D E O L V EH VAN 18 7 3 DE BEDRIJFVOORLICHTING OP OOST ZUID-BEVELAND Werkgeversvereniging te Rilland VERLOOP NAAR INDUSTRIE HET LANDBOUWWERKTUIG 1964 UITVOER LAND- EN TUINBOUWPRODUKTEN le kwartaal 1963 LE VEWSVERI EKE WIH6 - PI N SIOE N C O N T R ACT E N WINSTDELING VOOR ALLEN VRIJDAG 7 JUNI 1963 IN dit, speciaal aan onze Kring Oost Zuid-Beve land gewijde nummer, behoort ook wel iets ge schreven te worden over de bedrijfsvoorlichting in dit gewest. Vanzelfsprekend is het daarmee, voor zover het de Rijks Landbouw Voorlichtings Diens' betreft, precies zó gesteld als in de overige Kringen van onze Z.L.M. Van de diensten van specialisten en rayon-assistent wordt een dankbaar gebruik ge maakt, misschien wel eens, een té vanzelfsprekend gebruik, waardoor de waardering voor deze vorm van Rijksbijdrage aan de ontwikkeling in de land bouw in het gedrang komt. Sinds 1948, dus gedu rende een periode van 15 jaar, helpt de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting op Oost Zuid-Beveland, met haar plm. 200 leden (plm. 5000 ha cultuurgrond) naar beste vermogen mee om het contact tussen R.L.WD. en de praktijk zoveel mogelijk te bevorde ren. Werkgroepen dezer vereniging nemen regel matig urgente bedrijfsproblemen in studie en bren gen, in samenwerking met de R.L.V.D., de conclu sies waartoe deze studies geleid hebben, ter kennis van de leden. In het winterseizoen worden meerdere bijeenkomsten belegd, waarop de in het brandpunt der belangstelling staande onderwerpen door de (op dat terrein meest deskundige) sprekers of spe cialisten worden behandeld. Grotere of kleinere ex cursies worden georganiseerd, naar proefvelden of proefbedrijven, waar voor de leden interessante dingen te zien zijn. Medewerking wordt verleend aan het Prov. Onderzoek Centrum, aan het organi seren van een provinciale Landbouwstudiedag in Goes en aan het doen verschijnen van een Prov. Landbouwverslag in samenwerking met de overige Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting en Studie groepen in Zeeland. Deze activiteiten hebben in wezen alle heCzelfde doel, n.l. een brug te slaan tussen de R.L.V.D. en de praktijk van de landbouw. De Voorlichtings dienst moet weten met welke problemen de praktijk te kampen heeft en de praktijk moet weten met welke vraagstukken het Onderzoek bezig is en in hoeverre over de resultaten daar van reeds voorlichting verstrekt kan worden. Onderzoek, Voorlichting en Praktijk dienen on derling en in wederkerige richting nauwkeurig op elkaar afgestemd te zijn. Zo ooit, dan hebben we in deze lijd van aanpassing, aan zich in een beangstigend tempo voltrekkende veranderingen van de bedrijfsomstandigheden, behoefte aan goede en verantwoorde Voorlichting. \7OLGENS D. v. d. Ban duurt het gemiddeld 2 jaar eer de boer voor zichzelf iets gaat toe passen, gerekend vanaf het tijdstip dat hij er voor het eerst van hoorde. Als dit waar is, moet de voor lichting dus inderdaad wel vóór zijn op de prak- lijk om bepaalde bedrijfsmethoden bijtijds ingang te doen vinden. Omgekeerd is het begrijpelijk dat de praktische boer even de kat uit de boom kijkt, alvorens over te schakelen op voor hem nieuwe en dikwijls alleen middels voor belangrijke investerin gen, bereikbare werkmethoden. Gebrek aan en duurte van arbeidskrachten dwingt in de richting van omschakeling van arbeidsintensief naar kapi taalintensief. Het is NIET de voorlichting die ons In die richting dwingt, doch de algemene econo mische omstandigheden. De voorlichting tracht alleen de weg aan te geven die leidt tot behoud van onze positie onder deze omstandigheden. Romantisch is deze weg niet, alleen maar hard en zakelijk. Velen onder ons za gen in de loop van hun boerencarrière hun bed rij - ven met aanvankelijk vee en paarden en trouwe arbeidersbezetting, veranderen in „openluchtfabrie- ken" waar het onkruid bestreden wordt met voor mens en dier gevaarlijke chemische middelen, trek kracht geleverd wordt door grommende, stinkende zichzelf niet vermeerderende monsters, waar men nooit van houden kan! Ik kan niet geloven dat we er gelukkiger mee geworden zijn, maar daar wordt niet naar gevraagd. De boer wordt niet meer als mens gezien, doch alleen als producerende onder nemer. Hard is de strijd om het bestaan altijd ge weest en nog harder zal ze worden. Tengevolge van het vrij maken van de grondprijs sinds 1 januari 1963 worden de capaciteiten van de ondernemers in de landbouw tegen elkaar uitgespeeld en het ziet er naar uit dat alleen de bovenmiddelmatige onder nemer de kans gegeven zal worden om zich te hand haven. „Zorg dat je erbij komt!" geldt zo gezien niet alleen voor de Marine. Er worden hoe langer hoe hogere eisen gesteld aan ons vakmanschap, aan ons ondernemersschap. Een boer moet tegenwoordig van zoveel verschillende dingen zoveel weten, dat daarbij de voorlichting van in bepaalde richtingen opgeleide specialisten ontontbeerlijk is geworden. De R.L.V.D. heeft die specialisten en stelt ze ter uwer beschikking. Gij, boeren van Oost Zuid-Beveland kunt er gebruik van maken door middel van de Vereni ging voor Bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-Beve land. G. VAN GORSEL, voorzitter. DE BOER VAN DE TOEKOMST? MAAST alle verenigingen die ten dienste van de landbouw- werken, treft men, haast als een bijzonderheid in Oost Zuid-Beveland, de Ver eniging tot Bevordering van de goede uitvoering van Landbouwwerk op Oost Zuid-Beveland aan, die gevestigd is te Rilland-Bath. Deze vereniging heeft als doel arbeidskrachten aan te trekken en ter beschikking te stellen van de bedrijven van haar leden die dringende behoefte hebben aan hulp. Ongeveer 80 bedrijven zijn hierbij aange sloten. Hoewel het arbeidsaanbod zeer beperkt is, wer ken op dit ogenblik toch nog een 40-tal'losse ar beiders via deze vereniging bij haar leden, die op dit ogenblik gezamenlijk een 100 ha bieten in on derhoud hebben. MIET alleen bij de verpleging, maar ook bij de oogst- en afleveringswerkzaamheden wordt hulp geboden waardoor praktisch het gehele jaar door gewerkt wordt. Het door de vereniging uit te betalen loon be loopt jaarlijks van de 100 tot de 150.000 gulden. Deze uitbetalingen, benevens loon en verdere ad ministratie (wat zeker voor losse krachten niet gering te noemen is) het toezicht op het te ver richten werk alsmede de verdeling van de ar beidskrachten, is geheel in handen van de dage lijkse leiding. IN samenwerking met de Coöp. Boerenleenbank „Krabbendijke" is in 1962 een eigen kantoor gereed gekomen waarin dan behalve bovenge noemde administratie de bank haar zitdagen houdt. Bij de opening hiervan kon tevens het 12V2 jarig bestaan herdacht worden. Hoewel soms moeilijke problemen opgelost moeten worden omdat bepaalde werkzaamheden, zoals b.v. bieten doorslaan, praktisch op alle be drijven tegelijk aan moeten vangen, wordt er met enig geduld toch heel veel bereikt, zodat alles tij dig gereed komt. Vooral in deze tijd waarin steeds meer arbeids krachten uit de landbouwsector verdwijnen, blijkt deze vereniging in een behoefte te voorzien. HET ware te wensen, dat meerdere gewesten de beschikking over een dergelijke vereniging hadden waardoor een samenwerking in breder verband mogelijk zou zijn, dat zeker nog voor delen zou afwerpen. Mogelijk zou men dan ook meer steun bij over heid en semi-overheidsinstanties verkrijgen, waardoor vele nu nog bestaande moeilijkheden tot een oplossing zouden komen. Vermeldingswaardig is zeker nog, dat enkele arbeiders van de oprichting af in dienst zijn. J. A. B. HET aantal mensen dat in de landbouw werkt neemt in de Europese Gemeenschap steeds af. De industrie oefent een steeds grotere aantrek kingskracht uit. Dit geeft aanleiding tot heel wat problemen, met name op het gebied van de her scholing. Hoe groot de trek uit de landbouw naar andere sectoren is, blijkt uit de cijfers. Van 1954 tot 1961 nam de agrarische beroepsbevolking in België af met 71.500, in Duitsland met 985,000, in Frankrijk met 1.051.000, in Italië met 998.001), in Luxemburg met 1000 en in Nederland met 73.000 mensen. I11 de Europese Gemeenschap is de agra rische beroepsbevolking dus in enkele jaren met meer dan drie miljoen personen verminderd! Al dus het Maandblad van de Voorlichtingsdienst E. G. UET Landbouwwerktuig 1964 zal van maandag 20 t/m zaterdag 25 januari 1964 in het nieu we RAI-gebouw aan het Europaplein te Amster dam worden gehouden. De expositie zal alle 45.000 m'2 van het RAI-gebouw in beslag nemen en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van werktuigen, machines, gereedschappen enz. voor de land- en tuinbouw zullen worden getoond. Het Landbouwwerktuig 1964 zal geen uitslui tend nationaal karakter hebben. De voortschrij dende samenwerking in de E. E. G. leidt in vele opzichten tot mechanisatie en rationalisatie en is derhalve ook voor de Nederlandse agrarische wereld van uitzonderlijk belang. Aan verschillen de aspekten van de Europese integratie, die voor land- en tuinbouw van belang zijn, zal dan ook op aantrekkelijke wijze ruime aandacht worden besteed. UOLGENS mededeling van het Centraal Bu~ reau voor de Statistiek bedroeg de waarde van de uitvoer van land- en tuinbouwprodukten in het le kwartaal van 1963 1.290 min. Ten op zichte van hte overeenkomstige kwartaal van 1962 betekent dit een stijging met 161 min (14,3 Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door de produkten van Nederlandse herkomst, waar van de uitvoerwaarde met 140 min (15,4 steeg tot 1.049 min. Bij de produkten van Nederlandse oorsprong nam de uitvoer toe van akkerbouwprodukten met ƒ29 min (15,4%), $e veehouderijprodukten met ƒ95 min (19,4%) en de tuinbouwprodukten met 16 min (7,1 Het aandeel van de agrarische produkten in de totale Nederlandse uitvoer bedroeg in het eerste kwartaal 1963 31,3 tegen 27,9 in de overeen komstige periode van 1962.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 3