BROUWGERSTMARKT Korte wenken Instituut voor landbouwbedrijfsgebouwen 799 BROUWGERSTNIEUWS Verslag over 1962 VRIJDAG SEPTEMBER 1%3 AOK in de landbouw doet de invloed van de schaarste aan arbeidskrachten en de stijging der lonen zich steeds sterker gelden. Het is dus zaak om de bedrijven zodanig in te richten dat met een minimum aan arbeid kan worden volstaan. Daarnaast moet er naar gettreefd worden om het werken op de boerderij aantrekkelijk te maken. In dit verband wordt gedacht aan verlichting en veraangenaming van de werkzaamheden, invoe- ïiing van kortere werktijden, van de vijfdaagse werkweek enz. Beide aspecten leiden tot mechani satie en rationalisatie. Dit hebben de ontwikke lingen in de Verenigde Staten van Amerika bij voorbeeld reeds duidelijk aangetoond. Ook in ons land is een dergelijke ontwikkeling aan de gang. Met name in de akkerbouw zijn reeds aanzienlijke vorderingen gemaakt. De veehouderij verkeert wat de mechanisatie en de rationalisatie betreft nog min of meer in het beginstadium. Dat is ook niet zo verwonderlijk wanneer men bedenkt dat bij de laatstgenoemde bedrijfstak een groot deel van de werkzaamheden in de gebouwen moet plaats vin tien, waar men dus gedwongen is zich aan te pas sen aan de bestaande situaties. Aangezien verbou wen en nieuw bouwen duur is komt men er niet zo gauw toe om ondoelmatig ingerichte gebouwen te verbeteren. Naarmate de schaarste aan arbeids krachten en de stijging van de lonen zich sterker doen gevoelen zal men eerder geneigd en genood zaakt zijn om over deze drempel heen te stappen. Wel is het zaak om zich van tevoren goed te realiseren hoe de problemen het beste kunnen worden opgelost en op welke wijze en in welke mate deze oplossingen de bedrijfsvoering beïnvloe den. De ervaring heeft n.l. geleerd dat, bij het hui dige geringe aantal arbeidskrachten per bedrijf, een wijziging in de arbeidsbehoefte van een be paald bedrijfsonderdeel tot gevolg kan hebben dat de gehele bedrijfsvoering dient te worden herzien. Wanneer bijvoorbeeld in een bepaalde produktie- richting door verbouwing en mechanisatie een be langrijke arbeidsbesparing kan worden bereikt, zal men moeten overwegen of het aanbeveling ver dient deze vrijkomende arbeid te benutten voor uitbreiding van de produktie of dat het voordeliger is om ook andere bedrijfsonderdelen zodanig te wijzigen dat een volledige arbeidskracht kan wor den afgesloten. Het Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen heeft zich ook in het afgelopen jaar weer in be langrijke mate bezig gehouden met zoeken naar mogelijkheden om door een verbeterde indeling en inrichting van de gebouwen en door bepaalde vor men van mechanisatie de arbeidsbehoefte tot een minimum te beperken. Op sommige punten kon den successen worden geboekt, terwijl in andere gevallen voortzetting van het onderzoek nood zakelijk zal zijn. Bij sommige produktierichtingen, zoals bijvoor beeld de varkensmesterij en de pluimveehouderij, is het aandeel van de arbeid in de totale produktie- kosten van minder betekenis. Daar spelen vooral de voerkosten een belangrijke rol. Het onderzoek zal in die gevallen dus mede gericht moeten zijn op factoren die de voederkosten kunnen beïnvloe den, zoals de wijze van huisvesting, het stalkli maat en de voermethoden. Ook hiermede heeft het instituut zich bezig gehouden, Het blijkt echter moeilijk te zijn om een duidelijk inzicht te verkrij gen in de invloed van het stalklimaat, aangezien dit stalklimaat ontstaat door de werking van een complex van factoren, terwijl de mogelijkheid om het effect van de afzonderlijke factoren op de reacties der dieren te bepalen tot nog toe ont breekt. Een en ander is aanleiding om tot een meer gedetailleerd onderzoek over te gaan. Ten slotte dienen nog enkele woorden te worden gewijd aan het bouwen zelf. De schaarste aan bouwvak- arbeidskrachten werkt vertragend op het gereed komen van gebouwen, terwijl door de hoogte van de lonen de bouwkosten tot een ongekende hoogte zijn gestegen. Daarnaast kan men zich afvragen of de behoefte aan gebouwen die 50 jaar of langer meegaan nog wel zo groot is nu de technische ver oudering van steeds meer belang gaat worden. De nadruk dient naar onze mening vooral op de flexi biliteit te worden gelegd omdat men tengevolge van snelle ontwikkelingen zelfs niet meer kan voorspellen welke eisen men over 10 jaar zal stel len. Het instituut heeft daarom ook in 1962 het onderzoek naar goedkopere materialen en con structies voortgezet. De ontwikkelingen op het ge bied van de bouw met fabriekmatig vervaardigde elementen stemmen tot tevredenheid. Ze worden door de praktijk met toenemende belangstelling gevolgd. Zij die zich wensen te verzekeren van een auto matische toezending van alle publikaties en mededelingen kunnen toetreden als donateur. Zjj ontvangen tevens de door het Rijkslandbouwcon- sulentschap voor Boerderijbouw uit te geven teke ningen. Het donatiegeld bedraagt 15,per jaar. ARBEID IN LAND- EN TUINBOUW AANTREKKELIJK? (Vervolg van pag. 799) die hij moet volgen om een prettige groep mensen op zijn bedrijf te hebben, de arbeid aantrekkelijker te maken. tot goede onderlinge verhoudingen te komen, is samenspel nodig. Dit betekent dat ook de werknemer een bijdrage heeft te leveren e>m tot de goede onderlinge verhoudingen te komen. Ook de werkgever heeft er recht op als mens beschouwd te wordcu. Ook met zijn aard en behoeften moet rekening gehouden worden. In dit samenspel is het zaak voor de arbeider ©m te trachten zoveel mogelijk partner te zijn ïn het overleg (kennis opdoen), begrip te hebben voor de belangen van het bedrijf, zorg voor het werk en het materiaal. Er liggen voor een goed personeelsbeleid in de land- en tuinbouw grote mogelijkheden, groter dan in de industrie, wellicht door het directe persoonlijke contact. Dc opgave is deze moge lijkheden te realiseren. dR. DOOR het betere weer sinds 6 september heeft men in de diverse landen een groot gedeelte van de gerst kunnen bergen, zodat de 'toestand langzamerhand iets overzichtelijker wordt. Er verschijnen dan ook enige marktberichten. Wij ontlenen de volgende cijfers aan een circulaire van één van on:;e relaties. Deze schat dat Duitsland circa 975.000 ton brouwgerst zal produceren (vorig jaar 1.318.500 ton). Dit zou betekenen, dat er 667.000 ton ingevoerd zullen moeten worden (vo rig jaar was dit 300.500 ton). Denemarken heeft weliswaar thans een groot gedeelte van de gerst- oogst binnen, doch de kwaliteiten zijn twijfelach tig en Denemarken is dan ook nog steeds niet in de markt. Afgezien van de hoeveelheid, welke reeds voor export, verkocht werd, zal Frankrijk nog minstens 160.000 ton aan buitenlandse af nemers kunnen verkopen. Engeland is deze week weer in de markt gekomen, zij het dan op een prijsniveau dat ongeveer 2,00 per 100 kg hoger ligt dan in het begin. Daar de invoerheffingen op derde landen gedaald zijn, bestaat er een goede /"~>P verschillende plaatsen is er nog een over- schot aan gras. terwijl de tijd van hooien nu voorbij is. Het zou echter jammer zijn, dat dit teveel aan weidegras verloren zou gaan. De stal- periode is lang en op het laatst is de ruwvoeder- positie vaak schaars. Benut daarom dit extra ge groeide gras zo goed mogelijk en breng het nu nog in de kv.il. /ONGE kalveren zijn nog teer en gevoelig voor allerlei ziekten. Het seizoen is nu zover ge vorderddat de kalfjes, speciaal de voorjaars kalveren, voor dag en nacht opgestald moeten worden. De nachten worden koud en de kwaliteit van het gras minder. Long jacht treedt dan ge makkelijk op. Breng de dieren naar de stal en zij zullen het claar met een rantsoen met voldoende eiwit beter doen dan in de wei. belangstelling voor Engelse Proctor en er kwamen dan ook diverse zaken tot stand. Hoeveel brouw gerst Engeland dit jaar kan exporteren, valt nog niet te overzien. Duitsland zou van de totale invoerbehoefte van circa 670.000 ton tot nu toe ongeveer 200.000 ton gedekt hebben en wel: circa 5.000 ton in België, 50.000 ton in Denemarken, 100.000 ton in Frankrijk, 15.000 ton in Engeland en circa 20.000 ton in Nederland. Ongeveer tweederde van de invoer behoefte zal Duitsland nog moeten dekken. Het is momenteel zeer moeilijk het verdere prijsverloop voor de rest van het seizoen te voor spellen. Wat Nederland betreft is het E. E. G.-hef- fingenstelsel vrij ongunstig, omdat de Belgische en Duitse heffingen t.o.v. Nederland zullen stijgen. Dit zal op een mogelijke prijsstijging een zekere remmende invloed hebben. Wij beschouwen de prijzen, die momenteel voor expori gemaaftt kun nen worden, nog steeds aantrekkelijk. Heffingen ongewijzigd. De afgelopen week ging er op de brouwgerst- markt weinig of niets om. Door de drukke oogst- werkzaamheden is de brouwgerst enigszins in een vergeetboekje geraakt. Van aanbod was nauwelijks sprake, terwijl van buitenlandse zijde nagenoeg geen belangstelling werd getoond. Slechts het CBK bleef op de bekende prijzen onverminderd interesse tonen. Hieruit mag men concluderen, dat de markt prac- tisch zonder zaken prijshoudend gestemd bleef, met een vaste ondergrond. Van andere Westeuropese brouwgerstproduceren- de landen gaat momenteel weinig concurrentie uit. Van Engelse zijde wordt bijna niets aangeboden. Ondanks dat afgelopen week een groot deel van de oogst aldaar onder gunstige weersomstandigheden kon worden geborgen, is nog niet precies te zeggen hoeveel brouwgerst Engeland voor export zal kun nen produceren, daar veel gerst door gespleten kor rels voor brouwdoeleinden ongeschikt is geworden. Frankrijk heeft nog steeds een vaste markt en ook hier ontbreekt het aanbod en is nog niet precies te zeggen welk deel geëxporteerd kan worden, daar ook in dit land een groot deel van de gerst om kwa litatieve redenen niet meer voor brouwdoeleinden geschikt is. In Denemarken heeft een deel van de brouwgerst schot, een slechte kleur en veel gespleten korrels en het aanbod uit dit land is beperkt tot enkele goede partijen, die duur betaald moeten worden. Ondanks al deze ongunstige berichten, die voor de afzet van onze brouwgerst goede perspectieven bie den, is het niet gewenst op nog hogere prijzen te gaan speculeren. Het huidige prijsniveau ligt gun stig en wij adviseren de telers reeds nu een deel van hun brouwgerst te likwideren om zodoende van een goede prijs verzekerd te kunnen zyn. Om in het voorjaar een naar verhouding zelfde p»*üs te kun nen maken moet de markt minstens 1,50 stijgen, hetgeen zeer wel mogelyk is, doch zulks dient men af te wachten. Het binnenlands prijsniveau is hoog en op de hui dige importheffing voor Duitsland momenteel niet meer interessant, hetgeen blijkt uit de zeer kleine vraag. Mogelijk kan een betere voergerstmarkt met een daarmede gepaard gaande verlaging van de in voerheffing aan deze vraag iets verbeteren, doch zulks za] men eveneens moeten afwachten. Het is een feit, dat de marktwaarde op het mo ment dat wij dit schrijven gunstig ligt en het gezeg de van „Door winst te nemen is nog niemand armer geworden" nog steeds opgang doet. CEBECO. I T herinnert zich nog wel de vele plassen op het land in afgelopen voorjaar. Door drai nage wordt het natste land het droogst, de gewas sen groeien beter en de bewerking kost minder. Direct na de oogst is een mooie tijd om te drai neren, de structuur wordt minder benadeeld dan in de winter, terwijl u bovendien op tijd kunt ploegen. Maak plannen en voer ze uit! VEILIGHEID voor alles" is een devies, dat ook de landbouwer moet trachten zich eigen te maken. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor het personeel. In deze tijd wordt veel ge bruik gemaakt van maaidorsers, stropersen en an dere oogstmachines, die bij nonchalant gebruik of onvoldoende afscherming van gevaarlijke onderde len steeds een bedreiging van het leven vormen Tracht dus veilig te werken, U hebt maar één le ven! Zo behoort bij de trekker de aftakas te zijn af geschermd, een punt waaraan het vooral oudere trekkers nogal eens mankeert. De tussenas die ge bruikt wordt voor de aandrijving van het werk tuig, de machine of zelflossende wagen moet be schermd zijn door een losse koker met trechter vormige uiteinden. OP veel percelen waar de aardappelen machi naal gerooid zijn, ligt straks weer een dikke laag uitgezeefde, fijne grond. Deze laag is geheel structuurloos en bij regen geeft het één papperige massa. Ga dergelijke grond bij droog weer zo snel mogelijk bewerken door b.v. met een kultivator weer grovere kluiten naar boven te brengen. Zaai in dergelijke bewerkte grond nooit wintertarwe ivant de grond verslempt en de tarwe mislukt. AARDAPPELEN zijn voor melkvee een uitste kend voeder mits U er maar om denkt met mate te voeren. Op veel bedrijven wordt daar dan ook een dankbaar gebruik van gemaakt om kriel, beschadigde, groene en door de aardappelziekte aangetaste knollen op te voeren. Voor een goede gezondheidstoestand van het vee mag u niet meer dan 48 kg per koe per dag verstrekken. N. V. Gehr. van den Akker Agenturen - telefoon 134655 - Rotterdam, deelt het volgende mede:

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 15