Veilig werken in de landbouw Arbeidsbegroting met behulp van Taaktijden 689 SPUITEN EN DOODSPUITEN VAN AARDAPPELEN Plantgetal en Rijenafstand bij Conservendoperwten VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1963 IN de komende maanden zullen bij de oogst duizenden landbouwmachinisten in touw zijn, de meesten als trekkerchauffeur, maar ook velen voor het besturen en bedienen van de oegstmachines. Behalve boeren, landarbeiders en loonwerkers met hun vast personeel, zullen ook vele scholieren, studenten en vakantiegangers zich met dit werk bezighouden. „Zal dat allemaal goed aflopen?" Deze vraag beantwoordde de heer ir. P. de Putter, landbouwdeskundige bij de Arbeidsinspectie, on langs voor de radio met een duidelijk: „Helaas niet!" Tot nog toe gaat iedere oogst gepaard met honderden ongevallen, waarvan enkele heel ernstige. Doet U op uw bedrijf al het nodige en het mogelijke om ongevallen tot het uiterste te beperken? Degenen die zeggen dat men met normale machines cn bij gewoon werk geen ongeval kan krijgen, heb ben stellig gelijk. Ongevallen met trekkers, oogstmachines en landbouwwagens komen echt niet uit de lucht vallen. WAT IS PRECIES NORMAAL? Slecht weer beïnvloed niet alleen de berijdbaar heid van akkers en wegen, het verhoogt ook de kansen van verzakken en vastlopen van trekkers en het verstoppen van machines. Bovendien is bij regen het uitzicht op de weg en op het werk veel slechter, en bij wind hoort men een geluidsignaal veel minder. Toch is buiig zomer weer eigenlijk normaal. Er kan bij dit weer vaak ook nog redelijk goed werk worden verricht, maar het risico voor ongevallen is beslist groter. Daar moet dus ook de gewone trekkerbestuurder op bedacht zijn, ook de beginner, ook de vakantie hulp. Wat moet hij die, wanneer hij alleen is en de trekker is vastgelopen of verzakt? Voorlopig zeer voorzichtig proberen zelf vrij te komen. Zowel vastgelopen wielen als hoge aankoppeling zijn zeer gevaarlijk voor achteroverslaan! Bevestig vooral nooit een paal of balk vóór de achterwielen, omdat dan de voorwielen gegarandeerd de lucht in gaan. Men kan dit wel achter de achterwielen doen en dan achterwaarts eruit rijden. Vaak haalt men er al vlug een tweede trekker bij. Opnieuw opgelet: koppel alleen zo laag mogelijk® aan, vooral wan neer de verzakte trekker diep weg zit, bijv. in een sloot. Bij verstopte machines is voorzichtig leegdraaien met de aftakas de aangewezen methode. Maar men moet wel opletten of zich niemand in of op de machine bevindt! Overtuig U ervan, dat alles vrij is, bij voorkeur nog even een hoorbaar signaal en dan pas leegdraaien. Bij echte verstoppingen de motor afzetten. Reinigen, smeren, herstellen en af stellen mag alleen aan stilstaande machines ge schieden volgens het Landbouwveiligheidsbesluit. ARBEIDSVEILIGHEID WETTELIJK GEREGELD De arbeidsveiligheid is in ons land, ook in de land- en tuinbouw, wettelijk geregeld. Iedere werkgever is verplicht, zijn machines te beveiligen, gebouwen veilig in te richten, ladders, touwwerk en kettingen in goede staat te houden. Gasinstallaties en electrische apparaten moeten aan de gestelde voorschriften voldoen. Op initia tief van de Commissie Landbouwveiligheid van het Landbouwschap is onlangs een prettige, handige brochure gedrukt, waarin alle voorschriften, aan wijzingen en wenken kort en bondig zijn beschre ven. Dit kleine boekje is tot stand gekomen door samenwerking van drie afzonderlijke diensten: de arbeidsinspectie, die de voorschriften Controleert, de bedrijfsvereniging, die de ongevallenverzekering uitvoert en het Landbouwschap, het publiekrechte lijk orgaan. Door deze samenwerking kon worden bereikt dat iedere land- en tuinbouwer het boekje kreeg, terwijl het ook onder de landarbeiders op ruime schaal is verspreid. In totaal werden ruim 260.000 exemplaren uitgereikt. Maar een verspreiding alleen helpt nog niets, men moet het ook lezen, begrijpen en doen! Alleen reeds onder de wettelijk verplicht verzekerde land jJOUDT bij de huidige stand van zaken uw ge- was geregeld onder de koper of tin. Om de 7 dagen spuiten is alleszins verantwoord. Viel er kort na een behandeling veel regen dan kan eerder te rugkomen noodzakelijk zijn. Voer de hoeveelheden middel niet onnodig op. Dat een loonspuiter vorige week 3 kg Brestan plus 2 kg koper verspoot is alleen maar geldklop- perïj uit de boer zijn zak. Maar door een dergelijke handelwijze wordt het gewas beslist niet gered. En Iemand die te laat begonnen is maakt die fout daar mee niet meer goed. Koper bleek over een reeks van jaren een uit stekend middel. Tin heeft de laatste 5 jaar getoond minder groeiremming en iets minder knolziek te geven. Een jaar als dit zou wat de vergelijking be treft wel eens de doorslag kunnen geven. Nog zelden is het zo moeilijk geweest om het tijdstip van doodspuiten vast te stellen als dit jaar. Er is immers nog geen opbrengst. De norm is: als meer dan 20 °/o van de planten tien of meer zieke blaadjes hebben doodspuiten! Later doodspuiten heeft tot gevolg dat men een behoorlijk risiko neemt en de kans loopt dat er bij die lage op brengst ook nog geen knol gezond is. Het verdient aanbeveling om dood te spuiten kort (enkele dagen) na de laatste keer koper of tin. Toe voeging van koper of tin aan het doodspuitmiddel heeft dan alleen zin als de laatste behandeling hier mede reeds een dag of tien eerder plaats vond. P. VERHAGE. arbeiders zijn in zes jaar tijds 286 slachtoffers te betreuren, aan wie een dodelijk ongeval overkwa.nm. Elk jaar moet voor de landarbeiders ruim 6.00Ö.000,worden uitgekeerd voor medische hulp bij ongevallen en voor de uitkeringen aan de getroffenen. Met een tiental waarschuwingen, die in de oogst tijd belangrijk zijn, wekte de heer De Putter ieder een op alle nodige preventieve maatregelen te tref fen Zoek bü naderend onweer een goede schuilplaats. Blijf niet in het open veld. Ga in een gebouw, in een gesloten auto, desnoods in een sloot! Leun niet tegen een hooiberg, de buitenkant van een gebouw, een boom, een machine of draadafraste ring. De hierboven genoemde publikatie geeft naast een verantwoording der begrippen een beschrijving van het op het I. L. R. ontwikkelde systeem van arbeidsbegroting en in overzichtelijke vorm de hiertoe benodigde gegevens, t.w.: a. Taaktijden totaal benodigde tijden) per be werking aangevuld met correctie-factoren voor afstand en perceelsvorm ten behoeve van de berekening van de arbeidsbehoefte. b. Uittreksels uit de C. A. O.'s voor de berekening van het arbeidsaanbod. c. Overzichten van de nieuwwaarde van een groot aantal typen werktuigen voor de berekening van de werktuigkosten. d. Een lijst van werkzaamheden en tarieven, die uitgevoerd kunnen worden door loonwerkers e.d. voor de berekening van eventuele kosten van hulp door derden. Door deze gegevens in een logische volgorde op een speciaal begrotingsformulier over te brengen, is het mogelijk, een uitspraak te doen over de uit voerbaarheid van een bepaald produktieplan, de voor elk plan wenselijke mechanisatie, c.q. inscha keling van derden, en het niveau van de te ver wachten bewerkingskosten. We zullen moeten afwachten of de praktijk deze AP talryke landbouwbedrijven nemen dopterw- ten, die bestemd zijn voor de conservenin- dustrie, thans een vaste plaats in het bouwplan in. Over de meest geschikte standsraimte bij dit gewas was echter tot vóór kort, gerekend voor Nederland se omstandigheden, nog weinig bekend. Daarom werden door ir. P. Riepma, verbonden aan het P. A. W. te Wageningen, gedurende de periode 1955 t/m 1961 diverse proeven met conservendoperwten verricht met het doel gegevens te verkrijgen over de meest gewenste standruimte. Over het resultaat van deze proeven verscheen onlangs by het P. A. W. een publikatie, samengesteld door ir. P. Riepma l). Bij de standruimte-proeven met conservendop erwten waren in totaal 9 verschillende rassen be trokken. Deze rassen, w.o. Gloire de Quimper, Elf, Finette, Espoir de Gembloux, Lincoln, behoorden alle tot verschillende gewastypen. Om de resul taten van de diverse proeven onderling te kunnen vergelijken, werden de erwtenopbrengsten steeds omgerekend op een overeenkomstig rijpheidssta dium, waarvoor een speciaal apparaat, namelijk de tenderometer is gebruikt. E'en rijenafstand van 33 cm, zoals die in de prak tijk voor de meeste doperwtenrassen vaak wordt aangehouden, blijkt volgens de proeven van ir. Riepma weinig bezwaren te ontmoeten. Een rijen- afstand van 50 cm is echter te ruim. Voor de zeer korte rassen, zoals Gloire en Quimper, Aurora, Kelva, kan zelfs een nog nauwere afstand dan 30 cm aanbevolen worden, aansluitend bij die, welke in de praktijk bij de granen wordt toegepast. Voor een mechanische onkruidbestrijding met behulp van schoffelen is 20 cm wel een uiterste minimum. Controleer plukladders nauwkeurig, uOvo- rens er in te klimmen. Zorg dat de ladder stevig staat onder dè juiste hoek van 70°. Klim niet tot boven het steunpunt. Schrikdraden mogen alleen in werking worden gesteld, nadat een certificaat van goedkeuring is afgegeven door de erkende installateurs. Zij moeten jaarlijks worden herkeurd. Be minimum leeftijd voor trekkerbestuur ders is 16 jaar. Voor arbeid des nachts geldt 18 jaar. Deze bepalingen gelden zowel voor het rijden op de weg als by arbeid op het veld. De aftakas van de trekker en de daaraan gekoppelde inschuifbare dry fas met kruis- koppelingen moet over de gehele lengte zijn beveiligd. Zeisen, maaibalken en andere scherpe ge reedschappen en werktuigen moeten by transport worden afgeschermd. Voorkom by cirkelmaaiers het wegslinge ren van stenen met behulp van een doel matige afscherming. Lees de waarschuwingen op de verpakkin gen van bestrijdingsmiddelen en volg de voorgeschreven maatregelen op! Verplaatst een transporteur niet in de steile stand; breng hem eerst zoveel moge lijk in de lage, gestreken stand. Het veiligheidsboekje „Veiligheidsvoor schriften voor de landbouw", kan worden aangevraagd aan postbus 48, Den Haag. begrotingen direkt zelf gaat toepassen. Vermoede lijk zal dit voorlopig wel tot een enkele sterk ge- interesseerde landbouwer, beperkt bhjven. Toch zal de landbouw er in zijn geheel wel al profijt van trekken, omdat voorlichting en onderzoek ermee gaan werken. Een speciale cursus is daarvoor reeds aan de betreffende deskundigen gegeven. De voorlichter kan hierdoor een beter gefundeerd advies geven inzake de bedrijfsvoering of be Irijfs- organisatie omdat hij met kwantitatieve gegevens werkt, de onderzoeker kan het systeem gebruiken voor het opsporen van knelpunten in de arbeids organisatie (zoals het I. L. R. nu al meerdere jaren deed). De in deze publikatie voorkomende gegevens zijn naast een aanvulling op de saldo-beg •otin~ =n vooral ook van groot belang voor de toepassing van nieuwe rekentechnieken, zoals prog -m-nl u- ning in lineaire programmering, daar de factor arbeid een integrerend onderdeel is van deze rekentechnieken. G. Postma en Ir. E. van Elderen: „Arbeidsbe groting met behulp van taaktijden", I. L. R.- publikatie no. 70, mei 1963. Verkrijgbaar door storting van 7,op girorekening 88 00 18 van het Instituut voor Landbouwtechniek en Ratio nalisatie te Wageningen onder vermelding: voor puklikatie no. "0. Het economisch optimaal plantgetal (d.i. het plantgetal waarbij de kosten van een extra zaai- zaadhoeveelheid nog juist door een meeropbrengst aan doperwten worden vergoed), blijkt bij de vroege rassen, zoals Gloire de Quimper, hoger (d.w.z. bij een groter aantal planten per m") te liggen dan bij de later rijpende, forser groeiende rassen. Op zand grond wordt de optimale opbrengst aan doperwten eerder bereikt dan op kleigrond; d.w.z. op zand grond kan men met minder zaaizaad volstaan dan op kleigrond. Het effect van een dichte stand bleek bij verbouw van doperwten op goede zandgrond niet steeds gunstig, vaak zelfs negatief te zijn, in het bijzonder voor de later rijpende, fors groeiende rassen zoals Juwel, Espoir de Gembloux. Men behoeft in de praktijk weinig rekening te houden met een invloed van de standdichtheid op de afrijping. Bij het onderzoek was er wel een in vloed van de standdichtheid op de zeefsortering verdeling van de erwten over de verschillende grootte-fracties) te bespeuren, doch deze invloed bleek niet voor alle rassen gelijk te zijn. Soms leid de een dichte stand tot een fijnere erwt, zoals bij het ras Lincoln (jaar 1955 en 1958) en Gloire de Quimper (1961). Bij Espoir de Gembloux (1961) en Kelvedon Wonder (1958) was de reactie op de standdichtheid juist enigszins omgekeerd. i) „Plantgetal en rijenafstand bij conservendoperw ten", door ir. P. Riepma. Mededeling nr. 79 van het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw. Verkrijgbaar door storting van 1 op giro 966643 van het P. A. W. te Wageningen onder vermel ding: Voor Mededeling 79. IN de serie publikaties van het I. L. R., verscheen onder bovenstaande titel een boek, waaraan bij het Landbouwkundig Onderzoek, de Landbouwvoorlichting, het Landbouwonderwijs en ten dele ook bij de praktijk reeds geruime tijd grote behoefte bestond. Een meer efficiënte benutting van de arbeid, die door de toenemende schaarste steeds duurder wordt, is dringende noodzaak. Tot nog toe, was het niet mogelijk hiermede bij het opstellen van bedrijfsbegro- tingen voldoende rekening te houden. Vooral bij ingrijpende wijzigingen in het produktieplan, was het een groot gemis, dat men vooraf de mogelijkheden van arbeidsbesparende maatregelen niet kwan titatief kon overzien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 9