voor onze kwali- teitsprodukten een goede vraag bestond en «lat mag weer vertrouwren geven voor de toekomstige ont wikkeling. Wanneer «le Ionen stijgen, zullen de con sumenten ook meer geld beschikbaar hebben voor «le pro«lukten uit onze boomgaarden en wanneer die goed zijn, zullen ze ze heus wel kopen. T«rt de volgende week.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 6