Afzetmogelijkheden voor Voorlichting aan BLOEM BOLLEN TELERS en 751 TUINBOUW VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1963 Bloembollen worden geteeld om,, meestal in droge staat, verkocht te worden. Men kent leverbare bollen, „leverbaar", dit zijn de grotere maten die meestal zullen bloeien. Daar naast heeft men het plantgoed, de kleinere maten die weer opgeplant worden in het be drijf. Per bol of knol varieert de grootte in omtrek. Hoe kan men nu zijn leverbaar en even tueel zijn plantgoed verkopen? De mogelijkheden zijn: 1. in geïsoleerde ruil, buiten enige vorm van markt om; 2. door verkoop vi* 'n beurs; 3. door verkoop via een vei ling; 4. door verkoop via een in- en verkoopbureau. DE vraag naar bloembollen is zeer geva rieerd en wisselt van jaar tot jaar in vry sterke mate. De consument eist afwisseling en de vraag naar bolbloemen is dan ook aan mode onderhevig. Het is een gebruik de woon kamer met bloemen te sieren en de producen ten houden hiermee terdege rekening. Ener zijds worden nieuwe modes geschapen tot beperking van het risico, anderzijds wordt de mode gestimuleerd om het consumptieve ge bruik te stimuleren. Er komen dan ook veel „nieuwigheden", waarvan echter slechts wei nigen het tot veelgevraagde soorten brengen. In het assortiment ligt de kracht van het Nederlandse bloembollenbedrijf. Het schatten van de toekomstige vraag is uiterst moeilijk en het risico van wisselingen in de vraag rust op de kwekerij, de teler. Het contact met de exporteurs op de beurs is daarom zeer be langrijk. De teler zal in het algemeen moeten streven naar een verbetering. Het is \'an groot belang de verkoopkracht te kunnen pei len: dit is nauwelijks mogelijk voor kleine bollcnkwekers. (kleine nevenbedrqven). Kleine kwekers zjjn ook vaak gedwongen hun bollen direct na het oogsten te verkopen daar ze geen goede schuurruimte hebben. Door oog.stuitval en een steeds wisselende buitenlandse vraag is de marktsituatie moei lijk te peilen. Contractteelt van bloembollen (knollen) gaat buiten de veiling en zjjn organen om. De ver tegenwoordigers van Hobaho mogen voor zichzelf geen zaken doen, maar moeten de juiste marktprijs maken voor de teler. Uit gesprekken met telers is ons gebleken dat er t.a.v. afzet vele vragen bestaan. De direkties van de veilingen hebben hun mede werking verleend om hierop antwoord te geven. Een overzicht van hetgeen in de bin nenlandse handel omgaat, wordt in neven staand artikel behandeld. Wie met een nieuwe teelt begint, moet vaak leergeld betalen. De telers wordt geadviseerd in het klein te beginnen. Men kan dan de nodige ervaring opdoen, eventuele stroppen behoeven dan niet groot te zijn. Zeer belang rijk is het de nodige voorzieningen te treffen om te kunnen (laten) drogen. d. R. DE ONDERHANDSE VERKOOP DE onderhandse verkoop, geïsoleerde ruil, heeft de oudste rechten. Dit was vroeger de enige mogelijkheid waarop de verhandeling tussen ex- oorteur/koper en teler/verkoper tot stand kwam. Vele telers trokken op maandag naar Haarlem om kopers te zoeken, daar de meeste kantoren toen nog te Haarlem gevestigd waren tot het einde van de 19e eeuw. Er was nogal wat tijd mee gemoeid en een meer efficiënte verhandelingstechniek werd dringend noodzakelijk. De betrekkingen tussen koper en verkoper zijn van persoonlijke aard. Be ginnende kwekers zijn vaak slecht geïnformeerd over het markt- en prijsverloop en minder bona i'ide handelaren kunden hier misbruik van maken. Onderhandse transacties komen echter ook thans nog veel voor. DE BEURS IN I860 huurde de toenmalige Algemene Vereni ging voor Bloembollencultuur een lokaal waar in afdelingen aan firma's werden verhuurd en het begin van de beurs ontstond. Thans is deze geves tigd in het Krelagehuis te Haarlem (de zetel dei- Vereniging). Vele vakgenoten komen naar deze beurs om elkaar te spreken en zeiken te doen. Hier bleek het echter ook nodig om regels te stellen. Alle zaken op de beurs gedaan zijn, om misverstanden te voorkomen, onderworpen aan: „Het Handels reglement voor de bloembollenhandel". Het geldt voor alle transacties die op de beurs tot stand ko- Interieur van een van tie grote veilinghallen van tie N.V. Hollands Bloembollenhuis. men (dus niet voor het kopen of verkopen op pu blieke veilingen. Op deze veilingen gelden aparte reglementen en voorwaarden). De beurshandel is na de laatste oorlog toegenomen en er zijn thans twee beurzen, één te Haarlem en één te Hillegom; Kopers zowel als verkopers verruimen op de beurs hun inzicht in de marktpositie. Veelal worden die bollen op de beurs aangeboden waarvan de kweker vermoedt dat ze een betere prijs zullen opbrengen dan wanneer hij ze onderhands of op de veiling zou aanvoeren. Vooral met nieuwe en duurdere variëteiten, waar aan de telers veel zorg besteden, moet de teler de handelaar van het goede van de nieuwe soort weten te overtuigen. Op de beurs worden de bollen niet zelf aangevoerd. Kleine kwekers en kwekers die bollen als nevenbedrijf telen komen weinig op de beurs. De beurs wordt wekelijks gehouden en naast de beurszaal te Haarlem zijn er „bloemenkeurin- gen" voor het verkrijgen van getuigschriften. Door deze keuringen wordt de functie van de beurs nog verruimd, door de verbetering van de kennis van het sortiment. DE VERKOOP VIA DE VEILINGEN UET veilingwezen in de tuinbouw is in het laatst van de vorige eeuw ontstaan en in betrekke lijk korte tijd zijn er in onze tuinbouwgebieden tal rijke groenten- en fruitveilingen gekomen. Door de concentratie van zowel aanbod als vraag is hier een openbare prijsvorming ontstaan. De voornaamste tuinbouwprodukten moeten worden geveild, hier voor bestaat een veilplicht. Veel later is men pas begonnen met het stichten van speciale bloembollen veilingen en andere over wegingen hebben hierbij een rol gespeeld (leveran cierskrediet). Kenmerkende verschillen met groenten- en fruit veilingen zijn o.a.: 1. Geen bederfelijk produkt, de bloembollen kun nen maandenlang bewaard worden. 2. Men kan daardoor afwachten, speculeren. 3. De teler kan een minimumprijs stellen op het ter veiling aangevoerde produkt. 4. Voor bloembollen en knollen bestaat geen veil plicht. Als aanvoerder treft men op de veilingen in de eerste plaats aan het klein- en nevenbedrijf. De grotere kwekerijen laten over het algemeen de ge wone handelssoorten veilen en de exporteurs veilen ook de overschotten van bollen. ANDERSCHEIDEN wordt: groene, droge era plantgoedveilingen. Groene veilingen zijn vaak liquidatieveilingen en hier worden bollen verkocht terwijl ze nog op het veld staan. Bij de droge vei lingen is het produkt op de veiling aanwezig, even als bij het veilen van plantgoed. Het kopen van plantgoed op de veiling kan zeer gevaarlijk zijn in verband met de onbekendheid van de herkomst en de mogelijkheid van besmetting van het plantgoed met uiterlijk niet waarneembare ziekten of andere gebreken. Op de groene veilingen worden de bollen verkocht op een tijdstip dat ze nog niet verhandeld kunnen worden. Het doel is dan een richtlijn voor de prijsbeweging van de bollen te krijgen voor de exporteurs die voor een tijdige indekking moeten zorgen. De exporteurs halen hun orders op in het buitenland en gaan daarna pas kopen aan de hand van bestellijsten. De voorverkopen maken het mo gelijk dat de teler een voorschot op de oogst ont vangt en dat leverbaar en plantgoed tegelijk ver kocht kunnen worden. Echter voor leverbaar en plantgoed zijn verschillende markten. Bij voorver koop is het prijsrisico voor de teler niet meer aan wezig maar het cultuurrisico blijft bestaan. Men schat dat de telers voor 50 °/o via de voorverkoop afzetten. Het gevaar bestaat dat de teler het min der nauw neemt bij voorverkoop en de koper moet daarom controle uitoefenen. Het zich „indekken" stimuleert ook de verkoop, want de exporteur „moet" dan ook verkopen. Voorverkopen geschieden buiten de veiling om De veilingen hebben zich vereningd in een Bond van Bloembollenveilingen. De belangrijkste veilin gen zijn: 1. Coöperatieve Bloembollen Veilingvereniging G.A. te Lisse (H.B.G.) 2. N.V. Hollands Bloembollenhuis, te Lisse (Hoba ho). 3. Bloembollenvereniging West Friesland te Boven- karspel. (Zie verder volgende pag:.) BELANG VAN DE BLOEMBOLLENTEELT IN ZEELAND Overzicht van de oppervlakte in hectares van bloembollen en knollen. Gladiolen Schouwen-Duiveland 99.11 Tholen en St. Philipsland 190.49 Noord-Beveland 13.16 Zuid-Beveland 254.53 Walcheren 8.04 Zeeuws-Vlaanderen 59.34 Totaal Zeeland 624.67 in 1963 Hoofdsoorten Overig 7.00 3.75 0.06 0.01 0.06 10.88 4.42 1.99 0.86 045 2.12 Aantal bedrijven 179 312 14 504 28 84 9.84 1121

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 7