Tarweregeling
Grondgebruik
Jaarverslag S.N.Ui.F. 1962
767
Oogst-verlof dienstplichtigen
Uitstel herhalingsoefeningen
E. V.O. kritiseert beleid
auto-assuradeuren
VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1063
UOEWEL de situatie nog niet geheel is te beoordelen, staat het wel vast, dat de tarwe van deze
oogst ernstig schade heeft ondervonden van de uitzonderlijk slechte weersomstandigheden. Een
belangrijk deel van de inlandse tarwe kan, wegens een te hoog schotpercentage, niet voor zijn eigen
lijke bestemming de broodbereiding worden aangewend.
De garantieregeling heeft betrekking op de voor menselijke consumptie geschikte tarwe. Dit jaar zou
een groot deel van de tarwe buiten de garantieregeling vallen en dus niet meer opbrengen dan de vee-
voederwaarde. De mogelijkheid tot aanbieding voor denaturatie was beperkt tot tarwe met maximaal
15 °/o schot.
Nu zou men de slechte partijen kunnen opmengen met goede partijen zo die er voldoende zjjn
om zodoende tot een gemiddelde te komen van minder dan 15 schot, om nog van de denaturatiever-
goeding te kunnen profiteren. Voor deze opmenging moeten echter kosten worden gemaakt. Bovendien
zouden dan de allerbeste partijen in plaats van in het brood in de voertrog terecht komen.
De maalindustrie zou dan de middelmatige partijen moeten verwerken en naar verhouding veel buiten
landse tarwe moeten bijkopen om de gemiddelde kwaliteit op te voeren. Het wegvloeien van de aller
beste partijen naar de veevoedersector zou de mogelijkheid van verwerking van inlandse tarwe in hel
brood beperken en dus een prijsdrukkende werking uitoefenen.
Dit is geen boerepbelang en ook geen belang voor maalindustrie en bakker. Daarom heeft het Land
bouwschap contact opgenomen met de Vereniging van Meelfabrikanten om na te gaan in hoeverre
een bevredigende regeling zou kunnen worden getroffen om te bewerkstelligen dat de beste tarwes
ook inderdaad voor broodbereiding worden aangewend. Daarna heeft overleg plaats gevonden met het
Produktschap voor Granen en met vertegenwoordigers van alle groeperingen van het belanghebbende
bedrijfsleven.
Allereerst is besloten ook de mogelijkheid tot het verlenen van denaturatietoeslagen van tarwe met
meer dan 15 open te stellen. Deze tarwes behoeven dus niet meer voor zover dat mogelijk zou
zijn te worden opgemengd met betere partijen. Vervolgens is een nadere regeling uitgewerkt inzake
kortingen op de volledige denaturatietoeslag voor partijen met meer dan 15 -schot. Waar tussen de
groepen van belanghebbenden een zo grote mate van overeenstemming werd verkregen, mag worden
verwacht, dat de Minister de desbetreffende voorstellen spoedig zal goedkeuren.
Uiteraard zal de maalindustrie met name belangstelling houden voor de betere partijen, vooral ook
omdat bij de huidige prijsregelingen de zgn. drempelprijs voor buitenlandse tarwe hoger ligt dan de
binnenlandse interventieprijs. Hierin zit dus de mogelijkheid van een premie voor redelijk goede par
tijen inlandse tarwe. Hoewel het normale oogstrisico dat dit jaar wel zeer gevoelig aankomt voor
de boer blijft, zou daardoor tevens zijn bereikt, dat het prijsrisico bij tarwe van minder goede consump
tiekwaliteit, in belangrijke mate wordt ondervangen.
IN de maa* delijkse vergadering van de commissie Grondgebruik van het Landbouwschap werd,
naar aanleiding van de jongste uitgifte van landbouwbedrijven in Oostelijk Flevoland de wens
geuit dat bij de toewijzing vooral ook rekening moet worden gehouden met de belangen van door
stadsuitbreiding van hun hof verdreven pachters. Voorts werd uitvoerig het vóór en tegen besproken
van het ter kennis brengen van een gegadigde voor een bedrijf in een IJsselmeerpolder, als hij defini
tief kansloos is. Thans geschiedt dit veelal niet. Een bepaalde gegadigde kan nl. wel geschikt worden
bevonden als de kolonisatie van een polder reeds een eindweegs gevorderd is, doch niet als deze nog
in een beginstadium verkeert.
Een en ander zal in het periodieke overleg van de commissie Zuiderzeepolders van het Landbouw
schap met de directie van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders aan de orde worden gesteld.
AAN de voornemens van het vorige kabinet betreffende de verruiming van het gemeentelijke be
lastinggebied werd een eerste bespreking gewijd. Staande voor de keuze tussen het invoeren van
een gemeentelijke woonplaatsbehandeling die in feite als een (extra) inkomstenbelasting gezien moet
worden, of invoering van een belasting op de eigenaren en gebruikers van onroerend goed, koos de
regering-De Quay de laatste mogelijkheid.
Daartegenover zouden dan de grondbelasting en de personele belasting komen te vervallen. Vol
gens een voorlopige raming zou hier een extra belasting ad 80 miljoen uit kunnen voortvloeien.
De gemeenten zouden dan over een maximumbedrag van 200 miljoen de beschikking verkrijgen en
de provincies over 10 miljoen.
Omtrent de merites van deze belangrijke voornemens zullen de commissie Grondgebruik alsook de
Belastingcommissie van het Landbouwschap zich nader oriënteren.
ZOALS w(j nog in het kort in ons nummer van
de vorige week konden vermelden, heeft de
Minister van Defensie, in verband met de aanhou
dende abnormale grote regenval en de daardoor
optredende ernstige vertraging bij de oogstwerk-
zaamheden, de militaire bevelhebbers opgedragen
de daarvoor in aanmerking komende dienstplichti
gen,-onverwijld met oogst verlof te zenden voor een
tqdvak van 21 dagen.
In afwijking van de bestaande regelingen bepaal
de de Minister dat dit oogstverlof voor 't verrichten
van oogstwerkzaamheden in de landbouw- en ge
mengde bedrijven aan boerenzoons en landarbei
ders direkt diende te worden verleend. Tevens werd
bepaald dat deze regeling niet alleen zou gelden
voor bedrijven waarop zij vóór hun opkomst in
werkelijke dienst steeds werkzaam waren, maar
ook t.b.v. bedrijven van familieleden, vrienden of
kennissen, waarop zij naar redelijker wij.s kan
worden aangenomen in geval zij niet onder de
wapenen verbleven, ook hulp zouden hebben ver
leend. Tevens werd nader bepaald dat het recht
op soldij behouden bleef en ook vrij vervoer werd
gegeven.
Deze zeer gunstige oogstverlofregeling bleek ech
ter o.m. niet te gelden voor recruten in dépot, op
leidingsinrichtingen, militairen die cursussen volg
den en militairen die voor herhalingsoefeningen on
der de wapenen waren. Na het bekend worden van
deze richtlijnen heeft onze Algemeen Voorzitter
Ir. M. A. Geuze direkt telefonisch kontakt opgeno
men met de Minister en er met klem op aange
drongen de herhalingsplichtigen uitstel van op
komst te verlenen. Juist in deze gevallen betreft
het hier vaak de ondernemer, die in deze moeilijke
oogstperiode zeer bezwaarlijk gemist kan worden.
Deze door onze voorzitter ondernomen stap heeft,
zoals uit onderstaande bericht mag blijken, ten
volle succes gehad.
ANDERNEMERS in het akkerbouw- en het ge-
mengde bedrijf, die dit najaar voor herhalings
oefeningen moeten opkomen, kunnen hiervoor uit
stel krijgen. Zij dienen het uitstel via de normale
weg bij de gemeentesecretarie van hun woonplaats
aan te vragen en ten genoege van de burgemeester
»an te tonen, dat hun aanwezigheid op het bedrijf
kt verband met de oogstsituatie noodzakelijk is.
Beperking no-claim korting niet in belang
van verkeersveiligheid
II ET is bijzonder te betreuren, dal bij de recen-
te premieverhoging- per 1 augustus j.l. de
automobiel verzekeraars niet hebben gezocht naar
èen stimulerend premiesysteem om de toch grote
groep van schadevrije rijders tegemoet te komen,
aldus de E. V. O., het premiebeleid van de ver
zekeringsmaatschappijen kritiserende. Het is on
juist dat een aantal automobielassuradeuren des
tijds de no-claim korting voor schadevrij rijden
drastisch heeft beperkt.
- Bij de E. V. O. zijn vele reacties binnengekomen
van verzekerden, die de maatregel om de korting
voor schadevrij rijden te beperken of te verlagen
onjuist, onredelijk en zelfs onverantwoordelijk
achtten. „Wij zijn ervan overtuigd, dat de beloning
in de vorm van een behoorlijke no-claim korting
niet alleen psychologisch juist en goed heeft ge
werkt, doch dat deze mogelijkheid ook de ver
keersveiligheid heeft bevorderd". Tal van auto
mobilisten beschouwen het als een eer jaren ach
tereen schadevrij te rijden. Niet zonder reden
hebben vele bedrijven voor hun chauffeurs een
premieregeling ingevoerd voor schadevrij rijden.
ï>e ervaring heeft geleerd, dat daarvan een grote
stimulans uitgaat om schade te voorkomen, waar
mee direct de verkeersveiligheid wordt gediend.
De beperking van de no-claim korting maakte
onderdeel uit van een complex van directe en in
directe prijsverhogingen voor motorrijtuigverze
kering. Als volgend jaar de verplichte W. A.-ver
asekering wordt ingevoerd, zal dit naar verwachting
met een flinke premieverhoging gepaard gaan.
Dat wordt dan de derde verhoging binnen twee
jaar.
„De meer dan één miljoen motorrijtuigbezitters
zouden wel eens gaarne zien, dat van de zijde van
automobielassuradeuren eens iets anders iets
positiefs wordt gesteld dan alleen beperkingen
en verhogingen", aldus de E. V. O.
Onze Onderlinge Verzekerings Mij voor Motor
voertuigen der Z. L. M. is het volledig met het
standpunt der E. V. O. eens en is ook geenszins
van plan tot verlaging der no-claim korting over
te gaan. Wij zouden haast willen zeggen in
tegendeel Van een derde verhoging binnen twee
jaar is bij onze Onderlinge evenmin sprake.
TENGEVOLGE van slechte weersomstandig
heden konden de uien in 1962 aanzienlijk
later' dan normaal worden geoogst. Doordat de af
rijping zeer onregelmatig verliep kwamen in veel
percelen dikhalzen voor. Bovendien kwam meer
valse meeldauw in het gewas voor dan in voor
gaande jaren. Desondanks is in het algemeen de
opbrengst niet tegengevallen.
Niettegenstaande de natte oogstperiode kon,
dank zij het kunstmatig drogen, de aflevering van
uien regelmatig doorgang vinden. De prijzen zijn
in het algemeen tot aan de jaarwisseling vrij goed
geweest.
Gedurende het verslagjaar is het opgevallen, dat
in Westelijk Noord-Brabant, op St. Philipsland en
in Friesland ernstige schade door maden van de
uievlieg werd veroorzaakt op percelen, waar een
grond- of zaadbehandeling ter bestrijding daar
van was toegepast. Voordien kon door deze be
strijdingswijzen aantasting van deze parasiet vrij
wel geheel worden voorkomen. Of hier sprake is
van resistentie, is op dit moment nog niet bekend.
Ook dit seizoen is, ondanks de zaadontsmetting, de
aantasting door de uievlieg groot. Op de stand
van het gewas en de opbrengst zal dit een na
delige invloed hebben.
In tegenstelling tot voorgaande jaren werden in
1962 met het construeren van een betere uie-
afstaartmachine goede vorderingen gemaakt. Voor
het komende oogstseizoen is een verbeterde ma
chine voor de praktijk beschikbaar.
Wat het onderzoek betreft werden ondermeer
naast de gewone rassenproeven op verzoek van
uie-exporteurs ook selecties vergeleken van
telers, dié zelf selecteren. Bij het innemen van de
hiervoor benodigde zaadmonsters op Tholen is
gebleken, dat ook daar omstreeks 90 van al het
te gebruiken zaad normaal via de zaadhandel
wordt betrokken. Onder het eigen materiaal kwa
men enkele enigszins in gunstige zin afwijkende
selecties voor, doordat ze zeer vroeg, óf zeer pro-
duktief, óf beter houdbaar waren. In geen enkel
geval kwamen echter deze gunstige eigenschap
pen gecombineerd voor. Niettemin zal dit onder
zoek, zij het op kleinere schaal, worden voortge
zet.
Bij het overige onderzoek werden enkele hoop
gevende resultaten bereikt, vooral wat betreft de
bestrijding van onkruid en van koprot in sjalotten.
Dit laatste door het koken tegen stengelaaltjes te
combineren met kunstmatig drogen.
Voor bestrijding van koprot in zaai-uien bleek
echter het bespuiten van het gewas met alle daar
voor thans in aanmerking komende middelen, in
het geheel geen effect te hebben. Een oplossing
van het koprotprobleem wordt op alle mogelijke
wijzen en in het bijzonder door veredelingsonder-
zoek, krachtig nagestreefd.
De behoefte aan voorlichting bleef in dit ver
slagjaar onverminderd.
Onder invloed van de toenemende drang naar
arbeidsbesparing wordt de uieteelt steeds meer
gemechaniseerd. Ook het gebruik van chemische
onkruidbestrijdingsmiddelen neemt allerwege toe.
Er werden in totaal 642 adviezen verstrekt. De
problemen bij de chemische onkruid- en ziekte
bestrijding nemen nog steeds een overwegende
plaats in. De procentsgewijze verdeling van de
gegeven adviezen is als volgt: chemische onkruid-
bestrijding 30 ziektebestrijding 20 oogsten,
drogen en bewaren 20 teelttechniek 8 ras-
senkeuze 6 mechanisatie bemesting 4
en diversen 7