De Zuid-Bevelandse Trekpaardenfokkerij
Is er wel iels mooiers in ons boerenleven
Foto P. Z. C.
geschiedenis
7UID-BEVELAND heeft altijd op de bres gestaan voor de belangen van
*-* de Trekpaardfokkerij. Haar centrum-stad Goes is per slot zetel van de
Afd. Zeeland van de K.V.N.T. en enige malen per jaar Trekpaard-stad ter
gelegenheid van de evenzovele keuringen. Niet alleen is Zuid-Beveland altijd
een actief fokdistrict geweest, doch haar prominentste vertegenwoordigers be
kleedden jarenlang topfuncties in de hoogste regionen der trekpaarden-
organisatie. Zo staat ons nog levendig voor de geest de welhaast martiale
figuur van wijlen de heer H. A. Hanken, sedert 1912 voorzitter van het toen
malige Stamboek voor het Zeeuwsch-Belgische Trekpaard, later, toen dit stam
boek bij de oprichting van de huidige Koninklijke Vereniging „Het Neder-
landsche Trekpaard" in 1914 de Afdeling Zeeland dezer nationale vereniging
werd, voorzitter van deze Afdeling. Jarenlang was hij lid van het Dagelijks
Bestuur van de K.V.N.T. Zijn straf doch rechtvaardig bestuursbeleid en zijn
grote liefde voor het trekpaard zijn welhaast legendarisch. Achter hem stond
de onder zijn leiding tot ontwikkeling gekomen stoeterij van de Mij „De Wil-
helminapolder", die in de vooroorlogse jaren zo omvangrijk was, dat alleen
voor eigen behoefte een dekhengst kon worden geëxploiteerd. Nog zien we
voor ons zijn massale inzending op één der vooroorlogse nationale tentoon
stellingen. Een 16-tal Fokmerriën, front makend voor de ere-tribune, alle met
een letterschild omhangen, tezamen vormend zijn hartewens: „Lang leve
Stamboek het nationale Stamboek, waarvoor hij bij de totstandkoming zo'n
grote steun is geweest voor de oprichter, wijlen de heer G. A. Vorsterman van
Oyen. Herinneringen uit een voorbije periode. Voox^bij zijn ook de dagen
waarin namen als Hofstede Schenge, de Bathpolders en vooral de Frederica-
polder een bekende naam hadden in de fokkerij. We denken hierbij vooral aan
de kapitale fokmerrie Nette, die niet minder dan 5 goedgekeurde „Frederica-
zonen" gaf. Wie herinnert zich niet meer de immer actieve heer J. Thorenaar
met zijn 4-tal Belgische hengsten, op een Z.L.M.-tentoonstelling te Goes op
indrukwekkende wijze als ingespannen 4-span voor een boerenwagen voor
gebracht. Hoe vaak gaf hij zijn veelal humoristische meningsuiting in dicht
vorm in het Zeeuws Landbouwblad; die ten slotte zo tragisch overleed toen hij
zelf een zijner hengsten voorbracht voor keuring voor opname in het Keur-
stamboek in de keuringsbaan te Wilhelminadorp. Als een ridder in het harnas.
GEEN GEMAKKELIJKE TAAK
TLTET was zeker geen gemakkelijk tijdstip, waarop de pas dit jaar zo plotse
ling overleden heer J. Q. C. Lenshoek de voorzittershamer van de Afdeling
Zeeland accepteerde. Algemeen geacht, een even bekwaam als integer be
stuurder en daarbij doorgewinterd paardenliefhebber, is hij de fokkerij mede
als hengsthouder tot grote steun geweest. Van zijn door hem gefokte produkten,
herkenbaar aan de toenamen „Zimmerman", „Welgelegen", „Domeinplaat" en
„Keilen", behoren de laatstgenoemde wel tot de bekendste. Een nationaal top-
succes behaalde hij in 1928, toen zijn hengst CASTOR K. 916 op 9-jarige leef
tijd het Nationale Kampioenschap behaalde en tevens de kopplaats bezette bij
de Hengsten met afstammelingen. Het verheugt ons dan ook bijzonder, dat de
directeuren van het Administratiekantoor Lenshoek hebben besloten met een
aantal van hun paarden deel te nemen aan deze fokdag, hiermede niet alleen
handelend in de geest van hun overleden Vader, doch tevens bewijzend, dat
er ook op het kapitale grootbedrijf nog plaats is voor het trekpaard.
df. hengstenvereniging zuid-beveland
pEN aparte rol in de Zuid-Bevelandse fokkerij heeft ongetwijfeld gespeeld
de Hengstenvereniging „Zuid-Beveland". Onder de bekwame leiding van
wijlen de heer P. Scheele-de Putter, algemeen geacht trekpaard- en Z.L.M.-
bestuurder en de als fokker nog immer actieve heer Corn. Mol, speelde deze
vereniging jarenlang een voorname rol bij de ontwikkeling van de fokkerij in
dit gewest. Verscheidene topsuccessen vielen haar ten deel. Zo werd het fa
meuze fokpaard CERTAIN VAN LAMSWAARDE K 1429 in 1932 Nationaal
Kampioen en 1ste met afstammelingen in 1935 en 1937. Certain is ongetwijfeld
het paradepaard geweest van de Zuid-Bevelandse fokkerij. Ook later in
Zeeuws-Vlaanderen heeft hij nog best gefokt en zijn totale progénitüur klas#
seerde hem in de hoogste nationale regionen. Van zijn latere opvolgers kreeg
als fokpaard bekendheid de meervoudige Nationale Res.-Kampioen NICO VAN
SMAKT K. 2014, terwijl de laatste hengst van de „H.V." EDELMAN VAN
VELDZICHT K. 2310 in 1953 het Nationale Kampioenschap behaalde.
In die tijd was te Oudelande de Hengstenvereniging „Oudelande" gevestigds
emplooi vindend in de Zak van Zuid-Beveland, naast de particuliere hengst#
houderijen van Jeronimus te Hoedekenskerke en Verdonk te 's-Heerenhoek*
waarvan de laatste thans nog zijn cliëntèle bedient.
Intussen kwam „Stal Monnikenhof" van de heren D. A. Timmerman Zoon
te Kattendijke tot ontplooiing. De van „Stal Brunswijk" van de heer Verdonlc
voornoemd afkomstige en later tot elite-merries gepromoveerde Henriëtte en
Clotilly bleken waardevolle fokmerries. Henriëttes dochter TOSCA VAN MON-
NIKENHOF, eveneens elite-merrie, behaalde grote successen in regionaal eni
nationaal verband. Het 4-span „Monnikenhof'-schimmels was jarenlang eert
gevreesde concurrente in de nationale competitie. De opfok van hengsten]
wierp gunstige resultaten af en met NICO VAN ELLA K. 2299 werd teveris
het dekstation „Monnikenhof" geboren, hetgeen later het voortbestaan van de
H.V. „Zuid-Beveland" belemmerde. Achteraf bezien misschien jammer" doch
onvermijdelijk in de driftige kringloop der tijden. Een topsucces van de Firma
Timmerman Zn was nog het behalen van het Nationale Kampioenschap met
GUI DO UIT DE KLUIS K. 2427 in 1957.
(Zie verder pagina 525.)
Een charmante vertegenwoordigster van de vele Zuidbeve-
landse fokmerries, die zeker een welverdiende aandacht van
de tentoonstellingsbezoekers zullen trekken.
T-JET zal ongetwijfeld zeer velen een groot
genoegen doen, dat er op de Tentoon
stelling van de Kring Oost Zuid-Beveland der
Z.L.M. weer een Afdeling Trekpaarden acte
de présence zal geven. Dit is niet altijd het
geval geweest. We herinneren ons in dit ver
band bijv. tentoonstellingen te Krabbendijke
in 1950 en Noord-Beveland in 1961. Het waren
beide grootse landbouwmanifestaties, doch
het ontbreken van het Zeeuwse trekpaard
werd door talloze bezoekers als een duidelijk
manco aangevoeld. Er ontbrak iets wat er
altijd was geweest en het past niet in het
kader van de innige betrekkingen die in de
loop van zo vele jaren tussen trekpaard
fokkers en Z.L.M. zijn gegroeid.
Natuurlijk zijn er een aantal factoren aan
te wijzen, die deze leemte hebben veroor
zaakt. De totaal veranderde bedrijfsvoering
in de landbouw in de na-oorlogse periode, de
mechanisatie dus, is hieraan in grote trekken
debet. Misschien ook was er te weinig contact
tussen de in dit opzicht tamelijk autonome
Z.L.M.-kringen en de in deze kringen geves
tigde Bonden van Paardenfokkers. Mogelijk
heeft men iets te veel binnen de eigen be
grenzing georganiseerd.
Hoe het ook zij, Kruiningen 1963 zal op
nieuw mede in het teken van ons Trekpaard
staan. Op welke wijze zullen we straks zien.
Zoals te doen gebruikelijk moeten wij in
dit artikel tevens een min of meer historisch
overzicht geven van de ontwikkeling van de
Zuid-Bevelandse Trekpaardfokkerij. Waar
nodig hebben we ons in dit verband gelaafd
aan een aantal doorgaans welvoorziene bron
nen. En waar zouden we beter terecht hebben
gekund dan bij de heer A. Cappon, oud-secre
taris van de Afd. Zeeland K.V.N.T. en oud#
functionaris der Z.L.M., en bij de heer P. J*
Lako, hoofd-inspecteur van K.V.N.T. en ver
zorger van de Trekpaard-rubriek in het
Zeeuws Landbouwblad.