Één keer per dag voeren Landelijke bietenrooidemonstratie «49 Een gewaarschuwd mens... Geurbepaling melk weer opgenomen in kwaliteitsonderzoek melk VRIJDAG 11 OKTOBER 196S V erzekeringsza ken WEDEROM is de bietencampagne 1963 begon nen en nogmaals willen wij onze leden op een groot gevaar wijzen. De bietencampagne pleegt in deze tijd van het jaar veelal gepaard te gaan met regen, met als gevolg: slik op de weg. Jaarlijks doen zich in deze periode een aantal ongevallen voor wegens het slippen op wegen waar bietenvervoer plaats vindt. De ongevallen lopen uiteen van een vuil pak, materiële schade tot ongevallen met dodelijke afloop. Vooral het feit, dat er mensenlevens mee gemoeid kunnen zijn, is een zaak van uitermate groot belang. Het moge bekend zijn, dat de bietenvervoerder verplicht is het bietenslik ogenblikkelijk van de wegen te ver wijderen en wel zodanig dat het slipgevaar tot een minimum wordt beperkt. Men is er niet mee klaar het slik 1 maal per dag van de weg te verwijde ren onder het motief dat het zo druk is met het werk. Na IEDERE vracht, die het land verlaat, zal de weg schoongemaakt dienen te worden. Vat deze verplichting niet te licht op; want zo zijn de voorschriften Het is ons uit ervaring bekend, dat door een aan tal ondernemers het verwijderen van het slik op de weg veelal geheel wordt nagelaten dan dat dit niet afdoende gebeurd. Op sommige wegen is de toestand dan ook allermiserabelst. De opzet van deze notitie is, diegenen, die het om allerlei redenen wel geloven, nog eens ernstig te waarschuwen. Wanneer zij van mening zijn, dat zij het risico van dodelijke ongevallen of ernstige materiële schade moeten en mogen riskeren, laten zii dan ook reëel zijn en in voorkomende gevallen zelf de schade dragen. Het tegen W. A. risico's verzekerd zijn, mag er niet toe leiden, dat men de zaak op zïin beloon laat en geen maatregelen treft. Bedenk daarbij, dat in iedere W. A.-polis, schade, ontstaan als gevolg van ROEKELOOSHEID IS UITGESLOTEN. Nu kunnen de weersomstandigheden van dien aard zijn, dat zelfs met de grootste moeite het slip gevaar niet geheel is weg te nemen. Met name op die wegen, waar intensief voor het bietenvervoer Van gebruik wordt gemaakt. In die gevallen zou den wij willen adviseren borden te plaatsen, waar op met grote letters (met lichtgevende verf) aan gegeven staat ..SLIPGEVAAR". Het plaatsen van zo'n bord ontslaat U NIET van de VERPLICHTING het slik van de weg te ver wijderen, maar de weggebruiker is dan in ieder geval gewaarschuwd. Het gaat er om, de ongevallen te voorkomen, dan wel tot een minimum te beperken. Dat is ons aller belang. Werkt allen mee! de L. DE Stichting Regionaal Orgaan voor Melkhygiëne Z.W. Nederland deelt mede, dat vanaf 6 ok tober de geur der melk weer bij de kwaliteitsbepa ling is opgenomen. Indien vlak vóór of tijdens het melken sterk riekende voermiddelen worden ge voerd bestaat het gevaar dat de melk deze geur ook verkrijgt. Ook indien deze voedermiddelen tijdens het melken in de stal aanwezig zijn bestaat de kans dat de melk de geur opneemt. Plaats tijdens het melken de bussen in een frisse stofvrije ruimte. Bij reuk en/of smaakafwijkingen wordt de melk in klasse drie ingedeeld. fEDURENDE de winter 19611962 werd op de proefboerderp „De Waag" een voederproef genomen, genomen, waarbü de mogelijkheden zijn bestudeerd van het één keer per dag voeren. Uit deze proef is gebleken, dat hierdoor het lichaamsgewicht misschien wat ongunstig beïnvloed wordt. Wat de melk-, vet- en 'eiwitopbrengst betreft, kon geen verschil van betekenis worden vastgesteld tussen het één of twee keer per dag voeren. De resultaten leken zeer gunstig. Het was niettemin gevaarlijk een conclusie te trek ken uit de resultaten van één jaar, temeer daar dit voersysteem zo sterk afweek van de traditionele methode. Tijdens het stalseizoen 19621963 werd de proef (I) dan ook herhaald. In de afgelopen stalperiode is ook nog een tweede proef (II) met andere koeien genomen. Hierbij heeft men geprobeerd na te gaan of het één keer per dag voeren .moeilijkheden geeft als bij het begin van de stalperiode grote hoeveelheden verse stoppelknollen of vers bietenblad worden verstrekt, waarna op het normale winterrantsoen wordt overgegaan. Bovendien kon door proef II bestudeerd worden of dit voer systeem direct na het afkalven toegepast kan worden. Beide proeven zijn genomen op de proefboerderij „De Waag" onder auspiciën van het Veevoederbureau voor de Noordoostpolder. UITVOERING VAN PROEF I De proef is genomen met twee groepen van 13 zwartbonte koeien. In beide groepen waren twee vaarzen opgenomen. Alle dieren zijn wat leeftijd, gewicht, produktie en kalfdatum betreft, zoveel mogelijk gelijk gehouden. Op 26 november werd een begin gemaakt met de proef. Deze bestond uit een voor-, hoofd- en naneriode van resp. 4-, 8- en 4-weken. Tijdens de voor- en naperiode werden beide groepen op dezelfde manier en met dezelfde mid delen gevoerd om te controleren of ze onderling vergelijkbaar bleven. Gedurende de hoofdperiode kreeg de controlegroep 's morgens en 's avonds de helft van het dagrantsoen. De proef groep werd als volgt gevoerd: 's morgens 5.30 uur: 7 kg hooi in de ruif; 's morgens 6.30 uur: 15 kg bieten, 14 kg biete- koppènkuil en 8 kg voordroogkuil in de voerbak. Het krachtvoer werd zowel 's morgens als des avonds verstrekt. Wat de opname van het voer betreft, werden dezelfde ervaringen opgedaan als bij de proef in 19611962. De bieten werden door alle 13 die ren direct opgenomen. Verschillende koeien hadden 's middags om 12 uur al het voer reeds op. Ook de afgelopen stalperiode was het opmerkelijk, dat de dieren rustig bleven als 's avonds de controle groep gevoerd werd. Deze dieren kregen het ruw- voerrantsoen namelijk in twee keer. RESULTATEN Tijdens de proef zijn ook dit jaar niet veel stoor nissen voorgekomen. Diarrhee of pensstoornis is niet geconstateerd. Gedurende een paar dagen hadden in beide groe pen enkele dieren in lichte mate uierontsteking. De conditie Tegen het eind van de hoofdperiode werden de koeien door 3 deskundigen op hun conditie be oordeeld. Verschillen vai\ enige betekenis tussen beide groepen kwamen daarbij niet naar voren. Verloop van het levend gewicht Om het verloop van het gewicht vast te stellen weHen de koeien elke week één keer gewogen. In de week voor en na de hoofdperiode gebeurde dit 3 dagen achter elkaar. Na wiskundige verwerking van de verkregen gegevens bleek in tegenstelling tot vorig jaar dat het gewicht door één keer per dag voeren niet on ongunstig werd beïnvloed. Vorig jaar was er wel sprake van een geringe ongunstige beïnvloeding. Produktie In onderstaande tabellen is aangegeven hoe de produktie van de twee groepen is geweest. Tabel I Gemiddelde melkproduktie in kg per dier per dag. Proef groep Contr. groep Verschil Voorperiode 20.54 20.69 0.15 Hoofdperiode 17.66 17.28 0.38 Naperiode 16.86 16.31 -j- 0.55 TVINSDAG 22 en woensdag 23 oktober zal op terreinen van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen f nabij Numansdorp een landelijke bietenrooi- en transportdemonstratie worden gehouden, die is voorbereid door vertegenwoordigers van het Centrum voor Rationele Bedrijfsvoering op de Zuidhol landse eilanden, de Rijkslandbouwvoorlichtingsdiensten, de suikerindustrie, het Instituut voor Ratio nele Suikerproduktie te Bergen op Zoom, het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wageningen en het Landbouwschap. Op beide dagen zal worden gedemonstreerd van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur. Op beide dagen, zowel des morgens als 's middags worden de gerooide bieten van alle machines bemon sterd, waarvan de uitslag zo spoedig mogelijk tijdens de demonstratie wordt bekendgemaakt. Deelgenomen wordt door 16 één- en meerrijige, hoofdzakelijk automatische rooimachines. Voor de afvoer van het produkt staan 24 verschillende merken wagens ter beschikking. De gerooide bieten zul len zowel rechtstreeks in het schip als aan een voorraadhoop worden gebracht. Aan de gedemonstreerde machines wordt na afloop van de demonstratie op beide dagen een be schouwing gewijd, die wordt verzorgd door een medewerker van 't Rijkslandbouwconsulentschap voor Landbouwwerktuigen. De route naar het demonstratieterrein zal vanaf Numansdorp met pijlen worden aangegeven. Mocht de demonstratie vanwege zeer ongunstige weersomstandigheden geen doorgang kunnen vin den, dan wordt dit op de demonstratiedagen om 6.40 uur in het agrarisch radiobulletin bekendgemaakt. Uit tabel I blijkt, dat de melkgift van de con trolegroep tijdens de hoofd- en naperiode meer is gedaald dan van de proefgroep. Het zelfde geldt voor het vetgehalte. Van beide groepen steeg deze aanzienlijk tijdens de hoofd periode. Tabel II geeft dit duidelijk weer. Tabel II Gemiddeld vetgehalte in Proefgroep Contr. groep Verschil Voorperiode 4.19 4.19 Hoofdperiode 4.40 4.33 -f 0.07 Naperiode 4.44 4.40 0.04 Tabel III Gemiddeld eiwitgehalte in Proefgroep Contr. groep Verschil Voorperidoe 3.26 3.27 0.01 Hoofdperiode 3.51 3.56 0.05 Naperiode 3.50 3.54 0.04 Tabel III laat duidelijk zien, dat het eiwitge halte van beide groepen tijdens de hoofd- en na periode aanzienlijk hoger was dan in de voorpe riode. De wiskundige verwerking van de bovenstaande tabellen gaf zodanig kleine verschillen te zien, dat we moeten concluderen: de produktie wordt door het één keer per dag voeren niet ongunstig beïnvloed. UITVOERING PROEF II Deze proef is genomen op praktijkschaal. Hier zijn twee groepen van twaalf koeien uitgezocht. In elke groep waren oudere dieren, vaarzen, nieuwmelkte-, oudmelkte- en droogstaande koeien opgenomen. De groepen werden zo goed mogelijk ingedeeld. Toen voor één groep voerruiven waren aangebracht, werd zonder voorperiode met het één keer per dag voeren begonnen. Dit was op 28 no vember 1962. Tot 12 december werden in het voe derrantsoen voor de koeien 35 kg en voor de vaar zen 25 kg verse bietekoppen opgenomen. Daar naast werden bieten en 67 kg hooi verstrekt. Op laatstgenoemde datum werden de bietekoppén vervangen door stoppelknollen. Deze werden op 24 december weer vervangen door ingekuilde bietekoppen en voordroogkuil. De proef werd be ëindigd op 1 mei 1963. RESULTATEN Vergelijken we de proefgroep met de controle groep over de hele winterperiode dan kan worden gesteld, dat de produktie van de koeien die één maal per dag werden gevoerd zeker niet achter is gebleven bij de dieren die twee maal per dag gevoerd werden. De vergelijking van de produktie vond plaats op basis van de melkcontrólegegevens. De conditie van beide groepen was goed en er konden ook geen verschillen worden vastgesteld. Eveneens geldt dit voor het gewicht. Wat de overige punten betreft, zoals pensstoornis, vastr- heid mest, voederopname e.d. konden we vaststel len dat het één keer per dag voeren, gedurende een hele winterperiode, geen moeilijkheden heeft opgeleverd. Zelfs niet wanneer grote hoeveelheden vers voer werden verstrekt. NABESCHOUWING Ir. A. W. J. de Bruijn van R. L. V. D. N. O. P knoopt aan de samenvatting van de gegevens over deze proef „Eén keer per dag voeren", de volgende nabeschouwing vast: Uit bovenstaande resultaten blijkt dat één keer per dag voeren zonder enig bezwaar kan worden toegepast wanneer een hoeveelheid hooi van 7 kg wordt verstrekt in een ruif. Helaas hebben de meeste bedrijven hiervoor niet voldoende ruimte. In de Noordoostpolder wordt gemiddeld 34 kg hooi in het rantsoen opgenomen. Het is de be doeling in de komende stalperiode een voederproef te nemen, waarbij de koeien voor het melken 3-^-4 kg hooi in de voederbak wordt verstrekt en na het melken al de saprijke produkten. Deze proef wordt dus zonder ruif genomen. In een andere proef zal a.s. winter worden nage gaan of dit voedersysteem tijdens de hele stal periode kan worden toegepast. Ook zal voordroog kuil met maaikneuskuil worden vergeleken. Als deze proeven a.s. winter ook geen ver schillen te zien geven, dan is dit voedersysteem door elke boer toe te passen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 5