Geeft machinaal rooien suikerbieten opbrengstverliezen Rogge-oogst op c ■HP ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD yROEGER rooien, bijv. als gevolg van een ver doorge voerde mechanisatie, snijdt de groei van de bieten vroegtijdig af. Deze methode heeft dus in vergelijking met handwerk een lagere opbrengst aan bieten tot gevolg. Op grond van proeven kan een groei van 100 kg bieten per dag en per ha een goede schatting zijn, mits men rekening houdt met jaarverschillen en de invloed van het ras. Het gemiddelde suikergehalte van de proefvelden in be sproken jaren veranderde weinig. Het gehalte was het hoogst hoewel slechts met een gering verschil bij de vroegste leveringen. PEN verandering van een bepaald onderdeel van het arbeidsproces be- perkt zich meestal niet tot dat onderdeel. Meestal is het nodig om zowel voorgaande als volgende bewerkingen op de gewijzigde methode af te stem men. Alleen op deze wijze is het mogelijk om het volle effekt van een ver beterde arbeidsmethode te krijgen. Niet alle noodzakelijke aanpassingen zijn even gemakkelijk te verwezenlijken. Dit blijkt bij voorbeeld bij de me chanisatie van de bietenoogst. Het veelal wisselvallige weer en de vooral later in het seizoen normaal voorkomende natte grond dwingen ons de weinig goed werkbare dagen vol ledig te benutten. We zien dan ook dat in vergelijking met de oude werkwijze de bieten veel vroeger gerooid moeten worden en dat er doordat direkte afvoer niet mo gelijk is een soms wekenlange opslag ontstaat aan verharde weg of op het erf. Doordat hierdoor de groei vroegtijdig afgesneden wordt, rijst de vraag in hoever dit een lagere opbrengst tot gevolg heeft. Afhankelijk van de weersomstandigheden, het ras en het ontwikkelings. stadium van het gewas, groeit de biet gedurende de bietencampagne door. Hoe groot deze groei kan zijn is af te leiden uit de resultaten van een groot aantal rassenproeven met suikerbieten die sinds 1943 in het Konsulentschap voor de Zeeuwse eilanden zijn aangelegd. Per jaar zijn gemiddeld twee proef velden aangelegd met veelal meer dan 10 rassen, waarbij elk ras dan op drie Die met kopschoffel en bietentang werkt kan meer weer risico nemen dan bij machinaal rooien. tyden werd gerooid. De eerste rooitijd viel steeds ongeveer gelijk met de eerste leveringen (half september), de tweede zo in het midden van de cam pagne (half oktober), en de derde tegen het eind van de levertijd (half no vember). TERWILLE van de overzichtelijkheid worden hier alleen de resultaten vermeld van de in 1963 op de Zeeuwse eilanden meest uitgezaaide ras sen en beperken we ons tot de gemiddelde opbrengsten van de proeven uit de vijf voorlaatste jaren. Voor meer geïnteresseerden staat het volledige cijfer materiaal ter beschikking. Opbrengst bietenproeven 19581962 (wortelgewicht in kg per are.) Ie rooidatum 2e rooidatum 3e rooidatum Polybeta 560 591 612 KI. Wanzleben E 590 618 650 Tri rave 586 620 645 Hilleshög St. polyploid 540 574 586 In vergelijking met de opbrengst van de bieten bij de eerste levertijden geeft het rooien in het midden van de campagne gemiddeld over vijf jaren bij de genoemde rassen een hogere opbrengst van 3.2 ton per ha. Daarna gaat de groei langzaam afnemen. Het verschil tussen een levering in half oktober en half november was 2.2 ton per ha. Globaal gezien bedroeg de groei dus toch altijd een kleine 100 kg per ha per dag. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met een grotere groei dan 100 kg per dag in september en een lagere in november. AOK is deze groei sterk afhankelijk van het weer en dus niet elk jaar ge- lijk. Daarnaast groeit het ene ras langer dan het andere. Het suiker, gehalte blijkt aan grotere schommelingen onderhevig. Hergroei geeft een sterke invloed op het gehalte. Vandaar dat het verloop van jaar tot jaar ver schilt. Onderstaande tabel geeft het gemiddelde gehalte van de eerder ge noemde rassen en van dezelfde proeven weer. Suikergehalte bietenproeven 19581962 (in le rooidatum 2e rooidatum 3e rooidatum Polybeta 16.9 16.6 16.7 KI. Wanzleben 16.3 16.2 16.0 Trirave 16.2 16.1 16.1 Hilles St. polyploid 16.6 16.5 16.5 Het valt op dat ondanks de sterke schommelingen van het gehalte over de jaren, een vijfjarig gemiddelde zo'n regelmatig verloop laat zien. Hoewel het verschil klein is, bereikte men op de proefvelden het hoogste suikergehalte bij het vroeg rooien. G. J. BOM, R. L. V. D., Goes. Rooien onder natte omstandigheden en structuurbederf gaan veelal samen. 0E zandbank van die naam, gelegen tegenover Veere, heeft vorige week j de eerste en tevens laatste oogst opgeleverd. In de herfst van vorig jaar door de Nederl. Heidemaatschappij ingezaaid, was de rogge goed opgekomen en ontwikkeld. Het probleem was nu de oogstmachines naar de zandbank over te brengen en te zien of de zandbodem goed berijdbaar was. Met een veerpont van Rijks waterstaat en een motorsleepboot van de Visserijpolitie werd vrijdag j.l. een I pendeldienst tussen Kamperland en de zandplaat geopend, waartoe op de li zandplaat tevoren een landingshoofd door middel van biels en rijplaten was J gevormd. De oever was met een dragline ter plaatse uitgegraven en zonder I moeilijkheden werden die eerste dag 3 combines, een stropers, een zware trek- I ker en landbouwwagens met graan kisten overgezet. De vrij droge zandplaat liet het maaidorsen beter en eerder toe dan de I kleiakkers en de eerste dag weiden 10 ha van de in totaal 55 ha afgewerkt. I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 10